Stap 6: Preventie van beroepsziekten • Interventies voor werknemer én organisatie – Dick Smits en Gerda de Groene • Preventie: niet zonder een goede organisatie – Irene van Ham en Paul Kuijer • Een zelfverzekerde bedrijfsarts signaleert en handelt – Ernst Jurgens en Paul Smits Coronel Instituut, Academisch Medisch Centrum Amsterdam 1 Welke interventies adviseren bedrijfsartsen bij een beroepsziekte ? Heijermanslezing Dick Smits Gerda de Groene 20 december 2013 Arboned NCvB Coronel Instituut, Academisch Medisch Centrum Amsterdam CASUS 3 Patiënt • Man, 62 jaar • Functie: vestigingsmanager busonderneming, fulltime • 40 jaar werkzaam in deze branche • Sinds jaren toenemende spanning in werk, teleurstelling, onzekerheid, frustratie • Concessiestructuur 4 5 - Stappenplan • Stap 1: Medisch diagnose • Stap 2: Relatie met werk • Stap 3: Aard en niveau blootstelling 5 5 – Stappenplan, vervolg • Stap 4: Andere oorzaken • Stap 5: Conclusie • En na Stap 5 ? • Stap 6: Interventies 6 Stap 6: Interventies casus • Werknemer : onder behandeling van huisarts, 1e lijnspsycholoog en fysiotherapeut. Richtlijn psychische klachten NVAB. • Werkomgeving : betrokkene is na overleg met zijn directeur met prepensioen gegaan. • Organisatie : bedrijfsarts besprak met de directie de gevolgen van de concessie structuur en de mogelijkheden om deze minder aangrijpend te maken voor het personeel. 7 2012 Onderzoek onder PIM-bedrijfsartsen naar geadviseerde interventies • Meldingen van beroepsziekten • Diagnose: overspanning/burnout • 192 meldingen werkgebonden overspanning/burnout • 403 adviezen voor reintegratie/preventie • Telefonisch interview • 14 bedrijfsartsen geïnterviewd • 13 casus overspanning • 8 casus burnout TBV 22 / nr 1 / januari 2014: Welke interventies adviseren bedrijfsartsen bij een werkgebonden overspanning/burnout? 8 Interventies • Gericht op de werknemer - Verwijzing 1e lijns psychologische ondersteuning - Werknemers zelf het gesprek aan te gaan met LG en/of HR • Gericht op de werkomgeving • Gericht op de organisatie 9 Stap 6: Interventies • Wie van u adviseert het management / de organisatie over preventieve maatregelen? 10 Stap 6: Interventies • Wie adviseert het management / de organisatie over preventieve maatregelen ? • Wie van u heeft daarmee succes geboekt ? Minder ziekte / minder blootstelling. 11 Wat stimuleert een bedrijfsarts om preventieve acties te ondernemen? Heijermanslezing Irene van Ham Paul Kuijer 20 december 2013 van Ham-medisch NCvB Coronel Instituut, Academisch Medisch Centrum Amsterdam 2 Focusgroepen bij 15 PIM bedrijfsartsen Werkgever Betrokken en proactieve werkgever, Acceptatie van rol als probleemhouder, Inzicht in relatie werk en gezondheid, … Bedrijf Tijd en geld voor preventie, Goede personeelsvertegenwoordiging, Actief arbobeleid, … Bedrijfsarts Goede relatie met werkgever, Competent en communicatief, Voldoende kennisbronnen, Ondersteuning door arboprofessionals, Contract met preventieparagraaf, … …. …. TBV 21 / nr 5 / 2013: Kuijer e.a. Stap 6 van het vijfstappenplan Wie van u werkt ook voor zo’n werkgever en bedrijf? Wie van u werkt ook voor zo’n werkgever en bedrijf? • • • • • Neen… Ja, een paar Ja, de helft Ja, bijna allemaal Ja, alleen maar! Gelukkig Irene van Ham ook! Werkgever wil beroepziekten weten • ‘… Bekend zijn met zo’n ziekte kan met name helpen bij de preventie ervan. Het is wellicht duur leergeld, maar wel belangrijk voor de toekomst van de betreffende medewerkers en het bedrijf.’ 17 Werkgever wil actieve opsporing • ‘Jazeker: het moet geen losstaande actie zijn. Als er periodiek een RI&E wordt gemaakt zou ik opteren voor een daaropvolgend PMO op basis van serieuze risico’s die in de RI&E zijn vastgelegd.’ • ‘Wordt het opsporen als losstaande actie uitgevoerd door een bedrijfsarts die amper of nooit in het bedrijf of op de werkvloer komt, dan ben ik bang dat iedereen al spontaan last van de nek krijgt.’ 18 Preventie door RI&E en PMO Werkgever wil een actieve bedrijfsarts • ‘De bedrijfsarts kan –en moet dus wellicht – op de risico’s van deze beroepsziekte blijven hameren, ook omdat de bedrijfsarts een constantere factor is dan degene die de RI&E heeft uitgevoerd.’ 20