spreekuur Verschijnt minimaal 4 x per jaar Longziekten adviseur: dr. J.C.C.M. in 't Veen, longarts, St. Franciscus Gasthuis, Rotterdam Jaargang 3 - nr 7 - 2012 AU T E U R s Dr. J.C.C.M. in ‘t Veen, longarts, St. Franciscus Gasthuis, Rotterdam, mw. drs. A. Slok, onderzoeker, CAPHRI, Maastricht en prof. dr. C.P. van Schayck, hoogleraar en directeur CAPHRI, Maastricht V R A AG Wat betekent het begrip ‘ziektelast COPD’ in de dagelijkse praktijk: nu en in de toekomst? antwoorD Inleiding De richtlijnen voor de diagnostiek en behandeling van chronic obstructive pulmonary disease (COPD) gingen tot voor kort uit van het standpunt dat het toepassen van zogenoemde ‘evidence-based’ kennis door behandelaars zou leiden tot de beste zorg voor COPD-patiënten. Dit uitgangspunt is niet verkeerd, maar wel onvolledig gebleken. Om te komen tot een optimaal zorgproces dient de patiënt veel sterker te worden betrokken bij dit proces dan tot dusverre het geval was. Op het moment dat de patiënt de ervaring heeft dat de zorgverlening een directe beantwoording is op zijn of haar hulpvraag en de patiënt bovendien begrijpt op welke aspecten de behandeling bijdraagt aan de beantwoording van die hulpvraag, zal de motivatie voor die behandeling aanzienlijk toenemen. Dit is het uitgangspunt van de nieuwe Zorgstandaard COPD. Net als bij andere chronische ziekten is de therapietrouw ten aanzien van het gebruik van chronische medicatie minder dan 50% bij COPD-patiënten. De belangrijkste reden hiervoor is dat de patiënt veelal niet ervaart dat de medicatie bijdraagt aan de behandeling van de ervaren klachten. Het is dus belangrijk dat de behandelaar niet zozeer de longfunctiebeperking (lees obstructie) behandelt, maar de patiënt. Inmiddels heeft de recente Global Initiative for Chronic Obstructive Lung Disease (GOLD)-richtlijn ook de ernst van de obstructie losgelaten als de centrale classificatie van COPD. De GOLD-richtlijn biedt nu een tweedimensionale differentiatie naar klachten en prognose (future risk). De ziektelast als benoemd in de Zorgstandaard COPD gaat echter dieper in op de integrale gezondheidstoestand en geeft aanknopingspunten voor het zogenoemde individuele behandelplan. De ziektelast bestaat uit verschillende elementen die voor de patiënt van belang zijn in het dagelijks functioneren, zoals de kwaliteit van leven, de functionele beperkingen, de klachten, enzovoort. Ziektelast is een relatief nieuw begrip; validatie en operationalisatie van dit begrip zijn in volle gang. Hiertoe dient een zogenoemde ‘ziektelastmeter COPD’ te worden ontwikkeld. De ziektelastmeter moet de last (in de ruimste zin des woords) die een COPD-patiënt heeft van zijn aandoening kunnen Longziekten_1207.indd 1 vaststellen en monitoren. Hierbij zal de ziektelastmeter een rubricering zijn van alle essentiële zaken die de integrale gezondheidstoestand van de patiënt bepalen. Een belangrijk deel van wat reeds nu in de spreekkamer wordt besproken, zal daarbij ongetwijfeld herkenbaar terugkeren. Totdat deze meter is gevalideerd, lijkt het voorgestelde assessment in de Zorgstandaard COPD praktisch bruikbaar ter inventarisatie van de integrale gezondheidstoestand. Heden: assessment ziektelast COPD De COPD & Astma Huisartsen Advies Groep (CAHAG) heeft vanuit de Zorgstandaard COPD een pragmatisch lijstje van items gegenereerd, dat voldoet als huidig basaal assessment.1 Omdat het hier standaardzorg behoort te zijn, is voor de meeste items geen extra actie nodig, anders dan het registreren in het Huisartsen Informatie Systeem (HIS) (zie figuur 1). Orgaanstoornis • Obstructie en reversibiliteit • BMI • Anamnese Klachten • MRC • Exacerbatiefrequentie Beperkingen • Anamnese Kwaliteit van leven • Anamnese • CCQ • CCQ Figuur 1. Parameters van basaal assessment in eerste lijn. BMI=body mass index, MRC=Medical Research Council-dyspneuscore, CCQ=Clinical COPD Questionnaire Vanuit dit lijstje wordt bij bepaalde afkappunten c.q. alarmbellen (zie tabel 1) de indicatie gesteld voor een verdiepend, meestal tweedelijns, assessment. Hierbij kan worden gedacht aan analyse van comorbiditeit, uitgebreider longfunctieonderzoek, beweeg­ inventarisatie, inspanningsonderzoek en/of een integraal uitgebreider assessment zoals het Nijmegen Clinical Screening Instrument (NCSI). Lichte ziektelast is gedefinieerd als iedereen die niet voldoet aan de criteria voor een verdiepend assess- 16-05-12 11:48 s JAARGAnG 3 - nr 7 - 2012 ment. Het assessment, in welke lijn dan ook, dient te leiden tot een individueel behandelplan waarin met name ook niet-medicamenteuze strategieën een rol spelen, van stoppen met roken tot beweegprogramma’s, waarbij coping en adaptatie toverwoorden zijn. Parameter Afkapwaarde Klachten/hinder/ MRC≥3ofCCQ≥2ofMON-RIQ≥3(gemiddeld) beperkingen Exacerbaties Longfunctie ≥2exacerbatiesperjaarbehandeldmetoralecorticosteroïden FEV1 (50% voorspeld of < 1,5 l absoluut of progressief longfunctieverlies (bijvoorbeeld ↓FEV1 > 150 ml/jaar) over meerdere jaren Voedingstoestand Ongewenst gewichtsverlies > 5% in 1 maand, > 10% in 6 maanden, of BMI < 21, of VVMI < 16 (vrouwen), < 15 (mannen), zonder andere verklaring Leeftijd COPD op relatief jonge leeftijd (arbitrair < 50 jaar) MRC=Medical Research Council-dyspneuscore, CCQ=Clinical COPD Questionnaire, MON-RIQ=Monitoring Respiratory Illness Questionnaire, FEV=forced expiratory volume, BMI=body mass index, VVMI=vetvrijemassa-index Tabel 1. Criteria voor nadere analyse bij COPD/ verwijsindicaties. Toekomst: ontwikkeling ziektelastmeter COPD In 2011 heeft de Long Alliantie Nederland (LAN) aan een daartoe speciaal ingestelde werkgroep van nationale experts de opdracht gegeven om een Ziektelastmeter COPD te ontwikkelen. In de eerste fase van de ontwikkeling was de opdracht om te onderzoeken of er in de bestaande zorgpraktijk of in de internationale literatuur al een instrument beschikbaar was dat de ziektelast bij COPD goed kan meten. Om dit te onderzoeken was het noodzakelijk eerst een goede definitie te maken van de ziektelast. Na uitvoerig overleg met vertegenwoordigers van alle partijen, die betrokken zijn bij de zorgverlening van COPD, werd de volgende definitie van de ziektelast van COPD vastgesteld: Ziektelast is een fysieke, emotionele, psychologische, dan wel sociale ervaring van de patiënt met COPD. Deze ervaring beïnvloedt de mogelijkheden om met de gevolgen van de ziekte en behandeling om te gaan. • Kwaliteit van leven is daarmee een belangrijk onderdeel van ziektelast. • Ziektelast kan consequenties hebben voor de patiënt, zijn omgeving, zorgverleners, en/of de maatschappij. • Ziektelast varieert doorgaans in de tijd. Vervolgens is een aantal randvoorwaarden opgesteld waaraan de ziektelastmeter dient te voldoen, wil deze effectief in de dagelijkse zorgpraktijk kunnen worden gebruikt. Na wederom uitvoerig overleg met vertegenwoordigers van alle betrokken zorgverleners werden de volgende randvoorwaarden voor een ziektelastmeter vastgesteld. De ziektelastmeter moet: • indicatoren bevatten die inzicht geven in fysieke, emotionele, psychologische, dan wel sociale ervaringen; • elementen bevatten die de patiënt het belangrijkst vindt; • hanteerbaar zijn voor zowel patiënt als zorgverlener: – korte invultijd; Longziekten_1207.indd 2 – makkelijke scoreberekening; • zo veel mogelijk bestaan uit onderdelen die door de patiënt in te vullen zijn; • in staat zijn veranderingen te meten op individueel niveau (monitoren); • in staat zijn verschillen tussen patiënten én veranderingen in tijd op individueel niveau te meten; • visueel weer te geven zijn: – minimale en maximale variant; – subscore + totaalscore; • directe aanknopingspunten geven voor de behandeling; • in de toekomst te koppelen zijn aan een quality adjusted life year (QALY)-maat (maatschappelijk perspectief). De volgende stap was het onderzoeken van alle (internationale) literatuur op meetinstrumenten die worden gebruikt bij COPD. Tussen 2000 en 2012 werden alle artikelen in internationale wetenschappelijke tijdschriften bekeken die verslag deden van de ontwikkeling of validatie van meetinstrumenten bij COPD. Ook de meetinstrumenten die op dit moment bij de zorg van COPD-patiënten in Nederland worden gebruikt, zoals de CCQ of NCSI, werden hierbij onderzocht. Met behulp van de gegevens uit de literatuur werd vervolgens vastgesteld of het onderzochte meetinstrument de verschillende elementen registreren die behoren tot de COPD-ziektelast. Als uitgangspunt werd hiervoor de vastgestelde definitie van de COPD-ziektelast gehanteerd. Daarnaast werd gekeken in hoeverre deze instrumenten voldeden aan bovengenoemde randvoorwaarden. In een matrixoverzicht werden vervolgens alle bevindingen gepresenteerd. Dit werd gedaan met behulp van zogenoemde smileys, zodat in een oogopslag kan worden geconstateerd in hoeverre een meetinstrument de ziektelast afdoende weergeeft en ook voldoet aan de randvoorwaarden voor de dagelijkse zorg (zie figuur 1). Naast de door de patiënt beleefde last, dient ook aandacht te zijn voor een aantal andere items in de gezondheidstoestand die niet tot uiting komt in vragenlijsten. Op basis van bovenstaande kan een aantal conclusies worden getrokken: 1. Op dit moment is er geen meetinstrument bij COPD beschikbaar die de COPD-ziektelast in alle elementen afdoende weergeeft en tevens voldoet aan alle randvoorwaarden voor de dagelijkse COPD-zorg. 2. Van alle beschikbare meetinstrumenten geeft de CCQ het beste de elementen van de COPD-ziektelast weer en voldoet het meest aan de randvoorwaarden voor de dagelijkse zorg voor COPD. 3. Om de COPD-ziektelast beter te kunnen weergeven, zal een aantal elementen moeten worden toegevoegd aan de CCQ (onder andere emoties en vermoeidheid) om zo tot een nieuwe ziektelastmeter voor COPD te komen (werktitel: CCQ+). 4. De CCQ+ zal worden gepositioneerd in een weergave van de integrale gezondheidstoestand met elementen zoals bijvoorbeeld voedingstoestand, longfunctie, beweeggedrag en rookstatus. 16-05-12 11:48 s JAARGAnG 3 - nr 7 - 2012 Validatie van een nieuwe ziektelastmeter COPD Om tot een nieuwe ziektelastmeter COPD te komen, is het belangrijk dat het instrument wordt gevalideerd voor de dagelijkse praktijk. Maar voordat dat gebeurt, is het belangrijk om te checken of dit nieuwe instrument (de CCQ+) die elementen bevat die voor patiënten en hulpverleners van belang zijn bij het begrip ziektelast. Daartoe worden interviews gehouden met panels van patiënten en zorgverleners. Door deze check zijn wij in staat om in een vroeg stadium nog eventuele correcties aan te brengen in de ontwikkeling van het instrument. Bovendien zullen in dit stadium gesprekken worden gehouden met zorgverzekeraars over de ontwikkeling van de ziektelastmeter. Uiteindelijk zullen de zorgverzekeraars als regisseurs van het zorgproces mede aan de hand van de ziektelastmeter moeten kunnen beoordelen of er sprake is van een adequate en efficiënte COPD-zorg. Na het vaststellen van de ziektelastmeter zal een longitudinaal onderzoek plaatsvinden, waarin wordt onderzocht of het meetinstrument in staat is om veranderingen in de ervaren ziektelast goed te monitoren bij verschillende typen COPD-patiënten. In deze fase zal tegelijkertijd een procesevaluatie plaatsvinden in de praktijksituaties waar het instrument wordt gevalideerd. Hiermee kunnen eventuele obstakels voor een uiteindelijke implementatie vroegtijdigwordengeïdentificeerd.Eenlastmeteris een instrument dat tot adequate inventarisatie, maar ook behandeling moet leiden: aan de ziektelastmeter zal een behandelalgoritme worden gekoppeld. Medio 2012 zullen belangrijke stappen zijn genomen in de verdere ontwikkeling van de LANZiektelastmeter, deze worden via de LAN en haar steun- en klankbordgroepen verder met u gecommuniceerd. To be continued… De Werkgroep ziektelastmeter COPD bestaat uit: dhr. prof. dr. C.P. van Schayck (voorzitter), CAPHRI, dhr. dr. J.C.C.M. in ’t Veen (voorzitter), St. Franciscus Gasthuis, dhr. prof. dr. N.H. Chavannes, LUMC, dhr. prof. dr. P.N.R. Dekhuijzen, UMC St Radboud, dhr. drs. B. Holverda, Astma Fonds en Longpatiëntenvereniging, dhr. prof. dr. A.A. Kaptein, LUMC, dhr. prof. dr. H.A.M. Kerstjens, NRS, dhr. drs. Ph.L. Salomé, huisarts, mw. prof. dr. M. Rutten, IMTA, mw. drs. A. Slok, CAPHRI, dhr. dr. G. Asijee, CAPHRI en Boehringer Ingelheim, mw. D. Schuiten (secretaris), PICASSO voor COPD, dhr. prof. dr. T. van der Molen, huisarts. Referentie 1. cahaG Bulletin nr. 3, 2011. te raadplegen via http://nhg.artsennet.nl/expertgroepen/cahag/richtlijnen-en-Bulletin/cahaGBulletin-en-publicaties-1.htm Kader + col wordt aangepast adh van bijsluiter heeft u een vraag die u graag wilt laten beantwoorden door spreekuur longziekten, stuur deze dan naar [email protected]. Graag met vermelding van uw naam en functie. Colofon Spreekuur Longziekten Wordt minimaal 4 maal per jaar gratis gezonden aan longartsen (in opleiding). [email protected] Uitgever Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media b.v. Postbus 246 – 3990 GA Houten De standaardpublicatievoorwaarden zijn in te zien op www.bsl.nl of kunnen bij de uitgever worden opgevraagd. Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen en berichten uit dit tijdschrift is slechts toegestaan met bronvermelding en na schriftelijke toestemming van de uitgever. Copyright 2012 - ISSN 2210-2078 Adreswijzigingen [email protected] Advertentieverkoop Paul Bakker, 030-6383928 e-mail: [email protected] Longziekten_1207.indd 3 16-05-12 11:48 Longziekten_1207.indd 4 16-05-12 11:48