onderzoeksvoorstel - Instituut

advertisement
Groot onderzoek Natuurkunde (GRON)
Utrecht, 19 januari 2005
Het is nu twee weken na ons eerste gesprek over mijn groot onderzoek natuurkunde. Zoals ik in het
gesprek zei, bestaat mijn groot onderzoek uit 20 tot 22 oude studiepunten. Met de examencommissie
is afgesproken dat ik een vrij doctoraal programma doe inclusief een predoctoraal gedeelte van de
lerarenopleiding bij het IVLOS. Voor mijn klein onderzoek natuurkunde deed ik metingen aan
hysterese patronen in bepaalde fotonische kristallen in een laboratorium van het Joffe Fysisch
Technisch Instituut in Sint Petersburg. Voor mijn groot onderzoek doe ik het liefst onderzoek naar
grondslagen en geschiedenis van de (moderne) natuurkunde. De looptijd van het groot onderzoek is
vanaf januari tot en met augustus 2005 met de volgende indeling:



week 01 t/m 04 – voltijd (40 – 60 uur per week)
week 05 t/m 22 - 1 tot 2 dag(en) per week (i.v.m. IVLOS stage)
week 23 t/m 35 – voltijd (40 – 60 uur per week)
880 studieuren
(22 studiepunten)
De reden voor dit strakke programma is dat ik vanaf september 2005 weer beschikbaar wil zijn voor
een nieuw academisch jaar. Op dit moment heb ik geen nevenactiviteiten zoals werk of vereniging
naast mijn studie en kan ik deze planning in principe makkelijk halen (streefdatum examen: 12
september 2005)
Ik vond het een inspirerend gesprek en een aanleiding om mijzelf goed in te lezen in de voorgestelde
onderwerpen. Het was verrassend om te horen dat ik mijn onderzoek in principe over ieder
willekeurig onderwerp kon doen binnen de wetenschapsgeschiedenis. Tijdens het gesprek kwamen
de volgende drie serieuze onderzoeksmogelijkheden boven drijven:
-
onderzoek naar de (persoonlijke en/of wetenschappelijke) ontwikkeling van een wetenschapper
(o.a. Zernike, Ornstein, Coster, Ehrenfest, Kohnstamm, Brouwer)
onderzoek naar de ontwikkeling van en de discussies over de didactiek van de
natuurwetenschappen tijdens het interbellum
onderzoek naar de oorzaken van de opkomst van de Wijsbegeerte in Nederland tijdens het
interbellum en de toenemende belangstelling van natuurkundigen in het maatschappelijke leven
Gelijk na onze afspraak heb ik een tiental boeken meegenomen uit de bibliotheek over de
bovenstaande onderzoeksmogelijkheden. Ik gaf ook al aan dat mijn voorkeur uitging naar een
onderzoeksgebied waar nog weinig over gepubliceerd was.
Meer dan de helft van de tijd spraken we over het leven en werk van Paul Ehrenfest. Behalve het
Ehrenfest theorema uit de kwantummechanica colleges wist ik niets over hem. Maar toen ik hoorde
dat hij zich in het middelpunt bevond van de toenmalige ontwikkelingen in de natuurkunde, en in
Nederland werkte, en een voorliefde had voor Rusland, en een grote bijdrage leverde aan de
‘popularisering’ van de natuurkunde, was ik eigenlijk al verkocht. Ik heb met veel plezier het
toegestuurde artikel gelezen en vervolgens deel I van zijn biografie door Martin J. Klein. Klein
beschrijft de periode tussen 1880 en 1918. De periode tussen 1918 en zijn dood in 1933 blijft dus een
interessante tijd om verder onderzoek naar te doen.
Op zijn adiabatisch principe na, was Ehrenfest vooral het ‘geweten van de natuurkunde’ in die tijd. Ik
heb lang nagedacht om me alleen met zijn adiabatisch principe bezig te houden en me dus vast te
bijten in de grondslagen van de kwantummechanica. Toch is het realistischer om mijn beperkte tijd te
steken in een algemener overzicht van zijn werk en leven tussen 1918 en 1933. Ik zou me willen
concentreren op een aantal deelonderwerpen:
-
-
De bijdrage van zijn adiabatisch principe aan de ontwikkeling van de kwanummechanica. Vooral
zijn correspondentie met Bohr, Dieke, Fermi, Kramers en Uhlenbeck zijn hierbij belangrijk.
De bijdrage van Ehrenfest aan het wetenschappelijk klimaat in Nederland. Vooral belangrijk zijn
de vele promovendi die Ehrenfest heeft afgeleverd in de loop der jaren. Ook zijn manier van
onderwijs en het stimuleren van wetenschappelijke ‘uitwisseling’ binnen de Leidse faculteit zijn
misschien kenmerkend voor de veranderingen op andere universiteiten.
Maatschappelijke betrokkenheid van Paul Ehrenfest. In hoeverre was Ehrenfest zelf onderdeel
van de Nederlandse maatschappij in het interbellum. Zijn collegae, vrienden en studenten
manifesteerden zich vaak op economisch (Tinbergen), sociaal (Kohnstamm) en politiek (Coster)
terrein.
Ik zou over mijn groot onderzoek graag nog een afspraak maken op korte termijn om te praten over
het vervolg en de opzet van het onderzoek. Ook om triviale zaken te bespreken als het beleid ten
aanzien van citaten, het al dan in het Engels schrijven, de mogelijkheid om het archief in Leiden te
gebruiken en eventueel delen van het Ehrenfest archief te digitaliseren. Ik kan me ook voorstellen dat
ik na dit gesprek inzie dat bovenstaande gewoonweg teveel is om in 5 a 6 maanden tijd met succes af
te ronden. Ik zou me daarom ook kunnen beperken tot een andere natuurkundige, bijvoorbeeld Dirk
Coster, die ook mijn aandacht getrokken heeft.
Tot slot wil ik nog wijzen op de lijst (hieronder) met tot nu toe gebruikte bronnen voor mijn
‘vooronderzoek’. Ik heb niet alles gelezen, meestal slechts delen uit een bepaalde publicatie. Ik hoop
na een tweede gesprek mijn literatuurlijst te kunnen uitbreiden met artikelen en boeken die me dan
gesuggereerd worden.
Alvast bedankt voor de tijd en moeite, ik hoop dat u me de komende maanden zou willen begeleiden
in mijn groot onderzoek.
Rowdy Boeyink
Download