en bel ngrijke investering Hoe psycho-oncologische zorg effectief kan werken tegen angst, depressie en vermoeidheid bij kanker Auteur: Renate Koers, Helen Dowling Instituut Ruud is drager van Lynch. Tien jaar geleden kreeg hij de diagnose kanker. Een zwaar medisch traject volgde, een traject dat fysiek en mentaal zijn tol eiste. Het was 14 mei 2009, de verjaardag van mijn moeder. Ik had die dag mijn zoveelste colonoscopie gehad. Waar er in de jaren daarvoor aLtijd door de verpleegkundige al verteld werd dat het er goed uitzag, was dat nu niet het gevaL. Nadat ik mijn roesje had uitgesLapen, nam de dokter ons mee naar een apart kamertje. We wisten toen eigenlijk al dat het foute boeL was. Ik kreeg te horen dat ik kanker had. De wereLd stond op dat moment stil. We hebben meteen het vervolgtraject besproken en dat gaf vertrouwen. ‘s Middags belde ik mijn moeder voor haar verjaardag. Zij wist dat ik voor mijn screening naar het ziekenhuis was geweest en was nieuwsgierig naar de uitslag. Helaas kreeg zij het vervelende verjaardagscadeau dat er bij haar zoon een tumor was ontdekt. Drager van Lynch Al sinds 1995 weet ik dat ik drager ben van Lynch en juist daarom stond ik onder controle. Volgens de cijfertjes had ik tachtig procent kans om ooit ‘iets’ te krijgen en ik heb aLtijd de insteLling gehad dat ik mezelf tot de twintig procent rekende die geen kanker zou krijgen. Helaas, ik kwam bedrogen uit. Na de diagnose zijn er in rap tempo onderzoeken gedaan en heb ik verschil Lende afspraken in het ziekenhuis gehad. Ik moest onder andere met de apotheek het medicijngebruik van thuis afstemmen met het gebruik van medicijnen in het ziekenhuis. Als je dan zegt dat je geen medicijnen gebruikt, is de reactie: “Maar u heeft toch kanker?”, waarop ik antwoordde: “Dat kLopt, maar dat wist ik vorige week nog niet. Bij mij is het ontdekt omdat ik in een reguLier controletraject zat en we zijn er dus snel bij.” Operatie aan de dikke darm Een kleine drie weken na de diagnose Lag ik op de operatietafel om mijn hele dikke darm weg te laten halen, de standaardingreep bij mensen met dikke darmkanker die is veroorzaakt door Lynch. Ik had in mijn agenda op mijn werk met potlood gezet dat ik zes weken na de operatie wel weer aan het werk zou zijn. Dat zijn elf maanden geworden. In het ziekenhuis heb ik slechte dagen gehad. Ik twijfeLde of ik mijn beroep van militair nog zou kunnen uitoefenen. Er zijn dan ook stiLletjes weL wat traantjes gevloeid in het ziekenhuis. Kort na de operatie was het voor mij het belangrijkste dat ik vertrouwen leerde krijgen in mijn eigen lichaam. Ik was mijn heLe dikke darm kwijt en dat bleef niet zonder gevolgen voor de stoelgang. Ik wiLde niet aan een streng dieet en wiLde eigenlijk gewoon blijven eten zoaLs ik altijd deed. Dat heb ik trouwens ook best Lang volgehouden. InmiddeLs hou ik er meer rekening mee, omdat sommige etenswaren toch meer ongemak geven. Verder was mijn conditie achteruitgegaan en die moest ik weer voorzichtig opbouwen. In het ~Polyposis Lyrich ~‘ LYNCH POLYPOSIS CONTACTBLAD • NUMMER 1 begin ging ik de voordeur uit, samen met mijn vrouw JoLande, en dan gingen we door de achterdeur weer naar binnen. Niet echt ver, maar ik was kapot. Langzaam maar zeker werden de rondjes groter, totdat ik zelfs het rondje kon lopen dat we vroeger voor onze kinderen ‘de grote ronde’ noemden. Wat was ik trots op mezeLf dat me dat weer Lukte! Steun Psychisch ging het in mijn beleving best goed, met de steun van Jolande en de wetenschap dat ik voor mijn werk mijn eigen tempo mocht bepalen. Er was geen druk om weer snel aan de gang te gaan. Jotande was mijn rots in de branding. Zij gaf steun, hielp me met de kleinste dingen en heeft me op de been gehouden. De kinderen hieLpen mee, door me af en toe in de maLing te nemen als iets me wat moeite kostte en ook door zelf lekker door te gaan met hun bezigheden. Omdat erfelijk heid in mijn familie (en dus ook in mijn gezin) een roL speeLde en ik al jaren met onderzoe ken werd geconfronteerd, was dit voor de kinderen niet helemaaL nieuw. Op mijn werk heb ik nooit opmerkingen gekregen die kwet send of lastig waren. Omdat ik zelf openheid heb gegeven, durfde men ook open tegen mij te zijn en vragen te steLLen over hoe het met me ging. 4 En toen kreeg Jolande nierkanker. Eind 2012 werd bij Jolande uitgezaaide nierkanker ontdekt. Dat was dus de tweede keer dat we direct getroffen werden. Na de eerste schok hebben we ons vermand en zijn we een traject voor haar ingegaan. We wisten eigenlijk vrij snel dat JoLande wel zou worden behandeld, maar niet meer zou genezen. Jolande werd door de oncologieverpleegkundige attent gemaakt op de onLine therapie ‘Minder moe bij kanker’ van het Helen DowLing Instituut (HDI). Door deze therapie leerde zij omgaan met haar vermoeidheid, beperkingen en grenzen. Dat heeft haar erg goed geholpen. Pijp leeg Na een druk jaar op mijn werk en met name een drukke zomerperiode, was bij mij de pijp leeg. Ik Liep tegen mijn grenzen aan. Beter gezegd: ik was er eigenLijk al lang overheen. Ik wist dat er iets moest gaan gebeuren. Omdat JoLande goede ervaringen had met het HDI, heb ik ook een doorverwijzing gevraagd. Het doeL was voor mij om te Leren omgaan met de gevoelens die bij me naar boven kwamen en waaraan ik niet gewend was, gevoeLens van onrust, onmacht en onzekerheid. Die gevoeLens had ik waarschijnlijk al lang, maar ze werden me door de opeenstapeLing van gebeurtenissen ‘ineens’ te veel. Bij het HDI hebben ze de zaak goed opgepakt en samen met mijn therapeut heb ik veel gesprekken gehad, soms ook met Jolande, om te leren omgaan met de situatie. Een hele periode ging het alleen maar over mij, terwijl Jolande er natuurlijk ook was en het om ons samen zou moeten gaan. Ik moest echt Leren omgaan met de situatie en misschien ook nog weL leren omgaan met het verwerken van mijn eigen geschiedenis op dit vlak. Ik kan dit nu veel beter, zonder dat Jolande door mij in de patiëntenrol gedrukt wordt en zonder dat zij er te veel voor mij moet zijn. LYNCH POLYPOSIS CONTACTBLAD • SEPTEMBER 2015 ‘In het begin ging ik de voordeur uit, samen met mijn vrouw Jolan de, en dan gingen we door de achterdeur weer naar binnen’ ‘Ik realiseerde me dat ik niet op de automatische piloot door kon gaan’ ‘Een belangrijke investering in mezelf en mijn relatie’ Keerpunt Ik kan best stellen dat het nu goed met me gaat. Ik sta veel meer ontspannen in het leven, maar moet wet oppassen dat ik er niet de kantjes vanaf Loop in mijn relatie. Ik moet ervoor blijven werken, checken en investeren. Op een dag had ik mijn opdrachten voor de therapiesessie niet naar verwachting uitgevoerd. De therapeut van het HDI stuurde me weer naar huis. Als ik er zelf geen energie in wilde steken, waarom zou iemand anders dat dan wel doen? Dat was een heet belangrijk keerpunt, want daardoor realiseerde ik me dat ik niet op de automatische piloot door kon gaan. Alleen dan kunnen we de tijd die we nog hebben, invullen met de dingen die we willen doen. Vanaf het begin hebben de artsen tegen Jolande gezegd dat we herinneringen moesten maken, want we weten niet hoeveel tijd we nog hebben. Dat doen we dan ook op een positieve humorvolle manier, door reisjes te maken, uitjes te plannen, lekker samen op de bank te hangen, tijd met onze kinderen door te brengen en ook door gesprekken te voeren over serieuze onderwerpen en gevoelens. Ik zal de laatste zijn om te beweren dat we dat laatste al genoeg doen, maar het gebeurt al meer dan vroeger. De therapeut van het HDI heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld door me te wijzen op mijn verantwoordelijkheid, door heel concreet aan te geven waarop ik kon letten en gericht opdrachten te geven waar ik mee aan de slag kon. Al met al ben ik dus blij dat ik de stap naar het HDI gemaakt heb, ook al was het geen gemakkelijke stap voor me. Ik zie het als een belangrijke investering in mezelf en mijn relatie. Helen Dowling Instituut De diagnose kanker slaat vaak in als een bom en kan allerlei heftige gevoelens oproepen. Het Helen Dowling Instituut (HDI) is een instituut dat mensen met kanker en hun naasten helpt de ziekte emotioneel te verwerken. Het HDI biedt individuele, groeps-, gezins- en internettherapie aan. Thema’s in de therapie zijn bijvoorbeeld: weer aan het werk na kanker, kinderloosheid na behandeling van kanker, angst voor terugkeer van kanker, extreme vermoeidheid, afscheid nemen, etc. Uit onderzoek blijkt dat de psycho-oncologische zorg zeer effectief is: de meestvoorkomende kLachten angst, depressie en vermoeidheid nemen duidelijk af. De psychische zorg staat open voor alle mensen met kanker en hun naasten, ongeacht de fase van de ziekte, medische behandeLing, prognose of leeftijd. Kijk op www.hdi.nl en www.mindermoebijkanker.nl voor meer informatie. —