Europees Parlement 2014-2019 Commissie economische en monetaire zaken 2016/2101(INI) 21.6.2016 ONTWERPVERSLAG inzake het Europees semester voor coördinatie van het economisch beleid: uitvoering van de prioriteiten voor 2016 (2016/2101(INI)) Commissie economische en monetaire zaken Rapporteur: Alfred Sant Rapporteurs voor advies (*): Sofia Ribeiro, Commissie werkgelegenheid en sociale zaken Jean Arthuis, Begrotingscommissie (*) Procedure met medeverantwoordelijke commissies – Artikel 54 van het Reglement PR\1098474NL.doc NL PE585.449v01-00 In verscheidenheid verenigd NL PR_INI INHOUD Bladzijde ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT .......................................... 3 PE585.449v01-00 NL 2/7 PR\1098474NL.doc ONTWERPRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT inzake het Europees semester voor coördinatie van het economisch beleid: uitvoering van de prioriteiten voor 2016 (2016/2101(INI)) Het Europees Parlement, – gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), met name artikel 121, lid 2, en artikel 136, – gezien de mededeling van de Commissie van 18 mei 2016 over het "Europees semester 2016: landspecifieke aanbevelingen" (COM(2016)0321), – gezien de conclusies van de Europese Raad van 28 en 29 juni 2016 (EUCO XX/16), – gezien zijn resolutie van 25 februari 2016 over het Europees semester voor coördinatie van het economisch beleid: jaarlijkse groeianalyse 20161, – gezien de mededeling van de Commissie van 7 april 2016 getiteld "Europees Semester 2016: beoordeling van structurele hervormingen, preventie en correctie van macroeconomische onevenwichtigheden, en resultaten van diepgaande evaluaties ingevolge Verordening (EU) nr. 1176/2011" (COM(2016)0095), – gezien de verslagen van de Commissie getiteld "Jaarlijkse groeianalyse 2016", "Waarschuwingsmechanismeverslag 2016", en "Ontwerp van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid", de aanbeveling van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone, en het voorstel van de Commissie van 26 november 2015 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020, – gezien het verslag van de vijf voorzitters van 22 juni 2015, getiteld "De voltooiing van Europa's Economische en Monetaire Unie", – gezien zijn resolutie van 24 juni 2015 over de evaluatie van het kader voor economische governance: balans en uitdagingen2, – gezien zijn resolutie van 1 december 2011 over het Europees semester voor economische beleidscoördinatie3, – gezien de mededeling van de Commissie van 13 januari 2015 getiteld "Optimaal benutten van de flexibiliteit binnen de bestaande regels van het stabiliteits- en groeipact" (COM(2015)0012), – gezien Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 1 Aangenomen teksten, P8_TA(2016)0058. Aangenomen teksten, P8_TA(2015)0238. 3 PB C 165E van 11.6.2013, blz. 24. 2 PR\1098474NL.doc 3/7 PE585.449v01-00 NL 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 – het Europees Fonds voor strategische investeringen1, – gezien de mededeling van de Commissie van 26 november 2014 getiteld "Een investeringsplan voor Europa" (COM(2014)0903), – gezien het Groenboek van de Commissie van 18 februari 2015 getiteld "Het opbouwen van een kapitaalmarktunie" (COM(2015)0063), – gezien de mededeling van de Commissie van 17 juni 2015 getiteld "Een eerlijk en doeltreffend vennootschapsbelastingstelsel in de Europese Unie: vijf belangrijke actiegebieden" (COM(2015)0302), – gezien zijn resolutie van 5 februari 20132 en zijn verslag van 21 juni 2016 over betere toegang tot financiering voor kmo's, – gezien artikel 52 van zijn Reglement, – gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken en de adviezen van de Begrotingscommissie, de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, de Commissie interne markt en consumentenbescherming, de Commissie regionale ontwikkeling en de Commissie cultuur en onderwijs (A8-0000/2016), A. overwegende dat de voorjaarsprognose 2016 van de Commissie een groei van 1,6 % voor de eurozone vermeldt en van 1,8 % voor de EU in 2016; B. overwegende dat Europa nog steeds kampt met een enorm gebrek aan investeringen, hoewel het overschot op de lopende rekening in de eurozone blijft stijgen, met theoretisch gezien gunstigere voorwaarden voor publieke en private investeringen tot gevolg wegens de uitzonderlijk lage rentetarieven die gelden voor leningen door de overheid; C. overwegende dat de werkloosheid in de EU nog steeds een van de grootste uitdagingen vormt voor de lidstaten, aangezien het werkloosheidscijfer momenteel bijzonder hoog is (10,5 miljoen langdurig werklozen in de EU), ook al laten de cijfers een lichte verbetering zien ten opzichte van vorige jaren; D. overwegende dat dalende olieprijzen aan het begin van 2016 de belangrijkste reden lijken te zijn voor het negatieve inflatiecijfer; E. overwegende dat politieke ontwikkelingen, zoals de vraag of het VK lid blijft van de Unie, de betrekkingen met Rusland en de vluchtelingencrisis, voor toenemende onzekerheid hebben gezorgd en investeringen nog verder hebben belemmerd; F. overwegende dat het Parlement in zijn resolutie over de jaarlijkse groeianalyse 2016 om een verbeterde beleidsmix heeft gevraagd met speciale aandacht voor de eurozone; 1 2 PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1. PB C 24 van 22.1.2016, blz. 2. PE585.449v01-00 NL 4/7 PR\1098474NL.doc Europa's investeringsuitdaging in het kader van de wereldwijde economische vertraging 1. merkt bezorgd op dat op basis van de Europese economische winterprognose 2016 de EU-economie minder zal groeien dan verwacht, aangezien het BBP in de eurozone naar verwachting met slechts 1,6 % zal toenemen om in 2017 uit te komen op 1,9 %, oftewel minder dan voorheen ingeschat; 2. benadrukt dat de uitdagingen in de EU gerelateerd zijn aan het verslechterende internationale klimaat en de verschillen tussen de economische en sociale resultaten in verschillende delen van de Unie; 3. is verheugd over de aandacht die de Commissie in haar landenspecifieke aanbevelingen voor 2016 besteedt aan de drie hoofdprioriteiten om de economische groei verder te ontwikkelen, namelijk het stimuleren van investeringen, het voortzetten van structurele hervormingen en het nastreven van verantwoorde overheidsfinanciën; 4. is verheugd over het aanhoudende streven van de Commissie om het aantal aanbevelingen te beperken en het semester te stroomlijnen door zich bij het formuleren van de beleidsdoelstellingen voor de komende achttien maanden vooral te richten op belangrijke prioritaire thema’s van macro-economische en sociale relevantie; herhaalt dat dit de tenuitvoerlegging van aanbevelingen vergemakkelijkt in overeenstemming met een reeks veelomvattende en zinvolle sociale benchmarks; 5. staat volledig achter de geleverde inspanningen voor een grotere nationale betrokkenheid bij het formuleren en toepassen van landenspecifieke aanbevelingen als onderdeel van een aanhoudend hervormingsproces; 6. benadrukt dat de lange economische crisis in Europa heeft aangetoond dat er een grote behoefte bestaat zich toe te spitsen op publieke en private investeringen om zo het concurrentievermogen van de EU te versterken; 7. beklemtoont dat de werkloosheidscijfers die nog steeds te hoog liggen, aantonen dat in de meeste lidstaten het vermogen om banen te scheppen nog beperkt is; benadrukt dat er aanvullende maatregelen moeten worden genomen, in overleg met sociale partners en overeenkomstig de nationale praktijken, om de arbeidsmarkten inclusiever te maken; 8. spreekt zijn ongerustheid uit over de huidige "liquiditeitsval" waar de EU-economie in terecht lijkt te zijn gekomen, met rentetarieven die tegen de nulgrens liggen, ongunstige vooruitzichten met betrekking tot de vraag en beperkte investeringen en bestedingen door huishoudens en ondernemingen, niet in de laatste plaats in de landen met een overschot; Prioriteiten en doelstellingen van de aanbevelingen voor 2016 9. is verheugd over de aanbeveling van de Commissie om de buitensporigtekortprocedure (PTB) stop te zetten voor drie landen; is het eens met de Commissie dat grote en constante overschotten op de lopende rekening duidelijk aangeven dat de vraag en investeringen gestimuleerd moeten worden om de uitdagingen van de toekomst het hoofd te kunnen bieden op het gebied van transport en communicatie, de digitale economie, onderwijs en onderzoek, klimaatverandering, energie, milieubescherming en PR\1098474NL.doc 5/7 PE585.449v01-00 NL de vergrijzende bevolking; verzoekt de Commissie haar steun te blijven verlenen aan begrotingsbeleid dat een sterke basis schept voor groei en herstel in alle lidstaten en duurzame structurele hervormingen ondersteunt; 10. constateert dat er aanvullende maatregelen nodig zijn om het aantal oninbare leningen in de eurozone terug te brengen en banken meer mogelijkheden te geven tot kredietverstrekking aan de reële economie, in het bijzonder aan kmo's; 11. onderstreept het feit dat investeringen tot dusver achterblijven en niet tot duurzame en inclusieve groei hebben geleid in de EU, en dat er onder de huidige omstandigheden voor herstel waarschijnlijk meer nodig is dan monetair beleid, ook al houden de regels als gevolg van de totstandbrenging van de bankenunie in dat banken aan strengere financiële criteria moeten voldoen; is van mening dat een gecoördineerde budgettaire expansie derhalve ook in de EU nodig is, in overeenstemming met de regels van het stabiliteits- en groeipact en de bijbehorende flexibiliteitsclausules, om zo de nadruk te leggen op publieke en private investeringen; Beleidsreacties en conclusies 12. benadrukt dat het nodig is het algemene vermogen van de EU te versterken voor het scheppen en in stand houden van banen om de hoge werkloosheid terug te dringen, en is tegelijk van mening dat migratie een belangrijke rol zou kunnen spelen bij het compenseren van de negatieve gevolgen van de vergrijzende bevolking; benadrukt echter dat dit niet het voornaamste antwoord kan zijn op de structurele demografische en fiscale uitdagingen en problemen op het gebied van de werkgelegenheid, maar dat dit moet worden aangevuld met doeltreffende overheidsuitgaven, in het bijzonder in hoogwaardige sociale en ecologisch duurzame investeringen; 13. onderstreept het belang van veerkrachtige arbeidsmarkten met een passende wisselwerking tussen menselijke, sociale en economische kosten in overeenstemming met de EU-beginselen van solidariteit en subsidiariteit, met de nadruk op kwaliteitsverbetering van onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels; 14. verzoekt de Commissie voorrang te geven aan maatregelen om belemmeringen voor grotere investeringsstromen weg te werken, die zowel op EU-niveau voorkomen als gevolg van het gebrek aan duidelijke strategieën, met name op het gebied van energie, transport, communicatie en de digitale economie, alsook als gevolg van het effect op de kredietverlening door banken na de introductie van de bankenunie, en op nationaal niveau als gevolg van omslachtige rechtsstelsels, corruptie, een gebrek aan transparantie, een achterhaalde bureaucratie, de ontoereikende digitalisering van overheidsdiensten, een gebrek aan wederzijdse erkenning van academische en technische diploma's in de beroepssector en bepaalde dienstensectoren, en onderwijsstelsels die geen gelijke tred kunnen houden met de hedendaagse eisen; 15. betreurt ten zeerste dat de grootste mislukking met betrekking tot de Europa 2020strategie de doelstelling gericht op de terugdringing van armoede in de Unie betreft, aangezien deze doelstelling niet alleen niet zal worden bereikt, maar de armoede in feite zal zijn toegenomen; 16. onderstreept het belang van een betere aanpak van de hoge belastingwig door de PE585.449v01-00 NL 6/7 PR\1098474NL.doc introductie van een groeivriendelijke belastingverschuiving naar verbruiks- en milieubelastingen, aangezien hoge belasting ertoe leidt dat de inactieve bevolking, werklozen, tweede kostwinners en mensen met een laag inkomen minder gestimuleerd zijn om weer aan het werk te gaan; 17. wijst erop dat ernaar moet worden gestreefd de resterende investeringsbelemmeringen in de lidstaten weg te werken en een geschiktere beleidsmix mogelijk te maken, met inbegrip van een echte focus op uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling; is van mening dat publieke en private uitgaven en ondersteuning gericht op onderzoek en instellingen voor hoger onderwijs van cruciaal belang zijn en dat een afwezige of zwakke infrastructuur bepaalde landen enorm benadeelt; 18. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan voorzitters van de Raad, de Commissie, de Eurogroep en de ECB, alsmede aan de parlementen van de lidstaten. PR\1098474NL.doc 7/7 PE585.449v01-00 NL