Vaginitis Steven Vervaeke Genitale stalen • Vrouwen: – Cervicitis – Vulvovaginitis – Urethritis – Bacteriële vaginose – Salpingitis (PID) – Endometritis – Ulcera Normale vaginale flora • • • • • • • • • • Lactobacillen Corynebacterium spp. Gardnerella vaginalis Coagulase negatieve staphylokokken Staphylococcus aureus Streptococcus agalactiae Enterococcus spp. Escherichia coli Anaeroben Gisten Microbiologie van de vagina • 109 CFU/gram secretie • Talrijke species • Zure pH – H2O2 – C3H6O3 • Ecosysteem afhankelijk van – Leeftijd, menstruele cyclus, sexuele activiteit, contraceptiemethode, Zwangerschap, aanwezigheid van vreemd materiaal, gebruik van AB, hygiënische produkten Lactobacillen • Predominante bacterie in de vaginale tractus • Regulator van de normale vaginale flora – Inhibitie van de adhesie van bacteriën op PLEP’s. • Melkzuurproductie – pH wordt tussen 3,8 en 4,5 gehouden • H2O2-productie – Inhibitie bacteriegroei – Vernietigt HIV (in vitro) • Oestrogeen – PLEP-productie van glycogeen → glucose → substraat voor de lactobacillen → bevordering lactobacillenkolonisatie VAGINITIS • Definitie: verstoring van de normale vaginale microbiële flora • Is al dan niet infectieus • Frequent gynaecologisch probleem – Eén van de belangrijkste redens voor doktersbezoek door vrouwen – Klachtenpakket: jeuk, toegenomen vaginaal verlies • Moeilijke diagnostiek en therapie – Aspecifieke symptomen – Laboratoriumconfirmatie is absolute noodzaak – Empirische therapie VAGINITIS • Types: – Bacteriële vaginose – Vulvovaginale candidiasis – Trichomoniasis – Atrofische vaginitis – Niet infectieuze vaginitis Bacteriële vaginose • Meest frequente oorzaak van acute vaginitis – 15 tot 50% van de vaginitis gevallen • Is een verschuiving van de normale, door lactobacillen gedomineerde, vaginale flora naar een gemengde flora – Mycoplasmata – Gardnerella vaginalis – Anaeroben (peptostreptococcus, Prevotella, Mobiluncus spp.) • CAVE: vaginale culturen zijn niet (steeds) in staat om deze complexe vaginale flora aan te tonen! Bacteriële vaginose • Risicofactoren: – Meer dan 1 sexuele partner – Verschillende sexuele partners gehad binnen de maand voor optreden klachten – Lesbische relaties – (Regelmatige) vaginale douches – Gedaald aantal H2O2-producerende lactobacillen – Sociale factoren Bacteriële vaginose • Toegenomen risico op: – Endometritis – Spontane abortus – Infectie na hysterectomie – PID – Preterme arbeid en bevalling – Chorioamnionitis – Mislukken in vitro fertilisatie Vulvovaginale candidiasis • 15 tot 30% van de vaginitis-gevallen – 75% van alle vrouwen – 50% recidiveert • Meest frequente veroorzaker: C. albicans • Risicofactoren: – – – – – Zwangerschap Nullipariteit Gebruik van spermiciden Jonge leeftijd (15-19 jarigen) Gebruik van breedspectrum antibiotica • C. albicans: – Asymptomatisch commensaal versus symptomatisch infectieus – Argumenten pro “infectieus”: • aanwezigheid van PMN • grote aantallen gistcellen Trichomoniasis • 5 tot 50% van de vaginitisgevallen • T. vaginalis: – Intracellulaire parasiet – Meest voorkomende SOA • Risicofactoren: – Wisselende sexuele partners – Frequent sexueel contact (>2x/week) – Andere SOA • Toegenomen risico op (hoge) infecties van de genitale tractus (cfr bacteriële vaginose) Atrofische vaginitis • Droogheid en inflammatie van de vagina tgv dunner worden van het epitheel als gevolg van oestrogeendeficiëntie. • Is géén “normaal” verouderingsproces. • Diagnostiek: – Klinisch onderzoek en klachtenpatroon – Vaginale pH is de belangrijkste test! – Microscopisch onderzoek: • Verminderd aantal PLEP • Verdwijnen van de lactobacillendominantie ten voordele van een mix van gramnegatieve staven en grampositieve kokken • Grote aantallen PMN kunnen aanwezig zijn Vaginitis: diagnostiek • Symptomen en tekens: TEKSTBOEK – Bacteriële vaginose: • Dun, wit-grijs, visgeurig verlies – Vulvovaginale candidiasis: • Dik, wit, klonterig, geurloos verlies – Trichomoniasis: • Overvloedig geel verlies, soms vieze geur • PRAKTIJK: – Allemaal onbetrouwbare ‘parameters’ Vaginitis: diagnostiek • Microscopisch onderzoek van het vaginaal vocht is hoeksteen van de diagnostiek ! Aandoening pH Gramkleuring Amine geur Cultuur Normaal 44,5 Lange GPS afwezig geen Atrofische vaginitis >6 minder GPS, meer GNS afwezig geen Bacteriële vaginose > 4,5 Clue cells aanwezig geen 44,5 Pseudomycelium of budding afwezig gistcultuur Geflagelleerde parasieten meestal aanwezig Trichomonas cultuur Candidiasis Trichomoniasis 5-6 Vaginitis: diagnostiek • BACTERIELE VAGINOSE: – 20% of meer clue cells – Gewijzigde flora: • Weinig of geen lactobacillen • Pleiomorfe, gramvariabele bacteriën, kokken,… Vaginitis: diagnostiek • VULVOVAGINALE CANDIDIASIS – Aanwezigheid van pseudomycelium Vaginitis: diagnostiek • TRICHOMONIASIS – Aanwezigheid van beweeglijke trichomonas op rechtstreeks onderzoek – Gestegen aantal neutrofielen Vaginale wissers: FLOW CHART • Steeds Gramkleuring – (relatief) aantal PLEP – (relatief) aantal PMN • Kunnen worden gezien bij bacteriële vaginose, candidiasis en bij de ‘normale’ flora. – Steeds relatief minder dan # PLEP • Kunnen massief zijn bij Trichomoniasis en bij atrofische vaginitis • Kunnen ook wijzen op infectie: ‘reminder’ op rapport? – Beschrijving van de microbiële flora • Steeds Candida-plaat inzetten • Inzetten van verdere microbiologische work-up enkel op specifieke vraag en motivatie van de aanvrager! Vaginale cultuur • Op specifieke vraag van de aanvrager • In te zetten bodems: – CHOC – Thayer-Martin – BP – McConkey – NAC – Candida-plaat Aflezen cultuur • Correleer groei steeds met gramkleuring • Volgende kiemen steeds identificeren: – S. pyogenes – S. agalactiae – Listeria monocytogenes – N. gonorrhoeae – Candida spp. Aflezen cultuur • Volgende kiemen enkel identificeren indien reincultuur of massieve groei: – Haemophilus spp. – GNS: • Enterobacteriaceae nooit rapporteren!! • Pseudomonas spp. en andere NF – – – – S. aureus S. pneumoniae N. meningitidis G. vaginalis Aflezen cultuur • Antibiogram uitvoeren enkel indien significante hoeveelheden bacteriën aanwezig zijn of op klinische indicatie. • Bij normale vaginale flora: – “Normale genitale flora” – Gevonden bacteriën NIET oplijsten! – Bij specifieke vraag naar een specifiek pathogeen: “Geen … geïsoleerd”.