Allegorie - Protestantse Gemeente Zevenaar

advertisement
Allegorie
1
De Bijbel kan op verschillende manieren worden uitgelegd. Een oude wijze is de allegorische. De
allegorische uitleg (allegorese) van de Bijbel is van niet-christelijke oorsprong. Een allegorie is een
zinnebeeldige voorstelling. De Griekse filosoof Heraclitus (circa 535–circa 480 voor Christus)
definieerde allegorie als ‘het ene zeggen maar het andere bedoelen’.
Het woord allegorie komt van twee Griekse woorden: allos (ander) en agoreuein (in het
openbaar spreken). Wie een allegorische uitlegmethode gebruikt, gaat ervan uit dat achter de
letterlijke betekenis van een tekst de eigenlijke betekenis ligt en dat die letterlijke betekenis
daarnaar verwijst. Anders gezegd: hij gaat ervan uit dat in de tekst een diepere waarheid dan de
uiterlijke en letterlijke schuilt en dat het erom gaat die eigenlijke, wezenlijke waarheid op het
spoor te komen.
Van allegorieën werd in de Griekse klassieke literatuur veel gebruik gemaakt om de verhalen en
figuren uit de mythologie in overeenstemming te brengen met een meer verlicht denken. ‘Door de
concrete wezens en hun lotgevallen uit de klassieke mythe op te vatten als symbolische
uitdrukkingen van abstracte ideeën, konden zulke door de tijd dierbaar geworden elementen van
traditie en volksgeloof begripsmatig gemaakt worden, waardoor het leek dat een algemene
overeenstemming over waar-zijn de meest geavanceerde intellectuele inzichten verbond met de
wijsheid van het verleden.’1 Allegorieën dienden niet alleen om de diepe betekenis van mythen te
onthullen, maar soms ook om aan eigentijdse ideeën het prestige van een eerbiedwaardige Oudheid
te verlenen.
In de eerste eeuw stelde de joodse schrijver Philo
van Alexandrië (circa 30 voor Christus–circa 45) de
allegorie in dienst van de godsdienst. Philo wilde
een overeenkomst tussen het joodse geloof en
zijn platoniserende filosofie aanwijzen. Hij was
niet geïnteresseerd in de geschiedenis, maar in de
tijdloze morele en filosofische betekenis die hij
uit een schijnbaar gewoonverhaal kon halen.
De vroege kerkvaders namen zijn systeem
van allegorische schriftverklaring tot voorbeeld.
Vooral Clemens (circa 150–circa 215) en Origenes
(circa 185–254) die belang hechtten aan de
toenadering tussen het christendom en de Griekse
filosofie, volgden Philo. Beiden wilden de kern van
de Bijbeltekst blootleggen. De letterlijke
betekenis van de tekst was voor hen betrekkelijk
beperkt en onbelangrijk. Ze legden de nadruk op
‘de verborgen, geestelijke betekenis’.2
Ging het bij de typologische uitleg om de
samenhangen binnen de Bijbel, bij de allegorische
uitleg gaat het om de diepere zin en het
gelijkeniskarakter van de Bijbelverhalen. De
uitlegger wil in het toevallige van de vertelling de
eeuwige zin erachter op het spoor komen.
Onder leiding van Juzua gingen de Israëlieten op weg
naar ‘het beloofde land’.
Hoe ver men soms ging met de allegorie, zien we
bij Origenes, als hij stelt dat Jozua’s verovering van het beloofde land verwijst naar Christus’
overwinning op de zonde aan het kruis. Origenes geloofde dat hij alleen op deze ‘geestelijke’ wijze
de Bijbel in haar diepte en geheimzinnigheid kon doorgronden als geïnspireerd woord van God.
Origenes betoogde dat in de ‘heilige Schrift’ niet alles altijd een historische betekenis heeft, maar
wel een ‘geestelijke’. Net als de kosmos en de mens zelf uit drie elementen bestaan: lichaam
1
Jonas, Hans, Het gnosticisme, Utrecht, Antwerpen: Het Spectrum 1969, 109.
Bisschop Theodorus van Mopsuestia (circa 350-428) viel de allegoristen aan op hun vooronderstellingen. Ze beweerden dat
de Bijbel gericht is op iets geestelijks achter de letterlijke en historische betekenis, iets dat speciaal begrip vere ist. Ook
beweerden ze dat zijzelf deze geestelijke betekenis konden verstaan. Maar zo vroeg Theodorus zich af, waar bevindt zich
dan de bron van hun begrip?
2
(soma), ziel (psychè) en geest (pneuma), zo hebben ook Bijbelteksten een drievoudige betekenis: de
somatisch-letterlijk-historische (Christus wordt slechts als mens waargenomen), de psychischmorele (Jezus wordt waargenomen als de historische verlosser van het wereldtijdperk) en de
pneumatisch-allegorisch-theologische betekenis (Christus wordt beschouwd als het eeuwige Woord,
de Logos, die al van het begin bij God is). De letterlijke of historische betekenis is de minst
belangrijke, belangrijker is de morele betekenis (wat betekent het voor ons?), het belangrijkst is de
symbolische ofwel geestelijke betekenis.
2
© L. den Besten
Literatuur
Besten, Leen den, Het uitgelezen boek. De bijbel in Nederland, Zoetermeer: Meinema 2005.
Jeroen Bosch (circa 1450-1516), Tuin der lusten, 1500-1505, olieverf op paneel, 220 x 289 cm, Madrid: Museo del Prado.
Download