z04.12 - Kees van Dusseldorp

advertisement
PREEK OVER ZONDAG 4
- Capelle, 13 mei 2012
- Kees van Dusseldorp
liturgie:
votum en groet
Ps.96:1,2
gebed
lezen: zondag 4
Gen.3:22-24
Heb.12:22-29
Ps.25:9,10
preek
Ps.103:3,4
geloofsbelijdenis
Ld.126
gebed
collecte
Gz.140:2,3
zegen
God handhaaft zijn recht op ons.
Door Christus leren we dat belijden als een
- eerlijke,
- spannende en
- koninklijke weg.
PREEK ZONDAG 13 MEI 2012. CAPELLE AAN DEN IJSSEL. KEES VAN DUSSELDORP.
LEZEN: GEN.3; HEB.12. TEKST: ZONDAG 4 H.C. THEMA: GOD HANDHAAFT ZIJN RECHT OP ONS.
Gemeente van Jezus Christus,
Wat moet u weten om gelukkig te zijn in leven en sterven?
Ik moet weten hoe groot mijn zonden en ellende zijn.
Zo formuleert de catechismus het in v/a 2.
Ik moet weten hoe groot mijn zonden en ellende zijn.
Niet om mezelf depressief te maken.
Maar vanwege mijn geluk, mijn houvast, mijn troost.
Het heeft alles te maken met mijn Heiland, Jezus Christus.
Je kunt zeggen: ik hoef het niet te weten, ik wil het niet weten, ik geloof het ook zo wel.
Dat kun je zeggen. Maar dan klinkt de waarschuwing: je geloof verschaalt, je liefde
verdampt, je hoop verdwijnt. Je verspeelt je leven.
Waarom moet ik weten hoe groot mijn zonden en ellende zijn?
Omdat je daardoor beseft hoe onmisbaar je Heiland is.
Dan vlucht je steeds weer naar de schuilplaats die Hij is. Je bent geborgen!
Dan grijp je de reddingsboei, die Hij is. Je bent gered!
Dan stel je je beschikbaar aan zijn Geest. Je bent bevrijd!
Zonder hem blijf je in je ellende. Je gaat eraan kapot. Je weg loopt dood.
Er is nog een tweede reden, waarom je het moet weten.
Omdat je de waarheid moet kennen. Over jezelf en over God.
De Levende God is niet ons idee. Wij zijn zijn idee.
Alleen van de waarheid word je wijs. Alleen de waarheid maakt echt vrij.
Oké, vertel het me dan maar.
Ik houd het wel een halfuurtje uit onder een preek over Gods straf en Gods oordeel.
Want je hebt vast niet veel goeds te vertellen over zonden en ellende.
Als ik na dat halfuurtje maar weer een andere bril op mag zetten.
Toch is het goed om met iets meer interesse te luisteren.
Jij bent toch het eigendom van Jezus Christus?
Hij is je leraar. Hij is je herder. Hij noemt zich je broer.
Je hoort het verhaal over je zonden en ellende van Hem.
En in zijn stem klinken altijd liefde en genade. Het is goed voor je om te luisteren.
Wat moet ik dan weten over mijn zonden en ellende?
Zondag 2: Gods wet maakt het duidelijk: onze ellende bestaat eruit dat wij God en onze
naaste van nature niet liefhebben, maar haten.
Zondag 3: De zondeval maakt duidelijk: dat wij zo in elkaar zitten, hebben wij aan
onszelf te wijten.
En zondag 4 gaat zeggen dat God dit hoog opneemt en veroordeelt.
God handhaaft zijn recht op ons. Door Christus leren we dat belijden als een
eerlijke, spannende en koninklijke weg.
1. God handhaaft zijn recht op ons. Door Christus leren we dat belijden als een
eerlijke weg.
Dat er iets mis is met de mens, wordt algemeen erkend.
Nobody is perfect, zegt men.
En de wereld kent veel ellende, onrecht en problemen.
Wetten en regels zijn nodig om mensen voor elkaar te beschermen.
De bijbel wijst naar de mens als uiteindelijke oorzaak. De mens zondigt.
Het is hem en haar aangeboren. Het veroorzaakt schade. Het breekt de wereld.
Zonden zie je in de fouten die mensen maken.
Soms heel bewust met de bedoeling om te beschadigen. Of er zelf beter van te worden.
Soms onbewust en ongewild.
Je moest kiezen uit twee kwaden, dacht je. Je had de gevolgen zo niet ingeschat.
Zonden zie je ook in de tekorten die mensen hebben. Toch niet gestopt en geholpen,
hoewel je er best tijd voor had. Toch niet de ander uit laten praten en voor laten gaan.
Foutje moet kunnen, zeggen we. Gelukkig maar, anders zou de wereld onleefbaar
worden. Maar de macht van zonde is, dat je erin verstrikt raakt.
Eén rotopmerking berokkent schade. En als iemand je erop aanspreekt, ontken je
natuurlijk dat je het zo bedoeld hebt. En voor je het weet zit je in een netwerk van halve
waarheden en dubbele agenda’s.
Eén keer teveel alcohol drinken geeft je een prettig gevoel. En je krijgt applaus voor je
ongeremde grappigheid. Een tweede keer laat niet snel op zich wachten. En voor je het
weet verschuift alles: je vriendenkring, je leefritme en de grenzen van je gedrag.
God heeft de mens zo niet gemaakt en niet bedoeld. En Hij legt zich er niet bij neer.
Hij ziet het als verraad. Foutjes kunnen niet. Het is een scheur in zijn konsterwerk.
Het roept zijn oordeel op. Elke zonde: een daad tegen God. Een uiting van een verkeerd
gericht hart. God vertoornt zich over onze zonden.
Hij roept de mens ter verantwoording.
‘Mens, waar ben je? Wat heb je gedaan? En waarom?’
God stelt de mens aansprakelijk voor zijn gedrag. Hij handhaaft zijn recht.
Dat ik Jezus Christus ken, vermindert mijn aansprakelijkheid niet.
Ik blijf verantwoordelijk. En God roept ter verantwoording.
Dit kan alleen iemand zeggen die Jezus Christus kent.
Anders is het onmogelijk om aansprakelijkheid te erkennen.
Wordt het een ondraaglijke verantwoordelijkheid.
Dat ik Jezus Christus ken, geeft daarom ruimte om dit te belijden.
Gods weg is een eerlijke weg. Hij heeft recht op ons. Op mij.
Als Schepper van hemel en aarde. Als ontwerper van mijn leven, naar lichaam en geest.
Mag Hij zijn recht handhaven? Mag Hij mij ter verantwoording roepen?
Zoek geen uitvluchten of smoesjes.
Dat doen we graag, omdat we wel beseffen dat we niet vrijuit gaan.
En we vragen: is het wel eerlijk? We kunnen het toch niet? We zijn toch niet perfect?
God eist toch ook niet van vis dat hij vliegen kan?
Wij vragen toch van een baby niet dat ze kan lopen en springen?
Dat ze kan praten en schrijven?
Is het wel eerlijk om het onmogelijke te vragen?
Kijk nog eens naar die vis. Waarom hoeft die niet te vliegen?
Omdat God de vis zo niet heeft geschapen en bedoeld.
Maar een mens is wel goed geschapen en bedoeld. Naar zijn beeld.
Om met hem te wandelen in de tuin.
En God eist van ons zijn beeld terug. Dat wij zullen zijn zoals wij zijn bedoeld.
De Heer Jezus laat ons dat ook weten.
‘Wees volmaakt zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.’
Laat met Jezus Christus deze aanspraak van God staan.
Het is wel eerlijk! En het is zelfs goed.
Leer het zien als de enige weg, dat God ons aanspreekt.
Want daarmee breekt Hij van zijn kant de relatie niet op.
Wij hebben het contact verbroken. Hij blijft contact maken.
Wij hebben het verbond verscheurd. Hij blijft wapperen met de beide helften.
Wie heeft het lef om te zeggen:
‘Heer, ik woon met plezier in uw wereld, maar ik onttrek mij aan uw zeggenschap. En
daar moet u zich maar bij neerleggen.’ ‘Heer, ik maak graag gebruik van uw gaven en
mogelijkheden, maar ik doe dat wel in mijn eigen belang. En misbruik mag u niet
straffen. Want u bestaat niet voor mij.’
God laat zich niet door ons vertellen wat Hij wel of niet moet doen.
Wat wel of niet eerlijk zou zijn.
Zoals een moordenaar niet aan de rechter hoeft te vertellen hoe die zijn werk moet doen.
Hoe hoogmoedig kun je worden!
Wij worden niet zielig verklaard. Of ontoerekeningsvatbaar.
In een rechtszaak kan dat soms gebeuren. Eigenlijk kun je het hem niet kwalijk nemen.
Zijn opsluiting is niet alleen een vergelding, maar ook een bescherming.
Nee, God rekent het ons wel aan. Hij houdt ons zijn wet voor.
Daarmee ontstaat echte verantwoordelijkheid.
Waar aansprakelijkheid helder is, kan zonde worden toegerekend.
Waar zonden worden aangewezen, kan de schuld worden uitgerekend.
Waar de schuld duidelijk is, kan straf worden betaald. En kan vergeving volgen.
In Christus leren we Gods blijvende aanspraak erkennen als een eerlijke weg.
Het recht van de Levende God.
Of ik christen ben of niet, doet daar niets aan af.
Dat ik christen ben, maar dit eigenlijk pas mogelijk.
De waarheid over mijzelf. En de waarheid over God.
In Jezus Christus komt de waarheid mijn leven binnen.
Maar ik houd wel zijn hand vast!
Voor mij, als christen met Gods Geest, is het een blijvend besef. De levende God
handhaaft zijn recht. En dat is eerlijk. Ik ben afhankelijk van het bloed van Jezus
Christus.
Voor mij, als christen met Gods Geest, is het een blijvend risico. Dat ik denk dat het wel
meevalt met mijn zonden. Of dat God het toch wel begrijpt. Of dat ik de
aansprakelijkheid doorschuif naar een ander. De levende God spreekt mij aan. En dat is
eerlijk. Ik ben afhankelijk van de Geest van Christus.
God handhaaft zijn recht op ons. Door Christus leren we dat belijden als een
spannende weg.
De levende God praat het kwaad niet goed.
Wat fout is, wordt fout genoemd. Goed is goed en verkeerd is verkeerd.
Dat is Gods heiligheid. Hij verdraagt geen kwaad en tolereert geen onrecht.
Hij is zuiver en goed. Hij brandt de zonde weg.
Hij is licht. En zal de duisternis verdrijven.
Alleen Hij! Wat een troost!
Kan God de zonde niet ongestraft laten?
Vergeving betekent toch dat er niet gestraft wordt?
Zo zoeken mensen een vluchtweg.
Het zijn vaak de mensen die zich niet bekreunen over Gods recht.
Of die niet onder de indruk zijn van hun schuld.
Mensen die de hand van Jezus Christus niet hebben vastgegrepen.
Die niet gevlucht zijn naar zijn kruis.
In de bijbel blijkt iets anders. De mensen die het dichtst bij God leven, zijn het diepst
onder de indruk van zijn heiligheid.
Adam, Abraham, Mozes, David, Jesaja.
Zij ontmoeten God en vallen bevend op de knieën.
Onder elkaar leggen we niet op alle slakken zout.
‘Kan gebeuren, geeft niets, overkomt mij ook wel eens, maak er geen drama van.’
Meestal is dat een prima reactie. Omdat we allemaal zondaren zijn.
Daarom gaat het niet op bij God.
Naar Hem klinkt het als een slappe smoes, als een vergoelijking van het kwaad.
Maar God zegt: wat goed is noem ik goed, wat kwaad is noem ik kwaad.
Daarin is Hij de enige. De levende God.
Ook hier geldt: in Jezus Christus leer je het erkennen als een spannende weg.
De heilzame spanning tussen Gods heiligheid en onze onheiligheid.
Jezus was heilig. Hij heeft geen zonde gehad of gedaan.
En onze wereld heeft het niet geslikt. Maar Hem geëlimineerd.
Het was ons te spannend.
En toch is die spanning goed.
God laat het ideaal van het paradijs niet los.
De bijbel vertelt ons niet dat het paradijs verdween.
Alleen dat de toegang onmogelijk werd.
Maar het ongestoorde leven met God blijft als knagende herinnering bestaan.
En tegelijk als uitnodigend perspectief. In de schets van de nieuwe wereld.
Hoe zou God onze zonden ongestraft laten?
Zou Hij zich neerleggen bij onze zonden? Dan heeft het kwaad het laatste woord.
Zou Hij alles door de vingers zien? Dat maakt hem medeplichting.
God past zich niet aan. Heiligheid is altijd onaangepast.
Dat is spannend. Want in plaats van zegen komt dan de straf en de vloek.
In de eeuwigheid en in de tijd.
Soms gaan mensen zover, dat God ze aan zichzelf overgeeft. En zijn nabijheid terugtrekt.
Dan wordt het een hel op aarde. En in de eeuwigheid.
Het zijn zware woorden. Beter gezegd: het zijn spannende woorden.
God gaat een spannende weg met deze wereld.
Het is de spanning van het heil. De spanning van de grote strijd.
Het is de spanning van Gods rijk. Waarvan Jezus Christus de toegang vormt.
Ook hier geldt: laat aan de hand van Jezus Christus die spanning staan.
De levende God is heilig. Hij legt zich niet neer bij het kwaad.
God zal recht doen. De Vader van Jezus Christus, onze Heer.
Onze wereld kent veel onrecht. In je eigen leven zitten de littekens.
Eens zal God recht doen. En dan praat Hij het kwaad niet goed.
Het onrecht heeft niet het laatste woord. De boze zal het niet winnen. Het kwaad zal
worden vernietigd. Eens zal God recht doen.
Door Christus leren we het belijden als een spannende weg.
En deze spanning is nodig om in beweging te blijven.
In beweging naar Christus toe. Buiten Hem wordt de vloek en de straf ondraaglijk.
Bij Hem ben je gered. Omdat hij de straf en de vloek gedragen heeft.
In Christus word je ook zelf heilig verklaard. En een heilige genoemd.
Weet je nog: heilig is onaangepast.
Ook dat is spannend. Juist in een wereld die onheilig en onzuiver is.
Leg je niet neer bij het kwaad. Berusting is soms erg onchristelijk.
Verzet je tegen wat niet deugt. Protesteer als je het niet kunt veranderen.
En strijd ook zelf voor de heiliging van je leven.
Accepteer geen blijvende haat in je hart. Of bittere kanten van jezelf.
Leg je niet neer bij je verkeerde gewoonten of zondige gebreken.
Verootmoedig je, bekeer je en zoek met hulp van Geest naar het goede.
De levende God handhaaft zijn recht. Hij praat het kwaad niet goed. Gelukkig niet.
Eens zal er recht worden gedaan Door Christus leer je het belijden.
Een spannende weg. Maar je moet het wel weten voor je geluk.
God handhaaft zijn recht op ons.
Door Christus leren we dat belijden als een koninklijke weg.
Wat moet u weten om gelukkig te zijn in leven en sterven?
Ik moet weten hoe groot mijn zonden en ellende zijn.
Daar hoort bij dat ik moet leren belijden dat God zijn recht op mij handhaaft.
Dat leer ik bij Jezus Christus, mijn Heer en Heiland.
Om Hem kan ik het zeggen.
Om Hem moet ik het steeds weer horen.
Zodat ik des te meer mijn geluk in Jezus Christus zoek.
En vind.
Het is de koninklijke weg. De enige weg naar het paleis.
We spreken steeds over Gods recht.
Maar God is toch ook barmhartig?
Zo luidt de laatste menselijke poging om onder Gods oordeel uit te komen.
Het mensenhart is listig.
En het ligt niet zover van ons weg:
Dat we één eigenschap van God gebruiken die ons wel uitkomt.
God is toch liefde? God is toch genadig? We kennen Christus toch?
De bijbel spreekt toch over vergeving en verlossing?
En vergeven is voor God toch ook gelijk vergeten?
Eens bekeerd, altijd bekeerd?
Dan hoeft het spreken over zonden en ellende toch niet meer?
Om maar te zwijgen van Gods oordeel, Gods vloek en Gods straf?
Je maakt een grote fout. Want je isoleert één eigenschap van God.
Maar God is de levende God. Zijn eigenschappen hangen met elkaar samen.
Gods genade krijgt pas klank tegen de achtergrond van zijn oordeel.
Gods liefde krijgt pas kracht in het verlengde van zijn heiligheid.
Gods barmhartigheid krijgt pas inhoud in combinatie met zijn rechtvaardigheid.
Wie spreekt van vergeving, kan Gods recht niet als afgedaan verklaren.
Wie naar de beloften van Gods verbond grijpt, kan dat niet zonder op de knieën te gaan
voor Jezus Christus, de Middelaar van dat verbond.
Wie een beroep doet op Gods barmhartigheid, heeft daar alleen maar iets aan, als het
een koninklijke barmhartigheid is.
Geen soepele toepassing van de wetten.
Of een willekeurige uitzondering op de regels.
Of een onvoorspelbaar gesjoemel met de voorschriften.
God gaat de koninklijke weg. Zijn barmhartigheid is gefundeerd in zijn rechtvaardigheid.
Hij oordeel goddelozen. En beloont rechtvaardigen.
En nu wordt die naam van Jezus Christus zo belangrijk, je Heer en Heiland.
Wij zijn schuldig? Hij neemt onze plaats in!
God vertoornt zich over onze zonden? Hij droeg Gods toorn.
God accepteert onze fouten niet? Hij verzoent ons leven.
God brengt onze tekorten in rekening? Hij voldoet aan Gods recht.
Gods recht is het recht in Jezus Christus.
Hij gaat de koninklijke weg. Aan zijn recht is voldaan door het offer van Christus.
Schuil bij Hem. Erken dat je de veroordeling verdiend hebt. En laat je verzoenen.
Jezus heeft aan Gods recht voldaan. Zo komt Gods liefde vrij. Er is naar recht geoordeeld.
Dan blijft er geen schuld meer over. Er is ruimte voor zijn zegen. Zijn genade is zeker
zeker.
Begrijp je het? Waarom je als christen moet weten hoe groot je zonden en ellende zijn?
Omdat je dan werkelijk gelukkig kunt leven. En kunt sterven.
Amen
Download