Hoofdstuk 20 Pedagogische doelen en middelen in

advertisement
Pedagogische ­doelen en middelen in de thematische buitenschoolse opvang
264
Hoofdstuk 20
Hoofdstuk 20
Hoofdstuk 20
Alexander (5) vindt het wel leuk op de Groene Ontdek-bso, maar hij heeft geen
zin om altijd maar weer samen met de groep voor plantjes en dieren te ­zorgen.
Soms wil hij gewoon lekker puzzelen. Gelukkig zijn er vorige week vier nieuwe puzzels gekocht. Op de puzzels staan ook veel dieren. Maar daar hoef je
­tenminste niet voor te zorgen!
Ook centra voor buitenschoolse opvang met een
specifieke invalshoek voeren hun pedagogisch beleid uit
vanuit de vier pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang. Zie hoofdstuk 7 ‘Vier pedagogische basisdoelen’.
Deze vier doelen worden als het ware ingekleurd door
het specifieke aanbod. Vooral de doelen ‘bijdragen aan
persoonlijke competentie’ en ‘bijdragen aan sociale
competentie’ krijgen vaak een extra lading dankzij de
activiteiten die in zo’n thematische buitenschoolse
opvang worden georganiseerd.
Ook in de thematische buitenschoolse opvang is er plek
voor verschillende soorten kinderen. De kleine Alexander
kan zijn vrije tijd besteden op een manier die aansluit bij
zijn behoeften op verschillende momenten. Hoewel hij
voorop staat als er in de moestuin moet worden gespit,
heeft hij als starter op de basisschool en jongste van de
groep ook de behoefte om af en toe eventjes iets rustig
en alleen te doen. Om het ook op die momenten prettig
te maken, zullen pedagogisch medewerkers soms op
zoek moeten; wat kan er binnen dit thema, en wat moet
er extra bij om het voor alle kinderen tot ‘verantwoorde
kinderopvang’ te maken?
Dezelfde aanpak maar
binnen het thema
Vier pedagogische basisdoelen
De invulling van de vier pedagogische basisdoelen
blijft de leidraad voor het programma. Oftewel de
buitenschoolse opvang blijft, ongeacht het thema,
in de eerste plaats bedoeld voor het verzorgen van
kinderopvang. Een tennisvereniging heeft een andere
opdracht dan de buitenschoolse opvang die voor zijn
sport-bso gebruikmaakt van de tennisvelden. Voor de
tennisvereniging is in de eerste plaats ‘leren tennissen’ het doel; voor de sport-bso is tennissen in de
eerste plaats een middel om aan persoonlijke of sociale
competentie te werken.
Pedagogische ­doelen en middelen in de thematische buitenschoolse opvang
Pedagogische
­doelen en middelen
in de thematische
buitenschoolse
opvang
265
Hoofdstuk 20
Pedagogische ­doelen en middelen in de thematische buitenschoolse opvang
266
PRAKTIJK
De pedagogische praktijk ­
rondom de basisregels op
­natuur-bso De Kameleon
In het pedagogisch beleid is in de vorm van
pedagogische basisregels voor de hele organisatie vastgelegd wat we doen. In ons pedagogisch profiel staat per basisregel beschreven
hoe wij dit doen op De Kameleon. De basisregels zijn onderverdeeld naar de vier opvoe­
dingsdoelen van de Wet kinderopvang.
Bron: Pedagogisch profiel natuur-bso
De Kameleon, Kinderopvang Wageningen.
KENNIS
Verplicht
De buitenschoolse opvang stelt vier brede
pedagogische doelen voor zijn werk met de
kinderen. (…) De pedagogische doelen zijn zo
breed dat ze als kader voor een gezamenlijke
pedagogische benadering en een doorgaande
pedagogische lijn kunnen worden gebruikt.
Bij de opstelling ervan heeft professor RiksenWalraven destijds al aangegeven dat ze niet
alleen voor de kinderopvang, maar ook voor het
onderwijs een geschikt kader vormen.
Scholen kunnen ze overnemen en uitwerken
tot pedagogische regels voor de omgang met
kinderen. De buitenschoolse opvang is wettelijk verplicht tot het opstellen van een pedagogisch beleidsplan waarbij de pedagogische
doelen de basis vormen.
Bron: Schreuder, Valkestijn & Mewissen (2010).
De buitenschoolse opvang met een thematisch aanbod
legt in het pedagogisch beleid uit:
›› waarom gekozen is voor dit specifieke profiel en wat
dit betekent voor de invulling van de vier pedagogische
basisdoelen;
›› wat de meerwaarde is van de inzet van specialistische
kennis om – bepaalde aspecten van – de vier basisdoelen te realiseren.
In een thematisch aanbod ligt het accent vaak op
specifieke competentiegebieden. Zie hoofdstuk 7, ‘Vier
pedagogische basisdoelen’. Zo zal een natuur-bso
extra nadruk leggen op de ontwikkeling van morele en
cognitieve competenties; er zijn specifieke mogelijkheden
om na te denken en iets te leren over de natuur of het
milieu. In een creatieve buitenschoolse opvang staat
juist de verrijking van creatief-beeldende competentie en
communicatieve competentie centraal.
Toch komen in een gevarieerd en uitdagend aanbod
vanzelf alle competenties aan bod.
In een pedagogisch rijk aanbod:
›› blijven de vier opvoedingsdoelen altijd in gezamenlijkheid het vertrekpunt voor het pedagogisch beleid;
›› worden altijd alle competentiegebieden van een kind
aangesproken.
Als een buitenschoolse opvang kiest voor een profielaanbod betekent dit dat alle pedagogische middelen
met nieuwe ogen bekeken worden. Voor een leuke
en professionele aanpak is een keuze nodig op twee
gebieden.
›› In welke vorm gaan we het aanbieden?
Het kiezen van een vorm voor de manier waarop de
buitenschoolse opvang het thematisch aanbod gaat
doen is de eerste stap. Er moet duidelijkheid zijn over
de opzet van het thematisch aanbod: hoe stellen we
ons dit voor in de praktijk? Het is een schets van de
nieuwe werksituatie die de pedagogisch medewerker
te wachten staat. Als de vorm duidelijk is, is duidelijk
wat het profiel precies gaat inhouden.
›› Welke pedagogische middelen kunnen we voor het
thematisch aanbod inzetten?
De tweede stap is de schets in te kleuren met een
werkplan en werkafspraken. Dat is het moment om de
juiste pedagogische middelen te kiezen. De pedagogisch
medewerker weet dan hoe het werk er precies gaat
uitzien.
Bij het kiezen van een vorm voor een thematisch aanbod
komen de vragen aan de orde:
›› Welke plaats neemt het thema in binnen het totale
aanbod?
›› Welke locatie (ruimte en inrichting) is nodig voor dit
thema?
Hoofdstuk 20
PRAKTIJK
PRAKTIJK
Centrum voor Onderwijs en
Ontmoeting: opvoedingsdoelen
centraal
Pedagogische doelen Ontdek &
Doe-bso Polderpret
(…) ‘Wij hebben veel gedaan aan de
visieontwikkeling bij de medewerkers. Alle
participanten in het Centrum voor Onderwijs
en Ontmoeting (COO) hebben we scholing
gegeven en ik als coördinator wist goed wat er
speelt in onderwijs en kinderopvang. Daarbij
hebben de vier opvoedingsdoelen centraal
gestaan, want er is nog een wereld te winnen
op het punt van emotionele veiligheid van kinderen en medewerkers. Ik heb er voor gewaakt
dat die opvoedingsdoelen ook werkelijk in de
praktijk gebracht werden, voor de medewer­
kers, in het gebouw en voor de kinderen, en
dat steeds in wisselende volgorde.’
Bron: interview Dicky Pronk in BBMP (2010)
www.deuitkijck.nl.
›› Bieden van emotionele veiligheid: ieder kind
mag zichzelf zijn en in zijn eigen tempo zijn
eigen grenzen verleggen en ontdekken; niets
is raar en niemand wordt gedwongen om
aan een bepaalde activiteit mee te doen.
›› Stimuleren van sociale competentie: veel
samenwerken, het eigen functioneren
afstemmen op het groepsgebeuren; zien dat
anderen andere grenzen hebben.
›› Ruimte voor persoonlijke competentie:
kinderen kunnen hun eigen belangstelling
volgen en kennis uitbouwen; mogelijkheid
om grenzen te leren kennen en verleggen in
eigen tempo.
›› Versterken van waarden en normen: elkaar
leren helpen en leren samenwerken; respect
voor elkaar en de natuur. (waar liggen grenzen: kikkervisjes worden wel eens te hard
geknepen tijdens onderzoek, mag je vlinders
vangen …?)
Bron: verslag van de bijeenkomst Profielen
d.d. 17-06-2010, NJi, Utrecht.
Pedagogische ­doelen en middelen in de thematische buitenschoolse opvang
267
Hoofdstuk 20
Pedagogische ­doelen en middelen in de thematische buitenschoolse opvang
268
KENNIS
PRAKTIJK
Waarom een natuur­buitenschoolse opvang?
Buiten-bso Meppel
Belang van het kind
Door regelmatig een tijd in de natuur te zijn,
worden kinderen zich meer bewust van hun
omgeving, scherpen ze hun zintuigen en
leren ze hun eigen mogelijkheden en grenzen
kennen. Ze ervaren het weer en weersveranderingen, de jaarlijkse cyclus van zomer, herfst,
winter en lente en kunnen zich verwonderen
over groei en bloei. Door zand, planten, bomen,
beestjes en alle andere dingen in de natuur te
‘onderzoeken’, doen ze spelenderwijs uiteenlopende leerervaringen op en leren ze ook
omgaan met de onvoorspelbaarheid van de
natuur. Als de bso een moestuin heeft of als
er fruit groeit, ervaren kinderen ook waar eten
vandaan komt.
Maatschappelijk belang
Het is een maatschappelijk belang dat
kinderen opgroeien tot zelfstandige, sociale
volwassenen die verantwoordelijkheid nemen
en zorg dragen voor hun omgeving. In een
natuurlijke omgeving ontwikkelen kinderen
vaak respect voor de natuur en raken ze gemotiveerd voor het beschermen van de natuur.
In een natuurlijke omgeving hebben kinderen
meer gelegenheid om zonder direct toezicht te
spelen dan in een bebouwde omgeving of binnen. Zo leren ze zelf oplossingen vinden zonder
hulp of inmenging van volwassenen.
Uit Scandinavische onderzoeken is bekend dat
spelen in een natuurlijke omgeving helpgedrag
stimuleert, dat conflicten weinig voorkomen
en dat jongens en meisjes van verschillende
leeftijden meer met elkaar spelen dan in een
bebouwde omgeving of binnen.
Bron: Drewes (2010).
Thema in het totaalaanbod
Kiezen voor een thema betekent niet automatisch dat
er sprake is van een volledig gespecialiseerde buitenschoolse opvang. In de praktijk zijn er grote verschillen.
De nadruk ligt op de zintuiglijke en motorische
ontwikkeling:
›› nieuwe ervaringen opdoen;
›› gevaren ervaren;
›› keuzes durven maken;
›› fantasie prikkelen.
Bron: verslag van de bijeenkomst Profielen
d.d. 17-06-2010, NJi, Utrecht.
›› Het aanbod is volledig ingevuld door het thema.
Kinderen die gebruikmaken van deze buitenschoolse
opvang hebben altijd te maken met sportactiviteiten
of altijd met een kunstzinnig aanbod, gaan altijd
naar de buitenschoolse opvang-plus of naar de tienerinloop. Er is geen keuze voor andere activiteiten.
›› Het aanbod bestaat deels uit thematische activiteiten
en deels uit andere activiteiten, waarbij kinderen:
»» zelf
kunnen kiezen aan welke activiteiten ze willen deelnemen;
»» worden ingedeeld naar leeftijd en bijvoorbeeld
pas vanaf 8 jaar gebruik mogen maken van de
tienersoos;
»» kunnen intekenen op het profielaanbod naar
behoefte;
»» worden ingedeeld in een carrouselsysteem
waardoor ze op vaste momenten gebruik kunnen
maken van het profielaanbod.
»» Het aanbod wordt per afgesproken tijd thematisch ingevuld. Bijvoorbeeld afwisselend één
maand sportactiviteiten, dan weer één maand
gevarieerd aanbod, dan één maand artistieke
activiteiten enzovoort.
Passende locatie
Bij een gespecialiseerd aanbod hoort ook een gespecialiseerde omgeving. Dit kan betekenen:
›› een gespecialiseerde fysieke omgeving, ruimte of locatie;
›› een gewone ruimte met gespecialiseerde inrichting of
materiaal.
De buitenschoolse opvang kan grofweg kiezen uit twee
mogelijkheden.
›› De locatie van de buitenschoolse opvang wordt helemaal of deels aangepast aan de thematische activiteiten. Dit kan verbouwen betekenen of herinrichten.
Sport-bso Polderpret
Buiten-bso Meppel
Bso Polderpret wilde de oudere kinderen (6+)
iets nieuws aanbieden en wij kwamen met
onze locatie in een nieuw scholencomplex
met 2 gymzalen. Er was genoeg ruimte om te
sporten en zo is de sport-bso ontstaan.
We gebruiken ‘keuzekaarten’. Daarop staat
wat het kind heeft gekozen die dag. Kinderen
kunnen kiezen voor de natuur-bso op de vaste
locatie, of voor de buiten-bso in het buitenstedelijk gebied. Zo weten we welke kinderen er op
welke dag hebben gekozen voor de buiten-bso.
Op vaste tijden en op een vaste plaats halen en
brengen we de kinderen; ze kunnen dus niet
later komen of eerder weg.
We werken samen met Natuurmonumenten
en Staatsbosbeheer. De twee medewerkers
hebben pabo.
De buiten-bso draait op proef tot oktober in
verband met het licht; daarna kijken we hoe
we het kunnen voortzetten.
Bron: verslag van de bijeenkomst Profielen
d.d. 17-06-2010, NJi, Utrecht.
›› De buitenschoolse opvang maakt gebruik van een
ruimte van een samenwerkingspartner en brengt wel/
niet zijn eigen materiaal mee.
Inzet van pedagogische middelen
In deel III zijn acht pedagogische middelen beschreven die de pedagogisch medewerker inzet om een
activiteit op de juiste manier te organiseren en te
begeleiden:
›› interactie;
›› organisatie van de groep;
›› dagritme;
›› kinderparticipatie;
Bron: verslag van de bijeenkomst Profielen
d.d. 17-06-2010, NJi, Utrecht.
›› spel- en activiteitenbegeleiding;
›› binnen- en buitenruimte;
›› observeren en volgen;
›› samenwerken met de omgeving.
Hoofdstuk 20
PRAKTIJK
269
Pedagogische ­doelen en middelen in de thematische buitenschoolse opvang
PRAKTIJK
Hoofdstuk 20
Pedagogische ­doelen en middelen in de thematische buitenschoolse opvang
270
Bij het uitvoeren van een thematisch aanbod zijn al
deze pedagogische middelen te gebruiken, al dan niet
ingekleurd door het thema. Het is weinig zinvol om
hier allerlei scenario’s met verschillende pedagogische
middelen te beschrijven. Nergens is zoveel inspiratie en
zijn zoveel goede ideeën te vinden als op internet. Het
PRAKTIJK
Kinderinspraak Sport-bso
­Polderpret
›› Kinderen bepalen per keer het programma
mee.
›› Een jarig kind mag een spelvorm kiezen.
›› 2x per jaar kindvergadering om de grote lijn
van het aanbod te bespreken (bv. de wens
om 1x per kwartaal een toernooi te organiseren) en de afspraken na te lopen.
Bron: verslag van de bijeenkomst Profielen
d.d. 17-06-2010, NJi Utrecht.
loont de moeite om regelmatig websites te bezoeken
van collega’s die al ervaring hebben opgedaan met een
thematisch aanbod.
Ook de rol van de pedagogisch medewerker hangt erg af
van de gekozen aanpak. Soms betekent dit vooral aanwezigheid bij de activiteit, als bewaker van het pedagogisch
klimaat en de omgangsafspraken. In andere situaties zet
de pedagogisch medewerker gespecialiseerde kennis en
deskundigheid in, naast de pedagogische blik die altijd
alert en aandachtig aanwezig blijft. Zie hoofdstuk 21, ‘De
pedagogisch medewerker in de thematische buitenschoolse opvang’.
Extra aanbod maar buiten
het thema
Niet alle kinderen hebben altijd zin in de specifieke
activiteiten die bij een thema horen. Daarom houden
pedagogisch medewerkers ook in een thematisch
aanbod het vrijetijdsprincipe hoog; kinderen krijgen tot
op grote hoogte de keuze voor het soort activiteiten die
zij willen doen.
Hoofdstuk 20
Het kan een vast agendapunt zijn op de bespreking met
de kinderen op welke manier het voor iedereen leuk
kan blijven. Welke thematische activiteiten vinden de
­kinderen wel en niet leuk? Zijn er binnen het thema
goede aanvullingen of verbeteringen te realiseren? En
welke activiteiten of spelmaterialen zouden de kinderen
graag ook op de buitenschoolse opvang hebben, ook al
vallen ze eigenlijk buiten het thema?
Ook een ideeënbus voor suggesties van kinderen en
ouders werkt goed.
Met enige regelmaat komt in het team ter sprake:
›› Wat is de juiste balans tussen het thematisch aanbod
en het reguliere aanbod?
›› Hoe staat het met de vier basisdoelen: komen ze nog alle
vier voldoende aan bod in de thematische activiteiten of
moeten we toch bepaalde extra activiteiten toevoegen?
›› Welke pedagogische middelen kunnen we inzetten
voor een goed en plezierig verloop van het thematische aanbod en/of het reguliere aanbod?
PRAKTIJK
Noodzakelijke materialen op
­Ontdek & Doe-bso Polderpret
›› Reservekleding: zowel onder- als bovenkleding, zowel zomer- als winterversie, zowel
groot als klein.
›› Laarzen en overall voor alle kinderen.
›› Werkmateriaal zoals tuingereedschap en
klusgereedschap.
›› Verrekijkers, loep, insectenpotjes, fototoestellen, bloemenpers.
›› Boeken over de natuur, dieren, planten.
›› Op de pc allerlei websites met informatie
over de natuur bij Favorieten plaatsen.
›› Fietsen, skelters, buitenautootjes.
›› EHBO-spullen altijd bij de hand (ook als je op
expeditie gaat) en eventueel zwemvesten.
›› En:
»» Goede afspraken over het gebruik, omgaan
en opbergen van de materialen.
»» Goede afspraken over het gebruik van de
ruimte (wie mag bij de sloot, tot waar het
park in?).
»» Goede contacten met IVN, Natuurmonumenten, scouting, kinderboerderij.
Bron: verslag van de bijeenkomst Profielen
d.d. 17-06-2010, NJi, Utrecht.
Pedagogische ­doelen en middelen in de thematische buitenschoolse opvang
271
Hoofdstuk 20
Pedagogische ­doelen en middelen in de thematische buitenschoolse opvang
272
PRAKTIJK
Onverwachte feedback op
­sportaanbod
‘Nadat wij een halfjaar de sport-bso hadden
gedraaid hebben we een tevredenheidsonderzoek gedaan onder de kinderen en ouders. Daar
kregen we naast complimenten ook negatieve
reacties. De belangrijkste waren:
›› Ouders vonden dat hun kind vaak te moe
thuiskwam. Na een hele dag school en de
drukte op de sport-bso waren ze thuis uitgeteld of door het dolle heen.
›› Een aantal kinderen vond het saai bij ons.
Het nieuwtje was er wel vanaf. En als ze geen
zin hadden in het sport- en spelaanbod was
er niets anders om te doen. Ze moesten ook
altijd buiten zijn bij gebrek aan binnenruimte
(behalve een ballenhok waar we even kunnen
schuilen bij héél slecht weer), en dat vond ook
niet ieder kind prettig.
We vonden dat de kritiek in beide gevallen
terecht was.
›› We hebben de opbouw van het programma
aangepast, met rustige activiteiten tegen het
einde. We gaan ook uitproberen of we een paar
workshops Tai Chi of kinderyoga kunnen doen.
›› Naar aanleiding van de kritiek van de kinderen zijn we met de sportparkbeheerder gaan
praten over het bijhuren van binnenruimte,
inclusief een materiaalkast. Hoewel de kantineruimte niet echt heel gezellig is, hebben
we nu toch een rustige ruimte met eigen spelmaterialen, zoals puzzels en gezelschapspellen
en tekenmateriaal.
Overigens hadden wij zelf ook nog wel een
andere verklaring waarom sommige kinderen
het niet leuk vinden bij ons. Omdat ze eigenlijk
niet van sport houden, en soms ook net iets te
dik zijn, kiezen de ouders welbewust voor een
sportaanbod. Het is duidelijk de behoefte van de
ouders, en niet van het kind zelf.’
Bron: verslag van de bijeenkomst Profielen
d.d. 17-06-2010, NJi, Utrecht.
Hoofdstuk 20
Tot slot
Kinderparticipatie is ook binnen de thematische buitenschoolse opvang van belang om goed in de gaten
te houden of het aanbod gewaardeerd wordt. In het
pedagogisch beleidsplan hoort een uitleg te staan over
de wijze waarop binnen een specifiek thema aan alle
basisdoelen gewerkt wordt.
Pedagogische ­doelen en middelen in de thematische buitenschoolse opvang
›› De pedagogische basisdoelen blijven ook in de thematische buitenschoolse opvang leidend. Het gaat in een
sport-bso niet primair om het sporten, maar om het
bereiken van pedagogische doelen door middel van
sport. Om aan alle doelen te werken kan de thematische
buitenschoolse opvang daarom naast sport, natuur
of kunst ook nog andere activiteiten aanbieden. Voor
kinderen is het belangrijk dat hun keuzevrijheid blijft
bestaan; ook in een thematisch aanbod gaat het immers
om hun vrije tijd. Keuzemogelijkheid kan een belangrijke
reden zijn om het thematisch aanbod – incidenteel – te
verbreden met andere activiteiten.
273
Download