De pedagogisch medewerker in de thematische buitenschoolse opvang 274 Hoofdstuk 21 Hoofdstuk 21 Hoofdstuk 21 Kevin (11): ‘Op dinsdag gaan Tim en ik naar de buiten-bso. Op andere dagen blijven we in de gewone bso. Ik heb altijd zin in dinsdag. Het maakt mij niet uit dat alles van eten en drinken daar biologisch is. Na het drinken ga ik met Tim achter op het terrein verder bouwen aan onze hut. De speurtochten vind ik ook leuk, want dan gaat de oudste broer van Tim mee. Die weet heel veel van vogels en we mogen altijd door zijn verrekijker kijken, zo een die op poten staat en waar je supergoed door kunt zien. We hebben een lijst op de bso hangen met alle namen van de vogels die we al hebben gespot.’ Voor het uitvoeren van een thematisch aanbod is een zekere mate van specialistische kennis nodig. Een profielnaam wekt de verwachting dat het aanbod met specifieke kennis van zaken wordt uitgevoerd. Die kennis kan een buitenschoolse opvang binnenhalen door het aannemen van gespecialiseerde medewerkers. Of bij de grote broer van Tim. In veel gevallen zal een buitenschoolse opvang die kennis halen bij een van de samenwerkingspartners in zijn omgeving. Bij het opstellen van het pedagogisch beleid verbindt de thematische buitenschoolse opvang de vier pedagogische basisdoelen met de kennis die nodig is om een goed aanbod te verzorgen. De kwaliteit van de activiteiten hangt niet meer alleen af van de pedagogische kennis van de pedagogisch medewerkers, maar ook van een medewerker met een sportopleiding, of een samenwerkingspartner uit de natuureducatie. Pedagogische en specialistische kennis Voor het uitvoeren van een thematisch aanbod zijn twee soorten deskundigheid nodig: ›› pedagogische deskundigheid; ›› specialistische deskundigheid. Omdat ieder thematisch aanbod altijd een vorm van buitenschoolse opvang blijft, hoort een pedagogisch medewerker met haar pedagogische blik altijd deel uit te maken van het team. En bij iedere activiteit hoort een pedagogisch medewerker aanwezig te zijn als vaste begeleiding. Voor de pedagogisch medewerker betekent het werk in een profielaanbod een extra uitdaging. Na een opleiding die uitgaat van een algemene pedagogische taak, is werken op een natuur- of een techniek-bso een grote verandering. De pedagogische deskundigheid De pedagogisch medewerker in de thematische buitenschoolse opvang De pedagogisch medewerker in de thematische buitenschoolse opvang 275 Hoofdstuk 21 De pedagogisch medewerker in de thematische buitenschoolse opvang 276 wordt aangevuld met specialistische kennis. Dat kan op verschillende manieren: ›› zittend personeel wordt bijgeschoold; ›› het team wordt aangevuld met een collega uit een andere sector, zoals sport, welzijnswerk of jeugdzorg; ›› het team wordt incidenteel aangevuld met een vakdocent, een deskundige ouder of een gepensioneerde wijkbewoner die als vrijwilliger meedraait; ›› de activiteit wordt uitgevoerd door een samenwerkingspartner met een specifieke deskundigheid. PRAKTIJK Pedagogisch medewerker op de natuur-bso Pedagogisch medewerkers die er voor kiezen op een natuur-bso te werken, houden van buiten zijn en vinden wat modder of een spatje regen geen punt. Zij hebben er plezier in kinderen bij hun spel in de natuur te begeleiden en uit te dagen. Pedagogisch medewerkers hoeven geen uitgebreide kennis van de natuur te hebben. Zij bespreken met de kinderen wat er te zien is en laten hen ervaren wat er te ontdekken valt. Pedagogisch medewerkers observeren het welbevinden en spel van de kinderen. En zij spelen regelmatig mee. Pedagogisch medewerkers laten de kinderen merken dat zij vertrouwen hebben in wat de kinderen kunnen. Ze geven kinderen letterlijk en figuurlijk de ruimte en zorgen voor een evenwicht tussen uitdaging en bescherming. Hierbij houden zij rekening met ontwikkelingsleeftijd, vaardigheden, interesses en karakter van het betreffende kind of de betreffende kinderen. Pedagogisch medewerker Mette: ‘De kinderen komen hier graag. Dat snap ik wel. Op het plein van de ‘gewone’ bso gaat er bijvoorbeeld nog wel eens een bal over de schutting en dan moppert de buurvrouw. Als hier een bal in de boom blijft hangen, vinden de kids het juist leuk om te kijken hoe je ’m er weer uit kunt krijgen. Ik let dan op of ze dat wel een beetje veilig doen.’ Bron: Drewes (2010). Eisen aan de pedagogisch medewerkers Ontdek & Doe-bso Polderpret Eisen aan personele bezetting en deskundigheid Personeel moet het zien zitten om op een natuur-bso te werken. ›› Ze worden vaak vies en soms nat. ›› Ze moeten voor dieren – laten – zorgen (ook in het weekend). ›› Ze moeten goede afspraken met de kinderen kunnen maken (met name over verzorgingstaken) en deze zeer consequent naleven en controleren. ›› Ze moeten een hoge mate van alertheid en concentratie op kunnen brengen gedurende de hele opvangtijd. ›› Ze moeten een goede notie hebben van wat echt gevaarlijk is om ruimte te kunnen geven aan ontdekkend ervaren. Bron: verslag van de bijeenkomst Profielen d.d. 17-06-2010, NJi, Utrecht. Personeel Plusopvang onderscheidt zich op een aantal zaken. ›› Leidster-kindratio: 1 op 5 in de kinderdagopvang en 1 op 6 in de bso. ›› Groepsleiding heeft minimaal hbo-niveau. Voor de opvang van gehandicapte kinderen is hbo-niveau niet altijd noodzakelijk. Hierbij is de gevraagde specialisatie van het personeel afhankelijk van de problematiek van het kind. ›› De kinderopvanginstelling doet structureel aan deskundigheidsbevordering van haar personeel. ›› Er zijn meerdere disciplines waarmee kan worden samengewerkt. Dat kunnen zijn: »» maatschappelijk werk; »» pedagoog; »» logopedist; »» fysiotherapeut; »» kinderverpleegkundige; »» pleegzorg; »» speciaal onderwijs; »» vroeghulp stichting MEE (gehandicapten). Bron: Beleidskader Plusopvang (2007). Hoofdstuk 21 KENNIS 277 De pedagogisch medewerker in de thematische buitenschoolse opvang PRAKTIJK Hoofdstuk 21 De pedagogisch medewerker in de thematische buitenschoolse opvang 278 Pedagogische en specialistische taken Voor het uitvoeren van een thematisch aanbod zijn twee soorten deskundigheid nodig, maar ook twee soorten taken: ›› pedagogische taken; ›› specialistische taken. In de uitvoering krijgen pedagogisch medewerkers steeds vaker te maken met collega’s die een specialistische opleiding hebben gevolgd. Die mix van deskundigheid heeft het voordeel dat de kennis van het team verbreed wordt. Maar net zoals een pedagogisch medewerker niet ineens een sportinstructeur wordt als zij in een sporthal wordt gezet met een coachpetje op, zo zal niet iedere vakdocent of deskundige ouder vanzelf een ‘pedagogisch begeleider’ zijn. Gerekend vanuit het aantal volwassenen per kind staat er dan voldoende leiding op de groep, maar voor het uitvoeren van pedagogische en specialistische taken kunnen de verhoudingen wel scheef zijn. In geen enkele opleiding buiten het werkveld kinderopvang worden de vier pedagogische basisdoelen uit de Wet kinderopvang behandeld. In weinig andere opleidingen leren studenten iets over de ontwikkelingsfasen van schoolkinderen. Toch is deze kennis nodig om op een buitenschoolse opvang goed te functioneren. Het vraagt van een beeldhouwer andere kwaliteiten om een cursus beeldhouwen te geven in het plaatselijke kunstcentrum dan om op de buitenschoolse opvang een activiteit te begeleiden waarin kinderen mogen beeldhouwen. Bij het organiseren van een aanbod op de thematische buitenschoolse opvang is het belangrijk om vooraf te bespreken: ›› Welke pedagogische en welke specialistische taken horen bij deze activiteit? ›› Wie zijn aanwezig en wie heeft welke kwaliteiten op pedagogisch en op specialistisch gebied? ›› Hoe gaan we de rollen en taken verdelen om de activiteit goed uit te voeren? Denk daarbij niet alleen aan de georganiseerde activiteit, maar houd er rekening mee dat sommige kinderen misschien niet willen meedoen en liever kiezen voor een andere bezigheid. Wie zorgt voor een goed alternatief voor deze kinderen? De taakverdeling moet zodanig zijn dat ieder kind aan zijn trekken kan komen. Er is in dit project nadrukkelijk gekeken naar de wijze waarop leerkrachten en pedagogisch medewerkers elkaar kunnen aanvullen in de dagarrangementen voor de kinderen. Dit is op twee fronten uitgewerkt: ›› door integrale curricula uit te werken; ›› door pedagogisch medewerkers ook in te zetten in de klas. Bij SKSG Kinderopvang wordt bij de buitenschoolse opvang en tijdens de naschoolse opvang gewerkt vanuit de filosofie van H. Gardner. (…) De werkwijze van de naschoolse activiteiten is heel projectmatig. Er worden cursussen aangeboden die goed aansluiten bij wat de kinderen leuk vinden, maar er wordt ook gestreefd naar een gevarieerd aanbod zodat er voor elk kind een activiteit is die aansluit bij zijn interesse en talenten. Bron: Jongsma (2010). PRAKTIJK Samenstelling van het team sport-bso SKPC Culemborg: ›› pedagogisch medewerker; ›› voetbaltrainer; ›› CIOS sportbegeleider; ›› spelbegeleider. Bron: verslag van de bijeenkomst Profielen d.d. 17-06-2010, NJi, Utrecht. Hoofdstuk 21 Verlengde schooldag op de ­Vensterschool van de Toekomst in Groningen De ontwikkelingen in de buitenschoolse opvang zorgen ervoor dat pedagogisch medewerkers met steeds meer verschillende beroepsgroepen gaan samenwerken. Met professionals uit het onderwijs en uit het jeugdwelzijnswerk, met buurtgenoten en met vakdocenten. Dat is een verrijking van de eigen deskundigheid en zeker een verrijking van het aanbod op de buitenschoolse opvang. De pedagogisch medewerkers in een thema-bso, of op een buitenschoolse opvang voor specifieke groepen, of in een samenwerkingsverband in een brede school, lopen hierin al een forse stap vóór op hun collega’s uit het reguliere aanbod. 279 De pedagogisch medewerker in de thematische buitenschoolse opvang PRAKTIJK Hoofdstuk 21 De pedagogisch medewerker in de thematische buitenschoolse opvang 280 PRAKTIJK Veiligheid op de natuur-bso 100% veiligheid bestaat niet. Kinderen die met risico’s leren omgaan, lopen minder verwondingen op. Pedagogisch medewerkers hebben verschillende manieren om risico’s te beperken en de fysieke veiligheid te vergroten. ›› Aanpassingen: veranderingen die de drang van kinderen tot ontdekken niet inperken. Bijvoorbeeld: de sloot niet dempen, maar ondieper maken. ›› Communicatie: kinderen en ouders informeren over mogelijke risico’s, communiceren over onderwerpen als vies worden, spulletjes kwijtraken en eventuele ongelukjes, maar ouders vooral ook laten merken (m.b.v. foto’s en verhalen) hoeveel plezier de kinderen op de natuur-bso hebben. Verder geeft een goede telefonische bereikbaarheid van de locatie ouders ook vertrouwen. ›› Vaardigheden: kinderen leren het onderscheid maken tussen giftige en niet-giftige planten en tussen insecten die steken en die niet steken. Kinderen leren wat ze het beste kunnen doen als ze een tekenbeet oplopen of door een vreemde worden aangesproken. Veilig in de boom te klimmen en weer veilig beneden te komen. Ze leren veilig om te gaan met water, vuur en scherp gereedschap. ›› Houding: werken aan een sfeer waarin kinderen elkaar helpen en elkaar stimuleren geen (erg) gevaarlijke dingen te doen. Een regel die deze houding ondersteunt is: ‘Wanneer een ander iets gevaarlijks doet en jij vertelt dat aan de leiding, dan is dat geen klikken.’ ›› Regels: afspraken met de kinderen maken, bijvoorbeeld over: het omgaan met water, vuur, scherpe voorwerpen, hoogteverschillen, giftige planten en spelen zonder direct toezicht. En die afspraken vooral ook handhaven. Pedagogisch medewerkers maken ook afspraken met ouders en kinderen over gepaste kleding bij kou en regen, over bescherming tegen verbranding door de zon en het voorkomen van uitdroging. Pedagogisch medewerkers houden zich zelf ook aan de regels en afspraken. Op die manier zijn ze een krachtig voorbeeld voor kinderen. Bron: Drewes (2010) Hoofdstuk 21 Tot slot PRAKTIJK Volg het ‘Jazz-concept’! ›› Begin bij het meest eenvoudige (‘er is altijd iets wat kan’) = basisthema. ›› Ieder brengt zijn eigen deel in (kinderen, leiding, omgeving) = variatie op en toevoegen aan het basisthema. ›› Zoek en creëer ruimte binnen wat kan en haalbaar is = bouw het basisthema uit zonder de oorspronkelijke harmonie te verstoren. ›› Zorg dat iedereen meedoet en meegeniet = feel the Music! Bron: H3O, Dordrecht. De pedagogisch medewerker in de thematische buitenschoolse opvang ›› Dit gedeelte van het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar is niet passender af te sluiten dan met een uitspraak gedaan tijdens een bijeenkomst met een aantal profiel-bso’s. Kinderopvang H3O uit Dordrecht kwam met de volgende gedachte over hoe een team een goed en altijd passend thematisch aanbod voor kinderen kan maken. 281