Weer thuis na een keizersnede

advertisement
Weer thuis na
een keizersnede
Afdeling Verloskunde /Gynaecologie
Thuis zult u geleidelijk verder moeten
herstellen. De tijd die nodig is voor het
herstel is na een keizersnede vaak langer dan na een bevalling via de vagina.
U bent niet alleen (opnieuw) moeder,
maar daarnaast ook herstellende van
een operatie.
u de eerste tijd soms een trekkend gevoel van inwendige hechtingen. Dit kan
geen kwaad. In het huidgebied rondom
de wond kan gevoelloosheid optreden.
Dit komt doordat er zenuwtakjes zijn
doorgesneden. Het kan lang duren
voor deze weer aangegroeid zijn.
Moeheid
Pijnbestrijding
In het ziekenhuis heeft u misschien het
gevoel gehad dat u tot heel wat in
staat bent, maar eenmaal thuis valt
dat in het begin tegen. U bent sneller
moe en kunt minder aan dan u dacht.
Het beste kunt in het begin toegeven
aan de moeheid en extra rusten. Te
hard van stapel lopen heeft vaak een
averechts effect. Uw lichaam geeft aan
wat u wel en niet aankunt en het is belangrijk dat u daar naar luistert.
Pijn na een operatie is normaal. U kunt
daartegen Paracetamol 500 mg. nemen, 4-6 x per dag één tablet mag (of
een andere soort pijnstiller als u daar
beter op reageert, bijv. Brufen). Na verloop van tijd, moet het aantal keren dat
u een pijnstiller nodig heeft per dag,
wel minder worden.
Wondgenezing
In principe is een buikwond na een
week voldoende genezen en zo sterk
dat hij niet meer open zal springen.
Hooguit kan er wat bloed of vocht uit
de wond lopen, wanneer u onder de
huid een bloedophoping/-uitstorting
heeft. In dat geval kunt u de wond met
de douche schoonspoelen, voorzichtig drogen, en een droog gaas of een
katoenen luier eroverheen doen om uw
kleding te beschermen.
Aan de zijkanten van het litteken heeft
Bloedverlies
Dit kan twee tot acht weken na de operatie aanhouden. Het wordt langzaam
minder en gaat vaak over in bruinige of
gelige afscheiding. Als u twijfel, overleg
dan met het ziekenhuis of de verloskundige.
Douchen
Dit kan geen kwaad voor de wond of
het litteken.
Baden
De eerste twee weken na de operatie
of zolang u blijft vloeien, kunt u beter
niet in bad gaan of zwemmen.
Huishouding
De eerste zes weken na de operatie
kunt u beter niet zwaar tillen, een volle
emmer water tillen of een zware boodschappentas dragen. Ook het optillen
van oudere kinderen wordt gedurende
de eerste paar weken afgeraden. Stofzuigen kunt ook het beste de eerste
twee weken aan iemand anders overlaten. Bezigheden waarbij u lang moet
staan( bijv. koken, afwassen etc.) kunt
u langzaamaan uitbreiden. Het is dan
ook belangrijk om de eerste zes weken
na de operatie hulp bij zwaardere huishoudelijke bezigheden te regelen. Wel
kunt u licht huishoudelijk werk doen.
Stop als u moe wordt.
Sporten
Na vier weken mag u weer starten met
sporten, u mag wel eerder beginnen
met lichte (buikspier)oefeningen. Maar
bij alles geldt het advies te luisteren
naar wat uw lichaam zelf als grens
aangeeft.
Autorijden
Uw reactievermogen is in de eerste
weken verminderd. Dit is ook afhankelijk van de soort narcose die u heeft
gehad (een ruggenprik of algehele verdoving). Houdt u daar rekening mee
als u deelneemt aan het verkeer. Zelf
autorijden is de eerste 4 weken sterk
af te raden. Het is verstandig de eerste
keren geen grote afstanden te rijden en
bijvoorbeeld de eerste keer niet alleen
te gaan. Naast de bestuurder zitten
mag. Vervoer per bus blijkt erg vermoeiend te zijn. Doe dit de eerste weken alleen als het echt niet anders kan.
Fietsen
Als u zich er toe instaat voelt, is fietsen
geen probleem. Begin met kleine afstanden.
Ontlasting
Als gevolg van de operatie zijn de darmen stil komen te liggen. Omdat u
minder beweegt dan gewoonlijk, is er
een grotere kans op verstopping. Om
dit te verkomen, is het aan te raden
om voldoende te drinken en regelmatig te lopen. Probeer gezond te eten,
bijvoorbeeld vezelrijke producten zoals
bruin- of volkoren brood, zemelen, vers
fruit en groenten.
Werkhervatting
In het algemeen wordt na een buikoperatie een periode van zes tot acht
weken aangehouden. Omdat u ook
moeder bent geworden, heeft u wettelijk recht op ten minste 10 weken verlof
na de bevalling. Indien dit voor u niet
voldoende is, neemt u dan contact op
met de ARBO arts.
Anticonceptie
Bij de keuze van welke vorm van anticonceptie u wilt gaan gebruiken, is het
belangrijk om rekening te houden met
de volgende vragen:
• geeft u borst- of flesvoeding?
• wordt de borstvoeding misschien
geremd door medicijngebruik?
• welke vorm van anticonceptie gebruikte u voor uw zwangerschap?
• welk ‘risico’ op zwangerschap vindt
u aanvaardbaar?
Borstvoeding
Als u volledig borstvoeding geeft, dan
hoeft u de eerste 6 weken geen anticonceptie toe te passen. De kans op
een zwangerschap is dan vrijwel nul.
Volledige borstvoeding wil zeggen dat u:
• borstvoeding geeft op verzoek, en
dus niet op geplande tijden.
• dag en nacht doorvoedt.
• niet langer dan 6 uur tussen twee
voedingen in laat komen.
• geen bijvoedingen geeft.
Bij volledige borstvoeding en als er nog
geen menstruatie is geweest, is de
kans om binnen 6 maanden na de bevalling zwanger te worden ongeveer
2%. Als u deze kans acceptabel vindt,
begin dan pas met anticonceptie:
• na 6 maanden, of
• bij het eerste vaginale bloedverlies
(menstruatie), of
• als bijvoeden nodig is.
Als u deze kans op zwangerschap (2%)
nog te groot vindt, begin dan 4 tot 6
weken na de bevalling met anticonceptie. Overleg met de gynaecoloog, verloskundige of huisarts wat voor u een
goede vorm van anticonceptie is.
Medicijngebruik
Indien de borstvoeding door middel
van medicatie geremd wordt (bijvoorbeeld Dostinex), wees dan extra bedacht op het ontstaan van een nieuwe
zwangerschap. Deze medicijnen zorgen er namelijk ook voor dat er versneld
weer een eisprong komt, soms al binnen 2 weken na de bevalling. Start dus
zeker tijdig met anticonceptie (binnen 2
weken na de bevalling).
Flesvoeding
Geeft u flesvoeding, dan kan de eerste
eisprong al optreden vanaf de tweede
week na de bevalling. Het is dus verstandig eerder met anticonceptie te
beginnen.
Complicaties
Iedere operatie brengt risico’s met zich
mee, ook een keizersnede. Ernstige
complicaties zijn gelukkig zeldzaam,
zeker als u gezond bent. Wij noemen
hieronder de meest voorkomende
complicaties.
Bloedarmoede
Bij elke keizersnede is er bloedverlies.
Bij ruim bloedverlies ontstaat er bloedarmoede. Niet zelden is gebruik van
ijzertabletten of ijzerinfuus noodzakelijk.
Blaasontsteking
Een enkele keer komt na een keizersnede een blaasontsteking voor.
Zonodig krijgt u een antibioticum.
Bloeduitstorting in de wond
Een onderhuidse bloeduitstorting in de
wond ontstaat doordat een bloedvaatje
in het vet onder de huid blijft nabloeden.
Infectie
Een infectie van de wond komt een
enkele keer voor. De kans hierop is
wat groter bij een keizersnede na een
langdurige bevalling. Om een infectie te
voorkomen, krijgt u tijdens de operatie
een antibioticum toegediend. Een infectie is te herkennen aan roodheid van
het wondgebied, zwelling, verhoogde
temperatuur en vorming van pus.
Bij de volgende zwangerschap weer een keizersnede?
Mocht u snel opnieuw zwanger willen
worden, dan is daar geen bezwaar tegen, tenzij de gynaecoloog u adviseert
er nog mee te wachten.
Of bij een volgende bevalling weer een
keizersnede nodig is, hangt van de reden van deze keizersnede af. Bespreek
daarom bij de nacontrole hoe groot de
kans is dat u een volgende keer een
‘normale’ bevalling tegemoet kunt zien.
Vaak is bij een volgend kind geen keizersnede nodig. Wel krijgt u dan altijd
een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen.
Emotionele aspecten rondom
een keizersnede
De beleving van een keizersnede wisselt sterk. Sommige vrouwen hebben
er emotionele problemen mee. Ze zijn
teleurgesteld dat de bevalling niet via
de normale weg kon plaatsvinden en
hebben het gevoel dat een normale
bevalling van hen is ‘afgenomen’.
Soms vinden ze dat ze gefaald hebben.
In geval van algehele narcose maken
vrouwen de geboorte van hun kind
niet bewust mee, waardoor ze soms
moeite hebben om aan hun kind te
wennen.
Spelen dergelijke gevoelens bij u, praat
erover met uw partner, vrienden en
familieleden. Bespreek tijdens de nacontrole uw emoties en vragen, zoals
waarom de keizersnede nodig was.
Dit kan u ook helpen bij het verwerken
van emoties. Schrijf uw vragen van te
voren op, zodat u niets vergeet. Ook
na langere tijd of voorafgaand aan een
volgende zwangerschap kunt u met de
gynaecoloog of de verloskundige nog
eens de hele gang van zaken bespreken als u daar behoefte aan hebt.
Soms is het een opluchting om ervaringen uit te wisselen met ‘lotgenoten’,
die u kunt benaderen via de Vereniging
Keizersnede-Ouders (zie onder). Het
omgekeerde is ook mogelijk: als een
keizersnede gedaan werd nadat u lange tijd zeer pijnlijke weeën hebt gehad,
betekent de operatie vaak juist een
opluchting.
Voor de vader is een keizersnede soms
ook moeilijk te verwerken. Hij ziet u negen maanden met de baby rondlopen
en dan moet u (na eventuele weeën)
ook nog een operatie ondergaan om
het kind geboren te laten worden.
Soms voelt een partner zich nutteloos
omdat hij het gevoel heeft nauwelijks
iets voor u te hebben kunnen doen.
Ook kan hij bang zijn geweest dat er
iets mis zou gaan. Als dergelijke gevoelens spelen, probeer ze dan met
elkaar te bespreken.
Nuttig adres
Vereniging Keizersnede-Ouders (VKO)
Postbus 233
2170 AE Sassenheim
Tel. (076) 503 7117 of (0252) 230 722.
Beide bereikbaar van maandag t/m
vrijdag van 10.00 - 21.00 uur.
Heeft u klachten die mogelijk verband houden met de
keizersnede?
Als u niet dringende vragen heeft of
problemen ervaart, kunt u op dinsdag
en woensdag contact opnemen op
telefoonnummer: (0299) 457 996.
Wilt u eerder iemand raadplegen,
neemt u dan, tot de nacontrole, contact op met ons.
U kunt tijdens kantoortijden de polikliniek bellen op telefoonnummer:
(0299) 457 660
En buiten kantoortijden:
(0299) 457 460
Nog vragen?
Uw gynaecoloog of verloskundige is te
allen tijde bereid ze te beantwoorden.
Colofon
Dit is een publicatie voor patiënten van
het Waterlandziekenhuis
Informatie
www.waterlandziekenhuis.nl
e-mailadres: [email protected]
10061 maart 2016
Download