Projectverslag Beroepsproduct 2 Student: Anja de Bruin - 1650695 Teacher: Ineke van de Donk School: xxxxxxxxxxxxxxxxxxx Course code: OAR-H2BERPDT2-12 Project nummer: 8588 Date: Augustus 2016 Parttime: 2015-2016 Inhoudsopgave Pag. Samenvatting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding en opdracht 1.2 Context van de school in relatie tot het probleem 1.3 Onderzoeksvraag 4 4 5 Hoofdstuk 2 Verkennend onderzoek 6 2.1 Inleiding verkennend onderzoek 2.2 Praktijkverkenning 2.2.1 Inleiding 2.2.2 Aanpak en middelen 2.2.3 Resultaten en conclusie 6 6 6 6 7 2.3 Literatuurverkenning 2.3.1 Inleiding 2.3.2 Inhoud literatuur 2.3.3 Conclusie 9 9 9 12 Hoofdstuk 3 Het beroepsproduct 13 3.1 Conclusie verkenning 3.2 Ontwerpeisen 3.3 Het ontwikkelde beroepsproduct 13 13 14 Hoofdstuk 4 Presentatie en evaluatie 16 4.1 Presentatie 4.2 Evaluatie 16 16 Literatuurlijst 18 Bijlagen Bijlage 2A Onderzoeksinstrumenten praktijkverkenning Bijlage 2B Geordende gegevens praktijkverkenning Bijlage 2C Mail expert 19 20 26 35 Bijlage 3A Het beroepsproduct - Aanbeveling - Stappenplan - Inschrijfsysteem 36 Bijlage 4A Planning en evaluatie Bijlage 4B Gespreksleidraad evaluatie 42 43 2 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Samenvatting Dit beroepsproduct is ontwikkeld naar aanleiding van een onderzoek naar het gebruik van het leerplein. Het onderzoek vond plaats in opdracht van De xxxxxxxxxx in Barneveld. Het doel was om te ontdekken hoe het leerplein binnen team 1 kader van de xxxxxxxxxx meer effectief ingezet zou kunnen worden. De hoofdvraag werd als volgt omschreven: Hoe kan het team 1 kader van de xxxxxxxxxxx goed samenwerken en het leerplein tijdens de lessen gebruiken zodat leerlingen met verschillende opdrachten aan het werk zijn en daarbij gebruik maken van geschikte faciliteiten? Om tot een gedegen antwoord te komen is er praktijkonderzoek en literatuurstudie gedaan. Zowel docenten als leerlingen blijken meer met projecten te willen werken. De docenten willen tevens meer uitdaging, differentiatie, verdieping en verantwoordelijkheid voor leerlingen. Het leerplein blijkt hier volgens de literatuurstudie zeer geschikt voor. Tevens komt naar voren dat het verwachte gedrag van een leerling op het leerplein duidelijk moet zijn. Dit zal op een A4 aangereikt worden voor leerlingen. In de aanbeveling worden verder tips en werkvormen geboden, maar ook een nieuwe plattegrond aangereikt. Om de docenten tegemoet te komen wie wanneer gebruik kan maken van welke faciliteiten zal er een inschrijfsysteem gemaakt worden. Omdat er meerdere vormen van leerpleinen zijn is er gekozen om bij het ontwikkelen van het product uit te gaan van het mobiele leerplein (Botta en van der Burg, 2009), omdat deze vorm van het leerplein het best past bij de onderzoekschool en hoe zij het voor zich zien. 3 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en opdracht Sinds een aantal jaar heeft het team 1 kader van de xxxxxxxxxx een ruimte beschikbaar om als leerplein in te zetten. In de praktijk wordt het leerplein weinig gebruikt. Als het gebruikt wordt is het voor extra ruimte zodat er meer rust in de klas is. Het idee is om het leerplein in te zetten als ruimte waar leerlingen in de vorm van projecten of complete opdrachten aan de slag gaan. Zoals in het teamplan staat beschreven moeten leerlingen kunnen leren door te doen (door sociale interactie, experimenten, praktische opdrachten) en door directe ervaringen (veel zelf doen, leren van fouten). Alle leerkrachten van de zaakvakken geven rondom het leerplein les in een instructielokaal. Het is dus mogelijk om na de instructie leerlingen naar het plein te sturen. Dit gebeurt meestal niet. Omdat het team ziet dat het leerplein niet optimaal gebruikt wordt is er met de teamleider afgesproken dat er gezocht gaat worden naar mogelijkheden voor een effectievere inzet van het leerplein. Daarbij worden andere docenten van het team, de onderwijsassistent en de leerlingen betrokken. De bedoeling is om uit te zoeken hoe het team het voor zich ziet en hoe de leerlingen graag zouden willen werken op het leerplein. Aan het eind van het onderzoek is het de bedoeling om een aanbeveling te geven aan het team over de inzet van het leerplein. Verder is het idee om een stappenplan voor leerlingen te ontwikkelen waarin het voor leerlingen duidelijk wordt hoe er gewerkt wordt op het plein. Daarnaast is het de bedoeling een systeem te ontwikkelen waarbij docenten zich kunnen inschrijven wanneer ze gebruik willen maken van het plein en wat ze daarbij nodig hebben (laptops, ruimte etc.). Verder is het plan om een selectie te maken van geschikte werkvormen voor het leerplein en/of een aanbeveling voor de inrichting van het plein! Dit alles zodat het leerplein optimaal gebruikt wordt. 1.2 Context van de school in relatie tot het probleem Het onderwijsconcept van de xxxxxxxxxx is motiverend onderwijs bieden dat praktisch is met passende begeleiding. Zo willen de docenten samen meer bereiken dan mogelijk lijkt. Dat betekent voor de leerlingen een praktische manier van leren en passende begeleiding. Succeservaringen zijn daarbij belangrijk en daarom willen de docenten de leerlingen vooral laten ervaren wat ze kunnen. In het teamplan is opgenomen wat de uitgangspunten voor de organisatie van dit onderwijs zijn en wat de rol van het leerplein daarin is. Er staat duidelijk beschreven dat het plein geen leslokaal of huiswerkplein moet zijn, maar dat leerlingen moeten kunnen leren door te doen. Op dit moment is het leerplein vooral een huiswerkplein en ontbreekt het aan praktische opdrachten. Voor leerkrachten kost het vaak veel tijd om opdrachten van verschillende niveaus te bedenken en klaar te zetten om aan te werken. Nu maken veel leerlingen er hun werk maar het is de bedoeling dat de leerlingen werken aan uiteenlopende opdrachten op het plein. Wat voor leerkrachten erbij komt is dat anders dan bij lessen in het lokaal, de leraar hier een beperkt overzicht en regie heeft over wat leerlingen doen op het plein. Van de leerkracht vraagt dit goede communicatie met de onderwijsassistent, maar ook aanmoedigen en feedback geven. Naast opdrachten bedenken vraagt het dus ook goede organisatie. 4 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 1.3 Onderzoeksvraag Uit het voorafgaande is gebleken dat er nogal een probleem is rondom het gebruik van het leerplein. De onderzoeksvraag luidt dan ook als volgt: Hoe kan het team 1 kader van de xxxxxxxxxx goed samenwerken en het leerplein tijdens de lessen gebruiken zodat leerlingen met verschillende opdrachten aan het werk zijn en daarbij gebruik maken van geschikte faciliteiten? Door middel van praktijk- en literatuurverkenning is het de bedoeling tot een product te komen wat het team enthousiast maakt. Het doel van het onderzoek en het daaruit komende product (stappenplan, inschrijfsysteem, werkvormen en/of aanbeveling inrichting) is dan ook dat het team enthousiast aan de slag wil gaan om te werken met leerlingen op het leerplein en dat de docenten de leerlingen zo motiveren om op een praktische manier verschillende opdrachten te gaan doen. 5 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Hoofdstuk 2 Verkennend onderzoek 2.1 Inleiding verkennend onderzoek Om het onderzoek gericht uit te kunnen voeren is de hoofdvraag opgesplitst in de volgende deelvragen: Praktijkvragen: 1. Welke faciliteiten zijn er aanwezig op het plein? 2. Wat is de gewenste situatie van de leerkrachten in de onderbouw? 3. Wat willen leerlingen halen uit het leren en werken op het leerplein? 4. Bij welke activiteit vinden leerlingen dat ze het beste in de klas of op het plein kunnen werken? 5. Hoe willen leerlingen graag werken? 6. Wat is de rol van de onderwijsassistent nu? 7. Wat loopt er nu niet goed? Theorievragen: 8. Op welke manier wordt het leerplein omschreven in de literatuur? 9. Wat is er bekend in de literatuur over werken met een leerplein in het vmbo? 10. Wat is er bekend over ervaringen van docenten en leerlingen? 11. Wat zijn de voor- en de nadelen wat betreft motivatie en leerpleinen. 2.2 Praktijkverkenning 2.2.1 Inleiding Leerkrachten willen gebruik maken van het leerplein omdat daar ruimte is om aan projecten te werken en omdat er faciliteiten zijn in de vorm van werkplekken en ICT! Toch werkt het niet zoals ze zouden willen. Om duidelijk te krijgen waar het in de praktijk mis gaat worden de volgende onderzoeksvragen gesteld: 1. Welke faciliteiten zijn er aanwezig op het plein? 2. Wat is de gewenste situatie van de leerkrachten in de onderbouw? 3. Wat willen leerlingen halen uit het leren en werken op het leerplein? 4. Bij welke activiteit vinden leerlingen dat ze het beste in de klas of op het plein kunnen werken? 5. Hoe willen leerlingen graag werken? 6. Wat is de rol van de onderwijsassistent nu? 7. Wat loopt er nu niet goed? Via verschillende onderzoeksinstrumenten wordt er naar antwoorden gezocht op elke vraag afzonderlijk! Leerkrachten kunnen wel willen, maar het is ook belangrijk om te kijken naar wat de leerling wil. 2.2.2 Aanpak en middelen Voordat het onderzoek van start gaat zal er contact zijn met xxxxxxx van het CPS (onderwijsontwikkeling en advies). Dit om te inventariseren wat zij van de onderzoeksvraag vindt en om tips te vragen. Deelvraag 1: Om deze deelvraag te beantwoorden zal er allereerst een inventarisatie gemaakt worden van het leerplein door het maken van een plattegrond met een legenda van de aanwezige faciliteiten. Dit zodat er een duidelijk overzicht is van wat er aanwezig is. Deze wordt later gebruikt om eventuele wijzigingen door te voeren die voortkomen uit het onderzoek nadat alle deelvragen beantwoord zijn. 6 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Deelvraag 2: Deze vraag wordt beantwoord in de vorm van een enquête die de leerkrachten via de mail in hun mailbox zullen krijgen. De enquête zal worden afgenomen onder alle leerkrachten die gebruik maken van het leerplein. Het gaat dan om totaal 8 docenten. Zij geven de vakken Nederlands (2), Geschiedenis/aardrijkskunde (1), Economie (1), Wiskunde (2) en Engels (2). De enquête is bijgevoegd als bijlage. Hij bestaat uit een aantal gesloten vragen en twee open vragen. De bedoeling is dat deze enquête vooral laat zien wat de wens van de leerkrachten uit team 1 kader is. Deze wens wordt meegenomen om vervolgens in de conclusie een vernieuwend concept te schrijven over het leerplein. Deelvraag 3: Deze vraag zal beantwoord worden door middel van een enquête die de leerlingen in kunnen vullen via de elektronische leeromgeving van school. Ook deelvraag 4 en 5 zullen daarin opgenomen worden. Vier tweedejaars kader klassen van ongeveer 20 leerlingen krijgen tijdens de les instructie waar ze die link kunnen vinden en er zal worden uitgelegd dat meerdere antwoorden per vraag mogelijk zijn. De enquête is in de bijlage opgenomen. Hij bestaat grotendeels uit gesloten vragen en heeft aan het eind een open vraag. Deze enquête heeft als doel om te ontdekken wat de wensen van de leerlingen zijn voor het leerplein. Ook dit wordt meegenomen om tot een vernieuwend concept te komen voor het leerplein. Deelvraag 6: Om deze deelvraag te beantwoorden vindt er een interview plaats met de onderwijsassistent. Het interview is vooraf opgesteld aan de hand van een interviewleidraad, welke is bijgevoegd in de bijlage. Er is maar een onderwijsassistent dus is het niet valide. Omdat het om een specifieke situatie van dit team gaat is zijn rol en visie toch van groot belang. Door middel van het interview is het de bedoeling om inzicht te krijgen in de taken en wensen van de onderwijsassistent. Samen met de uitkomsten van de enquête zal dit waarschijnlijk leiden tot een nieuw concept. Een eenmalige bevraging is hier voldoende omdat het gaat om zijn rol op het plein en hoe hij dat ziet. Deelvraag 7: Deze vraag is de aanleiding voor het onderzoek en zal waar nodig aangepast worden nadat deelvraag 1 t/m 6 beantwoord zijn. De aanleiding is dat in de praktijk het leerplein weinig gebruikt wordt. Als het gebruikt wordt is het voor extra ruimte, zodat er meer rust in de klas is. Het idee is om het leerplein in te zetten als ruimte waar leerlingen in de vorm van projecten of complete opdrachten aan de slag gaan. Zoals in het teamplan staat beschreven moeten leerlingen kunnen leren door te doen (door sociale interactie, experimenten, praktische opdrachten) en door directe ervaringen (veel zelf doen, leren van fouten). De bedoeling is dat hier een conclusie uitkomt wat er niet goed gaat en wat er dus veranderd zou moeten worden. Als alle data verzameld is wordt het geordend zodat het belangrijkste deel, dat wat antwoord geeft op de vragen, overblijft. Hoofdzaken worden zo van bijzaken gescheiden en het belangrijkste blijft over. De resultaten en de conclusie wordt vervolgens in het volgende hoofdstuk beschreven. 2.2.3 Resultaten en conclusie Xxxx xxxx van het CPS gaf ideeën voor literatuur, maar zij wees er vooral ook op om de leerling in het onderzoek te betrekken. De mail is bijgevoegd als bijlage. Vervolgens is gezocht naar antwoorden op de deelvragen. De plattegrond is gemaakt als start van het onderzoek. Hoe ziet het leerplein er nu uit en wat is in materieel opzicht het startpunt van het praktijkonderzoek. De plattegrond is als bijlage bijgevoegd (deelvraag 1). Afsluitend zal er bij de aanbeveling een nieuwe plattegrond komen. Voordat de enquêtes afgenomen zijn, zijn ze eerst gezien door twee collega’s en de teamleider. Dit om te werken aan de validiteit en de betrouwbaarheid van het onderzoek. Vervolgens zijn er dan ook vragen aangepast, door de vraagstelling net te veranderen of iets toe te voegen (Van der Donk en van 7 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Lanen, 2014, pag. 182). De enquête is afgenomen onder 72 leerlingen van 1 kader en hebben veel informatie opgeleverd. Alle scores van de enquête zijn te vinden in de bijlage. De belangrijkste zaken zijn hieronder toegelicht. De enquête van de leerlingen geeft duidelijk aan dat als de leerlingen op het leerplein gaan werken ze voorkeur hebben (deelvraag 3) voor het werken aan projecten (65%). De tweede keus gaat naar het werken aan opdrachten uit ELO (45%). Ze werken het liefst in de klas (deelvraag 4) als de extra instructie willen (48%). Maar ook het rustig werken en werken uit een boek scoort relatief hoog. (33%40%). Bij de vraag hoe de leerlingen willen werken (deelvraag 5) scoren ze het hoogst op het werken in tweetallen (62%) en groepjes (60%). Leerlingen geven duidelijk de voorkeur aan het luisteren naar muziek met oordopjes in als ze op het plein werken (68%) en een grote groep wil graag dat er zachtjes overlegt mag worden (50%). Het valt op dat echt de minderheid kiest voor werken in stilte. Bij de vraag hoe ze zouden willen werken valt het op dat de scores relatief dicht bij elkaar liggen. Met een laptop (63%), aan de tafel (50%), op een bank (43%) of met een IPad (41%). Veel leerlingen hebben aan het eind van de enquête ook tips gegeven voor het leerplein. Die variëren van het plein gezelliger maken, meer ruimte tussen de computers, meer controle door de leerkracht tot het beloond worden als je goed gewerkt hebt in een groep. De enquête van de docenten is afgenomen onder 8 leerkrachten uit het 1 kader team. De docenten geven aan dat ze vooral willen dat leerlingen op het plein werken aan opdrachten uit ELO of aan projecten (deelvraag 2). Beide scoren 87%. Ook geeft 87% voorkeur aan het werken in tweetallen en groepjes. De docenten zijn het volledig met elkaar eens dat leerlingen zachtjes moeten overleggen (10%) maar sommige (50%) willen ook wel dat er een stil gewerkt wordt. Alle docenten willen dat leerlingen aan tafels werken (110%) en daarbij evt. gebruik maken van een laptop of IPad (87%). De docenten zien de meeste uitdaging in het ontwikkelen van passende opdrachten (62%). Een opmerking van een docent is dat zijn/haar uitdaging is dat er niet voldoende devices beschikbaar zijn (deelvraag 7). Ook het niet weten wanneer je gebruik kunt maken van welke faciliteiten is een struikelblok voor docenten. Bij de vraag wat de docent wil bereiken met het leerplein springen er een aantal kernwoorden uit: meer uitdaging, differentiatie, verdieping, samenwerken en meer verantwoordelijkheid. Bij het interview met de onderwijsassistent (deelvraag 6) is er rekening gehouden met de plaats, de vraagstelling, non verbale communicatie en de context. De verslaglegging is te vinden in de bijlage. De onderwijsassistent geeft duidelijk aan dat het plein steeds beter wordt maar dat er zeker nog stappen gemaakt kunnen worden. Hij geeft aan dat de sfeer, en dan gaat het vooral om inrichting, beter kan en dat naar zijn inzicht het plein ook wel beter ingericht zou kunnen worden. Verder zou hij graag meer devices zien en leerlingen zonder oordopjes. Dit omdat hij graag makkelijk contact wil kunnen maken. Concluderend is het opmerkelijk dat leerlingen en docenten heel wat overeenkomsten hebben. Er is een grote overeenkomst dat beide partijen meer projecten en meer samenwerking willen. Ze zijn het met elkaar eens dat er op het plein vooral gewerkt moet worden aan projecten en opdrachten uit ELO. Ook hebben beide groepen voorkeur voor het werken in tweetallen of groepjes. Kijkend naar de leerlingen is het duidelijke dat ze graag praktisch aan de slag willen. Waar leerlingen vooral voorkeur hebben aan het werken met oordopjes in, willen docenten dat leerlingen zachtjes overleggen. Als je aan groepswerk denkt is dit misschien ook wat logischer. Zachtjes overleggen met oordopjes in wordt wat lastig. Ook de onderwijsassistent geeft aan dat hij liever geen oordopjes ziet omdat dit hem beperkt in het contact leggen met de leerlingen. Voor leerlingen is het belangrijker dat ze een laptop tot hun beschikbaarheid hebben dan dat ze aan een tafel werken. Terwijl de docent daar juist veel belang in ziet. 8 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Gezelligheid oftewel sfeer wordt niet alleen als aandachtspunt genoemd door leerlingen maar ook door de onderwijsassistent. Tevens is duidelijk dat leerlingen en docenten beide vinden dat er wel meer computers mogen en meer ruimte tussen de computers. De opmerking van een leerling dat er wel beloont mag worden als een groep goed samen gewerkt heeft spreekt me aan. Dit is hoe je leerlingen motiveert en stimuleert voor de volgende keer. Door leerlingen mee te laten denken over hoe het leerplein er bijvoorbeeld uit moet gaan zien en hoe ze willen dat er gewerkt wordt, creëren we mede-eigenaarschap. Zoals uit het bovenstaande blijkt is het nu vaak zo dat leerlingen werk moeten doen uit een boek of op de computer en niet echt werken aan projecten. Dit motiveert leerlingen niet altijd om aan de slag te gaan. Uit dit praktijkonderzoek blijkt dat beide partijen veel behoefte hebben aan projecten en dus lekker praktisch aan de slag willen gaan. 2.3 Literatuurverkenning 2.3.1 Inleiding In deze literatuurverkenning wordt antwoord gegeven op de volgende deelvragen: 8. Op welke manier wordt het leerplein omschreven in de literatuur? 9. Wat is er bekend in de literatuur over werken met een leerplein in het vmbo? 10. Wat is er bekend over ervaringen van docenten en leerlingen? 11. Wat zijn de voor- en de nadelen wat betreft motivatie en leerpleinen. 2.3.2 Inhoud literatuur Het leerplein Leerpleinen zijn ontwikkeld om beter aan te sluiten bij de ontwikkelingen van de maatschappij. Botta en van de Burg (2009) geven dan ook aan dat de maatschappij tegenwoordig andere eisen aan onze leerlingen stelt. Zij zeggen dat een brede ontwikkeling nodig is in onze maatschappij die altijd maar in beweging is. Een leerplein is een prima plaats om de benodigde kennis, vaardigheden en attitudes aan te leren (pag. 8). Het vmbo sluit door deze ontwikkeling ook beter aan bij het vervolgonderwijs. Leerlingen hebben daar ook meer vrijheid in hoe en wanneer ze leren. Om verder in te gaan op de inhoud van het leerplein is het goed om eerst te kijken wat een leerplein nou precies is. Botta en van der Burg (2009) geven de volgende omschrijving: “Een grote ruimte, waarin tegelijkertijd meer dan een groep/klas leerlingen zit te werken onder begeleiding van meer dan een begeleider” (pag. 7). In Bouwen met visie (2010) omschrijft men het als volgt: “Een leer- en werkomgeving met globaal de volgende algemene kenmerken: - Bepaalde zones in de ruimte zijn gekoppeld aan functies of activiteiten rond bepaalde vak- of leergebieden. - De ruimte is geschikt voor verschillende groeperings- en werkvormen. - Er zijn meerdere leraren/begeleiders betrokken bij het onderwijs. - Er is sprake van een flexibele roostering” (pag. 4). Beide publicaties willen een leeromgeving vormgeven die het leer- en ontwikkelingsproces van leerlingen optimaal faciliteren, de opzet van zo’n leerplein ontstaat vaak vanuit de visie en missie van 9 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 de school. Een struikenblok is dat de fysieke planning soms verder is dan de onderwijskundige planning. Er zijn twee verschillende soorten leerpleinen. Een fulltime leerplein en een parttime leerplein. Tevens zijn er verschillende typen leerpleinen. Het lokalen leerplein, het gang leerplein, het mobiele leerplein, het pc- leerplein, het praktijkleerplein en het mediatheekleerplein. Het mobiele leerplein is een goede omschrijving van het leerplein zoals de onderzoeksschool zich het voor zich ziet. Een grote ruimte met tafels en stoelen in verschillende opstellingen. Leerlingen kunnen zelfstandig of in groepjes aan de slag. Daarbij kunnen ze gebruik maken van een pc of een draadloze laptop. Verder zijn er kasten met naslagwerken, lijm, stiften scharen en andere benodigdheden. Botta en van der Burg (2009) geven daarbij aan dat het belangrijk is hoe het plein benut wordt: “Efficiënt, effectief en met plezier werken op een leerplein heeft niet zozeer te maken met het aantal uren dat leerlingen er doorbrengen. Belangrijker is het dat de school de mogelijkheden van het leerplein op een goede wijze benut en dat de betrokkenen zich houden aan de gemaakte afspraken” (pag. 17). De docent is ineens meer een coach en hoeft op het leerplein eigenlijk geen vakinhoudelijke instructie te geven. Het leerplein is er vooral om te doen, voor het proces. Al geeft Noordzij (2012) aan dat op een leerplein nog steeds vakinhoudelijk ondersteuning en instructie gegeven moet worden aan een leerling die dat nodig blijkt te hebben. Als docent ben je coach en moet je vragen stellen om leerlingen aan het denken te zetten. In Begeleiden op het leerplein (2016) zegt men hierover dat het niet om aansporen gaat om wat te doen, maar vooral om de interactie. Het is de bedoeling dat de docent de leerlingen laat reflecteren op hun leerproces en dat hij dus niet aan het uitleggen en controleren is. Verder moet de docent ineens met opdrachten komen. Daarbij moet wel duidelijk zijn hoe en wat precies. Een leerling moet hierin uitgedaagd worden, duidelijk weten wat er verwacht wordt, hoe en met wie ze de opdracht moeten maken, binnen welke tijd en hoe het beoordeeld zal worden. Dit alles dus zonder dat de docent er verder uitleg bij geeft (Botta en van der Burg, 2009, pag. 48). De maatregelen die Noordzij (2012, pag. 25) in zijn boek noemt zijn goed om te gebruiken bij de begeleiding van leerlingen bij het leren. Zeker als men nog zoals op de onderzoeksschool in een fase is om alles goed vorm te geven. De didactische maatregelen die hij noemt zijn: A. Leerlingen modellen verschaffen. Leerlingen hebben voorbeelden nodig. B. Coachen bij reflecteren en exploreren. Feedback en reflectie zijn belangrijke coaching technieken. C. Ondersteunen en begeleiden op maat. Scaffolding = ondersteuning beiden net boven het niveau van de leerling, waardoor de leerling een hoger niveau kan bereiken. D. Monitoren. Volgen van het leerproces en prestaties vastleggen. Het leerplein in de praktijk Als een team weet wat een leerplein inhoudt en wat men er mee wilt dan moet de volgende stap gezet worden. Er wordt echter volgens Botta en van der Brug (2009) vaak nog eerst gekeken naar wat de mogelijkheden van een plein zijn, je moet echter eerst kijken naar de functie van het plein en dan bepalen hoe die ingericht wordt (pag. 40). De opzet van een leerplein is voor zowel de docent als de leerlingen anders dan in een klassensituatie. Van een docent wordt een andere rol verwacht maar ook voor de leerling is er sprake van een andere situatie. Zelfwerkzaamheid en concentratie is nodig om aan de slag te kunnen, maar ook doet werken op het leerplein een groot beroep op de leesvaardigheid van de leerling (Noordzij, 2012, pag. 12). Leerlingen moeten duidelijk hebben wat het gewenste gedrag is. Daarnaast moeten ze ook leren dat ze niet overal gelijk antwoord op krijgen en hoe ze dus moeten omgaan met uitgestelde aandacht. Het 10 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 is goed om als team hierover na te denken en daar afspraken over te maken. “Het gedrag van de leerling op het leerplein is het gevolg van afspraken die men van tevoren met elkaar maakt en die men vervolgens consequent dient te hanteren!” (Botta en van der Burg, 2009, pag. 44) Tijdens het bestuderen van de literatuur is het ook duidelijke geworden dat een leerplein nooit af is. Het gaat om het beleven van het proces, als het eenmaal draait moet het team zich altijd afvragen wat er beter kan. Ervaringen van docenten en leerlingen In het boek Leerpleinen! Wegwijzer voor het voortgezet onderwijs (Botta en van der Burg, 2009) wordt duidelijk vermeld dat er genoeg leerpleinen zijn die niet goed uit de verf komen. Een leerplein moet aan bepaalde voorwaarden voldoen om te slagen. Plannen en vastleggen zijn van groot belang, maar ook het stimuleren van en met elkaar. Ga stap voor stap. Evalueer, reflecteer en maak daarna de volgende stap (pag. 34). Het starten of herinrichten van een plein gaat niet vanzelf. Dat is ook wel te zien op de onderzoeksschool. In het teamplan staat heel mooi beschreven wat het idee is van het leerplein, maar in de praktijk blijkt het toch niet zo eenvoudig. Het is van belang om het team eigenaar te maken. Op de onderzoeksschool lijkt het idee gedropt te zijn door het management en nu is de discussie ontstaan hoe ze als team het vorm willen geven. Botta en van der Burg noemen dat een voedingsbodem met onvoldoende meststoffen (pag. 25). De drie scholen (VMBO CSG het Nordik te Almelo, Jacobs college in Hoogezand en Het Amadeus Lyceum in Leidsche Rijn) die aan het woord zijn in het boek Leerpleinen! Wegwijzer voor het voortgezet onderwijs (Botta en van der Burg, 2009) zijn allemaal positief, terwijl niet alle docenten dat waren aan het begin van het proces. Een aantal hobbels en hindernissen die zij geven zijn: het uitgebreide voorbereiden, het vele samenwerken met collega’s en de angst voor onbekende. Een aantal aanbevelingen zijn: zorg dat er eigenaarschap is, sta open voor externe hulp, ontwikkel geschikt materiaal, zorg voor scholing van docenten, ga stap voor stap en communiceer. Ook de school in Middelburg (Leraar-24, 2012) stond open voor externe hulp en werd begeleid door Gina Botta. Dit omdat ze traditioneel onderwijs gewend waren, maar ook om de didactiek te veranderen. Haar rol was vooral begeleiden door observeren, wat gaat goed en wat kan beter. Van lesgevend docent begeleide ze de docenten naar coachend docent en meer contact met leerlingen. Docenten zien nu minder dat leerlingen niet willen en ze staan meer als een team. Het onderzoek onder leerlingen uit Bouwen met visie (2010) bevestigt de onderzoeksresultaten van dit onderzoek. Leerlingen werken graag samen en houden daarbij van rust en orde. Verder vinden ze het fijn dat er keuzes gemaakt kunnen worden. Opvallend is dat de medewerkers ook hier aangeven dat er minder sprake is van orde en geragsproblemen. Motivatie en het leerplein Zoals al eerder is gebleken komt bij veel literatuur naar boven dat het niet gemotiveerd zijn ook een reden is om het onderwijs te veranderen. Veel scholen starten een leerplein vanwege de teruglopende motivatie van leerlingen. In Bouwen met visie (2010) wordt er ook gesproken over de verminderde motivatie van een docent omdat ze onvoldoende recht kunnen doen aan de verschillen tussen leerlingen (pag. 7). Ook het VMBO Pantarijn geeft aan dat dit een reden was om het onderwijs om te gooien van lesgevend docent in de klas naar coachend docent op het plein. In het boek Leerpleinen! Wegwijzer voor het voortgezet onderwijs (Botta en van der Burg, 2009) blijken leerlingen gemotiveerder en meer betrokken wanneer ze zelf enige controle kunnen uitoefenen op 11 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 het leerproces. Een leerling kan op verschillende manieren kennis opdoen. De auteur geeft duidelijk aan dat een klassikale aanpak niet altijd fout hoeft te zijn, maar dat je met een leerplein tegemoet kunt komen aan de verschillende behoeften en ontwikkelingsstadia van de leerlingen (Pag. 9). Zoals al eerder benoemd werd moeten leerlingen op het leerplein weten wat hen te doen staat, wat het eindresultaat moet zijn, hoe dit uiteindelijk terugkomt en waar ze het voor nodig hebben. Dit zal een groot deel bijdragen aan de motivatie. Loonen (2016) noemt in haar onderzoek naar motivatie op het leerwerkplein drie belangrijke factoren voor motivatie: relatie, competentie en autonomie. Dit kennen we ook als de drie basisbehoeften van een leerling. Leerlingen willen zich verbonden voelen met hun omgeving, uitgedaagd worden en onafhankelijk kunnen zijn. De zelfdeterminatietheorie stelt dat wanneer er aan die drie componenten wordt voldaan, er een verhoogde mate van motivatie ontstaat (pag. 8). De docent kan leerlingen motiveren door aan die factoren bij te dragen. In Middelburg (Leraar-24, 2012) hebben ze mede door de ongewenste situatie in de klas (weinig motivatie en ongewenst gedrag) het leerplein ingezet en daar plukken ze zeker de vruchten van. Leerlingen gaan niet meer in protest en worden er dus weinig meer uitgestuurd. Dit geeft aan dat leerlingen gemotiveerder zijn. 2.3.3 Conclusie Dit onderzoek was bedoeld om te onderzoeken wat er in de literatuur bekend is over het leerplein. Op de vraag hoe het leerplein wordt omschreven in de literatuur (deelvraag 8) is duidelijk naar voren gekomen dat het een ruimte is waar meerdere leerlingen uit verschillende klassen tegelijkertijd aan het werk zijn. Dit kan zelfstandig of samen. Er is ruimte voor theorie en praktijk en er is begeleiding aanwezig. Er is veel aandacht voor de veranderende rol van de docent naar coach! De meeste bestaande leerpleinen in het vmbo (deelvraag 9) zijn nog in ontwikkeling. Waar de rol van docent verandert, wordt er ook heel iets anders van de leerling verwacht. Als docent moet je hier mee weten om te gaan en is het goed om gewenst gedrag van de leerlingen als team vast te leggen. Tevens komt duidelijk naar voren dat het leerplein altijd in ontwikkeling blijft. Intervisie blijft daarbij van groot belang. Veel docenten en leerlingen hebben al ervaring met werken op het leerplein (deelvraag 10) en de meeste verhalen zijn lovend. Leerlingen ervaren de keuzes, het samenwerken en de beschikbare ruimte als prettig. Bijkomend is de vermindering van orde- en gedragsproblemen. De motivatie van leerlingen op het leerplein (deelvraag 11) blijkt beter te scoren dan in een klassikale situatie. De verminderde motivatie is vaak een reden om een leerplein te starten binnen een school. Het leerplein alleen is niet voldoende, als docent heb je namelijk ook invloed op de motivatie van je leerlingen. Uit de praktijk blijkt dat leerlingen gemotiveerder zijn als ze werken op het leerplein. 12 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Hoofdstuk 3 Het beroepsproduct 3.1 Conclusie verkenning Samenvattend heeft de verkenning van de praktijk en de literatuur geleidt tot een conclusie die leidend zal zijn voor het ontwikkelen van het beroepsproduct. Waar in de praktijk veel overeenkomsten te zien zijn bij de docenten en de leerlingen (meer projecten en meer samenwerken) sluit dat mooi aan bij de het idee van het leerplein uit de literatuur. De docenten willen tevens meer uitdaging, differentiatie, verdieping en verantwoordelijkheid voor leerlingen. Het leerplein blijkt hier volgens de literatuurstudie zeer geschikt voor. De minderheid van leerlingen heeft de voorkeur voor stilte en uit de literatuur blijkt dat stilte ook teveel gevraagd is, er moet echter wel ruimte zijn voor stiltewerkplekken. De literatuur geeft aan dat het vooral duidelijk moet zijn voor leerlingen welk gedrag er verwacht wordt. De docent is meer coach maar van de leerling wordt ook ander gedrag verwacht. Hoe maak je dit duidelijk aan de leerling. Hiervoor zal een stappenplan voor het plein opgesteld worden. Gezelligheid en sfeer blijken voor leerlingen, docenten en de onderwijsassistent van groot belang en ook in de literatuur komt dit naar voren. Hierdoor creëer je mede-eigenaarschap wat weer bijdraagt aan de motivatie van de leerling. Tevens kunnen we concluderen dat er wat aanpassingen gedaan moeten worden als het gaat om de indeling van het plein. Naast sfeer is de opstelling erg belangrijk. In de aanbeveling worden daarom niet alleen tips en werkvormen geboden, maar ook een nieuwe plattegrond aangereikt. Om de docenten tegemoet te komen in de onduidelijkheid wie wanneer gebruik kan maken van welke faciliteiten zal er een inschrijfsysteem gemaakt worden. Er is gekozen om bij het ontwikkelen van het product uit te gaan van het mobiele leerplein (Botta en van der Burg, 2009), omdat deze vorm van het leerplein het best past bij de onderzoekschool en hoe zij het voor zich zien. 3.2 Ontwerpeisen Tijdens het onderzoek is gebleken waar vooral behoefte aan is voor zowel docenten als leerlingen op de onderzoeksschool. Daarom is in overleg met de teamleider na het onderzoek besloten om (in plaats van afzonderlijk) in de aanbeveling de geschikte werkvormen op te nemen en een nieuwe plattegrond aan te reiken. Het onderzoeksverslag van een A4 zal worden weggelaten, omdat de inhoud hiervan prima verwerkt kan worden in de aanbeveling. Het doel van het leerplein en de rol van de docent en leerling worden daarin beschreven. De volgende ontwerpeisen worden aan het product gesteld: Aanbeveling met daarin een selectie van geschikte werkvormen voor het leerplein en een aanbeveling voor de inrichting van het plein! Het is uitgewerkt in correct Nederlands en de bronnen zijn vermeld volgens de richtlijnen van APA. Het product ziet er verzorgt uit met duidelijke koppen. De aanbeveling heeft een introductie en een korte conclusie. Daar tussenin worden werkvormen en tips geboden. Hierin wordt beschreven hoe de onderzoeksschool vorm kan geven aan het gebruik van het leerplein tijdens de lessen zodat leerlingen met verschillende opdrachten aan het werk zijn, daarbij rekening houdend met de faciliteiten. Bij de werkvormen zal er rekening mee worden gehouden dat ze toepasbaar zijn voor alle docenten. De plattegrond moet overzichtelijk zijn en gelijk toepasbaar, dus rekening houdend met dat wat er beschikbaar is. Een stappenplan voor leerlingen (wat ga je doen zodra je op het plein bent, rol van ELO). Uit onderzoek is gebleken dat leerlingen ook duidelijk moeten weten welk gedrag er van ze verwacht wordt. Daarom zal het stappenplan meer een leidraad worden voor leerlingen op het leerplein. Hierin wordt opgenomen wat er praktisch van de leerlingen verwacht wordt, maar ook wat het gewenste gedrag is. 13 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Het moet een duidelijke overzichtelijk geplastificeerd A4 worden met daarop in taal en visueel de stappen die gevolgd moeten worden. Dit zodat leerlingen het elke keer op het leerplein weer zichtbaar hebben en ook docenten herinnerd worden aan de afspraken. Dit alles uitgewerkt in correct Nederlands. Een systeem waarbij docenten zich kunnen inschrijven wanneer ze gebruik willen maken van het plein en wat ze daarbij nodig hebben (denk aan laptops, ruimte etc.). Dit omdat uit de praktijk blijkt dat docenten er vooral behoefte aan hebben dat ze tijdig kunnen inschrijven voor het gebruik van het leerplein en beschikbare faciliteiten. Nu gebeurt het ’s ochtend voor schooltijd op die verschillende formulieren. Het is dus niet overzichtelijk. Ben je het eerste blok niet op school dan heb je soms pech met inschrijven als iemand anders je al voor was. Het nieuwe systeem zal digitaal gemaakt worden met een duidelijk overzicht van beschikbare tijden, faciliteiten en de mogelijkheid om vooruit te plannen. Het wordt zo geplaatst dat het voor alle docenten toegankelijk is. Het zal nu alleen nog even beschikbaar zijn via de harde schijf op school, maar zodra Office 365 draait kan men zich vanuit huis inschrijven. 3.3 Het ontwikkelde beroepsproduct Vanuit het onderzoek zijn er ideeën ontstaan voor drie verschillende producten. Alle producten zouden ten goede moeten mee werken om het leerplein effectiever te gaan gebruiken binnen team 1 kader van de xxxxxxxxxx. De daadwerkelijke producten zullen tijdens de presentatie via een PowerPoint toegelicht worden. Aanbeveling Voor team 1 kader van de xxxxxxxxxx zal er een aanbeveling geschreven worden voor het gebruik van het leerplein. Hierin komt aan de orde wat ze als team zouden kunnen veranderen om het plein effectiever te gebruiken. Doelgroep: Team 1 kader van de xxxxxxxxxx. Doel: Het product is bedoeld om het team van de xxxxxxxxxx enthousiast te maken voor het gebruik van het leerplein. Waarom is het gebruik van een leerplein goed, wat zijn de voordelen, wat is de rol van de docenten en leerlingen. Allemaal verschillende onderwerpen die kort aan de orde komen. Ook zal er veel aandacht zijn voor ideeën van werkvormen en tips en wordt er een aanbeveling gedaan voor de inrichting van het leerplein. Dit alles zal tijdens de presentatie toegelicht worden. Vorm: De aanbeveling zal op papier in kleur geprint worden voor elk lid van het team. Stappenplan Het stappenplan is een overzichtelijke hand-out waarop staat wat de bedoeling is van het leerplein. Wat ga je doen als je op het leerplein komt en wat is de rol van ELO! Ook is er aandacht voor welk gedrag er van leerlingen verwacht wordt. Het is kort en bondig en hier en daar visueel ondersteund. Als het gaat om gedrag zal dat positief omschreven worden. Dit omdat we leerlingen willen stimuleren. Doelgroep: Het A4tje is bedoeld voor zowel leerlingen als docenten. Voor leerlingen om te leren wat er van hen verwacht wordt en voor docenten om ze te herinneren aan gemaakte afspraken. Doel: Voor leerlingen is het bedoeld zodat ze weten wat de bedoeling is op het leerplein maar ook wat er van hen verwacht wordt als het gaat om gedrag. Door middel van de hand-out moet het voor leerlingen duidelijk zijn hoe het leerplein werkt. Het gaat om de functie van het plein, maar ook om of je mag praten, bij wie ze met vragen terecht kunnen, wat ze met hun tas moeten doen etc. Voor docenten heeft het als doel dat ze niet vergeten wat de afspraken zijn om zo draagvlak te creëren. Vorm: Het zal een A4 zijn die leerlingen uitgereikt krijgen tijdens een van de eerste mentorlessen. De docenten zullen het bij de presentatie van het product krijgen. Verder zal deze hand-out zichtbaar zijn 14 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 op het leerplein. In een standaard of geplastificeerd aan de muur. Het is de bedoeling dat het gehele leerjaar hiermee gedaan wordt, tenzij er tijdens intervisie in het team wordt besproken dat er iets aangepast moet worden. Inschrijf systeem Het inschrijfsysteem is een digitaal bestand waar docenten en onderwijsassistent zich kunnen inschrijven om gebruik te maken van het plein en /of bijbehorende faciliteiten. Doelgroep: Het is bedoeld voor gebruik van docenten en onderwijsassistent. Ook eventuele invaldocenten kunnen bij dit bestand. Tijdens de presentatie van het product zal het gebruik ervan toegelicht worden. Doel: Het is ervoor bedoeld dat docenten tijdig kunnen inschrijven om gebruik te maken van het leerplein en /of bijbehorende faciliteiten. Nu gebeurt dat niet tijdig en op drie verschillende formulieren wat nogal verwarrend is. Het moet dus functioneler werken en beter overzichtelijk zijn. Vorm: Dit zal een digitaal Excel bestand zijn die op de harde schijf geplaatst wordt zodat alle teamleden toegang hebben. Het zal nu alleen nog even beschikbaar zijn via de harde schijf op school, maar zodra Office 365 draait kan men zich vanuit huis inschrijven. Office 365 wordt schooljaar 2016/2017 verwacht! Bij het uploaden van het werkelijke product zal er voor het hele jaar tabbladen voorbereid worden. De producten zijn hierna als bijlagen bijgevoegd. 15 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Hoofdstuk 4 Presentatie en evaluatie 4.1 Presentatie De presentatie van het onderzoek zal plaatsvinden op het leerplein van team 1 kader. Bij de presentatie zijn in ieder geval twee docenten, de onderwijsassistent en de teamleider aanwezig. Voor deze doelgroep is gekozen omdat zij allemaal werken met en op het leerplein. Tijdens de presentatie zal kort toegelicht worden wat de reden van het onderzoek is, wat de onderzoeksvraag is, wat de belangen van het team zijn en wat de uiteindelijke conclusie is. Daarna worden de uiteindelijke producten gepresenteerd. 1. Aanbeveling: Word document 2. Stappenplan: Publisher document in hand-out vorm 3. Inschrijfsysteem: een map in Excel Het is van groot belang om tijdens de presentatie niet te veel uit te weiden, maar vooral de belangrijkste kenmerken van het onderzoek eruit te lichten en een koppeling te maken met de onderwijspraktijk. Dit om de aandacht vast te houden en de bruikbaarheid duidelijk te maken (van der Donk & van Lanen, 2014, pag. 313). De presentatie wordt gegeven aan de hand van een PowerPoint. Tijdens de presentatie wordt kort het onderzoek toegelicht en daarna de producten via een beeldscherm gepresenteerd. Daarvan zullen ook een aantal exemplaren op papier afgedrukt zijn. Na afloop van de presentatie krijgen de betrokkenen de producten mee en waar ze willen toe gemaild. Tijdens en na de presentatie is er gelegenheid om vragen te stellen. De presentatie wordt afgesloten met het bespreken van de vragenlijst. Dit om na te gaan of het product voldoet aan de ontwerpeisen en verwachtingen van de betrokkenen. De uitkomst van de vragenlijst zal gebruikt worden om de producten eventueel aan te passen voordat ze werkelijk ingezet worden. 4.2 Evaluatie 4.2.1 Inleiding De evaluatie met het team heeft als doel om feedback te verkrijgen en om de producten eventueel bij te stellen voor gebruik. 4.2.2 Aanpak en middelen Voor de evaluatie zal er gebruik gemaakt worden van een vragenlijst. Die vragenlijst (bijgevoegd als bijlage) zal leidraad zijn. Vraag voor vraag zal er na de presentatie besproken worden wat het team ervan vindt, wat anders aangepakt had kunnen worden, wat goed ging en wat er eventueel in de producten aangepast kan worden. Dit wordt mondeling gedaan, waarvan vervolgens kort verslag gemaakt wordt. 4.2.3 Resultaten De presentatie is gehouden voor het hele team (15 docenten en de OA). Tijdens de presentatie en evaluatie met het team bleek dat de producten voldoen aan de ontwerpeisen en verwachtingen van het team. Het team vindt het sterk om via een stappenplan/hand-out punten af te spreken. De inhoud 16 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 is goed en biedt duidelijkheid voor leerlingen en docenten. Ze vinden dat het goed aansluit en dat het er mooi uitziet, ze zouden de tekst wat willen beperken. De stilte-werkplekken op de nieuwe plattegrond werden ook goed ontvangen. Bij het digitale inschrijfformulier zouden ze op papier willen hoe het ingevuld moet worden en bij elk blok een extra hokje. Het team denkt kritisch mee en pakt daarmee een stuk mede-eigenaarschap. Ze vinden dat het product aanzet tot efficiënt werken, tot samenwerken en het prikkelt om het leerplein weer meer en anders te gaan gebruiken. 4.2.4 Conclusie Het enthousiasme van het team was een mooie afsluiting van het beroepsproduct. We hebben afgesproken dat het stappenplan en het inschrijfsysteem ingezet gaan worden en dat ik samen met de onderwijsassistent de laatste tips ga verwerken zodat het niet mijn product is maar iets van het team. De opdrachtgever heeft het beoordeeld met een zg. Het product voldoet aan wat we afgesproken hadden. 17 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Literatuurlijst Botta, G. & Burg, C. van der. (2009). Leerpleinen! Wegwijzer voor het voortgezet onderwijs. Amersfoort: CPS Dam, W. van., Timmermans, R. & Wit, C. de. (2010) Bouwen met visie. De fysieke leeromgeving als stimulerende factor voor leren. ’s Hertogenbosch: KPC Groep Donk, C. van der & Lanen, B. van. (2014). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Gelderlander, de (2007). VMBO Pantarijn moet een modelschool worden. Geraadpleegd op 07-022016 via http://www.gelderlander.nl/regio/de-vallei/vmbo-pantarijn-moet-een-modelschoolworden-1.2508312 Leraar-24 (2012). De uitdagingen van het leerplein. Geraadpleegd op 07-02-2016 via https://www.leraar24.nl/video/3605/de-uitdagingen-van-het-leerplein#tab=0 LinQue Consult BV. Begeleiden op een leerplein. Geraadpleegd op 07-02-2014 via http://linqueconsult.nl/wat/onderwijsontwikkeling/begeleiding-op-een-leerplein/ Loonen, J. (2016). Motivatie in het leerwerklokaal. Beroepsproduct 2. Utrecht: HU Noordzij, P. (2012). Leraar op leerpleinen. Een onderzoek naar stagebegeleiding in het beroepsonderwijs. Tilburg: Fontys Hogescholen. 18 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Bijlagen Projectverslag beroepsproduct 2 19 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Bijlage 2A Onderzoeksinstrumenten praktijkverkenning Plattegrond 20 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Enquête Leerlingen 21 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 22 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Enquête leerkrachten 23 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 24 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Interviewleidraad Inleiding Tijdens de inleiding zal duidelijk gemaakt worden dat het de bedoeling is om te achterhalen wat de rol van de onderwijsassistent op het leerplein is. Daarbij zal uitgelegd worden dat leerlingen en leerkrachten bevraagd zijn door middel van een enquête. Tijdens het interview zullen er aantekeningen gemaakt worden voor de verwerking van de data. Kern Voor de kern liggen er een aantal vragen vast. Tijdens het gesprek zal blijken of er nog andere vragen gesteld moeten worden. Afhankelijk van hoe het gesprek loopt zullen er verschillende soorten interview vragen gebruikt worden. Te denken valt aan verdiepende vragen en vervolgvragen. Ook een pauzeoment is voor het nadenken van groot belang. Vragen die vastliggen zijn: - Kun je mij vertellen wat je van het leerplein vindt. - Wat is jouw rol op dit moment op het plein? Wat vind je daarvan? - Wat wil jij dat leerlingen op het plein komen doen? (Welk werk en in bijv. tweetallen of groepjes) - Waar geef jij de voorkeur aan tijdens het werken? (stilte, met muziek, zachtjes overleggen of anders) - Zouden we het plein kunnen verbeteren? Hoe en wat is daarvoor nodig volgens jou? - Waarover zouden leerlingen kunnen meebeslissen in de toekomst? - Waar zie je de meeste uitdaging in bij intensief gebruik van het leerplein? - Zijn er nog dingen die je graag anders zou zien? Slot Het interview wordt afgesloten door te vragen of er nog aanvullende opmerkingen zijn. Verder wordt er verteld dat er via de mail een terugkoppeling zal zijn over de verzamelde data, waarop vervolgens gereageerd kan worden of het juist weergegeven is. Ten slotte wordt de geïnterviewde hartelijk bedankt voor zijn tijd. 25 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Bijlage 2B Geordende gegevens praktijkverkenning Enquête leerlingen 26 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 27 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 28 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 29 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Enquête docenten 30 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 31 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 32 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 33 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Verslag interview Gesproken met onderwijsassistent van 1 kader xxxxxxxxxxxxx. Woensdag 1 juni 14:30 uur op het leerplein Allereerst heb ik even uitgelegd waarom ik dit interview doe en wat er al aan voorafgegaan is. - - - - - - - - xxxxx geeft aan dat hij het leerplein anders vindt dan andere jaren. Hij vindt dat het aardig goed gaat nu (vooral waar het nu voor bedoeld is) als leerlingen komen werken aan opdrachten uit de klas. Hij ziet zijn rol vooral als een persoon die de leerlingen opvangt, die de orde en netheid bewaakt en eventueel de leerlingen begeleidt waar nodig als ze vragen hebben etc. Hij geeft aan dat het hem leuk lijkt om in de toekomst leerlingen individueel te gaan begeleiden. Hij denkt dat vooral aan wat de leerlingen interessant vinden. Met leerlingen dieper op een onderwerp ingaan of samen iets uitzoeken. Hij geeft aan dat hij vooral wil dat de leerlingen aan het werk zijn op het plein. Het liefst in tweetallen want anders zijn er al snel een aantal die toekijken. Mijn vraag is vervolgens of het dan niet de rol van ons als docenten en van hem als OA is om de leerlingen ook te leren samenwerken. Daar is hij het wel mee eens. Hij ziet het liefst dat de leerlingen zachtjes overleggen op het plein. Oortjes mogen ze in bij eventueel luisteropdrachten, maar hij vindt het niet prettig als hij zichzelf niet hoorbaar kan maken bij leerlingen. Ook ervaart hij het al vervelend dat leerlingen met hun mobiel bezig zijn en niet luisteren of aan het werk zijn. Hij denkt zeker dat het plein verbeterd zou kunnen worden. Hij denkt dan aan de inrichting. Hij zou graag groepjes zien van computers om bijvoorbeeld een paal met de bedrading. Dit zodat leerlingen meer ruimte hebben om met tweetallen achter een computer te werken en niet meer tegen het licht inkijken als ze op het scherm kijken. Ook zou hij de sfeer graag veranderen door bijvoorbeeld werk van leerlingen op te hangen en de regels. Hij heeft al een idee om foto’s van leerlingen te maken en die op de kastenwand te hangen Leerlingen kunnen volgens hem wel meebeslissen over de decoratie van het plein. We praten vervolgens over mede-eigenaarschap wat we kunnen creëren door hen mee te laten denken/maken. Duidelijk is dat hij het een plek van en voor de leerlingen wil maken. Hij ziet de meeste uitdaging om leerlingen gemotiveerd te krijgen/houden. Hij denkt dan aan er meer bijzitten, praten met leerlingen over wat ze aan het doen zijn en hoe en dan vooral ook complimenten geven. Als ik aangeef dat ik het voor me zie dat een docent standaard is ingeroosterd op het leerplein om samen met hem de leerlingen te coachen ziet hij dar wel wat in. Als ik aangeef dat docenten in de enquête hebben aangegeven dat hij nogal eens gemist wordt op het plein geeft hij aan dat hij meer taken heeft. Hij wil er wel 100% zijn maar kan het niet altijd. Wat dat betreft zou zo’n ingeplande docent ook erg handig zijn. Verder zou hij graag meer devices zien en ziet hij wel wat in het idee dat iedere docent een vaste dag of dagdeel heeft om met zijn klassen op het plein te werken. Ook zou hij graag een papierkast willen. Nu ziet hij docenten zelf veel sjouwen en vragen leerlingen vaak hem ook om materiaal. We dromen samen al even weg om bijvoorbeeld ook een kast te hebben met kosteloos materiaal. Door meer materiaal beschikbaar te hebben voor projecten daag je leerlingen meer uit en zijn ze meer gemotiveerd volgens ons. De kasten per klas die er nu zijn werken niet echt. Leerlingen nemen geen verantwoording voor het materiaal. Het wordt alleen zo nu en dan gebruikt om werk in op te slaan. Aan het eind van het gesprek vertel ik hem dat ik hem de verslaglegging via de mail zal toesturen en bedank ik hem hartelijk voor zijn tijd. 34 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Bijlage 2C Mail expert xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Aan: Mapengue - de Bruin A. (map) Bijlagen: (2)Alle bijlagen downloaden Publicatie-Leerpleinen.pdf (5 MB)[In browser openen]; Interieur_Leerpleinen.pdf (928 kB)[In browser openen] woensdag 2 maart 2016 11:03 Hoi Anja, Dank je voor je mail. Leuk om te lezen. Wat me opvalt (en kijk maar of je daarmee iets wilt doen) is dat je het veelal formuleert vanuit de docent en de organisatie. Bijvoorbeeld: wat is de rol van xxxxxx? Hoe kunnen we samenwerken? Hoe kunnen we het zo organiseren dat het goed loopt? Hoe moet de leerling werken op het leerplein? Etc. Ik denk dat het krachtiger wordt wanneer je het perspectief van de leerling nog wat meer betrekt bij je onderzoeksvraag. Bijvoorbeeld: wat willen leerlingen halen uit het leren en werken op het LP? Bij welke activiteiten vinden leerlingen dat ze het beste in de klas of op het LP kunnen werken? Hoe willen leerlingen graag werken? Met andere woorden: misschien is het wel mooi om te kijken of je de mening en opvattingen van jullie leerlingen er meer bij kunt betrekken? Ik denk dat het LP op z'n best werkt, als aan die beide aspecten zoveel mogelijk wordt voldaan: een 'perfecte' samenwerking door de collega's en een 'optimaal' eigenaarschap over leren door de leerlingen zelf (zelfregulerend leren). NB: perfect en optimaal is wel een behoorlijke ambitie... Dan over achtergrond en literatuur. Ken je de publicatie over leerpleinen van mijn collega's Carel van der Burg en Gina Botta? Ik mail je de drukproef wel even, die heb ik digitaal. Ook Fontys heeft iets gemaakt, maar dat heeft een iets andere insteek. Voeg ik ook toe. Het is wel leuk om nog iets over motivatiebevorderende factoren voor leren op te nemen in je onderzoek, denk ik. Maar pas op: dat kan wel heel breed en groot worden! Kern bij motivatie is hoe meer leerlingen eigenaar zijn van het eigen leren, hoe motiverender dat is. Ook geldt dat leerlingen een bepaalde hoeveelheid autonomie willen ervaren: ruimte om keuzes te maken en ruimte om op eigen manier aan het werk te gaan. Natuurlijk horen daar wel de kaders (regels, wat moet af, etc) bij en de docent zorgt daar voor. Dit (motivatiebevordering) past ook wel bij het leren en werken op het LP. Succes en tot binnenkort (hoop ik?). Met vriendelijke groet, xxxxxxxxxxx Managing consultant xxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxxxx CPS Onderwijsontwikkeling en advies 35 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Bijlage 3a Het beroepsproduct Aanbeveling 36 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Leren op het leerplein AANBEVELING VOOR DOCENTEN – BEROEPSPRODUCT 2 Introductie Leren op het leerplein; het klinkt zo leuk maar hoe geef je dat nu vorm? In je eigen klas lesgeven is overzichtelijk en dan kun je lekker doen waar jij als docent zin in hebt. Het is echter zo dat straks in het vervolgonderwijs er heel wat andere kwaliteiten verwacht worden van de leerlingen. Zelf bedenken hoe je iets gaat doen en wanneer bijvoorbeeld. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen op een leerplein gemotiveerder aan de slag gaan en dat leerlingen daar de vaardigheden kunnen ontwikkelen die ze nodig hebben om in de toekomst goed te functioneren. Maar hoe kunnen we als team 1 kader van de xxxxxxxxxx dat nu waarmaken? Hieronder volgt een aanbeveling, werkvormen en tips voor het gebruik van het leerplein. Tevens wordt er een idee gegeven voor de inrichting van het bestaande plein. Aanbeveling Uit de enquête die de afgelopen periode door jullie als team is ingevuld is gebleken dat jullie meer met projecten willen werken en meer samenwerking willen zien van de leerlingen. Tevens geven jullie aan meer uitdaging, differentiatie, verdieping en verantwoordelijkheid te willen voor leerlingen. Het leerplein blijkt hier volgens de literatuurstudie zeer geschikt voor. Het doet echter wel wat met de rol van jou als docent. Als docent zal je meer coach zijn dan dat je klassikaal lesgeeft. Je moet de les dus een andere invulling geven. Dat vraagt tijd van voorbereiding en creativiteit. Hoe geef je die les nu vorm? Er zijn 3 manieren die hierbij tot hulp kunnen zijn. 1. Volg een training hoe je groepsopdrachten maakt. 2. Heb intervisie met elkaar (zoals inmiddels al gestart is met externe coach xxxx xxxx). 3. Plan in plaats van een vergadermiddag een ontwikkelmiddag in. Het is mooi om als team te weten waar je naar toe werkt. Een doel (SMART) zou kunnen zijn: Alle vakken hebben in schooljaar 2016/2017 voor 1 kader per jaar 2 vakgebonden/vakoverstijgende projecten uitgewerkt die op het leerplein kunnen worden uitgevoerd. De rol van leerling verandert ook en dat moet niet alleen duidelijk zijn voor jou als docent maar vooral ook voor de leerling. Zorg dat je als team weet wat er van de leerlingen verwacht wordt, maar zorg vooral ook dat de leerling weet wat er van hem verwacht wordt. Dit is goed samen te vatten in bijvoorbeeld een hand-out. Om leerlingen op het plein te laten werken, samen of alleen moet je wel de juiste opstelling van een plein hebben. Op het huidige plein is er niet echt ruimte voor stilwerken, is er geen leeshoek en staan de computers dicht bij elkaar. Bijgevoegd een voorstel voor een andere opstelling met dezelfde middelen. 37 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Werkvormen Werkvormen zijn er om leerlingen actief bezig te laten zijn en al doende te leren. Bij werkvormen is het van belang dat het past bij de leefwereld van de leerling en dat het authentiek is. Het is goed om hierbij rekening te houden dat leerlingen op verschillende manieren leren. Zorg dus dat de opdrachten afwisselen. Een aantal voorbeelden van werkvormen die je kunt inzetten zijn: - Samenwerkingsvormen Een muurkrant maken (bijvoorbeeld voor Nederlands informatie over een onderwerp samenbrengen) Een spel ontwerpen (bijvoorbeeld een spel maken met Engelse handleiding en regels) Een debat voorbereiden Een rollenspel bedenken Een magazine maken - Opdrachtvormen (vaak zelfstandig) Een schema of tabel maken (bijvoorbeeld een tijdlijn over geschiedenis) Een plattegrond op schaal tekenen Video opname maken en daarbij ondertiteling schrijven. Verslag maken van bekeken filmpjes Samenvatting maken van geleerde stof Tips Onderstaande tips komen voort uit ervaring van docenten op andere scholen en als conclusie van het onderzoek. Sta open voor hulp Volg scholing Bereid opdrachten voor Ga stap voor stap Maak gebruik van intervisie Benader leerlingen positief Houd het plein samen met leerlingen gezellig Vorm een team (wees consequent in afspraken) Stel vragen om leerlingen aan het denken te zetten Geef feedback tijdens het proces Wees een voorbeeld Conclusie Het leerplein is een goede plek om leerlingen zelf te laten werken aan opdrachten en projecten. Tegelijkertijd kun je als docent inzetten op differentiatie, uitdaging en verdieping. Het beste uit je leerlingen halen en daarbij aandacht hebben voor het proces. Zorg dat duidelijk is wat jouw rol als docent is en wat je van de leerling verwacht. Als het duidelijk is wat de leerling kan gaan doen heb je als docent tijd om te begeleiden. Duidelijkheid en de juiste middelen zijn van groot belang. Dan kun je pas aan de slag! 38 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Plattegrond 39 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Stappenplan 40 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Inschrijfsysteem 41 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Bijlage 4a Planning Maken van 3 producten: 4. Aanbeveling: een overzichtelijk Word document in de kleuren van de xxxxxxxxxx. 5. Stappenplan: een A4 gemaakt in Publisher in de kleuren van de xxxxxxxxxx. 6. Inschrijfsysteem: een map in Excel waar voor elke wee een tab is waar docenten zich kunnen inschrijven. Ook hier komen de kleuren van de xxxxxxxxxx terug. De presentatie vindt plaats in de eerste schoolweek van 2016/2017. Bij de presentatie zijn in ieder geval twee docenten, de onderwijsassistent en de teamleider aanwezig. De presentatie wordt gegeven aan de hand van een PowerPoint. Voorafgaand aan de presentatie krijgen de betrokkenen de producten toe gemaild. Tijdens de presentatie wordt kort het onderzoek toegelicht en daarna de producten gepresenteerd. Daarvan zullen ook een aantal exemplaren op papier afgedrukt zijn. Tijdens en na de presentatie is er gelegenheid om vragen te stellen. De presentatie wordt afgesloten met het bespreken van de vragenlijst. Dit om na te gaan of de producten voldoen aan de ontwerpeisen en verwachtingen van de betrokkenen. Na de presentatie wordt er een verslag geschreven van de presentatie en daarin worden de reacties van de vragenlijst meegenomen. Ten slotte volgt er een conclusie over het toekomstige gebruik van de producten. 42 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Bijlage 4b Vragenlijst Inleiding De onderzoeksvraag luidde: Hoe kan het team 1 kader van de xxxxxxxxxx goed samenwerken en het leerplein tijdens de lessen gebruiken zodat leerlingen met verschillende opdrachten aan het werk zijn en daarbij gebruik maken van geschikte faciliteiten? Het doel van het onderzoek en het daaruit komende product (stappenplan, inschrijfsysteem, werkvormen en/of aanbeveling inrichting) was dat jullie als team enthousiast aan de slag willen gaan om te werken met leerlingen op het leerplein en dat de jullie de leerlingen zo motiveren om op een praktische manier verschillende opdrachten te gaan doen. Vraag 1 Wat vind je globaal van het onderzoek? Vind je het nuttig, begrijp je de vraag etc.! Vraag 2 Wat vind je van de producten? Licht je antwoord toe met behulp van onderstaande sub vragen. 2a Aanbeveling Vind je de werkvormen geschikt? Heb je wat aan de tips? Wat vind je van de aanbevolen inrichting van het plein? 2b Stappenplan Is het duidelijk wat er van de leerling qua gedrag verwacht wordt? Is het duidelijk wat de stappen zijn die een leerling maakt op het plein? Is het duidelijk wat de rol van ELO is? Is het totaal gebruiksvriendelijk voor zowel docenten als leerlingen? 2c Inschrijfsysteem Is het systeem overzichtelijk? (denk aan tijden, faciliteiten etc.) Kun je zo tijdig plannen? Vraag 3 Heb je door middel van dit onderzoek als teamlid handvatten gekregen voor een meer efficiënt gebruik van het leerplein? Vraag 4 Wat zijn voor jou zwakke kanten van het product? Wat zijn voor jou sterke kanten van het product? Vraag 5 Heb je nog tips of tops? 43 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695 Vragenlijst met antwoorden Inleiding Hieronder heb ik kort vermeld wat reacties van teamleden waren tijdens het feedbackmoment. Vraag 1 Wat vind je globaal van het onderzoek? Vind je het nuttig, begrijp je de vraag etc.! Het onderzoek sluit goed aan op wat er op dat moment leeft in het team. Het is organisatorisch goed opgezet. Vraag 2 Wat vind je van de producten? Licht je antwoord toe met behulp van onderstaande sub vragen. 2a Aanbeveling Vind je de werkvormen geschikt? Heb je wat aan de tips? Wat vind je van de aanbevolen inrichting van het plein? De aanbeveling willen sommigen nog wel wat beter lezen. De stilte-werkplekken op het plein zijn ze enthousiast over. Een docent geeft aan dat het geen strafplek moet zijn, maar de discussie volgt al snel dat het ook vaak een keus van een leerling zal zijn om daar te gaan zitten. Docenten kunnen zich helemaal aansluiten bij de 3 aanbevolen stappen. 2b Stappenplan Is het duidelijk wat er van de leerling qua gedrag verwacht wordt? Is het duidelijk wat de stappen zijn die een leerling maakt op het plein? Is het duidelijk wat de rol van ELO is? Is het totaal gebruiksvriendelijk voor zowel docenten als leerlingen? Het stappenplan is het meest besproken. De inhoud vinden ze top. Ze denken alleen dat er te veel tekst op staat. Sommige punten zijn voor de hand liggend (zoals niet eten en drinken) en anderen kunnen korter. Ze vinden het zeker gebruiksvriendelijk. 2c Inschrijfsysteem Is het systeem overzichtelijk? (denk aan tijden, faciliteiten etc.) Kun je zo tijdig plannen? Dit systeem vinden ze heel handig. Sommigen willen alleen graag twee hokjes per les zodat je je ook makkelijker voor een halve les kunt inschrijven. Vraag 3 Heb je door middel van dit onderzoek als teamlid handvatten gekregen voor een meer efficiënt gebruik van het leerplein? Hier zijn ze duidelijk dat het aanzet tot efficiënt werken op het plein. Het laat docenten meer samenwerken en ook kritisch nadenken over het leerplein. Vraag 4 Wat zijn voor jou zwakke kanten van het product? De zwakke kant vinden ze te veel tekst op het stappenplan. Wat zijn voor jou sterke kanten van het product? Dat er een stappenplan is en ze zien het al hangen en staan op het leerplein. Heel helder en duidelijk. Vraag 5 Heb je nog tips of tops? Top dat het zo goed aansluit. Tips zijn al eerder genoemd. 44 | OAR-H2BERPDT2-12 l Projectverslag l Anja de Bruin I 1650695