zingt Engelse koormuziek 9 maart 2003 Bavo kerk te Heemstede Programma Thomas Morley (1557 – 1603) Now is the month of Maying John Bennett (1575 – ±1614) O sleep, fond fancy Weep, o mine eyes Jan Pieterszoon Sweelinck (1562 – 1621) Pavana Lachrimae (JvG orgel) Gustav Holst (1874 – 1934) Now is the month of Maying Charles Villiers Stanford (1852 – 1924) The blue bird Thomas Weelkes (1575 – 1623) Gloria in excelsis Deo – PAUZE – Thomas Tallis (1505 – 1585) O Lord, give thy Holy Spirit O sacrum convivium Edward Elgar (1857 – 1934) The Shower Death on the hills (oorspr. Russisch) Serenade John Stanley (1713 – 1786) Voluntary op. 7 nr. 6 in F, Andante – Vivace (JvG orgel) Henry Purcell (1659 – 1695) Remember not, Lord, our offences O God, thou art my God (psalm 63) 1 Toelichting op het programma Wie aan koormuziek denkt, denkt aan Engeland. Al eeuwen lang kent Engeland een koorcultuur, die in Europa zijn gelijke niet kent. Door het hoge niveau van met name de universiteitskoren hebben componisten een ongekend mooi instrument in handen. De wisselwerking die hieruit ontstaat ligt aan de basis van een uitgebreid koorrepertoire. Het zou bezijden de waarheid zijn om te stellen dat Sola Re Sonare vanmiddag een bloemlezing biedt uit 7 eeuwen Engelse koormuziek; de bloemenzee is onafzienbaar en te pluriform om daar in het tijdsbestek van een uur een staalkaart van te kunnen geven. Eén van de grootste renaissancecomponisten is ongetwijfeld Thomas Tallis. Zijn pièce de résistance is het motet “Spem in alium”, geschreven voor maar liefst acht 5-stemmige koren; een 40-stemmig motet dus. Zijn muziek paart vakmanschap aan een geheel persoonlijk idioom, dat gekenmerkt wordt door een grote sonoriteit. Hoewel de Engelse muziek door de eeuwen heen een heel eigen karakter heeft gehad, betekent dit allerminst dat de Engelse muziek verstoken is gebleven van continentale invloeden. Het madrigaal, ontstaan in Italië en aan het eind van de Renaissance veruit het populairste genre, vindt ook zijn weg naar Engeland en krijgt daar vervolgens een geheel eigen invulling, getuige de beide madrigalen van John Bennett. Het beroemde “Weep, o mine eyes” is gebaseerd op het gelijknamige lied van John Dowland (1562-1626). Dit lied wordt een “tophit” in heel Europa en onder andere onze eigen Jan Pieterszoon Sweelinck schrijft hier onder de titel “Pavana lachrimae”een aantal variaties over. Kenmerkend voor het madrigaal is de expressieve tekstuitbeelding. Uit dezelfde tijd stamt het “ballet” van Thomas Morley “Now is the month of maying”. Dat het een ballet is geeft al aan, dat er op deze muziek gedanst kon worden, bovendien geeft de componist ook de mogelijkheid om het stuk louter instrumentaal uit te voeren. Zo´n 300 jaar later zet Gustav Holst, bekend van het symfonische werk “The Planets” dezelfde tekst nog eens op muziek. Een volgend juweel is het motet “gloria in excelsis Deo” van Thomas Weelkes. Hoewel “slechts” 6-stemmig, lijkt er een complete hemelse heerschare ten tonele gevoerd te worden; een staaltje van polyfoon meesterschap. Let vooral ook op de verrassende harmonische wending bij de tekst “to tune thy heart” (“to tune” betekent het stemmen van een instrument). De belangrijkste barokcomponist in Engeland is Henry Purcell. Hij ondervindt invloeden vanuit Italië en vooral Frankrijk (Lully 1632-1687) en introduceert de opera in Engeland. Zijn muziek is altijd onmiskenbaar Purcell. Via de blinde orgelcomponist en Handel-adept John Stanley belanden we tenslotte in de romantiek, die in Engeland wat langer duurt dan in de rest van de wereld. De avant-garde muziek, zoals die rond 1910 aan het vaste land gestalte krijgt, vindt in Engeland weinig weerklank. Eén van de boegbeelden van de Engelse laat-romantiek is Edward Elgar, vooral bekend van zijn mars “Pomp and circumstance”, waarin de melodie “Land of hope and glory” optreedt (vast onderdeel van de “last night of the proms”). De drie koorliederen die van hem worden uitgevoerd laten de componist van een heel andere kant zien. Generatiegenoot Charles Villiers Stanford tenslotte voorziet het prachtige impressionistische gedicht “The Bluebird” van een passende, kleurrijke toonzetting. Joop van Goozen 2