Stap 3. De meldingen worden vanuit de centrale registratiedatabase

advertisement
Handreiking voor GGD’en ten behoeve van
‘Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden’
Sylvia Commandeur
21 februari 2017
1
Inleiding
Het aantal onverzekerden in Nederland, ofwel, mensen zonder zorgverzekering, bedroeg begin 2015
29.454 onverzekerden, uit: https://www.staatvenz.nl/kerncijfers/onverzekerden-zorgverzekering.
In 2011 bedroeg dat aantal nog bijna 58.000. Dit zijn personen die in beeld zijn bij het Zorginstituut
Nederland. Hoe groot het aantal onverzekerden dat (nog) niet in beeld is, is niet bekend.
Een groot aantal onverzekerden is in staat om de zorg zelf te betalen. Voor de personen die dit niet
kunnen heeft het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) een regeling ontwikkeld
voor de financiering van onverzekerdenzorg. Deze financieringsregeling verzekerbare zorg voor
onverzekerden is toegankelijk voor alle zorgaanbieders uit de eerste en tweede lijn die medisch
noodzakelijke zorg geven aan een onverzekerde. De regeling beperkt zich tot onverzekerden die
verzekeringsplichtig zijn.
Bijna alle verzekerbare zorg wordt vanuit deze regeling gefinancierd, dus ook de zorg die door
GGD’en wordt geboden aan onverzekerden.
De ingangsdatum van de regeling is 1 maart 2017, en de regeling duurt in principe vijf jaar. Het is
een tijdelijke regeling die door het CAK wordt uitgevoerd.
Achtergrond onverzekerdheid1
De subsidieregeling onverzekerdenzorg komt voort uit de activiteiten van het Aanjaagteam
verwarde personen. Onverzekerd zijn levert problemen op voor toegang tot de zorg voor verwarde
personen. Toegang tot de zorg en continuïteit van zorg zijn essentieel in een sluitende aanpak. Het
hebben van een zorgverzekering is daarvoor een noodzakelijke randvoorwaarde. Het is een
wettelijke plicht en de eigen verantwoordelijkheid voor een ieder om zich voor ziektekosten te
verzekeren, maar sommige mensen hebben hierbij actieve ondersteuning nodig. Het kabinet en de
VNG willen er daarom alles aan doen om de kans dat iemand niet verzekerd is zo klein mogelijk te
maken.
Actief traceren door gemeenten
Een deel van de problematiek rond mensen die verward gedrag vertonen komt voort uit het feit dat
mensen onverzekerd zijn. Het niet verzekerd zijn kan vele oorzaken hebben. Mensen zijn
onverzekerd omdat zij zich niet willen verzekeren, uit onbekendheid, of omdat ze het vergeten zijn,
of omdat ze het niet begrijpen of om andere redenen onvoldoende in staat zijn zelf de stappen te
zetten die nodig zijn om een zorgverzekering af te sluiten. De mensen die verzekeringsplichtig en
verzekerbaar zijn moeten actief geholpen worden. Wanneer er sprake is van onverzekerdheid dan zal
de gemeente proberen de onverzekerde actief te bewegen tot verplichte verzekering. De gemeente
kan dat vergemakkelijken door collectieve verzekeringen aan te bieden voor minima en chronisch
zieken, waarbij de premie ingehouden kan worden op de uitkering en voorzieningen kunnen worden
opgenomen over het betalen van het eigen risico. Daarmee wordt voorkomen dat verwarde mensen
- nadat zij verzekerd zijn - snel weer wanbetaler worden. Gemeenten trachten dus zoveel mogelijk
mensen toe te leiden tot in zorg(verzekering)stelling. Dit gebeurt vaak in samenwerking met
maatschappelijke organisaties die deze mensen in hun dagelijks werk tegenkomen.
Voordat iemand verzekerd kan worden, moet hij zijn ingeschreven in de BRP. Zonder deze
inschrijving is het niet mogelijk om je te verzekeren. Vaak zijn deze mensen bij hulpverleners al
1
Deze tekst komt uit de brief aan de Tweede Kamer 2 mei 2016
2
bekend, maar als dat niet zo is, zijn gemeenten in de positie om deze mensen te traceren en in de
BRP in te schrijven.
Rol van de GGD
Zorgaanbieders kunnen uitsluitend in aanmerking komen voor een subsidie indien zij bij het landelijk
meldpunt van GGD GHOR Nederland, hebben gemeld dat medisch noodzakelijke zorg is verleend.
Vanuit het centrale meldpunt wordt de melding doorgezet naar de lokale GGD waar de zorgverlener
onder ressorteert.
De meldingsplicht is opgenomen om het risico van oneigenlijk gebruik van de subsidieregeling te
verkleinen. De melding maakt controle mogelijk en is voorwaarde om te bevorderen dat de persoon
vervolgens wel verzekerd wordt . Een ander belangrijk aspect van de melding is dat hierdoor de
mogelijkheid gecreëerd wordt een vervolgtraject in te zetten. Zoals in de kabinetsbrief van 2 mei
2016 is toegelicht, is deze regeling ondersteunend aan de integrale aanpak van verwarde personen.
Gemeenten zijn hiervoor verantwoordelijk. Gemeenten hebben een rol in de toeleiding naar een
zorgverzekering. Het is de bedoeling dat de gemeente ervoor zorgt dat er stappen worden gezet om
de onverzekerde personen te helpen zich te verzekeren. Afhankelijk van de afspraken die er door
gemeenten en GGD gemaakt worden, wordt de melding door de gemeente zelf, of een door de
gemeente aangewezen partij zoals de GGD , sociaal team of andere of andere maatschappelijke
organisatie opgepakt. Als iemand geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, moeten gemeenten een
briefadres verstrekken en indien nodig aanvullende voorzieningen aanbieden, zoals een uitkering,
schuldhulpverlening en ondersteuning bij het zoeken naar werk of een woning. Bedoeling is dat
mensen zo goed mogelijk geholpen worden zich te verzekeren en dat zoveel mogelijk oorzaken of
redenen om dit niet te doen worden weggenomen. Het is van belang om een onverzekerd persoon in
te schrijven of te doen inschrijven als verzekerde, zodat eventuele vervolgzorg voor deze persoon ten
laste van diens zorgverzekering komt en niet meer hoeft te worden vergoed uit de subsidieregeling.
Door de meldingsplicht is het ook mogelijk om verwarde personen die zorg mijden te helpen. Als zij
bij de crisisdienst belanden, maar niet onder wet BOPZ vallen en behandeling weigeren, gaan zij weer
terug naar huis. Door de melding aan de GGD komt deze persoon toch weer in zicht, kan een
zorgverzekering worden gesloten en kan een OGGz traject opgestart worden.
Kortom: de melding door de zorgaanbieder is niet heel anders dan de bestaande praktijk van de
(meeste) GGD’en met een meldpunt (OGGZ) en bevordert dat het beoogde vervolgtraject wordt
ingezet.
Zie ook het Stappenplan voor GGD zonder OGGz en het Stappenplan voor GGD met OGGz in de
bijlage.
Doelgroep: onverzekerden die verzekeringsplichtig zijn
Iedereen die in Nederland woont of werkt is meestal verzekerd voor de Wet langdurige zorg (Wlz).
De Wlz is een volksverzekering en dekt ziektekosten die niet onder de gewone zorgverzekering
vallen. Als u verzekerd bent voor de Wlz dan bent u verplicht een zorgverzekering af te sluiten.
Een kleine groep mensen woont wel in Nederland maar is toch niet verzekerd voor de Wlz.
3
Niet verzekeringsplichtig
Op de verzekeringsplicht zijn een aantal uitzonderingen:
 Militairen in actieve dienst
 Personen die vanwege principiële bezwaren geen zorgverzekering wilt afsluiten. U moet dit dan
wel melden bij de Sociale Verzekeringsbank.
 Gedetineerden, hiervan zijn worden de rechten en plichten van de Zorgverzekeringswet
opgeschort. De zorgverzekering blijft wel bestaan. De minister van Justitie is verantwoordelijk
voor hun zorg.
 Illegalen (zie regeling onverzekerbare vreemdelingen)
 Personen die in het buitenland werken
Samenhang met andere regelingen
De regeling onverzekerden geldt ook niet wanneer een andere regeling van toepassing is zoals de
Regeling voor onverzekerbare vreemdelingen.
Deze regeling geldt voor:
 illegaal in Nederland verblijvende vreemdelingen;
 vreemdelingen die een aanvraag voor een verblijfsvergunning hebben ingediend;
 vreemdelingen die bezwaar of beroep hebben ingesteld tegen een afwijzende beslissing op een
aanvraag voor een reguliere verblijfsvergunning.
De regeling onverzekerbare vreemdelingen is niet van toepassing op:
 Nederlanders;
 inwoners van Aruba, Curaçao en St. Maarten;
 EU-onderdanen;
 inwoners van IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland.
Voorbereiding door GGD
De volgende activiteiten kan elke GGD doen:
1. intern beleggen van de regeling bij een verantwoordelijke persoon, bij een afdeling en een of
meerdere uitvoerende personen. Bijvoorbeeld: verantwoordelijke persoon is manager
maatschappelijke zorg, afdeling is maatschappelijke zorg, hier vallen de OGGz taken onder,
uitvoerend persoon is de sociaal of OGGz verpleegkundige.
2. aanmaken e-mail adres voor de notificatie van de meldingen
3. voeren van gesprekken met gemeenten binnen de regio: hoe willen zij omgaan met de meldingen
die binnenkomen? Gaat alles via de centrumgemeente(n) (voorkeur) of via alle gemeenten? Welke
loket / ingang kan gebruikt worden bij de gemeente? Welke rol dicht de gemeente de GGD hierin
toe? Speelt de GGD een rol in het vervolgtraject? Kan de GGD een rol spelen als regisseur? Heeft
de GGD een rol in het monitoren voor de gemeente?
4. eventueel de regeling bespreken in een bestuurlijk overleg van de GGD, bijvoorbeeld in het
dagelijks bestuur. Let op: het melden bij de GGD staat hierbij niet ter discussie maar is vastgelegd
in de subsidieregeling.
4
ICT implicaties binnen een GGD
Zie bijlage 2.
Privacy aspecten
Camiel Beijer, extern jurist, heeft advies uitgebracht aan GGD GHOR Nederland ten behoeve van het
beantwoorden van een aantal gestelde vragen rondom privacy in het kader van de regeling.
In zijn advies is de toestemming van de onverzekerde voor het doorgeven van gegevens van
essentieel belang. Maar voor het verkrijgen van subsidie is die toestemming ook essentieel.
Dit betekent dat zonder de toestemming de melding niet doorgezet kan worden, maar ook het
subsidieproces niet ingezet kan worden. In hoeverre dat in de praktijk een groot obstakel blijkt te
zijn, moet blijken.
Rol van gemeente
De gemeente is ervoor verantwoordelijk zo snel mogelijk in contact te treden met de onverzekerde.
Dit kan door de gemeente weer bij de GGD of een andere partij belegd worden. Snelheid is van
belang omdat de onverzekerde in beeld is op het moment dat hij zorg krijgt. Het is ook van belang
snel een zorgverzekering in orde te maken vanwege risico dat de cliënt noodzakelijke medische
vervolgzorg misloopt of dat de kosten hoog oplopen. Daarna komt de vraag op tafel wat er verder
nodig is in de sfeer van ondersteuning, huisvesting, inkomen en maatschappelijke zorg.
Het betreft een uitvoeringsregeling en geen nieuwe wettelijke taak. De gedachte is dat het landelijk
meldpunt via de subsidieregeling een extra vindplaats is van cliënten voor maatschappelijke zorg.
Het ligt daarom in de rede om de follow-up van de onverzekerdenregeling aan te laten sluiten op het
bestaande sociaal domein.
Per regio zijn er verschillen in de structuur: wie is verantwoordelijk voor het keukentafelgesprek of
onderzoek bij een persoon met verward gedrag? Hoe werkt hij samen met de ambtenaren van
Burgerzaken die verantwoordelijk zin voor de BRP/briefadressen? Wie kan zorgen dat de
onverzekerde krijgt wat hij nodig heeft?
In de gemeentelijke praktijk zijn er allerlei teams die hiermee aan de slag kunnen gaan, bijvoorbeeld
een team Vangnet & Advies, het steunpunt OGGz, het sociaal wijkteam of een gemeentelijk
uitvoeringsloket. Het komt erop neer af te spreken wáár de melding bij de GGD terecht komt en wie
in de (centrum)gemeente er vervolgens mee aan de slag gaat. Dit is bij voorkeur een team of een
loket met 24-uurs bereikbaarheid.
Rol van CAK
De subsidieregeling wordt uitgevoerd door het CAK. Het CAK zal de regeling namens de Minister van
VWS in mandaat uitvoeren.
Omdat de melding een voorwaarde voor het verkrijgen van subsidie is, doet het CAK ter controle
navraag bij GGD GHOR Nederland of de melding is gedaan en ook of deze op tijd is gedaan.
Dit gebeurt dus niet bij de afzonderlijke GGD’en.
Het is ook het CAK die de verzekeringsplicht controleert via de Sociale Verzekeringsbank.
5
Communicatie over de regeling
Het ministerie van VWS publiceert de regeling in de Staatcourant. Dit is nog niet gebeurd.
VNG heeft de informatie over de onverzekerdenregeling op haar site geplaatst.
Hier is ook handreiking te vinden die de VNG voor gemeenten heeft gemaakt. Deze is voor GGD’en
ook goed bruikbaar.
Met deze regeling is er ook een verband met de circulaire briefadres die door het ministerie van
Binnenlandse zaken naar alle gemeenten is verzonden. Deze is op GGD GHOR Kennisnet te vinden,
op de themapagina verwarde personen zie https://www.ggdghorkennisnet.nl/thema/verwardepersonen/publicaties/publicatie/15810-circulaire-van-bzk-over-het-briefadres .
CAK
Vanuit het CAK worden de zorgverleners geïnformeerd, zowel individuele zorgverleners als de
koepelorganisaties. Op de website van het CAK wordt over de onverzekerdenregeling
gecommuniceerd en zullen ook de diverse formulieren beschikbaar zijn.
Vragen van zorgverleners of bepaalde zorg wel of niet gedeclareerd kan worden, zullen door het CAK
worden beantwoord.
Vergoeding GGD’en
2016: 2.500,- te declareren bij GGD GHOR NL
2017: vanaf 1 maart: 9,33 per melding voor doorzetten (10 minuten per melding)
Overig: is regulier werk
2017: 1.472,- voor monitoren (2 dagen) te declareren bij GGD GHOR Nederland
-> Evalueren en eventueel bijstellen
6
Stappenplan voor GGD zonder OGGz
Stap 1. Zorgverlener verleent medische noodzakelijke zorg in kader van de subsidieregeling
onverzekerdenzorg. Hierbij gaat het om een verzekeringsplichtig persoon. Voor zover
mogelijk is dit door de zorgverlener nagegaan.
Stap 2. Zorgverlener doet binnen 24 uur na het verlenen van verleende zorg, ongeacht dag of
tijdstip een melding aan de GGD, via het centrale meldpunt van GGD GHOR Nederland.
Hiervoor logt de zorgverlener in op het centrale meldpunt van GGD GHOR Nederland waarbij
de identificatie via zijn of haar UZI pas gebeurt. Heeft de zorgverlener geen UZI pas, dan kan
de melding gefaxt worden naar GGD GHOR Nederland waar de melding handmatig in het
centrale meldsysteem wordt ingevoerd. Alle meldingen komen in een zogenaamde centrale
registratiedatabase.
Stap 3. De meldingen worden vanuit de centrale registratiedatabase in het databuffet van GGD
GHOR Nederland ingelezen. Zodra de meldingen in het databuffet zitten, kunnen de GGD’en
er ook bij.
Stap 4. Op basis van melding wordt een notificatiemail naar de zorgverlener gestuurd waarin is
aangegeven bij welke GGD de melding is binnengekomen. De toedeling van de meldingen
naar de lokale GGD’en vindt plaats op basis van postcode van de zorgverlener.
Stap 5. Op basis van de melding wordt ook een notificatiemail naar lokale GGD gestuurd.
Stap 6. De lokale GGD kan een dag later de betreffende melding in het databuffet bekijken of uit het
databuffet halen. Hiervoor logt een GGD medewerker in het portal van het databuffet in.
De autorisatie verloopt via de identity manager van het databuffet.
Stap 7. Afhankelijk van de afspraken met gemeenten, zet de lokale GGD de melding door naar ofwel
een afdeling van de gemeente zelf of naar een partij die daarvoor door de gemeente is
aangewezen. Het kan de centrumgemeente zijn (bij voorkeur) maar ook een van de overige
gemeenten. Betreft het vervolgzorg in de vorm van WMO-ondersteuning dan kan de
melding naar bijvoorbeeld het sociaal wijkteam of naar het WMO-loket gaan.
Stap 8. Afhankelijk van de afspraken met gemeenten, zet de lokale GGD de melding door naar
een afdeling van de gemeente om de onverzekerde in verzekering te krijgen en zo nodig het
verkrijgen van een briefadres.
Stap 9. Eens per kwartaal controleert het CAK de ingediende declaraties met de binnengekomen
meldingen bij GGD GHOR Nederland. Hier wordt nog een aparte procedure voor ontwikkeld.
Hier heeft de lokale GGD geen bemoeienis mee.
Stap 10. De lokale GGD monitort de binnengekomen meldingen en rapporteert eens per jaar hierover
aan z’n gemeenten.
7
Stap 11. GGD GHOR Nederland monitort de binnengekomen meldingen en rapporteert jaarlijks over
de meldingen aan VWS en de VNG.
Bij een nieuwe melding worden wederom de stappen 2 tot en met 11 doorlopen. Maar hier komt bij
dat het om een eerder gemeld persoon kan gaan. Als wens voor de (nabije) toekomst wordt
nagegaan of er bij het invoeren van de melding direct kan worden gekeken of het om een eerder
gemeld persoon gaat.
8
Stappenplan voor GGD met OGGz
Stap 1. Zorgverlener verleent medische noodzakelijke zorg in kader van de subsidieregeling
onverzekerdenzorg. Hierbij gaat het om een verzekeringsplichtig persoon. Voor zover
mogelijk is dit door de zorgverlener nagegaan.
Stap 2. Zorgverlener doet binnen 24 uur na het verlenen van verleende zorg, ongeacht dag of
tijdstip een melding aan de GGD, via het centrale meldpunt van GGD GHOR Nederland.
Hiervoor logt de zorgverlener in op het centrale meldpunt van GGD GHOR Nederland waarbij
de identificatie via zijn of haar UZI pas gebeurt. Heeft de zorgverlener geen UZI pas, dan kan
de melding gefaxt worden naar GGD GHOR Nederland waar de melding handmatig in het
centrale meldsysteem wordt ingevoerd. Alle meldingen komen in een zogenaamde centrale
registratiedatabase.
Stap 3. De meldingen worden vanuit de centrale registratiedatabase in het databuffet van GGD
GHOR Nederland ingelezen. Zodra de meldingen in het databuffet zitten, kunnen de GGD’en
er ook bij.
Stap 4. Op basis van melding wordt een notificatiemail naar de zorgverlener gestuurd waarin is
aangegeven bij welke GGD de melding is binnengekomen. De toedeling van de meldingen
naar de lokale GGD’en vindt plaats op basis van postcode van de zorgverlener.
Stap 5. Op basis van de melding wordt ook een notificatiemail naar lokale GGD gestuurd.
Stap 6. De lokale GGD kan een dag later de betreffende melding in het databuffet bekijken of uit het
databuffet halen. Hiervoor logt een GGD medewerker in het portal van het databuffet in.
De autorisatie verloopt via de identity manager van het databuffet.
Een andere mogelijke variant voor de toekomst is dat een rechtstreekse koppeling wordt
gelegd tussen een registratiesysteem van een lokale GGD en het centrale meldpunt. Dan
worden de meldingen automatisch ingelezen in het lokale systeem. Dit is een oplossing voor
de langere termijn en alleen zinvol bij grote aantallen meldingen.
Stap 7. De lokale GGD vergelijkt de gegevens van de melding met gegevens van z’n eigen
registratiesysteem en kan tevens opvragen bij ketenpartners (bijvoorbeeld tweedelijns GGZ)
of de persoon bekend is.
Stap 8. Als de persoon bekend is, wordt contact opgenomen met de desbetreffende ketenpartner.
Deze komt vervolgens in actie om de cliënt te benaderen. Als de persoon niet bekend is,
komt de lokale GGD, afhankelijk van de taken die belegd zijn van de GGD, zelf in actie om
contact te leggen met de betreffende persoon om te kijken welke zorg en ondersteuning
eventueel nodig zijn.
Stap 9. Afhankelijk van de afspraken met gemeenten en de taken die belegd zijn bij de lokale GGD,
zet de lokale GGD de melding door naar ofwel een afdeling van de gemeente zelf of naar
een partij die daarvoor door de gemeente is aangewezen. Het kan de centrumgemeente zijn
(bij voorkeur), maar ook een van de overige gemeenten. Betreft het vervolgzorg in de vorm
van WMO-ondersteuning dat kan de melding naar bijvoorbeeld het sociaal wijkteam of naar
het WMO-loket gaan.
9
Stap 10. Afhankelijk van de afspraken met gemeenten en de taken die belegd zijn bij de lokale GGD,
zet de lokale GGD de melding door naar een afdeling van de gemeente om de onverzekerde
in verzekering te krijgen en zo nodig het verkrijgen van een briefadres. Welke gegevens
kunnen en mogen meegeleverd worden?
Stap 11. Eens per kwartaal controleert het CAK de ingediende declaraties met de binnengekomen
meldingen bij GGD GHOR Nederland. Hier wordt nog een aparte procedure voor ontwikkeld.
Hier heeft de lokale GGD geen bemoeienis mee.
Stap 12. De lokale GGD monitort de binnengekomen meldingen en rapporteert eens per jaar hierover
aan z’n gemeenten.
Stap 13. GGD GHOR Nederland monitort de binnengekomen meldingen en rapporteert jaarlijks over
de meldingen aan VWS en de VNG.
Bij een nieuwe melding worden wederom de stappen 2 tot en met 13 doorlopen. Maar hier komt bij
dat het om een eerder gemeld persoon kan gaan. Als wens voor de (nabije) toekomst wordt
nagegaan of er bij het invoeren van de melding direct kan worden gekeken of het om een eerder
gemeld persoon gaat.
10
Bijlage 1. Q&A
1. Q: Waarom is het meldpunt bij de GGD neergelegd?
A: Enerzijds vanuit een praktisch oogpunt: een centraal meldpunt van de GGD’en was op korte
termijn te realiseren. Anderzijds hebben veruit de meeste GGD’en ook OGGz taken. Daar past het
meldpunt heel goed bij. De positionering van de OGGz kan hierdoor verbeteren, kan bijdragen
aan een goede verbinding in het sociale domein en daarmee aan de positie van GGD’en in het
sociale domein.
2. Q: Mijn GGD heeft geen OGGZ waarom moeten wij als GGD er dan toch tussen zitten?
A: Dit is landelijk voor alle GGD’en zo afgesproken. De meeste GGD’en hebben wel een OGGz
taak. Het meldpunt biedt mogelijkheden voor GGD’en zonder OGGz taak om bepaalde diensten
toch aan te bieden, zoals monitoring.
3. Q: Waar ligt de verantwoordelijkheid voor het oppakken van de melding, het vervolg?
A: Deze verantwoordelijkheid ligt bij de gemeente (en dus niet bij de GGD).
4. Q: Zijn er afspraken over naar welke gemeente de melding vanuit de GGD naar toe moet?
A: Nee, deze afspraken moeten lokaal gemaakt worden. Vaak ligt een centrumgemeente wel
voor de hand.
5. Q: Moet de GGD de melding controleren?
A: Nee, de GGD hoeft de melding niet te controleren, dat is de taak van het CAK.
6. Q: Krijgt de GGD geld voor het verwerken van de meldingen?
A: Ja, de GGD krijgt een vergoeding voor het verwerken van de meldingen en een vergoeding
voor het monitoren van de meldingen.
7. Q: Welke zorg kan de GGD zelf in het kader van deze regeling declareren?
A: Antwoord van CAK op 1 december: Het gaat te allen tijde om zorg die in het basispakket zit
van de Zvw. Nu de regeling pas in 2017 zal gaan gelden, zijn er een aantal aanpassingen
(basispakket is uitgebreid per 2017). Globaal is een overzicht te vinden op
https://www.zorgverzekeringen2017.nl/basispakket-2017/. Daarnaast is de extra eis, dan de
zorgverlener deze zorg medisch noodzakelijk moet achten. Dit wordt door de zorgverlener
beoordeeld en niet door ons.
8. Q: Wordt de subsidieregeling tussentijds geëvalueerd?
A: Ja, de subsidieregeling wordt uiterlijk een jaar na invoering geëvalueerd.
9. Q: Hoe weet de zorgverlener (en de GGD) of iemand verzekeringsplichtig is?
A: Dat kan de zorgverlener en de GGD niet (zeker) weten. Degene die dit kan toetsen is de SVB.
10. Q: Waarom valt tandartsenzorg niet onder de regeling?
A: Tandartszorg valt niet onder het basispakket en valt derhalve buiten de regeling.
11. Q: Wie kan de melding inzien bij de GGD?
A: Dit is degene die is aangewezen om de meldingen in te zien en daarvoor geautoriseerd is.
12. Q: Onze GGD heeft geen OGGz, zijn wij dan verlengd bestuur en kunnen (mogen) wij derhalve
niets met de melding vanuit het zorgdomein?
11
A: Nee, dat is niet juist …… (aanvullen)
13. Q: Zijn er vanuit VWS kaders aangegeven voor het monitoren van de regeling?
A: Nee, vanuit VWS zijn (nog) geen kaders aangegeven voor monitoring.
14. Q: Wie communiceert over de regeling naar de zorgverleners?
A: Het CAK informeert de zorgverleners, zowel individuele zorgverleners als de
koepelorganisaties
15. Q: Is de wijze van melden en het traject daarna getoetst aan de privacy wet?
A: Ja, GGD GHOR Nederland heeft de verschillende stappen in het proces laten toetsen aan de
privacy wetgeving.
12
Bijlage 2: Stappenplan ICT
Hieronder wordt weergegeven welke stappen een GGD moet doorlopen om toegang tot gegevens in
het databuffet te krijgen, de gegevens betreffende de meldingen vanuit het meldpunt
onverzekerdenzorg zullen ook in het databuffet worden opgeslagen. De wijze van toegang en
ophalen van gegevens zijn vergelijkbaar met de wijze waarop dat voor de DUO / bron gegevens
gebeurt. Stap 1 en 2 zijn normaliter door elke GGD al doorlopen.
1 Inleiding
GGD GHOR Nederland zal in toenemende mate gegevens verzamelen en delen met publieke
gezondheidszorg-organisaties op het databuffet via de AmZX met behulp van de ID-manager.
Om tot het databuffet toegang te krijgen dient een GGD een aantal zaken te regelen.
2
Checklist databuffet
1.
Aansluiten op de AmZX
Het databuffet is alleen toegankelijk voor GGD’en die zich bij de AmZX (Amsterdam Zorg Exchange)
hebben aangesloten. De AmZX is een beveiligde omgeving die is ontwikkeld voor een veilige
overdracht van gegevens tussen aangesloten organisaties.
Meer informatie over het aanmelden is te vinden op: https://www.ggdghorkennisnet.nl/groep/195pgim-pg-zorg-exchange-amzx.
2.
Bereikbaarheid databuffet instellen
Tijdens het aansluiten op de AmZX dient het databuffet te worden ontsloten.
Meer informatie is te vinden op:
https://www.ggdghorkennisnet.nl/groep/195-pgim-pg-zorg-exchange-amzx
3.
Koppelen met centrale ID-manager
Alleen de juiste personen mogen toegang krijgen tot het databuffet. Daarom dient de eigen lokale
gebruikersadministratie te worden gekoppeld aan een centrale ID-manager. Dat stelt de organisatie
in staat zelf de rechten van gebruikers op het databuffet in de lokale AD/ADFS te administreren door
middel van groepen. De groep die gebruikt dient te worden hangt af van de dataset.
Meer informatie over het koppelen met de ID-manager is te vinden op:
https://www.ggdghorkennisnet.nl/groep/340-pgim-id-manager/documenten
De namen van de groepen kunt u vinden op de wiki van het databuffet:
https://databuffet.ggdghor.nl/mediawiki/
4.
Bewerkingsovereenkomst- en samenwerkingsovereenkomst sluiten
Mogelijk dient voor het benaderen van specifieke datasets een overeenkomst te worden gesloten.
Deze informatie is te vinden op de wiki van het databuffet:
https://databuffet.ggdghor.nl/mediawiki/
13
5.
Toegang tot het bestand
Een gebruiker die geautoriseerd is voor het databuffet kan zich aanmelden op het dataportaal en
heeft daarna toegang tot de gegevensset. Bij het aanmelden gebruikt de gebruiker de gebruikersnaam en het wachtwoord van de eigen organisatie, aangevuld met een extra gegeven, zoals
bijvoorbeeld een code vanuit een app. Dit wordt ingesteld vanuit de eigen organisatie.
6.
Ophalen gegevens
Gegevens kunnen worden opgehaald in diverse vormen:




CSV bestand. Gegevenssets zijn beschikbaar als platte gegevensbestanden die los kunnen
worden gedownload en kunnen worden ingeladen in Excel en andere toepassingen.
Odata-feeds. Dit is een service waarmee toepassingen kunnen koppelen zodat zij altijd de meest
actuele gegevens kunnen binnenhalen. Deze service kan worden gebruikt door bijvoorbeeld DD
JGZ toepassingen.
Powerpivot. Afhankelijk van de dataset is een aantal voorbeeldrapportages beschikbaar voor
PowerPivot (Excel).
Andere weergaven. Gegevens uit het databuffet kunnen ook gebruikt worden in een andere
weergave. Bijvoorbeeld binnen een portaal, zoals het geval is voor de onverzekerdenzorg. Of dit
soort weergaven beschikbaar zijn, hangt af van de gegevensset.
Handleidingen over het gebruik van het databuffet staan op de wiki van het databuffet:
https://databuffet.ggdghor.nl/mediawiki/
14
Download