Landbouw VS vmbo-kgt34 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 21 oktober 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/82690 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt. Inhoudsopgave Landbouw VS Vooraf Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Over dit lesmateriaal Pagina 1 Landbouw VS vmbo-kgt34 Landbouw VS Vooraf Leerdoelen De Verenigde Staten hebben zeven verschillende klimaten. De plantengroei in dit land varieert daarom sterk van gebied tot gebied evenals het gebruik van de bodem voor landbouw. Jullie gaan ontdekken op welke manier het klimaat de plantengroei in de Verenigde Staten beïnvloedt en wat de gevolgen zijn voor de Amerikaanse landbouw. Aan het eind van deze opdracht: Kun je beschrijven hoe het klimaat de plantengroei (in de V.S.) beïnvloedt. Kun je voor de klimaatgebieden in de V.S. het verband beschrijven tussen klimaat enerzijds en plantengroei en manier waarop aan landbouw wordt gedaan anderzijds. Eindproduct Als eindproduct van deze opdracht doe je de klimaat-vegetatie-landbouwquiz. De antwoorden op de vragen in de quiz zitten in Stap 1, 2 en 3. Beoordeling De quiz bestaat uit tien vragen. Met een score van 8 uit 10 laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald. Werkwijze Pagina 2 Landbouw VS vmbo-kgt34 Groepsgrootte Deze opdracht doe je alleen Benodigdheden Geen bijzonderheden Tijd Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig. Stap 1 Klimaat bepaalt plantengroei Kijk naar de afbeelding van de Verenigde Staten (zonder Alaska en Hawaii). Verenigde Staten: Je ziet dat het land niet overal even groen is en dat komt omdat er niet overal hetzelfde klimaat heerst. Klimatologische omstandigheden, vooral de hoeveelheid neerslag, zijn bepalend voor de vegetatie, de groei van planten, struiken en bomen. Twee voorbeelden: Pagina 3 Landbouw VS vmbo-kgt34 Op de westelijke hellingen van de Cascade Range, een gebergte in het noordwesten van de Verenigde Staten, valt jaarlijks veel regen. Er valt meer regen in het gebied dan er als water verdampt. Dus hebben de westelijke hellingen van de Cascades een positieve waterbalans. Water dat niet verdampt, infiltreert in de bodem en kan door bomen en andere planten met hun wortels worden opgenomen. Daardoor zijn deze hellingen dichtbegroeid en van bovenaf gezien groen. De Mojavewoestijn in het zuidwesten van de Verenigde Staten (Zuid-Californië en het zuiden van Nevada) ziet er van bovenaf bruin uit. Er valt per jaar minder dan 150 mm regen en op de heetste plekken stijgt de temperatuur er regelmatig tot boven de 50 oC. Het zal je niet verbazen dat de waterbalans er altijd negatief is. Het water is al verdampt voordat het de bodem in kan trekken. Weinig planten kunnen tegen dergelijke droge omstandigheden en daarom is de woestijn bijna helemaal kaal. Het zijn twee van de zeven verschillende klimaten. Elk met een eigen vegetatie. Hier is een overzicht van wát er groeit en wáár, aan de hand van deze klimaten. Klimaat 1: Zeeklimaat met neerslag in alle jaargetijden. Waar: in het zuidoosten en noordwesten van de Verenigde Staten en langs de zuidkust van Alaska. Wat groeit er: In deze drie gebieden is er veel begroeiing dankzij de vaak overvloedige neerslag en de positieve waterbalans. In het noordwesten staan veel naaldbomen (ceders en sparren) waaronder de Douglasspar. Er groeien mossen, korstmossen en varens. In het zuidoosten, waar het warmer is dan in de andere gebieden met een zeeklimaat, groeien naald- en loofbossen, met onder meer de altijd groene Amerikaanse eiken . In de Everglades in Florida en in moerasgebieden in Louisiana, waar het water brak is, zijn mangroven te vinden. Je kunt ze herkennen aan hun ‘luchtwortels’. Langs de zuidkust van Alaska groeien veel sparren en varens en is ook veel mos te vinden. Klimaat 2:: Mediterraan klimaat met droge zomer Waar: In het zuidwesten van de Verenigde Staten (vooral Californië) Wat groeit er: Hier zijn bossen te vinden met onder andere de beroemde reuzenbomen, de sequoia’s . Klimaat 3: Woestijnklimaat met jaarlijkse neerslag minder dan 200 millimeter Waar: In de Great Basin en langs de grens met Mexico Wat groeit er: Deze gebieden zijn kaal, al groeien er her en der planten die tegen droogte kunnen, zoals cactussen. Twee bekende cactussoorten zijn de saguarocactus en de Joshuaboom. Klimaat 4: Steppeklimaat met jaarlijkse neerslag tussen 200 en 300 millimeter Waar: In de Great Plains en ten westen van de Rocky Mountains Wat groeit er: Hier groeien weinig of geen bomen. Wel veel gras, waaronder soorten met halmen tot twee meter lang. De uitgestrekte grasvlaktes in de Great Plains worden prairies genoemd. Waar weinig regen Pagina 4 Landbouw VS vmbo-kgt34 valt, groeien vooral saliestruiken. Klimaat 5: Hooggebergteklimaat Waar: Op de hoogste bergtoppen in de Rocky Mountains en in Alaska. Wat groeit er: Dit is het domein van weiden, bloemen en kleine planten zoals de arctische gentiaan en een soort nagelkruid (alpine avens). Klimaat 6: Continentaal klimaat met neerslag in alle jaargetijden Waar: In het noordoosten van de Verenigde Staten en in het midden van Alaska. Wat groeit er: In beide gebieden is er veel begroeiing dankzij de positieve waterbalans en de vaak overvloedige neerslag. In het midden van Alaska groeien veel kleine zilver- en zwarte sparren en ook wat berken, lariksen en andere loofbomen. In het noordoosten staan naaldbossen en loofbossen en ten oosten van de noordelijke uitlopers van de Appalachen zijn enkele boomsoorten te vinden die oorspronkelijk uit Europa komen zoals de kastanje en de populier. Klimaat 7: Toendraklimaat met in de warmste maand van het jaar een temperatuur tussen 0 en 10 °C Waar: In het noorden van Alaska Wat groeit er: In dit gebied groeien mossen, gras en kleine planten. Hier en daar staan ook kleine bosjes met wilgen, berken en sparren. Vraag: Kijk nog eens naar de satellietfoto van de Verenigde Staten aan het begin. Kun je nu de kleuren van de gebieden in de Verenigde Staten verklaren? Kun je een verband leggen tussen kleur en waterbalans? En weet je op basis van de kleur ongeveer wat er groeit? Stap 2 Pagina 5 Landbouw VS vmbo-kgt34 Landbouw in woestijn- en steppegebieden Net als voor natuurlijke vegetatie is de waterbalans bepalend voor de mogelijkheden landbouw te bedrijven. De bodem kan best vruchtbaar zijn, als er niet op de een of andere manier water wordt aangevoerd, dan groeit er niet veel. Plekken waar de waterbalans negatief is, zijn niet geschikt voor intensieve landbouw (landbouw met hoge opbrengst per hectare), maar soms wel voor extensieve landbouw. Extensieve landbouw is een vorm van landbouw waar niet of nauwelijks wordt ingegrepen in de natuur en weinig wordt geïnvesteerd in arbeidskracht en machines. De opbrengst per hectare is doorgaans laag. Je zou kunnen denken aan een olijfboomgaard. Als de bodem vruchtbaar is, kan irrigatie een uitkomst bieden en intensieve landbouw mogelijk maken. Irrigatie is een kunstmatige toevoer van water aan bodem en gewassen. Kijk nog eens op de kaart in Stap 1. De grens tussen het groene deel met een positieve waterbalans en een duidelijk minder groen deel met een negatieve waterbalans is ook een belangrijke landbouwgrens. In het groene deel is intensieve landbouw zonder irrigatie mogelijk, in het andere deel valt te weinig neerslag voor intensieve landbouw. De grens tussen deze twee gebieden loopt langs de 100ste lengtegraad, dwars door de staten Noord- en Zuid-Dakota, Nebraska, Kansas, Oklahoma en Texas. In enkele gebieden ten westen van deze lengtegraad is de waterbalans vaak of altijd negatief. Er valt weinig neerslag en de verdamping is groot. Daar heerst een steppe- of woestijnklimaat. Het gaat vooral om de Great Plains, het Great Basin en enkele gebieden ten westen van de Rocky Mountains. In het Great Basin met zijn woestijnklimaat is zonder irrigatie helemaal geen landbouw mogelijk. In de andere gebieden kun je extensieve landbouw bedrijven zonder te irrigeren. Het daar heersende steppeklimaat is vochtiger dan een woestijnklimaat. Op de Great Plains grazen wel veel runderen (extensieve veeteelt voor de vleesproductie). Om in deze gebieden toch aan intensieve landbouw te doen, halen boeren water uit rivieren, vooral de Colorado en uit de Ogalalla-aquifer om te irrigeren. De Ogalalla-aquifer is een ondergrondse steenlaag onder de bodem van de Great Plains, met een enorme voorraad grondwater. Dit grondwater is in een ver verleden in deze ondergrondse steenlaag komen te zitten, waarschijnlijk al voor de laatste ijstijd. Het aanvullen van de watervoorraad gaat uiterst langzaam, in een veel trager tempo dan het water wordt opgepompt. Pagina 6 Landbouw VS vmbo-kgt34 Kijk naar kaart 174A Bodemgebruik in de 53e editie van de Bosatlas of naar Kaart 190A Bodemgebruik in de 54e editie van de Bosatlas. Vragen 1. Waar zijn in de Verenigde Staten geïrrigeerde gebieden te vinden? 2. En waar de gebieden waar aan extensieve veeteelt wordt gedaan? 3. Waarom liggen deze gebieden allemaal ten westen van de 100ste lengtegraad? Stap 3 De 'belts' Ten oosten van de 100ste lengtegraad is zoveel water voorhanden dat intensieve landbouw mogelijk is zonder dat je hoeft te irrigeren. Wel hangt het van de bodemsoort, de temperatuur en de lengte van het groeiseizoen af welke gewassen er kunnen worden geteeld. Van noord naar zuid wordt het groeiseizoen langer. Sommige gewassen kunnen goed groeien in het noordoosten (waar een continentaal klimaat heerst) en het noordwesten (dat een zeeklimaat heeft) van het land. Dat zijn bijvoorbeeld maïs, soja, tarwe, groenten en fruit. Andere gewassen zoals citrusvruchten, suikerriet en katoen, kunnen alleen goed groeien in het zuidoosten (waar een zeeklimaat heerst en het een stuk warmer is) en in het zuidwesten van het land (met een mediterraan klimaat). Daardoor zijn er ten oosten van de 100ste lengtegraad gebieden te onderscheiden waar een bepaald gewas veel wordt geteeld. Deze gebieden worden “belts” (gordels) genoemd. Zo heb je de grain belt, de tarwegebieden. Of de cotton belts, onafzienbare katoenvelden. Er zijn diary belts, gebieden waar de zuivel vandaan komt. De corn belts leveren de mais en op de soybean belts worden sojabonen geoogst. Even terug naar de grain belt. Pagina 7 Landbouw VS vmbo-kgt34 Tarwe is een bijzonder gewas. Het wordt in twee soorten geteeld. In het noordoosten vlakbij de Canadese grens staat zomertarwe. Dat is tarwe die in het voorjaar wordt gezaaid en in het najaar geoogst. Meer naar het zuiden en in het noordwesten (zoals in Oregon) staat wintertarwe op de akkers. Dat is tarwe die in het najaar wordt gezaaid en aan het begin van de zomer wordt geoogst. Kijk naar kaart 174A Bodemgebruik in de 53e editie van de Bosatlas of naar Kaart 190A Bodemgebruik in de 54e editie van de Bosatlas. Vragen 1. Welke gewassen worden geteeld ten oosten van de 100ste breedtegraad? 2. Ook ten westen van de 100ste breedtegraad worden gewassen geteeld. Welke? Stap 4 De klimaat-vegetatie-landbouwquiz Ter afsluiting van de opdracht doe je de klimaat-vegetatie-quiz.<br /> De quiz bestaat uit 10 vragen. Na het beantwoorden van de vragen zie je je score. Je ziet ook welke vragen je goed en welke vragen je fout hebt beantwoord. De klimaat-vegetatie-landbouwquiz kn.nu/rbml9 1 De waterbalans is een gebied is positief als: a. Er jaarlijks veel neerslag valt b. Er veel water in de bodem infiltreerd c. Er veel water uit de bodem verdampt d. Er meer water als neerslag valt dan er verdampt 2 Waar hangt het van af of er veel of weinig vegetatie is? Pagina 8 Landbouw VS vmbo-kgt34 a. Van de jaarlijkse neerslag b. Van de hoeveelheid water die in de bodem infiltreert c. Van de waterbalans d. Van de hoeveelheid water die er verdampt 3 Welke bewering is niet waar? a. Woestijnen in de Verenigde Staten zijn altijd zo goed als kaal b. Gebieden met een zeeklimaat hebben een dichte begroeiing c. Op de hoogste bergtoppen van de Rocky Mountains en in Alaska groeien alleen gras en kleine planten d. Op de toendra in Alaska kom je nergens bomen tegen 4 Wat maakt een gebied geschikt voor intensieve landbouw zonder dat je hoeft te irrigeren? a. De vruchtbaarheid van de bodem b. Een positieve waterbalans c. De vruchtbaarheid van de bodem en een positieve waterbalans d. Geen van bovenstaande antwoorden 5 Waar komt het vlees voor hamburgers vandaan? a. Uit de Dairy Belts b. Uit de Great Plains c. Uit de Great Basin d. Uit de Soybean–Corn Belt 6 De Ogalalla-aquifer is een... a. Landbouwgebied b. Stuwdam in de Colorado c. Gebied met prairies d. Voorraad water onder de grond 7 Een belt is een... a. Gebied waar een bepaald gewas veel wordt geteeld b. Gebied waar extensieve landbouw mogelijk is c. Gebied waar intensieve landbouw mogelijk is zonder te hoeven irrigeren d. Gebied met een lang groeiseizoen Pagina 9 Landbouw VS vmbo-kgt34 8 Wintertarwe wordt gezaaid in... a. De winter b. Het voorjaar c. De zomer d. Het najaar 9 Welke twee gewassen worden niet geteeld ten westen van de 100ste breedtegraad? a. Tabak en aardnoten b. Aardnoten en citrusvruchten c. Tabak en citrusvruchten d. Katoen en citrusvruchten 10 Welke factor of factoren bepalen waar welk gewas kan worden geteeld? a. Temperatuur b. Bodemsoort c. Lengte van het groeiseizoen d. Alle bovenstaande factoren Pagina 10 Landbouw VS vmbo-kgt34 Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 21 oktober 2016 om 11:29 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3; Leerinhoud en Systeem aarde; Aardrijkskunde; Klimaat; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 2 uur en 0 minuten Trefwoorden leerlijn, rerrangeerbare Pagina 11 Landbouw VS vmbo-kgt34