Koolhydraten en eiwitten Voedingsstoffen - Er zijn vier voedingstoffen te onderscheiden. Koolhydraten Eiwitten Vetten Alcohol Deze voedingsstoffen zijn belangrijk voor jouw functioneren en leveren allemaal energie. Dit drukken we uit in Kcal. Koolhydraten en vetten zijn de belangrijkste energiebronnen. Koolhydraten Wat weten we al over koolhydraten? Direct/indirect van plant afkomstig Water (H2O) opnemen vanuit de bodem Koolzuurgas/kooldioxide (CO2) uit de lucht Zonlicht voor energie Bladgroenkorrels kunnen opgeslagen chlorofyl omzetten in glucose. Glucose -> energie voor de plant. Koolhydraten Opgebouwd uit: Koolstof ( C) Waterstof (H) Zuurstof (O) Koolhydraten Koolhydraten noemen we ook wel suiker of sachariden. De moleculen van sachariden kunnen weinig (3) tot zeer veel (meer dan 25.000) koolstofatomen per molecuul bevatten. Sachariden zijn onder te verdelen in drie groepen; Monosachariden of enkelvoudige koolhydraten Disachariden of tweevoudige koolhydraten Polysachariden of meervoudige koolhydraten Enkelvoudige suiker Bouwstenen van alle overige koolhydraten Glucose (druivensuiker) Basisleverancier van brandstof voor het lichaam Wordt gevormd bij fotosynthese Komt voor in zoete vruchten Fructose (vruchtensuiker) Komt voor in honing en vijgen Twee keer zo zoet als gewone suiker (sacharose) Galactose Bestanddeel van melksuiker Wordt gevormd in de melkklier van mens en dier en niet in planten Tweevoudige suiker Zijn opgebouwd uit twee verbonden monosachariden. Sacharose Biet/riet suiker Glucose + fructose Lactose Melksuiker Glucose + galactose Maltose Moutsuiker Glucose + glucose Meervoudige suiker Bestaan uit een groot aantal monosachariden (meestal meer dan twintig) Zetmeel Glycogeen Verteerbaar + Niet oplosbaar Verteerbaar + Oplosbaar Voedingsvezels Onverteerbaar + oplosbaar en onoplosbaar Koolhydraten Monosachariden Disacharid en • Glucose • Fructose • Galactose • Sacharose • Lactose • Maltose Poly sacharyde n • Zetmeel • Glycogeen • Voedings vezels Functies verteerbare koolhydraten Brandstof Smaakmaker Kleurstof Bindmiddel Plantaardige koolhydraatbronnen Aardappelen (ook chips, frites) Groente Fruit Peulvruchten Granen Meel Suiker Dierlijke koolhydraatbronnen Melk en melkproducten Geringe mate kaas Voedingsvezels Meer kauwen, bevorderd spijsvertering Ze vóórkomen dat glucose snel in bloed worden opgenomen Binden water, zachtere ontlasting Snellere darmperistaltiek doordat bacteriën op vezels inwerken en zo darm stimuleren Geven verzadigingsgevoel (leveren dus geen energie!) Voedingsvezel Waar zitten voedingsvezels in? Ongeraffineerde graanproducten (volkorenbrood zilvervliesrijst, havermout, roggenbrood etc.) Groente Fruit met schil Peulvruchten Aardappelen Noten en zaden Goede energieleveraars De dikmakers Verse groente Alcohol Vers fruit Suiker Aardappelen Chocolade Boerenbrood Frisdrank Bonen Jam Rijstproducten ontbijtgranen Tarwe producten Witte pasta Eiwitten Eiwitten Wat weten we al over eiwitten? Functies Opbouw celstructuur Aanmaak hormone Aanmaak neurotransmitters (bijvoorbeeld adrenaline) Aanmaak enzyme Onderhoud spierstelsel Aminozuren en eiwitten Er zijn 20 verschillende soorten aminozuren Aminozurenpatroon voorbeeld: Peptide Dipeptide Polypeptide betekent: een binding. Essentiele aminozuren 12 niet essentiële aminozuren (kan het lichaam zelf maken) 8 essentiële aminozuren (kan het lichaam niet zelf maken) essentiële aminozuren halen we uit onze voeding. Eiwitten Koolstof Waterstof Zuurstof Stikstof ( enige stikstofbron) (soms zwavel, fosfor, ijzer of jodium) Dierlijke en plantaardige eiwitten Dierlijk: - vleeswaren (schouder ham, kip, kalkoen, worst, hamburger) - zuivel (melk, yoghurt, kwark) - ei - vis Plantaardig: (wat is het voordeel van plantaardige eiwitten?) - aardappelen (minder vet!) - graanproducten - peulvruchten - noten - rijst - sojabonen - zaden Structuur eiwitten Verantwoordelijk voor eigenschappen eiwit Primaire structuur Hoofdketen van aminozuren Secundaire structuur Ontstaat door verbindingen tussen de waterstof en zuurstofatomen. Alleen als het eiwit uit kleine aminozuren bestaat Voorbeeld is zijde, dit is wel plooibaar maar niet rekbaar. Tertiaire structuur /globulair Spiraal die geknikt en of omgebogen is. Voorbeeld is hemoglobine Denaturatie Verandering in structuur van eiwitten onder invloed van chemische veranderingen, fysische of mechanische processen Verandering oplosbaar tot vast Eiwitten zijn niet meer vloeibaar en/of oplosbaar Onomkeerbaar Door langgerekte vorm beter toegankelijk voor eiwit afbrekende enzymen, beter verteerbaar Wat hebben we behandeld? Ons voedsel Koolhydraten; Blz. 24 + 25 tot enkele belangrijke koolhydraten onder de loep. Blz. 26 voedingsvezels Eiwitten; Blz 16 t/m 19