Aardrijkskunde 2m/h

advertisement
Aardrijkskunde 2m/h
Leerjaar 2011/2012
Periode 1 - Ecosystemen
Hoofdstuk 6 uit je boek.
Aantekeningen
Ecosystemen
Het systeem waarin alle biotische en
abiotische elementen met elkaar in verband
staan.
Hiermee wordt bedoeld dat alles wat leeft, alles wat
dood is en alles wat nooit geleefd heeft met elkaar te
maken heeft.
Hierbij spelen zonlicht (energie), water (H2O), zuurstof
(O2) en koolstofdioxide (CO2) een grote rol.
Ecosystemen
Bio betekent leven
A betekent niet
Dus biotisch is al het levende op aarde
Abiotische al het niet levende op aarde, zowel alles
wat dood is als alles wat nooit geleefd heeft
Biosfeer
Hydrosfeer
Lithosfeer
Atmosfeer
4 sferen
Invloed van de mens
Milieuvervuiling
Milieu-uitputting
Milieu-aantasting
Invloed van de mens
Milieuvervuiling
Vervuilen van het milieu
Milieu-uitputting
Milieu-aantasting
Invloed van de mens
Milieuvervuiling
Milieu-uitputting
Opraken van natuurlijke voorraden
Zoals steenkool, aardolie en aardgas
Milieu-aantasting
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20030623_aar
dolie03
Invloed van de mens
Milieuvervuiling
Milieu-uitputting
Milieu-aantasting
Het veranderen van de omgeving
Bodemerosie
Verdwijnen van de bovenste vruchtbare
bodemlaag.
Gebeurt door het wegspoelen of waaien van de
bodem.
Dit kan gebeuren doordat de bescherming van de
bodem weg is.
Door bijvoorbeeld
Kappen van bomen
Weghalen van andere begroeiing
Ontbossing
Verwoestijning
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20091203_rrm
arokko14
Deze les
Kringloop van het water
Gletsjers
Rivieren
Verhang en verval
Vervuiling
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060209_kringloop01
Gletsjer
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051109_glet
sjer01
Gletsjer
Gletsjertong
Firnbekken
Rivieren
Regenrivieren
Gletsjerrivieren
Gemende rivieren
Verval en verhang
Rivier stroomt van hoog naar laag.
Hoogteverschil tussen twee plaatsen aan deze rivier
noem je het verval.
(altijd in meters)
Verhang
Verval (hoogteverschil)
Dampkring
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060208_da
mpkring01
Koolstofkringloop
Tekening meneer Kalkman
Versterkte broeikaseffect /
klimaatverandering
versterkte
Gevolgen?
Afsmelten van gletsjers
Verwoestijning
Duurzame energie
Energiebron
Plek of verschijnsel waar energie uit gewonnen
worden
Bijvoorbeeld steenkool, aardgas en aardolie
1 x te gebruiken
kan
Duurzame energie
Energiebron die nooit opraakt
Zoals
Windenergie
Waterkrachtenergie
Zonne-energie
Enz
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20101018_zonneenergi
e01
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20101018_energieuitw
ater01
Periode 2 – De bewegende aarde
Hoofdstuk 4 uit je boek
Aantekeningen
Waar is de
aarde?
Opbouw van de aarde
 Hoe groot is de aarde?
 http://www.youtube.com/watch?v=briIU4D0mSc&hl=n
l
De aarde bestaat uit:




Binnenkern
Buitenkern
Mantel
Korst  oceanisch en continentaal
Filmpje
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060208_op
bouw01
Opbouw van de aarde
De aarde bestaat uit
Binnenkern
Buitenkern
Mantel
Korst
Kern
Binnenkern
Temperatuur tussen
5000 en 5500 graden Celsius
ijzer en nikkel (metaal)
Vaste vorm (door hoge druk
van bovenliggende lagen)
Buitenkern
Temperatuur tussen
2200 en 5000 graden Celsius
ijzer en nikkel (metaal)
Vloeibaar
Mantel
Stroperig gesteente
Temperatuur tussen 2200 ˚C en 870 ˚C
Gesteente in de mantel noemen we magma
Convectiestromen
In de mantel is het erg warm (2200 ˚C en 870 ˚C)
De aarde wil zijn warmte kwijt
Gesteente is een slechte geleider van warmte
Het stroperige gesteente moet zijn warmte kwijt, daarvoor moet
het naar het aardoppervlak
Hier koelt het gesteente af
Het gekoelde gesteente zakt hierna weer de
mantel in
http://www.youtube.com/watch?v=ryrXAGY1dmE&fea
ture=related
Korst
Bestaat uit hard gesteente
Verschillende aardplaten
Plaattektoniek
Hoe is de aarde aan zijn vorm gekomen?
http://www.youtube.com/watch?v=hSdlQ8x7cuk
Hoe zal de aarde eruit zien?
http://www.youtube.com/watch?v=tv6p48v0meE&fe
ature=related
Plaattektoniek
Plaattektoniek
Aardplaten bewegen
Langs elkaar
Naar elkaar toe
Van elkaar af
2 soorten korst
Continentale korst
Dik gesteente, maar licht
Oceanische korst
Dun gesteente, maar zwaar
Aardbevingen
Komen voor bij alle plaatbewegingen.
http://www.aardbevingradar.nl/
Plaatbeweging langs elkaar
Aardbevingen
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060208_aardbeving
01
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20090710_ijsland03
De aardplaten bewegen in tegenovergestelde richting.
Dit gaat niet geleidelijk, maar met hevige schokken
Deze schokken noemen we aardbevingen.
Aardbevingen worden gemeten op de schaal van
Richter
Hypocentrum en epicentrum
Epicentrum:
Plek op aan het aardopper- vlak
waar de trilling het
sterkst
waargenomen zal worden.
Hypocentrum:
Plek diep in de aarde waar de
aardbeving ontstaat
(ook wel de aardbevingshaard)
San Andreas breuk
Aardbevingen in Nederland
Kleine breuken in de
aardkorst. Zoals de
Peelrandbreuk
Winnen van gas, waardoor
de bodem daalt.
Gevolgen van aardbevingen
Verwoesting zoals in Haïti : http://nos.nl/video/128753haiti-getroffen-door-zware-aardbeving.html
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050120_tsun
ami01
http://nos.nl/video/224767-beelden-van-de-tsunami-injapan.html
http://nos.nl/video/224960-tsunami-overspoeltjapan.html
Historische aardbevingen
http://earthquake.usgs.gov/earthquakes/world/10_lar
gest_world.php
Plaatbewegingen van elkaar af
1.
2.
3.
4.
Opliften
Openbreken
Spreiding
Oceanische rug
Hierdoor ontstaan
Oceanisch gebergte
Dit bestaat uit vulkanen en vulkanische eilanden
(Google earth
Laag bathymetry)
Invloed van plaatbewegingen op het
landschap in IJsland
Geisers
Solfatare / fumarole
Vulkanen
Alhoewel?
http://www.dwworld.de/popups/popup_single_med
iaplayer/0,,5529924_type_video_stru
ct_11458_contentId_5530307,00.ht
ml
(7.26 min)
Invloed van plaatbewegingen op het
landschap in IJsland
Geisers (warm maar ook koud)
http://www.youtube.com/watch?v=W-daowLojM&feature=related
Invloed van plaatbewegingen op het
landschap in IJsland
Platen die naar elkaar toe bewegen
Naar elkaar toe bewegen
Door convectiestromen bewegen platen naar elkaar
toe
Oceanische korst = zwaar
Continentale korst = licht
Oceanische korst duikt onder de continentale korst
Hierdoor smelt de oceanische korst  onstaat druk
 wil naar opp aarde
Overzicht
Vulkanen
Magmakamer
Kraterpijp
Krater
aswolk
krater
kraterpijp
Lagen as en lava
zijkrater
magmakamer
Schildvulkaan
Trölladyngja, IJsland
Kegelvulkaan
Klyuchevskaya Sopka - Kamchatka
Merapi, Indonesië (kegelvulkaan)
Soorten vulkanen
Schildvulkaan
Ongevaarlijke uitbarsting
Kegelvulkaan
Gevaarlijke uitbarsting
Schildvulkaan
Kegelvulkaan
Mount Scenery
877 meter hoog
Slapende vulkaan
Laatste uitbarsting in 1640
Saba
Plaatbeweging van elkaar af en naar
elkaar toe
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20090710_ijsla
nd03
http://en.vedur.is/earthquakes-andvolcanism/earthquakes/
Lava of magma?
Vloeibaar gesteente in
de mantel noemen we magma
Lava
Vloeibaar gesteente op de aardkorst
noemen we lava
Periode 3 - Mainport
Overzicht
Basisboeknummers:
B138 – Infrastructuur
B140 – Vervoermiddelen
B141 – Massagoederen en stukgoederen
Lesstof:
Achterland
Wereldhavens
Aflevering 2 Nederland van boven
Begrippenlijst
Infrastructuur
Infrastructuur: alle voorzieningen die nodig zijn om
personen, goederen of informatie te vervoeren.
Voorbeelden:
Autowegen (zie figuur 8.12)
Spoorwegen
Waterwegen
Vliegvelden
Basisboek nummer: 138 (blz 105)
Infrastructuur
Ook ‘onzichtbaar’ verkeer:
Telefoon verkeer
Data communicatie
Dus telefoonnet en kabelnet.
Voor bedrijven is infrastructuur erg belangrijk:
Af- en aanvoer van producten en mensen.
Af- en aanvoer van gas,water en elektra.
Telefoon en internet verbinding aanwezig
Basisboek nummer: 138 (blz 105)
Vervoermiddelen
Mobiliteit: de verplaatsing van mensen en goederen met
behulp van een vervoermiddel.
Vervoer van goederen:
Schepen: vervoeren meestal het goedkoopst  grote
hoeveelheden vervoerskosten laag.
Trein: vervoert grote hoeveelheden, minder dan een schip. 
wel sneller  duurder
Vrachtauto: vervoer van deur tot deur. Laadvermogen
beperkt
Vliegtuig: lange afstanden  duur  geen grote massa’s
Basisboek nummer: 140 (blz 107)
Massagoederen en stukgoederen
2 groepen vrachtgoed:
Massagoederen/ bulkgoederen: zitten los in het ruim, in een
tank of in de laadbak.  niet verpakt!
Droog massagoed
Nat massagoed
Stukgoederen: zijn losverpakte goederen, die meestal worden
vervoerd in containers.
Bekijk figuur 8.15
Basisboek nummer: 141 (blz 107)
Containerschepen
Grootste containerschip: 397 meter lang, 56 meter
breed en 15,5 meter diep. Ongeveer 15.000 containers
kunnen er op worden vervoerd.
Vooral veel stukgoederen worden vervoerd per schip.
Veel verschillende soorten schepen:
Koel en vries lading
Vloeibare lading
Eigen aantekening
Wereldhavens
Rotterdam
Waarom is de Rotterdamse haven zo belangrijk voor
Nederland?
Eigen aantekening
Wereldhavens
Eigen aantekening
Achterland
Het achterland is een gebied waar de goederen van
een mainport naar getransporteerd worden.
Dit kan met:
Vliegtuig
Boot
Vrachtwagens
………
Wat is het achterland van Rotterdam?
Eigen aantekening
Achterland
Eigen aantekening
Mainport – Schiphol
Eigen aantekening
Periode 4
Nederland en inrichting
Overzicht- Periode 4








Stad en dorp (B142)
Stedelijk gebied (B143)
Dagelijkse en gespecialiseerde voorzieningen (B162)
Landelijk gebied (B144)
Landbouw en inrichting (B135)
Water en inrichting (B161)
Aantekeningen
Begrippenlijst
 Alle schuin gedrukte woorden moet je verzamelen en een
begrippenlijst van maken.
Stad en dorp
Verzameling van woningen en gebouwen  Nederzetting
Verschillen in nederzettingen:
Stad (hoge gebouwen, wonen veel mensen bij elkaar, veel
voorzieningen)
Dorp (geen hoge gebouwen, veel ruimte voor huizen, weinig
mensen, weinig voorzieningen)
Basisboek 142 – Stad en dorp (blz109)
Voorzieningen
 Voorzieningen in een dorp:
 Basisschool
 Huisarts
 Supermarkt
 Voorzieningen in een stad:
 School voortgezet onderwijs
 Bioscoop
 ……
Voorzieningen in een stad = stedelijke voorzieningen.
Voorzieningen zijn niet alleen voor de inwoners van de stad, maar
ook voor de omliggende kleinere plaatsen.
Basisboek 163 – Voorzieningen (blz 122)
Voorzieningen
Mensen gaan om een reden naar de stad  voor de
voorzieningen.
Rond elke stad ligt dus een gebied dat voor allerlei
stedelijke voorzieningen is aangewezen op die stad 
verzorgingsgebied (van een stad)
Basisboek 163 – Voorzieningen (blz 122)
Verdeling stad en dorp
 Iets meer dan de helft van de wereldbevolking woont in
een stad (7 miljard mensen op aarde)
 Verschilt per land:
 Landen waar meer mensen in de landbouw werken. Max 40 %
woont in een stad.  ontwikkelingslanden
 Landen waar meerderheid in steden woont(kantoren en
fabrieken). 75% -90% woont in een stad.  rijke, ontwikkelde
landen
Basisboek 142 – Stad en dorp (blz109)
Stedelijk gebied
Een stad groeit  nieuwe woonwijken
Agglomeratie = een centrale stad met daaraan vast
gegroeide (voor)steden en dorpen.
Voorbeelden:
Rotterdam
Den Haag
Utrecht
Parijs 
Basisboek 143 – Stedelijk gebied (blz 110)
Stadsgewest
Stadsgewest = bestaat uit alle dorpen en steden die voor
werk en voorzieningen op een centrale stad zijn gericht.
(groter dan een agglomeratie)
Voorbeelden stadsgewest:
Rotterdam (Rotterdam- Rijnmond): Rotterdam, Schiedam,
Vlaardingen, Maassluis, Lansingerland, Spijkernisse,
Albrandswaard, Barendrecht, Ridderkerk, Capelle aan den
IJssel en Krimpen aan den Ijssel (ca 1,2 milj inwoners)
Basisboek 143 – Stedelijk gebied (blz 110)
Stadsgewest
Basisboek 143 – Stedelijk gebied (blz 110)
Stedelijk gebied
Stedelijk gebied = Verschillende stadsgewesten die
aan elkaar gegroeid zijn. (Er zit weinig ruimte tussen)
Voorbeeld: Randstad
Basisboek 143 – Stedelijk gebied (blz 110)
Stedelijk gebied
Metropool = is een enorm grote agglomeratie.
Voorbeeld = Tokio (37 miljoen inwoners)
Samenvatting:
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20090710_stad0
1
Basisboek 143 – Stedelijk gebied (blz 110)
Landelijk gebied
Landelijk gebied = gebied met weinig bebouwing en
veel open ruimte.
3 hoofdvormen grondgebruik:
Landbouw (grootste ruimte gebruiker): weilanden of
akkers.
Natuurgebied (met zeldzame planten en dieren en/of
een mooi landschap.)
Recreatie: voorzieningen als fiets en wandelpaden.
Basisboek 144 – Landelijk gebied (blz 110)
Landschap veranderd
Langzaam verandert in het landelijk gebied het
grondgebruik.
Landbouwgrond  bebouwd
Landbouwgrond  natuurgebied
Basisboek 144 – Landelijk gebied (blz 110)
Landbouw en inrichting
70% van alle grond, wordt gebruikt voor de landbouw.
Doordat boeren blijven vernieuwen en steeds meer
machines krijgen  worden gebieden opnieuw ingericht.
Door opnieuw inrichten  vergroot de opbrengst
Het herinrichten van het land = ruilverkaveling
Basisboek 135 – Landbouw en inrichting (blz 102)
Landbouw en inrichting
Bij ruilverkaveling:
Vergroting van akkers en weilanden.  makkelijker voor
machines
Verbetering van de afwatering van drassige gronden. 
zware machines zakken niet weg
Verharding van zandwegen  boer kan sneller met
machines op zijn land komen
Het ruilen van akkers en weilanden  zodat boer een
grote kavel krijgt.
Basisboek 135 – Landbouw en inrichting (blz 102)
Landbouw en inrichting
 Tegenwoordig speelt bij herinrichting de natuur een
grote rol.
 Boeren werken mee (tegen betaling) aan het behoud en
onderhoud van landschap en natuur.
 Landinrichting: herinrichting met aandacht voor
landbouw, natuurbehoud en recreatie.
 Fig. 8.11
Basisboek 135 – Landbouw en inrichting (blz 102)
Water en inrichting
Nederland kent 3 belangrijke waterwerken:
Het Deltaplan: beschermt Zuidwest- Nederland tegen de zee
met dammen en stormvloedkeringen die zeegaten afsluiten.
De Zuiderzeewerken: bestaat uit de Afsluitdijk en 5 grote
droogmakerijen in de voormalige Zuiderzee (nu het
IJsselmeer)
Ruimte voor de rivier: het plan om rivieroverstromingen te
voorkomen door versterking en verhoging van dijken en door
verbetering van de waterafvoer.
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20100721_waterwerken0
1
Basisboek 161 – Water en inrichting (blz 121)
Deltaplan
Oosterschelde keering
Maeslandkering
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20091
203_rrnederland19
Basisboek 161 – Water en inrichting (blz 121)
Zuiderzee werken
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050607_afslui
tdijk01
Basisboek 161 – Water en inrichting (blz 121)
Ruimte voor de rivier
http://www.ruimtevoorderivier.nl/ (video)
Water en inrichting
Er zijn 2 vormen van landaanwinning.
Kwelders: Dit zijn buitendijkse, begroeide gronden die alleen bij
extreem hoog water onder water lopen. Na elke overstroming
laat de zee een laagje slib achter. Dit heet opslibbing. (Komt
vooral voor aan de kust van Friesland, Groningen en Zeeland)
Aanleggen van een droogmakerij.
Basisboek 161 – Water en inrichting (blz 121)
Water en inrichting
Aanleggen van een droogmakerij
Rond een meer wordt een ringdijk aangelegd
Daarna wordt het water weggepompt naar de ringvaart (ontstaan
door het weggraven van grond voor de dijk)
Zie figuur naast B161 Nummer 21 en 22
Basisboek 161 – Water en inrichting (blz 121)
Download