Cisgenese een onschuldige vorm van GMO? Wikipedia: De translatie van de genetische code gebeurt in alle organismen op dezelfde wijze: een gen dat in het ene organisme codeert voor een bepaald eiwit, codeert in een ander organisme voor eenzelfde eiwit. Hierdoor is het mogelijk om erfelijke eigenschappen van een soort naar een andere soort over te brengen. Het overbrengen van een eigenschap van de ene soort naar een andere soort noemt men transgenese. Als het gaat om soorteigen DNA spreekt men van cisgenese. Het volgende komt grotendeels van de Greens: http://gmo.greens-efa.eu/new-gmos-15551.html. ( Voorbereiding voor een conferentie van The Greens in het EP op 2 maart 2016: New breeding techniques: Hidden GMOs?) De Europese Commissie heeft haar juridische interpretatie van de EU GGO richtlijn t.a.v. een aantal nieuwe genetische modificatie technieken nog steeds niet gepubliceerd. Cisgenese staat op de lijst ‘nieuwe’ technieken waar de Europese Commissie zich over gebogen buigt. De biotech-bedrijven pogen onder meer via het lobby-platform ‘New Breeding Techniques Platform’, gerund door lobbyfirma Schuttelaar & Partners vrijwel alle toepassingen van deze technieken uitgesloten te krijgen van de EU GGO regels, inclusief risico-beoordeling en etikettering. Wageningen Universiteit speelt hierbij een dubieuze rol: het is geen officieel lid van het Platform, maar doet wel mee aan lobby-bijeenkomsten namens een klant uit de private sector(Inova Fruit)* In de ‘greens’ brochure noemt men het beestje bij de naam: Nieuwe GMO’s Techniek: De cisgenese zoals toegepast in de DURPH aardappelen vindt plaats op basis van de oude recombinant-DNAtechnologie . De EU richtlijn is duidelijk: het gebruikte proces bepaalt of de richtlijn toegepast wordt, niet de herkomst van het genetische materiaal. Dit is logisch omdat ongewenste en onverwachte effecten op kunnen treden bij recombinant-DNA-technologie. Andere nieuwe GGO technieken De meeste technieken om genen te ‘editen’ gebruiken enzymen om moleculen uit DNA te knippen en plakken. Er worden in het (engelse) stuk 3 van die technieken genoemd. In een andere techniek wordt synthetisch DNA gebruikt die andere cellen triggeren om hun cellen aan te passen zodat ze beter bij dat nieuwe DNA passen (ODM, de M staat voor mutagenese). Deze technieken blijven niet beperkt tot het wijzigen van planten, ze kunnen ook gebruikt worden om dieren te veranderen, wat een hele serie nieuwe risico’s met zich meebrengt. In het stuk een filmpje waarin de Noor Odd-Gunnar Wikmark (Genok): vertelt dat men dit gebruikt voor zalm. EFSA: Deze nieuwe technologiën kunnen onbedoelde effecten hebben, al dan niet vaak, in mindere of meerdere mate. Daarin kunnen ‘breeding techniques’ van elkaar verschillen en de effecten zijn onvoorspelbaar en moeten van geval tot geval bekeken worden.’ Er staat ook een filmpje in over het belang van risico inschatten. Helmut Gaugitsch van het Austrian Environment Agency doet daar met zijn groep aanbevelingen voor in de EU. Bij deze instelling vindt men een goed overzicht van de nieuwe technieken waar de Commissie naar kijkt, met beschrijving van bioveiligheidsrisico’s. Ook al zeggen de zaadindustrie, lobbygroepen en een paar lidstaten dat deze nieuwe technieken geen GMO’s zijn: ze vallen wel onder de huidige definitie van GMO’s , zoals verklaard door twee van elkaar onafhankelijke advocaten. De ingrijpende veranderingen die mogelijk zijn geven aanleiding tot nieuwe ethische vragen. In http://www.synbiowatch.org/wp-content/uploads/2016/09/letter_vs_genedrives.pdf wordt gewaarschuwd tegen ‘gene drives’(ook wel genoemd “mutagenische kettingreactie’) die de regels van de genetica veranderen en tot onvermoede gevolgen leiden. Sommige organisaties stellen al voor om uitroeïng van een bepaalde soort door ‘gene drive’ bewust te gebruiken. Bovendien brengen deze technieken dezelfde risico’s voor het milieu en de gezondheid met zich mee als ‘ouderwetse ’biotechnologiën’ (bijvoorbeeld verlies van biodiversiteit zowel in de landbouw als in de natuur, meer vervuiling door (weerstand tegen) pesticiden en herbiciden , ook in wilde planten. ) Onderzoek is één ding maar de resultaten ‘loslaten’ in de natuur is een andere kwestie. Ook met deze nieuwe technieken is uitkruising naar andere planten net zo goed mogelijk als met de ‘oude’ GMO’s. zie daarover ook een filmpje op deze pagina. http://gmo.greens-efa.eu/new-gmos-15551.html. Wetenschapper: ‘Uitstellen tot we hun effecten kennen. En dat kan pas als je alle wijzigingen kunt traceren. Tot zolang moeten we het ‘precautionary principle’ (voorzorgsprincipe) hanteren: bij gevaar niet oversteken! Deze technieken kunnen gepatenteerd worden. Dit versnelt de privatisering van het leven en de natuur door een paar wereldwijde agrochemische bedrijven. Patenten betekenen hogere prijzen en nog meer concentratie in de markt. Ze belemmeren zaadvermeerdering vooral door kleinschalige zaadveredelingsbedrijven en boeren. Zie filmpje. Open brief van EcoNexus: http://www.econexus.info/publication/new-breeding-techniques Ook van EcoNexusa: Genetic engineering in Plans and the ‘New Breeding Techniques’: inherent risks and the need to regulate http://www.econexus.info/sites/econexus/files/NBT%20Briefing%20-20EcoNexus%20December%202015.pdf *Hier een stuk van Corporate Europe Observatory over de Nederlandse lobby https://corporateeurope.org/food-andagriculture/2016/02/apples-and-potatoes-dutch-lobby-deregulation-cisgenesis .