GL_21936TB.fm Page 7 Wednesday, January 22, 2003 9:56 AM Inhoud Voorwoord 5 1 Additieven en gezondheid 9 1.1 Het oog wil ook wat! 9 1.2 Op je gezondheid! 11 1.3 Ten minste houdbaar tot ... 12 1.4 Afsluiting 15 2 Hulp van bacteriën en schimmels 17 2.1 Onderzoek naar verschillende kaassoorten 17 2.2 De bereiding van een zuivelproduct 23 2.3 Hoe zuur is het? 28 2.4 Wat in het vat zit, verzuurt niet 29 2.5 Conserveren met alcohol 34 2.6 Het gist de pan uit! 36 2.7 Afsluiting 39 3 Wat is kwaliteit? 41 3.1 Is kwaliteit te meten? 42 3.2 Voedselveilig produceren 44 3.3 Waar kan het misgaan? 47 3.4 Hoe maak je een flow-sheet? 48 3.5 Een kwaliteitssysteem opzetten 49 3.6 Afsluiting 52 4 Blijf er gezond bij! 53 4.1 Gezondheidscontrole bij dieren 53 4.2 Ziektes bij verschillende diersoorten 55 4.3 Ziektes bij honden en katten 64 4.4 Zieke productiedieren en de gevolgen 80 4.5 Dierenambulance 80 4.6 Veilig wassen 81 4.7 Afsluiting 82 Trefwoordenlijst 85 I n h o ud 7 GL_21936TB.fm Page 8 Wednesday, January 22, 2003 9:56 AM 8 V e rz orgi n g GL_21936TB.fm Page 9 Wednesday, January 22, 2003 9:56 AM 1 Additieven en gezondheid Oriëntatie Regelmatig doe je boodschappen in een supermarkt. De producten die je daar ziet, bevatten voedingsmiddelen. Op de verpakking staat welke dat zijn. Maar er zitten niet alleen voedingsmiddelen in een product. Er zijn ook vaak allerlei stoffen aan toegevoegd. Deze toevoegingen noem je additieven. In dit blok wordt een aantal van deze additieven behandeld. Daarnaast leer je welke informatie je verder nog op verpakkingen kunt vinden. 1.1 additieven 9 Het oog wil ook wat! Je kunt aan producten allerlei stoffen toevoegen om ze aantrekkelijker te maken. Bijvoorbeeld geur- en smaakstoffen en kleurstoffen. De toegevoegde stoffen moeten met een E-nummer vermeld staan op de verpakking. Geur- en smaakstoffen hebben geen E-nummer. Geurstoffen en smaakstoffen Geur- en smaakstoffen worden ook wel aroma’s genoemd. Zij worden in kleine hoeveelheden aan levensmiddelen (en cosmetica) toegevoegd. In producten als soepen, sauzen en drinkyoghurt zitten vaak aroma’s. Bekende, natuurlijke geur- en smaakstoffen in levensmiddelen zijn: – kruiden; – specerijen; – kruidenmengsels (zoals kerrie en sambal). Tot de groep van geur- en smaakstoffen behoren ook de smaakversterkers. Deze stoffen geven aan een product een sterkere smaak. Bekende voorbeelden hiervan zijn: – zout; – knoflook; – glutamaat (ve-tsin of MSG). Glutamaat zit onder andere in kant-en-klaarproducten. Sommige mensen reageren allergisch op glutamaat. Aroma’s hebben geen E-nummer. Op een etiket moet staan of en zo ja, welke geur- of smaakstoffen zijn toegepast. A ddit ie v e n e n gezond heid aroma’s smaakversterkers GL_21936TB.fm Page 10 Wednesday, January 22, 2003 9:56 AM Kleurstoffen Kaas en boter zijn in de winter erg bleek van kleur. In de zomer is er vers gras beschikbaar voor de koeien. De producten zijn in die periode daardoor veel geler gekleurd. Om de kaas en de boter er in alle perioden hetzelfde eruit te laten zien, wordt in de winter een gele kleurstof aan kaas en boter toegevoegd. Kleurstoffen worden ook vaak toegevoegd aan snoep en frisdranken. Veel kleurstoffen die tegenwoordig gebruikt worden, zijn van natuurlijke oorsprong. Voorbeelden daarvan zijn caroteen en bietenrood. Er is echter ook een groot aantal kunstmatige kleurstoffen. Alle goedgekeurde kleurstoffen hebben een Enummer. De meeste kleurstoffen zijn afkomstig van planten of zijn kunstmatig bereid. De rode kleurstof (E 120) wordt echter geproduceerd door schildluizen die in de Verenigde Staten en Mexico op cactussen leven. 10 Fig. 1.1 Deze schildluis levert een rode kleurstof. Sommige mensen zijn gevoelig voor zogenaamde azo-kleurstoffen. Zij krijgen het benauwd en kunnen astmatische aanvallen, tranende ogen en een rode huiduitslag (netelroos) krijgen. Kinderen kunnen door deze kleurstoffen hyperactief worden. E-nummers Op de verpakking van levensmiddelen moet precies staan welke stoffen toegevoegd zijn. Deze stoffen worden aangeduid met een zogenaamd E-nummer. Als een toegevoegde stof (additief) een E-nummer heeft, is het goedgekeurd. Er is dan onderzocht of de stof schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid. De E-nummers zijn in groepen verdeeld. Deze groepen staan in figuur 1.2. V e rz orgi ng GL_21936TB.fm Page 11 Wednesday, January 22, 2003 9:56 AM De indeling in groepen E-nummers Fig. 1.2 E-nummer E100 - E199 Groep Kleurstoffen Voorbeelden Caroteen (geeloranje), karamel (bruin), bietenrood (roodpaars) E200 - E299 Conserveermiddelen en voedingszuren Corbinezuur, sulfiet, citroenzuur, melkzuur E300 - E399 Anti-oxidanten (voorkómen van Vitamine C, vitamine E kleur- of smaakverandering) E400 - E499 Lecithine en pectine Emulgators, stabilisatoren, verdikkings- en geleermiddelen E500 - E599 Zuurteregelaars, antiklontermiddelen, rijsmiddelen Smaakversterkers E600 - E699 E700 en hoger Overige stoffen 1.2 Melkzuur Glutamaat (ve-tsin of MSG) Aspartaam en xylitol (kunstmatige zoetstoffen) Op je gezondheid! Naast geur- en smaakstoffen en kleurstoffen zijn er nog andere stoffen die je kunt toevoegen aan producten. Om gezondheidsredenen wordt er bijvoorbeeld jood toegevoegd aan brood en worden er vitamines en mineralen toegevoegd aan bepaalde producten. Toevoeging van jodium In de Warenwet staat dat je bij de bereiding van brood jodiumhoudend zout moet gebruiken. Dat is nodig om te voorkomen dat mensen ziek worden. Bij een tekort aan jood kun je namelijk struma krijgen. Struma is een verdikking van de schildklier. Het gevolg van struma is dat je gewicht toeneemt en je hartslag vertraagt. Jodiumhoudend zout wordt ook wel JOZO genoemd. Toevoeging van vitamines en mineralen Bij de productie van levensmiddelen kan een gedeelte van de voedingsstoffen verloren gaan. Een fabrikant kan deze waardevolle stoffen dan weer aanvullen. Aan margarine voegt de fabrikant bijvoorbeeld vitamine A en D toe. Deze vitamines zitten wel in melkboter, maar ontbraken in de margarine. Deze vitamines zijn belangrijk, omdat ze bepaalde gebreksziektes, zoals nachtblindheid en Engelse ziekte, kunnen voorkomen. A ddi t i e v e n e n gezond heid struma gebreksziektes 11 GL_21936TB.fm Page 12 Wednesday, January 22, 2003 9:56 AM Fig. 1.3 Gebrek aan vitamine D kan leiden tot de Engelse ziekte. 12 Tegenwoordig zie je steeds meer voedingsmiddelen die verrijkt zijn met bepaalde vitamines of mineralen. Deze voedingsmiddelen noem je ‘functional foods’. Voorbeelden zijn vruchtensappen en snoepjes waar vitamine C aan toegevoegd is. Aan melkproducten wordt soms calcium (kalk) toegevoegd. Dit klinkt allemaal heel gezond, maar heb je die toevoegingen ook allemaal nodig? Het antwoord is nee. Als je regelmatig en gezond eet, zijn die voedselverrijkingen niet nodig. 1.3 Ten minste houdbaar tot ... Aan producten worden ook stoffen toegevoegd om de producten langer houdbaar te maken. Dit zijn conserveermiddelen en antioxidanten. Je kunt producten ook langer bewaren als je ze in een bepaalde luchtsamenstelling verpakt. Een beschermende atmosfeer noem je dat. Alles wat er in het product zit, moet vermeld staan op het etiket. Bij een aantal voedingsmiddelen staat de voedingswaardewijzer op de verpakking afgedrukt. Hierin vind je in één oogopslag alle belangrijke voedingsgegevens van het product. Conserveermiddelen Licht, lucht, vocht en een hoge temperatuur zijn in de meeste gevallen de oorzaak van bederf van levensmiddelen. Je kunt bederf tegengaan door het product goed te verpakken. Een andere manier is om conserveermiddelen of antioxidanten toe te voegen. Conserveermiddelen zorgen er bijvoorbeeld voor dat het product niet beschimmelt. Voorbeelden van conserveermiddelen zijn stoffen als sulfiet (in wijn) en difenyl (in de schil van sinaasappelen). Antioxidanten zijn stoffen die de inwerking van lucht (zuurstof) tegengaan. Citroenzuur is een voorbeeld van een antioxidant. V e rz orgi n g