Bijlage I: Artikels uit het ARBIS van toepassing op de exploitatie van vliegtuigen Art. 1. – Toepassingsgebied Art. 1, lid 2: Het (reglement) is eveneens van toepassing, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 9 en 20.3, op de beroepsactiviteiten die niet worden vermeld in het vorige lid, maar waarbij natuurlijke stralingsbronnen aanwezig zijn en die kunnen leiden tot een aanzienlijke verhoging van de blootstelling van personen, die vanuit het oogpunt van stralingsbescherming niet mag verwaarloosd worden. Art. 4. – Beroepsactiviteiten waarbij natuurlijke stralingsbronnen aangewend worden Art. 4. De beroepsactiviteiten bedoeld in het tweede lid van artikel 1 zijn de volgende : … 3. de exploitatie van vliegtuigen. Art. 9. – Stelsel van toepassing op de beroepsactiviteiten waar natuurlijke stralingsbronnen aangewend worden 9.1. De beroepsactiviteiten bedoeld in artikel 4 dienen het voorwerp uit te maken van een aangifte gericht aan het Agentschap. Deze aangifte moet, in drie exemplaren, aan het Agentschap toegestuurd worden en omvat: 1° de naam, voornamen, hoedanigheid en woonplaats van de persoon die de aangifte indient en eventueel de maatschappelijke benaming van de onderneming, haar maatschappelijke, administratieve en exploitatiezetels, de namen en de voornamen van de bestuurders of zaakvoerders, de identiteit van de exploitant, de naam en voornaam van het hoofd van de inrichting; … 4° voor de ondernemingen die vliegtuigen exploiteren: - de beschrijving van de methodes en voorwaarden voor het meten of de schatting van de doses ten gevolge van de blootstelling van het vliegtuigpersoneel aan kosmische straling; - de resultaten van de meting of de schatting van de blootstelling van het vliegtuigpersoneel aan kosmische straling. 9.3., lid 2 vermeldt dat, indien de dosisniveaus, vastgesteld in artikel 20.3,, worden overschreden of kunnen worden, het ondernemingshoofd van ondernemingen die vliegtuigen exploiteren dient : - “de individuele doses te kosmische straling; bepalen van het personeel, ten gevolge van de blootstelling aan - rekening te houden met deze dosisschattingen bij het opstellen van de werkschema.s, teneinde hoge doses bij het vliegtuigpersoneel te vermijden; - de betrokken werkers te informeren over de gezondheidsrisico’s die hun werk met zich meebrengt; - artikel 20.1.1.3 toe te passen voor het vrouwelijke vliegtuigpersoneel.” en dit onverminderd de maatregelen die door het Agentschap worden opgelegd krachtens de bepalingen van artikel 20.3 Art. 20. – Beperking van de doses 20.1. – Beperking van de doses met betrekking tot handelingen 20.1.1. – Algemene bepalingen 20.1.1.3 De bescherming van het ongeboren kind mag in geen geval lager liggen dan deze van de personen van het publiek. Hieruit volgt dat vanaf het ogenblik van de bekendmaking van de zwangerschap, de voorwaarden waaraan de zwangere vrouw wordt onderworpen in het kader van haar werk, zodanig moeten zijn dat de dosis die door het ongeboren kind wordt opgelopen zo laag als redelijkerwijze mogelijk is en gedurende de totale duur van de zwangerschap zeker beneden 1 millisievert blijft. Indien deze dosis reeds werd overschreden op het ogenblik dat de zwangerschap werd bekendgemaakt, dan zal de zwangere vrouw niet meer mogen werken op een arbeidsplaats waar ze het risico loopt te worden blootgesteld aan ioniserende stralingen. Gedurende de periode van de borstvoeding en/of gedurende de ganse periode van de zwangerschap, volgend op de bekendmaking van de zwangerschap, mag geen enkele vrouw nog werken op een plaats waar ze beroepshalve het risico loopt op radioactieve besmetting van het lichaam. Art. 20.3. Dosisniveaus te gebruiken voor de toepassing van artikel 9.3, in het kader van de blootstelling aan natuurlijke stralingsbronnen De beroepsactiviteiten die aanleiding geven tot blootstelling aan natuurlijke stralingsbronnen, vallen geheel of gedeeltelijk onder de bepalingen die van toepassing zijn op de handelingen in het kader van dit reglement, overeenkomstig de bepalingen van artikel 9, ingeval van: de exploitatie van vliegtuigen waarbij de blootstelling van het vliegtuigpersoneel aanleiding kan geven tot effectieve doses die groter zijn dan 1 millisievert per jaar. Bijlage II: Praktische modaliteiten voor het indienen van een aangifte-dossier Het aangifte-dossier moet ingediend worden in 3 exemplaren. De aangifte moet gericht worden aan: Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) t.a.v. de heer Michel SONCK Diensthoofd Toezicht op het grondgebied en natuurlijke straling Ravensteinstraat 36 1000 BRUSSEL Contactpersoon voor opvolging dossier S. Pepin Tel. 02/289 20 69 E-mail: [email protected] Bij het indienen van het aangiftedossier moet conform het KB van 24 augustus 2001 het bewijs van betaling op rekeningnummer 679-1692583-30 van de vereiste éénmalige retributie ten bedrage van 1.225,5 euro (barema 2009), geheven met toepassing van de reglementering betreffende ioniserende stralingen, bij de aangifte worden bijgevoegd. Bijlage III: Aangifte-formulier 1. Administratieve gegevens Naam exploitant: ………………………………………. IATA/ICAO code exploitant: ………………………………………. AOC-nummer in België: ………………………………………. Adres hoofdzetel exploitant: ………………………………………. ………………………………………. Adres sociale zetel exploitant: ………………………………………. ………………………………………. Naam contactpersoon: ………………………………………. Adres contactpersoon: ………………………………………. ………………………………………. Functie contactpersoon: ………………………………………. Telefoon contactpersoon: ………………………………………. 2. Beschrijving methode dosisevaluatie Gebruikte methode voor dosisevaluatie: meting/ criteria/computercode/andere Bij gebruik meting, geef type meettoestel: ………………………………………. Bij gebruik criteria, geef criterium aan: ……………………………………….. Bij gebruik computercode, geef de naam van de code: ………………………………………. Bij gebruik “andere”, Specifieer: ………………………………………. 3. Overzicht meting/schatting blootstelling Kalenderjaar: … Als op basis van één der criteria beschreven in 5.2 verwacht wordt dat geen enkel lid van het vliegtuigpersoneel jaarlijks 1 mSv of meer oploopt beschrijf dan omstandig de redenen (met opgave van de bijbehorende bepalende parameters zoals vlieghoogte, vliegtijd,…) …………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………. Geef het aantal personeelsleden aan dat in het betreffende kalenderjaar een jaardosis heeft opgelopen behorende tot de vermelde dosiscategorieën Dosiscategorie (mSv) Aantal personeelsleden Minder dan 1 1–2 >2 – 4 >4 – 6 Aantal personeelsleden, dat gedurende het betreffende kalenderjaar 6 mSv en meer heeft opgelopen: ………………………………………. Een jaardosis van 6 mSv of meer voor vliegtuigpersoneel komt normalerwijze niet voor Bijlage IV: Begrenzing vliegtijden voor 1mSv/j dosisbeperking Bijhorende grafiek, afgeleid uit de berekeningen gemaakt door het “Physikalisch-Technische Bundesanstalt “ in Duitsland (ref: Rundschreiben LBA:” Meldungen entsprechend Strahlenschutzverordnung”), grenst het gebied af waar in functie van de hoogte van de vlucht en de respectievelijke vliegtijd op die hoogte kan verwacht worden dat de opgelopen effectieve jaardosis het niveau van 1 mSv niet overschrijdt. 900 800 700 vliegtijd (h) 600 Maximale vliegtijd voor 1 mSv/j 500 400 300 200 100 0 6000 7000 8000 9000 10000 11000 12000 13000 vluchthoogte (m) 14000 15000 16000 17000 18000 Bijlage V: Formulier Individuele dosisregistratie (enkel voor jaardosis ≥ 1mSv) Kalenderjaar: … EXPLOITANT IATA/ICAO code exploitant AOC-nummer in België Methode van route-dosisbepaling (B=berekening; M=meting) Gebruikte computercode (C=Cari; E=Epcard;A=andere) Indien “andere”, specifieer: PERSONEELSLID Naam: Geboortedatum: Geslacht: Cockpit / Cabine personeel Gegevens dosisregistratie Route Totale jaardosis Routedosis/vlucht (µSv) Min Gemid. Max Aantal vluchten per jaar Gemiddelde jaardosis per route Cumulatieve dosis per maand (enkel voor personeelsleden met een totale jaardosis van > 6 mSv in het kalenderjaar) Kalenderjaar: : … IATA/ICAO code exploitant: ………………………………………………………………… : ………………………………………………………………… Naam personeelslid: Registratieperiode januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Opgelopen dosis (µSv) in registratieperiode Opgelopen dosis (µSv) in registratieperiode voorgaand kalenderjaar