Bel dan gratis en anoniem Kankerinfo. Professionele hulpverleners (artsen, psychologen, verpleegkundigen en maatschappelijk assistenten) nemen er de tijd voor iedereen die met kanker geconfronteerd wordt. Kankerinfo voor al uw vragen over kanker 0800 15 802 kanker.be/info publicaties Stichting van openbaar nut Leuvensesteenweg 479 - 1030 Brussel T. 02 733 68 68 [email protected] - www.kanker.be Steun ons: IBAN: BE45 0000 0000 8989 - BIC: BPOTBEB1 Volg ons op www.facebook.com/stichtingtegenkanker 4.5.9 NL Zoekt u hulp of andere informatie? Hebt u er behoefte aan om uw hart eens te luchten? Zoekt u informatie over een type kanker of de behandelingsmogelijkheden? Wilt u weten hoe u op een dienst van Stichting tegen Kanker een beroep kunt doen? V.U.: Luc Van Haute - Stichting tegen Kanker - Leuvensesteenweg 479, B-1030 Brussel • Stichting van openbaar nut • 0873.268.432 • D1404 - P&R 14.10 CDN Communication 14.4.38 Met wie kan ik erover praten? Nieuwe doelgerichte middelen tegen kanker Voor wie is deze brochure bestemd? Deze brochure is in de eerste plaats bedoeld voor mensen die (zullen of kunnen) worden behandeld met een nieuwe doelgerichte therapie of immuuntherapie tegen kanker. Inhoud Voor wie is deze brochure bestemd? 3 Wat is kanker? 4 De doelgerichte middelen 6 Hoe wordt een doelgerichte therapie toegediend? 11 Hoe werken de doelgerichte middelen? 12 Immuuntherapie 18 Klinische onderzoeksstudies 19 Nog enkele tips 22 Stichting tegen Kanker: één missie, drie doelstellingen 27 Na een kankerdiagnose wordt u overspoeld door heel wat vragen en gevoelens. U wilt weten hoe en waarom de ziekte zich ontwikkelt, welke de noodzakelijke onderzoeken en behandelingen zijn en hoeveel tijd deze in beslag gaan nemen … U vraagt zich misschien af of genezing mogelijk is, of u ondanks de behandelingen een normaal leven kunt blijven leiden, of u zich zal moeten laten begeleiden … U vraagt zich af hoeveel de ziekte gaat kosten en wat u beter wel of niet vertelt aan uw omgeving … Op die en tal van andere vragen moeten geleidelijk aan antwoorden komen, afhankelijk van geval tot geval en de persoonlijke ontwikkeling bij elke patiënt. Uw arts zal zondermeer een belangrijke rol spelen. Hij of zij is de enige die u correcte informatie kan geven over uw situatie. Deze brochure heeft niet de ambitie u alles te leren over uw ziekte. Ze geeft u wel belangrijke algemene informatie over uw aandoening en de behandeling. Ze kan u ook helpen de juiste vragen te stellen aan uw arts of medisch team, als u meer wenst te weten over uw specifieke situatie. Vergeet ook uw naasten niet. Ook zij stellen zich heel wat vragen. Dit document kan ook voor hen interessant zijn. 2 3 Wat is kanker? Kanker is het resultaat van een ernstige en complexe verstoring van de werking van sommige cellen, die zich op een ongecontroleerde en chaotische manier delen, waardoor ze uiteindelijk het orgaan waarin ze zich bevinden overnemen en andere zieke cellen uitzaaien naar andere organen. Oorzaak Het is de ophoping van schade in een cel die het kankerproces op gang brengt (carcinogenese). Die schade kan onder andere veroorzaakt worden door blootstelling aan chemische producten (waarvan sigarettenrook de belangrijkste is), aan omgevingsfactoren (natuurlijke of kunstmatige ultraviolette stralen, bestraling, vervuiling), of aan bepaalde virussen. Het is daarentegen bewezen dat alcohol, overgewicht en te weinig lichaamsbeweging het risico op sommige kankertypes verhogen, net als de professionele blootstelling aan verschillende chemische producten. Er is zelden sprake van erfelijke factoren en kanker is nooit besmettelijk. De aandoening kan dan behandeld worden voordat de kanker zich uitzaait. Een laatste opmerking: een tumor hoeft niet altijd een symptoom van kanker te zijn. Een tumor is een massa cellen die al dan niet kankerachtig kan zijn. Men spreekt respectievelijk van een kwaadaardige (kanker) of goedaardige tumor (adenoom, cyste, …). Zoekt u andere informatie over kanker? Bel dan gratis Kankerinfo op het nummer 0800 15 802, van maandag tot vrijdag van 9 tot 18 uur. Evolutie Na een min of meer lange evolutietijd kunnen sommige kankercellen zich losmaken uit de tumor en zich verplaatsen naar andere delen van het lichaam, via de bloed- of lymfevaten. Deze “secondaire” kolonies worden uitzaaiingen genoemd. Carcinogenese is meestal een traag proces dat zich uitspreidt over verschillende jaren, soms zelfs tientallen jaren, na de eerste celschade. Dat verklaart waarom het aantal gevallen van kanker stijgt met de leeftijd. En daarom is de vroegtijdige opsporing van bepaalde kankertypes ook zo belangrijk. 4 5 De doelgerichte middelen Doelgerichte middelen – of doelgerichte genees­ middelen – zijn een nieuwe vorm van medicijnen tegen kanker waarvan het werkingsmechanisme verschillend is van dat van de klassieke chemo­ therapiemiddelen. Hun benaming "doelgerichte middelen" (in het Engels: "targeted therapies" ; target = doel) verwijst naar dit meer specifieke werkingsmechanisme. Chemo- en radiotherapie werken tegen snel delende cellen, zoals meestal het geval is bij kanker. Maar daardoor kunnen ook andere sneldelende gezonde cellen worden beschadigd met soms ernstige bijwerkingen tot gevolg: haarverlies, bloedarmoede, diarree, verhoogde vatbaarheid voor infecties,… Een doelgerichte therapie kan welbepaalde elementen ("targets") van de kankercellen herkennen. Zij kan de groei en de uitbreiding van kankercellen afremmen terwijl de schade aan normale cellen wordt beperkt zodat er meestal minder bijwerkingen zijn dan met andere behandelingen tegen kanker. Toch kan een doelgerichte behandeling ook ongewenste bijwerkingen tot gevolg hebben. Bij een doelgerichte therapie gaat het om een behandeling “op maat” want niet elke tumor heeft noodzakelijkerwijze hetzelfde "doel". De arts moet bijgevolg specifieke onderzoeken verrichten om de meest efficiënte behandeling te bepalen. Op die manier kunnen bepaalde genen, eiwitten en andere factoren, eigen aan de tumor, worden aangetoond. Iedere patiënt krijgt dus een specifiek behandelingsschema aangepast aan zijn tumor. Maar als blijkt dat de tumor geen "targets" heeft, zal de behandeling zinloos blijken. Deze voorafgaandelijke onderzoeken kunnen dus overtollige behandelingen vermijden. Dit verklaart waarom twee personen, voor "eenzelfde" kanker (borstkanker, darmkanker,…), een verschillende behandeling kunnen krijgen. Deze doelgerichte middelen, alsook de noodzakelijke onderzoeken om de aanwezigheid van "targets" te bepalen, zijn wel zeer duur. De terugbetaling ervan is dan ook onderworpen aan zeer strikte criteria. De doelgerichte middelen zijn het resultaat van jarenlang fundamenteel kankeronderzoek, waarvan de resultaten in de praktijk werden omgezet dankzij translationeel en klinisch onderzoek. Het is een domein dat constant evolueert en er worden regelmatig nieuwe doelgerichte middelen ontdekt. Deze brochure behandelt enkel de meest bekende. We kunnen deze doelgerichte middelen indelen in twee grote groepen: • De groep “kleine moleculen”. De naam van deze middelen eindigt op '-ib', voor 'inhibitor'. Ze kunnen doorheen de celmembranen dringen en inwerken op eiwitten binnen of buiten de cel. Enkele voorbeelden: imatinib, erlotinib, vismodegib, enz. 6 7 • De groep “grote moleculen” waarvan de naam eindigt op “-mab”. Het zijn monoklonale antilichamen. Deze moleculen zijn in staat om de kankercellen selectief te herkennen en er zich op vast te hechten, maar ze kunnen niet doorheen de celmembraan gaan. Ze werken via de volgende mechanismen: door in te werken op de receptoren op het celoppervlak, door toxische moleculen binnenin de cel te brengen, door een immuunreactie uit te lokken tegen de kankercellen. Enkele voorbeelden van deze genees­middelen zijn trastuzumab, bevacizumab, cetuximab, enz… Een aantal van deze middelen maken reeds integraal deel uit van standaardbehandelingen van bepaalde soorten kanker. Veel andere zijn nog in ontwikkeling en vormen momenteel het onderwerp van klinische onderzoeken. ■■ ■■ ■■ De doelgerichte middelen kunnen voorgeschreven worden in verschillende stadia van de kanker, in de hoop: • de kanker te genezen, • de groei van het kankergezwel af te remmen of onder controle te houden, maar zonder definitieve genezing, • de kankercellen te doden die naar andere lichaamsdelen zijn uitgezaaid (metastases). 8 Algemeen genomen veroorzaken de doel­ gerichte middelen minder bijwerkingen dan chemotherapie. De bijwerkingen verschillen van patiënt tot patiënt en sommige personen ondervinden geen enkele last. Het is aangewezen om aan uw arts te vragen welke tekenen kunnen wijzen op een bijwerking. Hierna sommen we een aantal mogelijke bijwerkingen op. In tegenstelling tot andere behandelingen, zoals chemotherapie, kan het zich manifesteren van bijwerkingen bij een behandeling met doelgerichte middelen erop wijzen dat de behandeling doeltreffend is, maar dit mag niet systematisch als dusdanig beschouwd worden. Het merendeel van de bijwerkingen verdwijnen na het stopzetten van de behandeling na een periode die varieert van het ene medicijn en van de ene persoon (algemene gezondheidstoestand) tot het/de andere. We hebben nog onvoldoende gegevens over eventuele bijwerkingen op lange termijn. 9 Hoe wordt een doelgerichte therapie toegediend? Als u een behandeling met doelgerichte middelen volgt, contacteer dan uw arts in geval van: • aanhoudende koorts, • aanhoudende diarree, • pijnlijke wondjes in de mond, • verschijnselen van allergie (plotselinge huiduitslag, jeuk, ademhalingsproblemen net na de toediening), • plaatselijke verschijnselen die op een infectie kunnen wijzen (pijn bij slikken, pijnlijk en branderig gevoel bij plassen, aanhoudend hoesten en pijn bij hoesten), • verschijnselen van bloedarmoede (vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, wazig zien, bleekheid), • blauwe plekken zonder dat u bent gevallen of zich heeft gestoten, • vele rode, speldenknopgrote plekjes op de huid, • aanhoudend bloeden uit een wonde (langer dan een half uur), • aanhoudende hevige menstruatie (langer dan vijf dagen), • bloed bij de ontlasting en in de urine, • emotionele of gedragsveranderingen die langer dan enkele dagen duren, • elk ander verschijnsel waarvan u vermoedt dat het in verband staat met uw behandeling. 10 Meestal worden doelgerichte middelen gegeven als een pil (langs de mond). Deze vorm van toediening vereist een strikte naleving van de voorschriften (dosis, tijdstip van inname,…) hetgeen soms moeilijk is als men zich "gewoon" thuis verzorgt. Het is bijgevolg belangrijk om een nauw contact te onderhouden met de behandelende arts en het medisch team zelfs als deze behandeling met pillen de indruk geeft van 'minder zwaar' te zijn. Andere doelgerichte middelen worden via een ader (intraveneus of IV) toegediend: • via eenvoudige injectie in een katheter. Dit procedé neemt slechts enkele minuten in beslag (bolus), • via een IV infuus. Dit procedé duurt 30 minuten tot enkele uren. Hierbij wordt een geneesmiddelen­ oplossing geïnjecteerd via een katheter. Vaak wordt de stroomsnelheid gecontroleerd door een toestel (IV pomp), • soms zijn continu infusen nodig gedurende 1 tot 7 dagen. Hoe lang deze middelen dienen te worden toegediend hangt af van het soort kanker, het type genees­middelen en de reactie van de patiënt hierop. De behandeling kan dagelijks, wekelijks of zelfs maandelijks zijn. Soms kan deze ook in cycli worden gegeven met tussenperioden om het lichaam te laten herstellen. 11 Hoe werken de doelgerichte middelen? Het is moeilijk om de doelgerichte middelen in te delen volgens hun werkingsmethode aangezien ze vaak gelijktijdig inwerken op verschillende cel­functies. Daarom behoren sommige ervan tot verschillende groepen. Algemeen genomen onderscheiden we een aantal grote categorieën die hierna worden toegelicht. Anti-angiogenesebehandelingen Wat is angiogenese? b Enzymremmers c In het menselijk lichaam zijn er heel veel enzymen met allerlei functies (energie verschaffen aan cellen, celdeling stimuleren,…). Bepaalde doelgerichte behandelingen gaan net die enzymen afremmen die de groei van kankercellen stimuleren. Deze enzymremmers kunnen zo de groei en verspreiding van kanker tegengaan. Hierdoor kan de werking van chemotherapie verbeterd worden en kan de levensduur verlengd worden. Er bestaan verschillende soorten enzymremmers die elk de werking van een welbepaald enzym afremmen. Om ze gemakkelijk te identificeren eindigt hun naam altijd op '-ib': imatinib, gefitinib, sunitinib, erlotinib, vismodegib, enz. Dit zijn slechts enkele voorbeelden. Vele andere zijn reeds in gebruik of worden klinisch getest. Bijwerkingen van enzymremmers? De meest voorkomende bijwerkingen zijn: • hartritmestoornissen, • huidproblemen, • diarree en andere maagdarmklachten, • gewrichtspijnen. 12 a a) tumor b) "normaal" bloedvat c) nieuwe "kwaadaardige" bloedvaten Angiogenese is de vorming van nieuwe bloedvaten uit bestaande vaten. Dit is een normaal lichamelijk proces dat de kankercellen 'misbruiken' om kwaad­ aardige tumoren te laten groeien en uitzaaiingen (metastasen) te ontwikkelen. We weten dat kanker­cellen zich niet kunnen vermeerderen zonder voedingsstoffen en zuurstof. Boven een volume van 1 mm3 dreigt een tumor zonder goede bloeddoorstroming te "verstikken". De tumor zal er dus voor zorgen dat er nieuwe bloedvaten ontstaan (angiogenese). Hiervoor brengt hij groeifactoren voort die zich tot in het dichtstbijzijnde bloedvat verspreiden. Die groeifactoren hechten zich op de cellen van de vaatwand en zorgen ervoor dat die zich delen en uiteindelijk nieuwe vaten vormen om de tumor van alle nodige stoffen te voorzien. Zo kan de tumor blijven groeien en begint hij het omliggende, gezonde weefsel binnen te dringen. 13 Kankercellen die zich losmaken van de primitieve tumor, kunnen, via de bloedsomloop, een afstand afleggen en zich in andere organen vestigen (uitzaaiingen). Veel anti-angiogeneesmiddelen werken door het afremmen van de vasculaire groeifactor (VEGF) die gestimuleerd wordt door de kankercellen. Voorbeelden van angiogenese remmers zijn bevacizumab, sunitinib. Vele andere middelen worden momenteel klinisch onderzocht. Mogelijke bijwerkingen van anti-angiogenesetherapie Anti-angiogenesetherapie kan gepaard gaan met bijwerkingen zoals: • een maag-darmperforatie (scheurtje in maag of darm), • een verhoogde bloeddruk, • diverse huidreacties (acne-vorming, huidverandering van handen en voeten, problemen bij litteken­ vorming,…), • ontsteking van de slijmvliezen, • vermoeidheid, • diarree, • haarverandering (verkleuring). Apoptose-inductie middelen Apoptose betekent 'geprogrammeerde celdood'. Alle cellen hebben inderdaad een welbepaalde "levensduur", waardoor oude cellen op natuurlijke wijze door nieuwe cellen worden vervangen zodat de goede werking van de organen gegarandeerd blijft. Maar sommige kankercellen kunnen deze geprogrammeerde dood omzeilen en "onsterfelijk" worden. Sommige doelgerichte middelen werken rechtstreeks in op de "sleutels" die leven en dood van kankercellen controleren en die de celdood van deze cellen kunnen "forceren". Tot deze groep van apoptose-inductie middelen behoren bijvoorbeeld: bortezomib, navitoclax. Geneesmiddelen die het immuunsysteem activeren Kankercellen zijn dragers van karakteristieke antigenen die herkend worden door ons immuun­ systeem en zodoende vernietigd worden. Sommige kankercellen vinden echter "handlangers" binnen ons immuunsysteem die deze antigenen hun gang laten gaan. Bij het ontstaan van een kanker is ons immuunsysteem nog sterk genoeg om voldoende weerstand te bieden tegen de kankercellen zodat een tumor zich moeilijk kan ontwikkelen. Maar bij een agressieve kanker wordt deze balans verstoord en begint de tumor te groeien. Bepaalde doelgerichte middelen zijn in staat zich vast te hechten op de kankercellen om zo hun aan­ wezigheid zichtbaar te maken voor ons immuun­ systeem en haar te helpen haar beschermende rol te vervullen. Dit is het geval bij monoklonale 14 15 antilichamen (reeds vermeld bij andere categorieën). Dit zijn moleculen, gelijkaardig aan de moleculen die ons lichaam produceert om te strijden tegen microben (antilichamen), maar die worden geproduceerd in laboratoria om nadien als behandeling te worden gebruikt. Voorbeelden van monoklonale antilichamen die een immuunreactie stimuleren: trastuzumab, rituximab, ipilimumab. Doelgerichte rakketten Monoklonale antilichamen kunnen ook dienen als "transportmiddel" voor bijvoorbeeld een radioactieve stof of een giftige substantie die de kankercellen vernietigt. Ook nanodeeltjes kunnen gebruikt worden om de giftige stoffen tot bij de kankercellen te brengen. Deze veelbelovende onderzoeksvorm staat echter nog in haar kinderschoenen. 16 Bijwerkingen van monoklonale antilichamen De bijwerkingen zijn meestal "beperkt" tot het zich niet goed voelen (algehele malaise), koorts en misselijkheid. Als aan het middel een andere stof is gekoppeld, dan hangen de bijwerkingen vooral af van die stof. De bijwerkingen zijn ook afhankelijk van de combinatie met andere geneesmiddelen. Na het beëindigen van de behandeling, verminderen of verdwijnen de bijwerkingen doorgaans binnen één tot enkele dagen. Voor zover nu bekend hebben de bijwerkingen van monoklonale antilichamen meestal geen blijvende nadelige gevolgen. 17 Immuuntherapie Klinische onderzoeksstudies De immuuntherapie is een andere selectieve aanpak van de tumoren die rekening houdt met hun specifieke kenmerken. Het principe van deze therapie is gericht op het stimuleren van het immuunsysteem zodat dit zich tegen een tumor keert. Dit kan: • door het injecteren van stoffen die het immuunsysteem kunnen stimuleren (cytokines, interferon,…). Nadeel: de cytokines kunnen hoge koorts veroorzaken of reacties teweeg brengen zoals bij een algemene infectie, • door de specifieke antistoffen van de tumor te isoleren en ze te injecteren bij de patiënt om op die manier een welbepaald deel van zijn immuun­ systeem te stimuleren (anti-tumor vaccinatie), • door het afnemen van lymfocyten bij de patiënt en ze "te verrijken" in een labo door ze in contact te brengen met de specifieke antistoffen van de tumor, en ze nadien opnieuw te injecteren. Doelgerichte middelen en immuuntherapie zijn vaak behandelingen die nog in de onderzoeksfase zitten. Het gebeurt bijgevolg regelmatig dat patiënten uitgenodigd worden om deel te nemen aan een "klinische proef". Deze behandelingen moeten aangepast worden naargelang het type tumor. Zij hebben al veelbelovende resultaten aangetoond bij de behandeling van melanomen. 18 Waarover gaat het en is het betrouwbaar? Een klinische proef is een onderzoek dat uitgevoerd wordt in een ziekenhuis, in samenwerking met patiënten, om een nieuwe behandeling of nieuwe medische techniek te evalueren. De proef is eerst in een laboratorium uitgewerkt en vervolgens op dieren getest. Als de voorlopige resultaten overtuigend zijn, kan de nieuwe behandeling aan een aantal patiënten worden voorgesteld, om na te gaan of ze doeltreffend en niet toxisch is. Nadien wordt ze aan een groter aantal patiënten voorgesteld, om te bekijken of ze eventueel beter is dan de standaardbehandeling. Het spreekt voor zich dat enkel patiënten die dat willen, aan klinische proeven deelnemen. 19 Wie kan deelnemen aan een klinische proef? Niet alle zieken kunnen aan klinische proeven mee­ werken. Alle strenge voorwaarden (de zogenaamde ‘insluitselcriteria’) moeten vervuld zijn. Die criteria hebben te maken met: • het type kanker, • de leeftijd van de patiënt, • zijn algemene gezondheidstoestand, • het evolutiestadium van de ziekte, • de eerdere behandelingen, • … Dergelijke criteria bepalen is absoluut noodzakelijk om de resultaten van de klinische proeven correct te kunnen interpreteren. Om te weten of u al dan niet voor een dergelijke proef in aanmerking komt, stelt u best de vraag aan uw oncoloog. De artsen die een klinische proef uitvoeren, volgen een bijzonder therapeutisch plan dat ze ‘protocol’ noemen. Voor de patiënten die aan een klinische proef deelnemen, is het heel belangrijk om het protocol en het doel ervan te begrijpen. De behandelende artsen staan klaar om te antwoorden op alle vragen die de patiënten zich stellen. Om bruikbare conclusies te kunnen trekken uit een klinische proef, moeten de patiënten in twee groepen worden verdeeld en deze verdeling moet willekeurig bij lottrekking gebeuren: • een ‘controlegroep’ die de referentiebehandeling krijgt (de best mogelijke behandeling die er tot dat moment bestaat), • een groep ‘nieuwe behandeling’ die het nieuwe middel toegediend krijgt of een combinatie van de referentiebehandeling en het nieuwe product, om uit te zoeken of dit tot betere resultaten leidt. 20 Noch de patiënt, noch de arts weten wie welke behandeling krijgt, om zo elke mogelijke invloed of elk voor­oordeel (enthousiasme, hoop, wantrouw,…) te vermijden. Dat is de zogenaamde ‘dubbelblinde proef’. Beide behandelingen (de referentiebehandeling en de experimentele behandeling) moeten de patiënt voordeel opleveren. Als de arts vaststelt dat dat niet het geval is, kan hij beslissen de patiënt van het onderzoek uit te sluiten en zal hij hem een andere behandeling voor­stellen. De patiënt kan ook op elk moment beslissen om uit een klinische proef te stappen. Hij krijgt dan de standaardbehandeling die hij normaal gezien zou voorgesteld krijgen. Discriminatie is dus uitgesloten. Gezien de snelheid waarmee het kankeronderzoek vooruitgang maakt, zijn de klinische proeven momenteel een goede manier om toegang te krijgen tot innoverende geneesmiddelen die nog niet gecommercialiseerd of nog niet terugbetaald worden. Bovendien zijn de te volgen protocols uiterst strict zodat de opvolging van de deelnemers heel kwalitatief gebeurt. Veel patiënten, die getroffen zijn door kanker, willen dan ook graag deelnemen aan deze klinische proeven. Steeds meer websites geven informatie over klinische proeven die over de hele wereld worden gehouden. Stichting tegen Kanker heeft de creatie van de website www.cancertrials.be gesteund. Deze site geeft een overzicht van alle klinische proeven in België. U kan meer informatie vinden over klinische proeven in onze brochure die gewijd is aan dit onderwerp (www.kanker.be/publicaties, of telefonisch op 02 733 68 68 of via mail op [email protected]); alsook op de website www.cancertrials.be. 21 Nog enkele tips Vermoeidheid Blijven eten en ervan genieten Vermoeidheid is een vaak voorkomende bijwerking van kanker en/of van de kankerbehandelingen. Deze vermoeidheid verdwijnt meestal na het einde van de behandelingen. Soms echter hebben patiënten er nog lang nadien last van. Praat erover met uw arts en medisch team, ze kunnen u helpen om de effecten ervan tegen te gaan. Bij kanker is het vooral belangrijk gewichtsverlies, of –toename, te vermijden en te genieten van eten en drinken. Probeer daarom je eigen eetgewoonten aan te houden. Volg zeker niet op eigen initiatief een zogezegd antikankerdieet. De werkzaamheid ervan is verre van bewezen en je loopt het risico je lichaam te verzwakken. Wees ook voorzichtig met het nemen van voedingssupplementen. Sommige kunnen neveneffecten van de behandeling versterken of de goede werking ervan verstoren. Een gebrek aan activiteit is een van de vele mogelijke oorzaken van deze vermoeidheid. Daarom stelt Stichting tegen Kanker Rekanto voor, een bewegings­ programma aangepast aan patiënten tijdens hun behandeling of tot een jaar na het einde van de behandelingen. Het programma geeft u meer energie, waardoor de dagelijkse inspanningen terug vlotter zullen verlopen. Meer informatie vindt u op www.rekanto.be. Pijn verlichten Merk je veranderingen in je gewicht? Maakt de behandeling en haar nevenwerkingen het moeilijk je eetpatroon aan te houden? Heb je vragen over voeding(supplementen)? Vraag het advies van de diëtist op de afdeling oncologie. Stichting tegen Kanker biedt verder heel wat tips en een adressengids met oncodiëtisten op haar website www.kanker.be/voeding-bij-kanker. Er is geen pijn die specifiek geassocieerd kan worden met kanker, aangezien het niet de tumor zelf is die pijn doet, maar zijn effect op de andere weefsels (samendrukken, binnendringen, …). Pijn kan en moet behandeld worden. Het is belangrijk de pijn exact te beschrijven aan de arts of het verzorgend personeel zodat zij de behandelingen kunnen aanpassen aan uw persoonlijke situatie. Volg altijd precies hun aanbevelingen, zeker wat betreft de voorgeschreven dosis pijnstillers. 22 23 Opgelet voor wisselwerkingen (interacties)! Bepaalde middelen (zowel klassieke genees­ middelen als niet-klassieke middelen) kunnen het effect van een kankertherapie beïnvloeden (versterken of verzwakken). Daarom dient u steeds aan uw artsen alle middelen (ook supple­menten van vitaminen, kruiden, diëten, ...) mee te delen. Maak daarom een lijstje van alles wat u gebruikt en neem dat mee naar alle artsen bij wie u op consult komt. U kan meer informatie vinden in onze folder "Complementaire geneeskunde en kanker", alsook in de voedingssupplementengids op onze website www.kanker.be, rubriek "Leven met kanker". bijkomende psychologische coaching aan (zie www.kanker.be of bel gratis en anoniem Kankerinfo op 0800 15 802). Belang van de vertrouwensrelatie met uw verzorgers Deze brochure geeft zeker geen antwoord op alle vragen die u zich stelt en die u zich nog zult stellen tijdens uw ziekte. Dat was ook niet de bedoeling. U zal heel wat professionals ontmoeten vanaf nu: artsen, verpleegkundigen en anderen. Aarzel nooit hen vragen te stellen en blijf uw vragen herhalen tot u een bevredigend antwoord heeft gekregen. Het is absoluut noodzakelijk een echte dialoog met hen op te bouwen. Zo zult u samen met hen en in alle vertrouwen beslissingen kunnen nemen tijdens uw behandeling. Het belang van goede moed Na het einde van een kankerbehandeling voelt men tegenstrijdig genoeg vaak een grote leegte: men verliest het vaak warme contact met het zorgteam en men krijgt geen goedbedoelde aanmoedigingen meer. U moet terug aarden in het “gewone” leven, soms terug beginnen werken, en toch voelt u zich als een schipbreukeling na een avontuur dat moeilijk te beschrijven valt. Als u het lastig heeft, hou het dan niet allemaal voor uzelf. Praat erover met een naaste, iemand van het zorgteam, met een psycholoog of met de leden van een patiëntvereniging. Binnen het kader van het Nationaal Kankerplan heeft u recht op gratis psychologische ondersteuning in het ziekenhuis. Stichting tegen Kanker biedt ook 24 25 Op www.kanker.be vindt u: • bijkomende informatie over de ziekte, de behandelingen, de bijwerkingen • tips om beter om te gaan met uw ziekte: voeding, schoonheid … • de gegevens van al onze patiëntbegeleidingsdiensten • heel wat brochures en folders die u kunt bekijken en/of bestellen U kunt onze publicaties ook bestellen per telefoon op 02 733 68 68 of per e-mail op [email protected]. Stichting tegen Kanker: één missie, drie doelstellingen Stichting tegen Kanker heeft slechts één ambitie: zoveel mogelijk vooruitgang maken in de strijd tegen kanker. Om dat mogelijk te maken werken we op drie niveaus: • Wij financieren het kankeronderzoek in België Om de genezingskansen te verhogen, financieren wij het werk van onderzoekers in de grote onderzoekscentra in ons land, voornamelijk universiteiten. • Wij bieden sociale begeleiding, financiële steun en informatie aan patiënten en hun naasten Om de levenskwaliteit van mensen met kanker te verbeteren, bieden wij informatie, sociale hulp en ondersteuning aan personen met en na kanker en hun naasten. • Wij promoten een gezonde levenswijze, preventie en opsporing door het breed verspreiden van wetenschappelijk gevalideerde informatie Om het risico op kanker te verminderen, moedigen wij het publiek aan om een gezonde levenswijze aan te nemen en deel te nemen aan opsporingsprogramma’s. Daarom verspreiden wij op brede schaal wetenschappelijk gevalideerde informatie. 26 27