Vragen m.b.t. arbeidsmarktcijfers Zuidoost Brabant. Deze vragen

advertisement
Vragen m.b.t. arbeidsmarktcijfers Zuidoost Brabant.
Deze vragen zijn gesteld door de HRM managers en bestuurders n.a.v. het marktbewerkingsplan
2017.
1. De arbeidsmarktinformatie in het marktbewerkingsplan aanvullen met een analyse van het
onzichtbare potentieel (30%) op de arbeidsmarkt vanuit de vraag “uit welke doelgroepen
bestaat deze doelgroep, welke kansen biedt deze doelgroep voor inzetbaarheid in de sector
Zorg en Welzijn? Deze vraag is ontstaan tijdens de ronde tafel waarin jij een link hebt
gemaakt naar het "onzichtbare potentieel".
2. Wat is de doorstroom van medewerkers uit de zorg- en welzijnssector naar andere sectoren
incl. de beweegredenen”
3. Inventarisatie van de demografische ontwikkelingen in de doelgroep jongeren vanuit de
vraagstelling “wat zijn de demografische ontwikkelingen, wat is het effect van voortijdige
uitstroom opleidingen en de uitstroomrichtingen na de opleiding?”.
4. De arbeidsmarktanalyse van de sector zorg aanvullen met een analyse van de sector
welzijn.
De beantwoording van deze vragen is opgepakt door Gerald Ahn, arbeidsmarktspecialist UWV
Met UWV en Transvorm is afgesproken om deze cijfers nog verder te verrijken en deze als input te
laten dienen voor de ronde tafel gesprekken in september 2017. De eerste aanzet tot een
marktbewerkingsplan 2018.
Voor vragen: u kunt deze stellen via: michiel van den Heuvel: [email protected]
1
Ad 1.
De bruto-arbeidsparticipatie in de arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant bedraagt 70,7.
Bruto-arbeidsparticipatie wordt gedefinieerd als het aandeel van de (werkzame en
werkloze) beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking). Deze
definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele
bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75
jaar.
Dit betekent dat bijna 30% van de bevolking (15-75 jaar) in Zuidoost-Brabant niet
participeert op de arbeidsmarkt. We spreken hier in het vervolg over de nietberoepsbevolking. In een arbeidsmarkt die gekenmerkt wordt door het schaarser worden
van aanbod is het relevant om te kijken in hoeverre deze niet-beroepsbevolking aanbod
kan vormen voor de arbeidsmarkt. Hierbij dient meteen aangetekend te worden dat dit
slechts op hoofdlijnen kan. Aanvullend onderzoek is nodig om een en ander nader te
detailleren.
De niet-beroepsbevolking in de regio Zuidoost-Brabant telt 167.500 personen. Binnen de
niet-beroepsbevolking zijn een aantal categorieën te onderscheiden.
Categorie 1: niet gezocht, wel beschikbaar
In de regio Zuidoost-Brabant zijn er 13.500 personen die feitelijk beschikbaar zijn voor de
arbeidsmarkt, maar recent niet naar werk hebben gezocht. Onderstaand worden een aantal
kenmerken van deze categorie in beeld gebracht:
Kenmerken categorie niet gezocht, wel beschikbaar
Man
6.490 (48%)
Vrouw
7.010 (52%)
Laag opgeleid
6.345 (47%)
Middelbaar opgeleid
4.860 (36%)
Hoog opgeleid
2.160 (16%)
Onbekend
135 ( 1%)
<55 jaar
9.315 (69%)
>=55-65 jaar
2.160 (16%)
>=65-75 jaar
2.025 (15%)
Van de 13.500 personen geeft 35% aan (4.725) personen dat zij niet naar werk hebben
gezocht omdat zij daar weinig resultaat van verwachten (ontmoedigingseffect). De overige
65% geeft andere redenen aan.
Categorie 2: recent gezocht, maar niet direct beschikbaar
In de regio zijn 5.500 personen die wél recent gezocht hebben, maar feitelijk niet direct
beschikbaar zijn. CBS geeft verder niet aan wat de redenen zijn dat men niet direct
beschikbaar is. Onderstaand een aantal kenmerken van deze categorie:
2
Kenmerken recent gezocht, maar niet direct beschikbaar
Man
2.310 (42%)
Vrouw
3.190 (58%)
Laag opgeleid
1.540 (28%)
Middelbaar opgeleid
2.365 (43%)
Hoog opgeleid
1.375 (25%)
Onbekend
220 ( 4%)
<55 jaar
4.180 (76%)
>=55-65 jaar
1.210 (22%)
>=65-75 jaar
110 ( 2%)
Categorie 3: niet recent gezocht, niet direct beschikbaar, maar wil wel werken
In Zuidoost-Brabant zijn er 8.400 personen die niet recent gezocht hebben en niet direct
beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, maar wel willen werken. Ook hier zijn de redenen
niet bekend waarom men niet direct beschikbaar is. Onderstaand een aantal kenmerken
van deze categorie:
Kenmerken recent niet gezocht en niet direct beschikbaar
Man
3.528 (42%)
Vrouw
4.872 (58%)
Laag opgeleid
3.528 (42%)
Middelbaar opgeleid
3.276 (39%)
Hoog opgeleid
1.428 (17%)
Onbekend
168 ( 2%)
<55 jaar
6.216 (74%)
>=55-65 jaar
1.176 (14%)
>=65-75 jaar
1.008 (12%)
Categorie 4: niet recent gezocht, niet direct beschikbaar en niet kunnen of willen
werken
De grootste groep niet-beroepsbevolking bestaat uit mensen die niet recent gezocht
hebben, niet direct beschikbaar zijn en niet kunnen of willen werken. In Zuidoost-Brabant
gaat het om 140.100 personen.
Onderstaand wordt voor deze categorie de onderverdeling gegeven naar de reden met
betrekking tot het niet kunnen of willen werken.
3
Kenmerken recent niet gezocht en niet direct beschikbaar
Zorg gezin/huishouden
9.800 ( 7%)
Opleiding studie
21.000 (15%)
VUT/pensioen/hoge leeftijd
67.250 (48%)
Ziekte/arbeidsongeschiktheid
32.225 (23%)
Anders
9.825 ( 7%)
Van de hierboven genoemde categorieën is niet bekend welke opleidingsrichting ze hebben
genoten en in welke beroepen ze (eventueel) werkzaam zijn geweest. In onderstaande
tabel worden de diverse categorieën naast elkaar gezet en worden enkele aandachtspunten
geformuleerd met betrekking tot een mogelijke rekrutering van personeel vanuit de nietberoepsbevolking.
Overzicht aanbodcategorieën niet-beroepsbevolking
Categorie
Aantal
Niet gezocht, wel beschikbaar
13.500
Aandachtspunten
Een groot deel van deze categorie heeft
(recentelijk) niet naar werk gezocht omdat ze
daar
weinig
resultaat
van
verwachten
(ontmoedigingseffect). Wellicht is een deel
van deze categorie te mobiliseren om zich
beschikbaar te stellen voor de arbeidsmarkt
als er zicht op (duurzaam) werk geboden kan
worden.
Recent gezocht, maar niet direct
5.500
beschikbaar
CBS geeft geen reden waarom deze categorie
niet beschikbaar is. Mogelijk dat een deel
hiervan nog bezig is met een opleiding en dat
een
deel
in
verband
met
zorg
voor
huidhouden/gezin niet beschikbaar is. Deze
laatste categorie is met behulp van facilitering
op het vlak van zorg (lees kinderopvang)
wellicht voor een deel te mobiliseren.
Niet recent gezocht, niet direct
beschikbaar,
maar
wil
8.400
wel
CBS geeft geen reden waarom deze categorie
niet beschikbaar is. Mogelijk dat een deel
werken
hiervan nog bezig is met een opleiding en dat
een
deel
in
verband
met
zorg
voor
huidhouden/gezin niet beschikbaar is. Deze
laatste categorie is met behulp van facilitering
op het vlak van zorg (lees kinderopvang)
wellicht voor een deel te mobiliseren.
Niet recent gezocht, niet direct
140.100
CBS geeft voor deze categorie redenen aan
beschikbaar en niet kunnen of
waarom men niet (direct) beschikbaar is voor
willen werken
de arbeidsmarkt. Mogelijk dat een deel van de
10.000
personen
die
aangeven
niet
beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt in
verband met zorg voor gezin/huishouden met
behulp van facilitering op het vlak van
kinderopvang te mobiliseren zijn.
4
Ad 2.
Om de doorstroom van medewerkers uit de zorg- en welzijnssector naar andere sectoren
in beeld te brengen is in bijlage 1 een tabel opgenomen waarin gekeken is naar de
uitstroom naar werk van personen met een WW-uitkeringen vanuit de sector zorg/welzijn.
In de periode 2013-2015 hebben ruim 2.000 personen die bij UWV in de arbeidsmarktregio
Zuidoost-Brabant stonden ingeschreven (met een WW-uitkering) en werkzaam zijn
geweest in de sector zorg/welzijn werk gevonden. Daarvan is 62% teruggekeerd naar de
sector zorg/welzijn. De top-5 van de overige uitstroomsectoren ziet er als volgt uit:
- Zakelijke dienstverlening
7%
- Uitzendwezen
6%
- Detailhandel
4%
- Schoonmaak
3%
- Onderwijs
2%
- Groothandel
1%
Er is weinig recente informatie beschikbaar die inzicht geeft in de beweegredenen van
werkenden om vanuit de zorgsector in een andere sectoren te gaan werken. Vanuit diverse
onderzoeken en ook vanuit ervaringen van UWV kunnen een aantal redenen genoemd
worden die vaak voorkomen.
 Onvoldoende loopbaanperspectief/mogelijkheden
 Onvoldoende ontplooiingsmogelijkheden
 Hoge werkdruk
 Sfeer (op afdeling)
 Salariëring
 Aantrekkingskracht andere sectoren/branches (wordt versterkt bij
aantrekkende economie)
 Aflopen contract
5
Ad 3.
De ‘Kerncijfers Schoolverlatersonderzoeken’ van het Researchcentrum voor Onderwijs en
Arbeidsmarkt (ROA) geven onder meer inzicht in wat gediplomeerde schoolverlaters na
hun opleiding gaan doen. In het onderzoek dat ten grondslag ligt aan deze kerncijfers zijn
ook vragen opgenomen die gesteld zijn aan gediplomeerden die de arbeidsmarkt hebben
betreden. Twee vragen die gesteld zijn hebben betrekking op de aansluiting tussen de
gevolgde opleiding en de huidige functie op de arbeidsmarkt. Vraag 1: ‘Sluit je huidige
functie aan op de eigen of verwante opleidingsrichting?’. Vraag 2: ‘Is je huidige functie op
minimaal het gevolgde opleidingsniveau?’. Deze vragen worden aan gediplomeerde
schoolverlaters gesteld anderhalf jaar na het afronden van de opleiding. In onderstaande
tabel zijn de (landelijke) antwoorden opgenomen op bovenstaande vragen voor
schoolverlaters uit de periode 2009-2014. De antwoorden zijn per opleidingsniveau
beschikbaar.
Resultaten op de vragen ‘Sluit je huidige functie aan op de gevolgde of aanverwante
opleidingsrichting?’ en ‘Is je huidige functie op minimaal het gevolgde opleidingsniveau?’
Gevolgde opleiding
Huidige functie sluit aan bij
gevolgde
of
aanverwante
opleidingsrichting
Huidige functie op minimaal
gevolgde opleidingsniveau
MBO-zorg en welzijn

BBL, niveau 1

BBL, niveau 2

BBL, niveau 3

BBL, niveau 4

BOL, niveau 1

BOL, niveau 2

BOL, niveau 3

BOL, niveau 4
58%
81%
93%
96%
45%
66%
81%
84%
64%
80%
80%
95%
53%
71%
77%
86%
HBO-zorg en welzijn (voltijd)
90%
80%
Uit de tabel is af te leiden dat op BBL-niveau 1 en BBL-niveau 1 en 2 de aansluiting tussen opleiding
en arbeidsmarkt minder ‘hoog’ scoort.
6
Ad 4.

In maart 2017 is er door UWV een ‘Factsheet Welzijn, jeugdzorg en kinderopvang’
uitgebracht.
Hierin
wordt
een
beeld
geschetst
van
werkgelegenheid,
werkzame
beroepsbevolking, vacaturemarkt en wordt gekeken naar trends, kansen en bedreigingen.
De factsheet is te vinden via https://www.werk.nl/xpsimage/wdo218739

In maart 2017 is ook een ‘Factsheet zorg’ gepubliceerd door UWV. Te vinden via
https://www.werk.nl/xpsimage/wdo213859

In februari 2016 is door UWV een ‘Sectorbeschrijving Welzijn, jeugdzorg en kinderopvang‘
uitgebracht. Ook hier wordt gekeken naar werkgelegenheid, beroepsbevolking, vacatures en
trends. De sectorbeschrijving is te vinden via https://www.werk.nl/xpsimage/wdo215200

Het aanbod van bij UWV ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (nww) voor de
arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant, ultimo februari 2017, is in onderstaande tabel
weergegeven. Omdat de grens tussen de beroepsgroep zorg en de beroepsgroep welzijn niet
scherp te maken is, zijn in de tabel de bij UWV ingeschreven nww voor de beroepsgroep
zorg/welzijn (totaalbeeld) opgenomen, voor zover geïndiceerd naar WW of bijstand.
Bij UWV ingeschreven niet-werkende werkzoekenden in Zuidoost-Brabant naar indicering WW en
bijstand voor beroepsgroep zorg/welzijn, februari 2017
WW
52
Bijstand
30
8
7
15
Gespecialiseerd verpleegkundigen
24
6
30
Fysiotherapeuten
20
17
37
Specialisten op maatschappelijk gebied
93
53
146
Maatschappelijk werkers
59
36
95
Psychologen en sociologen
34
17
51
Vakspecialisten gezondheidszorg
77
53
130
Laboranten
1
2
3
Apothekersassistenten
4
4
8
Verpleegkundigen (mbo)
10
12
22
Medisch praktijkassistenten
37
20
57
Medisch vakspecialisten
25
15
40
Sociaal werkers, groeps- en woonbegeleiders
135
105
240
Sociaal werkers, groeps- en woonbegeleiders
135
105
240
Verzorgenden
176
227
403
Verzorgenden
176
227
403
Artsen, therapeuten en gespecialiseerd verpleegkundigen
Artsen
Totaal
82
Gerald Ahn, UWV
29 maart 2017
7
Bijlage 1: uitstroom naar werk vanuit WW-uitkering zorg/welzijn 2013-2015, Zuidoost-Brabant
Voorbeeld ter toelichting:
In de periode 2013-2015 zijn 28 personen die een WW-uitkering hadden en werkzaam zijn geweest in de subsector verpleging/
verzorging/thuiszorg uitgestroomd naar werk in de sector horeca, catering en verblijfsrecreatie.
SECTOR NA WW
Cultuur
Detailhandel
Energie en water
Financiële
dienstverlening
Groothandel
Horeca, catering
en
verblijfsrecreatie
Landbouw en
visserij
Metalektro en
metaalbewerking
Onbekend
Onderwijs
Openbaar
bestuur
Overige industrie
Schoonmaak
Uitzendbedrijven
Vervoer en opslag
Voeding- en
genotmiddelen
industrie
Zakelijke
dienstverlening
Zorg en welzijn
Totaal
SECTOR VOOR WW
Ziekenhuizen Verpleging/verzorging/thuiszorg Geestelijke
Gehandicaptenzorg Overige Jeugdzorg Kinderopvang/peuterspeelzaalwerk Welzijn Totaal
gezondheidszorg
zorg
3
1
1
5
12
33
9
15
17
2
86
1
1
1
2
4
15
2
4
2
5
28
3
9
1
2
1
3
16
2
30
14
46
4
10
3
12
4
17
2
2
6
2
3
2
31
73
15
4
1
1
7
24
46
177
288
486
808
12
1
2
2
5
5
5
32
11
2
59
1
4
1
5
2
27
41
13
21
6
163
43
1
1
3
15
4
15
2
5
1
3
1
3
22
9
4
7
4
4
39
137
28
4
16
24
15
8
27
23
160
104
151
224
310
74
135
42
67
222
377
102
181
1.329
2.136
7
3
8
9
Download