Richtlijn Agressie en Geweld tegen leerling (Voortgezet Onderwijs) __________________________________________________________________________ Algemeen: Er wordt een onderscheid gemaakt tussen voorvallen inzake agressie en geweld en ongevallen. Bij een ongeval is er sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden en is er geen sprake van het opzettelijk toebrengen van letsel. In deze richtlijn ligt het accent op agressie en geweld tegen een leerling van de school. Hieronder worden die voorvallen verstaan waarbij de leerling psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen. Er zijn globaal drie vormen van agressie en geweld te onderscheiden: - verbaal (schelden, bedreigen, beledigen); - psychisch (onder druk zetten, (digitaal) lastigvallen, bedreigen met fysiek geweld en irriteren); - fysiek (meest ingrijpende vorm, dat zich uit in bijvoorbeeld schoppen, slaan, bijten en vastgrijpen). Ook seksuele intimidatie, discriminatie en vandalisme zijn vormen van agressie en geweld. Op het moment dat een incident van agressie en geweld in en rondom schoolcomplexen van voortgezet onderwijs met een leerling als slachtoffer heeft plaatsgevonden, wordt onmiddellijk de leidinggevende geïnformeerd. Deze meldt de gebeurtenis bij de directie. In overleg en afhankelijk van de aard en omvang van het incident wordt een opvangteam geformeerd. Preventief: Preventieve maatregelen om agressie en geweld in het onderwijs te voorkomen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën: organisatorische maatregelen zoals preventiebeleid, eenduidige regelgeving, voorlichting, collegialiteit en het betrekken van zoveel mogelijk betrokkenen bij preventie; trainingen en cursussen ten behoeve van het onderwijzend- en onderwijsondersteunend personeel; fysieke preventieve maatregelen. Preventie van agressie en geweld vraagt ook om regelmatige bespreking van het onderwerp en om een systematische aanpak. Taken en verantwoordelijkheden: Van de leidinggevende en/of de leden van het opvangteam mag worden verwachten dat zij een luisterend oor bieden; advies geven over symptomen die kunnen optreden na een schokkende gebeurtenis; informatie geven over opvangmogelijkheden; eventueel doorverwijzen naar professionele instanties (o.a. politie, slachtofferhulp); alles in het werk stellen dat er aangifte wordt gedaan bij de politie. Feitelijke aangifte bij de politie kan alleen door het slachtoffer zelf worden gedaan. Er is wettelijk geen leeftijdsgrens voor het doen van aangifte. Indien de jongere jonger is dan 14 jaar, probeert de politie wel de ouders er bij te betrekken of zij doen namens hun kind aangifte; vertrouwelijk omgaan met de informatie die zij krijgen. De leidinggevende is verder nog verantwoordelijk voor: de voortgang van het begeleidingstraject; het (laten) invullen van het meldingsformulier en het registreren van het incident op bestuurlijk niveau; de voorlichting binnen de organisatie (team en ouders); de contacten met externe instanties als slachtofferhulp e.d. Stappenplan: Gebruik van agressie en geweld (groot of klein) is onder geen enkele voorwaarde acceptabel. 1. Iedereen is verplicht het slachtoffer uit de situatie te helpen en de eerste opvang te verzorgen. De leidinggevende wordt zo snel mogelijk geïnformeerd; 2. De leidinggevende en directe collega’s zijn verantwoordelijk voor een goede eerste 1 opvang van betrokken leerlingen en collega’s; 3. De leidinggevende meldt het incident bij de ouders/verzorgers van de leerling; 4. De leidinggevende meldt het incident bij de directie en wanneer noodzakelijk bij betreffende externe instanties; 5. De leidinggevende stelt in samenspraak met de directie een opvangteam op, afhankelijk van de aard en omvang van het incident; 6. Afhankelijk van de ernst van de gebeurtenis, waarbij wordt uitgegaan van de beleving van de leerling, wordt hij/zij in de gelegenheid gesteld om naar huis te gaan. De leerling wordt conform de hiervoor geldende procedure ziek gemeld; 7. De leidinggevende bewaakt de voortgang van de hulpverlening aan de leerling mogelijk met behulp van de schoolarts en zo nodig het opvangteam; 8. De leidinggevende verifieert of het team, de klas en betrokken ouders hulp nodig hebben en onderneemt zo nodig hierop actie; 9. De leidinggevende is verantwoordelijk voor het organiseren van de continuïteit in de school (onder andere opvang klas); 10. De leidinggevende is verantwoordelijk voor een adequaat vervolg van de opvang van de leerling en neemt zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen 72 uur, contact op met het slachtoffer; 11. De leidinggevende onderhoudt contact met de ouders van het slachtoffer en zorgt voor een verantwoorde terugkeer naar school; 12. Het is de taak van de leidinggevende in overleg met de betrokken mentor/docent om (via de ouders) contact te houden met het slachtoffer en de medewerkers en de leerlingen te (blijven) informeren over de situatie. Op deze manier verliest het slachtoffer niet het contact met de school; 13. Binnen drie weken vindt een vervolggesprek plaats tussen de leidinggevende en de ouders, waarin de leidinggevende ondermeer informeert of de opvang naar tevredenheid verloopt; 14. De mentor/docent en de leidinggevende hebben de verantwoordelijkheid de leerling bij de terugkeer te begeleiden. Na een schokkende gebeurtenis komt er een moment van confrontatie met de plaats waar - of de persoon met wie - de schokkende gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Dit kan een moeilijk moment zijn afhankelijk van de aard en oorzaak van de gebeurtenis. In ieder geval zal het vertrouwen in zichzelf en de omgeving weer opgebouwd moeten worden; 15. Twee weken na terugkeer moet door de leidinggevende via de mentor/docent worden onderzocht of betrokkene zich weer voldoende veilig voelt. Als dit niet zo is, dan worden initiatieven ontwikkeld om tot een oplossing te komen. Het opvangteam kan hierin een rol krijgen. Het betrokken lid uit het team volgt het proces in ieder geval conform de gemaakte afspraken. Zo nodig moeten door de leidinggevende maatregelen worden genomen om herhaling te voorkomen en aanvullende preventieve maatregelen te nemen; 16. Afhankelijk van de aard en omvang van het incident neemt de leidinggevende initiatief (mogelijk in overleg met een contactpersoon of het opvangteam) om een afsluitend gesprek te voeren met het slachtoffer. In veel situaties kan het wenselijk zijn, dat het slachtoffer informatie krijgt over de dader en de manier waarop deze zijn daad verwerkt; 17. De leidinggevende heeft de taak om samen met de ouders/verzorgers van het slachtoffer eventuele materiële schade vast te stellen (zo nodig in overleg met de directie) en te zorgen voor een snelle afwikkeling van de schadevergoeding; 18. Klachten over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, ernstig fysiek of geestelijk geweld moeten worden gemeld bij de vertrouwensinspecteurs. Het centrale meldpunt is: 0900 – 111 3 111. 2 Formulier Registratie Agressie en/of geweld Naam leerling:…………………………………………………………………………………………. Naam veroorzaker agressie en/of geweld:………………………………………………………………. Datum en tijdstip incident:…………………………………………………………………………………. Soort agressie: 0 verbaal geweld 0 intimidatie of bedreiging 0 lastigvallen per telefoon, sms of mail 0 achtervolgen of lastigvallen op straat (stalken) 0 vernieling 0 fysiek geweld Korte omschrijving van het incident: (Waar gebeurde het? Wat gebeurde er? Wie waren er bij aanwezig of hebben iets gemerkt? enz). ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………… Gemeld bij: ………………………………………………………………………………………………….. Datum melding: …………………………………………………………………………………………… Behandeling: géén behandeling in ziekenhuis / EHBO* opname in ziekenhuis ziekteverzuim anders nl: ……………………………………………………………………………………………… Schade: materieel fysiek letsel psych. letsel anders nl: ……………………………………………………………………………………….. nl: ……………………………………………………………………………………….. nl: ……………………………………………………………………………………….. nl: ……………………………………………………………………………………….. Afhandeling: politie ingeschakeld psychische opvang aangifte gedaan: ja / nee* nazorg: ja / nee* * Doorhalen wat niet van toepassing is. ** Indien ja, ongevallenmeldingsformulier Arbeidsinspectie invullen en opsturen,verplicht! Ondertekening: Betrokken leerling/ouder/verzorger Schoolleiding: ………………………………… ………………………………….. 3