Bram Steeman Kapellenstraat 21/2 9280 Denderbelle 2009 2009-2010 1|Cursus Chemie: Derde wetenschappen auteur: Bram Steeman 1. Zuivere stof – mengsel 1.1. Stoffen en stofeigenschappen - Stof- en voorwerpeigenschappen (zie labomateriaal) → Voorbeeld: Erlenmeyer (stof: glas) Stofeigenschappen Voorwerpeigenschappen - Breekbaar - Maataanduiding - Doorzichtig - Afsluitbaar - Hitte bestendig - Platte bodem - Hals - Kwalitatieve/Kwantitatieve stofeigenschappen Niet meetbaar Meetbaar Kwalitatieve stofeig. Kwantitatieve stofeig. - Kleurloos - Magneet - Smaak - Elektrische geleidbaarheid - Geur - Hitte bestendigheid - ... - Warmtegeleiding - pH (zuurtegraad) - Oplosbaarheid - θK, θS (kookpunt, smeltpunt) - Massadichtheid - Viscositeit (vloeibaarheid) 2|Cursus Chemie: Derde wetenschappen auteur: Bram Steeman 1.2. Mengsels en zuivere stoffen - Een zuivere stof is een stof, die enkel identieke moleculen bevat en is gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten. - Een mengsel is een verzameling van verschillende stoffen, bestanddelen of componenten van het mengsel genoemd. fysische constanten: Voorbeeld: H2O Kookpunt: 100 °C Smeltpunt: 0 °C Elektrische geleidbaarheid: 0S 1.3. Scheiden van mengsel → Heterogene mengsels A) Decanteren : Dit is gewoon afgieten, je kan hiermee een vaste stof van een vloeistof scheiden, als bij de vaste stoffen de partikeltjes voldoende groot zijn om te bezinken. B) Afscheiden : Hiermee kan je twee vloeistoffen van elkaar scheiden, na ontmengen. (Met scheitrechter) C) Filtreren : Hiermee kan je een vaste stof, wat het residu zal zijn, en een vloeistof, wat het filtraat zal zijn, scheiden. D) Centrifugeren : Met deze methode kan je een vloeistof en een vaste stof die moeilijk bezinkt scheiden. Het bezinken wordt versneld door de snelle draaisnelheid van de centrifugetrommel. → Homogene mengsels A) Destilleren : - Ten eerste kan je hiermee een vaste stof van een vloeistof scheiden, zo kan je een oplosmiddel verkrijgen. - Je kan ook een vloeistof van een vloeistof scheiden indien de kookpunten voldoende ver uit elkaar liggen. 3|Cursus Chemie: Derde wetenschappen auteur: Bram Steeman B) Kristalliseren : Hiermee kan je een vaste stof van een vloeistof scheiden, om een opgeloste vaste stof te verkrijgen. C) Extractie : Door deze methode kan je een vaste stof van een vloestof afzonderen, op basis van verschil in oplosbaarheid in een extractiemiddel. D) Adsorptie : De stof die men uit een homogeen mengsel wil afscheiden wordt vastgehecht aan het oppervlak van een andere stof. (het adsorptiemiddel) 4|Cursus Chemie: Derde wetenschappen auteur: Bram Steeman 2. Van samengestelde tot enkelvoudige stof 2.1. Inleiding Mengsels Zuivere stoffen Nieuwe, andere stoffen Scheidingstechnieken (Fysisch) (Chemisch) 2.2. Mogelijkheid 1: samengesteld → enkelvoudig → Ontleden, analyse, ontbinding Koolstof (C) Suiker (C6H12O6) Water (H2O) Toestel van Hofmann Zuurstofgas of Dizuurstof (O2) ( pluspool) 5|Cursus Chemie: Derde wetenschappen Waterstofgas of Diwaterstof (H2) (minpool) auteur: Bram Steeman → Soorten → Thermolyse (warmte) - H2O → Elektrolyse (elektronisch) -/ → Fotolyse (licht) Voorbeeld: - Suiker - Recycleren van kunststoffen → Pyrolyse (zonder O2) 2.3. Mogelijkheid 2: enkelvoudig → samengesteld → Synthese Voorbeeld: - H2 + O2 → H2O - Mg + O2 → MgO 2.4. Mogelijkheid 3: subsitutie → Uitwisselingsreactie Voorbeeld: - AB + CD → AD + CB - Mg + HCl → MgCl2 + H2 2.5. Elementen/atoomsoorten – atomen & atoomstructuren → Elementen/atoomsoorten Voorbeeld: Steenkool Grafiet Diamant (c) zwart Grijs kleurloos hard zacht zeer hard Opmerking: Koolstof (c) → C60 (Buckminsterfullereen) 6|Cursus Chemie: Derde wetenschappen auteur: Bram Steeman → Atomen & atoomstructuren Voorbeeld: - Grafiet → Hexagonale schikking - Diamant → Tetraëdrische schikking Tekeningen - Hexagonale schikking - Tetraëdrische schikking Opmerking: Fotosynthese Organisme → Chlorofyl (bladgroen) Zon 6 CO2 + 6 H2O → C6H12O6 + 6 O2 7|Cursus Chemie: Derde wetenschappen auteur: Bram Steeman 3. Enkele belangrijke enkelvoudige stoffen 3.1. Metalen en niet-metalen Zie handboek 3.2. Dizuurstof → Methode 1 KClO3 (kaliumchloraat) MnO2 (mangaandioxide) → Methode 2 Toestel van Hofmann → Eigenschappen - Slecht oposbaar in water - Geen kleur - Geen geur - Geen smaak - Onbrandbaar, maar noodzakelijk voor verbranding → Industrieel O2 wordt hoofdzakelijk verkregen door destillatie van vloeibaar gemaakte lucht. 8|Cursus Chemie: Derde wetenschappen auteur: Bram Steeman → Natuur CO2 + H2O C6H12O6 + 6 O2 Opmerking: Samenstelling van lucht: - 78 % N2 - 21 % O2 - 0,9 % edelgassen - 0,03 % CO2 Opmerking: O3 (ozon) (+ waterdamp) wordt gevormd door sterke elektrische ontladingen in de atmosfeer, en ook door UV-straling. 3.3. Diwaterstof → Methode 1 Toestel van Hofmann → Methode 2 Zn + 2 HCl → H2 + ZnCl2 → Voorkomen op aarde Niet in de natuur → Eigenschappen - Reukloos - Kleurloos - Brandbaar - Mengsel met lucht is explosief 9|Cursus Chemie: Derde wetenschappen auteur: Bram Steeman → Toepassingen - Diwaterstof wordt gebruikt als brandstof in raketten. - Dit is de vulling in een onbemande ballon. 3.4. Edelgassen - Er zijn 6 edelgassen. Naam - Helium - Neon - Argon - Krypton - Xenon - Radon Symbool Gebruik He Ne Ar Kr Xe Rn Vulling in luchtballon, koelmiddel, gas in duikerklok Neonverlichting, tv-buis Gloeilampvulling Tl-buizen Zonnebank Een geneeskrachtige bron 10 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n auteur: Bram Steeman 4. De chemische reacties 4.1. Kenmerken van een chemische reactie → Voorbeeld 1 Wit krijt + zoutzuur (HCl) → Het krijt is verdwenen, wat overblijft weten we niet. → Voorbeeld 2 Keukenzout + Fenolftaline → Kleurloos NaOH + Fenolftaline → Violet Indicator, aanwijzer → Voorbeeld 3 → Koningsblauw CuSO4 Geconcentreerd NH3 → Voorbeeld 4 H2SO4 (18°C) + NaOH (18°C) → Temperatuur 90°C → Voorbeeld 5 → H2SO4 + Cu + Zn Spanning → Conclusie - Er ontstaan andere (nieuwe) stofeigenschappen - De structuur van de stoffen wordt gewijzigd → Notatie Reagentia → - Reagerende stoffen - Uitgangsstoffen Reactieproducten Reactiepijl 11 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n auteur: Bram Steeman → Het deeltjesmodel 1. + → + → + (Zelf te tekenen) 2. (Zelf te tekenen) Opmerking: - Exo-energetische reacties (is een reactie waarbij energie vrijkomt) - Endo-energetische reacties (is een reactie waarbij energie wordt toegevoegd) - Exotherm (is een reactie waarbij warmte vrijkomt) - Endotherm (is een reactie waarbij warmte wordt toegevoegd) 4.2. Belangrijke principes geldig voor alle chemische reacties → Wet van behoud van massa of wet van Lavoisier De wet: In een gesloten systeem, is de massa van de reagentia gelijk aan de massa van de reactieproducten. Gevolg: Door chemische processen kunnen er geen atomen of atoomsoorten bijkomen of verloren gaan. Voorbeeld: 2 KI + Pb (NO3)2 → PbI2 ↓ + 2KNO3 Dit is geel Deze pijl wijst erop dat de stof naar onder zal gaan in de proefbuis 12 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n auteur: Bram Steeman → Symbolische voorstelling van chemische reacties: reactievergelijking Voorbeeld: De verbranding van magnesiumlint 2 Mg + O2 → 13 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n 2 MgO auteur: Bram Steeman 5. Atoombouw, periodiek systeem en chemische binding 5.1. Samenstelling van een atoom (cem) → Model Voorbeeld: - Trouwring → 10000 triljoen atomen - Punt achter zin → 100 miljard atomen Au → Atoombouw 1 1. Mantel bevat elektronen (e-) 2. Kern bestaat uit... 2 Protonen (p+) neutronen (n°) → Massa & lading van een atoom Deel - Kern - Mantel p+, n°, e- Abs. massa Rel. massa Abs. lading Rel. lading P+ 1,66 . 10-27kg 1u + 1,6 . 10-19C + 1 e.l.e. n° 1,66 . 10-27kg 1u / / e- ≈ 0kg Ou - 1,6 . 10-19C - 1 e.l.e. → U: Unit C: Coulomb e.l.e: elektronladingseenheid 14 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n auteur: Bram Steeman → Voorstelling van stoffen Voorstelling: ଢ଼X Enkele voorbeelden: 1) 2) X: Naam van de stof Z: Massagetal, aantal p+ + n° = aantal kerndeeltjes Y: Atoomnummer, aantal p+ = aantal eହ ଶFe ଶଷ ଵଵNa → 26 p+ → 26 e- → 30 n° → 11 p+ → 11 e- → 12 n° 5.2. Atoommodel volgens Bohr → Banen – Schillen – Energieniveaus - Orbits K L M N O P Q n 1 2 3 4 5 6 7 2n2 2 8 18 32 32 32 32 - Regel 1: e- hebben een zo laag mogelijke energie-inhoud → Plaatsing op de laagste baan. - Regel 2: Maximum 2n2 e- op de n-schil (max 32). - Regel 3: Maximum 8 e- op de buitenste schil. Er was eens ... → Dalton (1800) → Thompson (1904) → Rutherford (1911) → Bohr (1914) 15 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n auteur: Bram Steeman Atoomnr. Stof K L 1 H 1 2 He 2 3 Li 2 1 4 Be 2 2 5 B 2 3 6 C 2 4 7 N 2 5 8 O 2 6 9 F 2 7 10 Ne 2 8 11 Na 2 8 1 12 Mg 2 8 2 13 Al 2 8 3 14 Si 2 8 4 15 P 2 8 5 16 S 2 8 6 17 Cl 2 8 7 18 Ar 2 8 8 19 K 2 8 8 1 20 Ca 2 8 8 2 16 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n M N auteur: Bram Steeman 5.3. Periodiek systeem van de elementen (PSE) Inleiding : Een vereenvoudigde versie is opgesteld door Dimitri Mendeljev, hij leefde van 1834 tot 1907, hij zorgde voor de classificatie van de elementen. Dit gebeurde op twee manieren, - Stijgende massa (vlnr) - Eigenschappen (vbno) Niet ontdekt :Sommige vakjes in de tabel van Mendeljev waren niet ingevuld, Mendeljev zei dat in deze vakjes stoffen kwamen die nog niet ontdekt waren. Hij had gelijk, later werden deze stoffen gevonden: - 21Sc - 32Ge - 31Ga PSE: Een verbeterde versie van de tabel van Mendeljev. De kolommen in het PSE: groepen. Dit zijn ze : Ia : Alkalimetalen IIa : Aardalkalimetalen IIIa : Aardmetalen/boorgroep IVa : Koolstofgroep Va : Stikstofgroep VIa : Zuurstofgroep VIIa : Halogenen 0 Ia : Edelgassen IIa IIIa IVa Va VIa VIIa 0 1 H 2 Li Be B C N O F Ne 3 Na Mg Al Si P S C Ar 4 K Ca He Aantal schillen Valentie – e- = Aantal e- op buitenste schil 17 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n auteur: Bram Steeman Opmerking: Edelgassen zijn inert → Octetstructuur = edelgasconfiguratie → 8 valentie-e- 5.4. Gegevens uit het PSE → Ar Relatieve atoommassa : een onbenoemd getal dat uitdrukt hoeveel keer de massa van de stroom groter is dan de unit. Voorbeeld : Ar(F) = 19.0 abs. m v/e atoom = Ar (atoom) . u Absolute m van een atoom F: Ar(F).u = 19,0 . 1,66.10-27kg = 3,15 . 10-26kg → Mr Relatieve moleculemassa : Theorie, zie handboek Voorbeeld : Mr(H2SO4) → 2Ar(H) + Ar(S) + 4Ar(O) → 2 . 1,0 + 32,1 + 4 . 16,0 → 98,1 → Mol en molaire massa Mol : Eenheid van hoeveelheid stof Voorbeeld : - 1 mol O2: Hoeveelheid mol die 6,023 . 1023 moleculen bevat. - 1 mol Na: 6,023 . 1023 atomen Na 18 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n auteur: Bram Steeman Molaire massa v/e stof : Absolute massa van 1 mol van die stof. Voorbeeld : Mr (H3PO4) → 3Ar(H) + Ar(P) + 4Ar(O) → 3 . 1,0 + 31,0 + 4 . 16,0 → 98,0 → De molaire massa van H3PO4 is 98,0 g/mol Oefeningen : Bereken de molaire massa van … Stof HClN MgO CH4 (NH4)2SO4 Oplossing 50,5 g/mol 40,4 g/mol 16,0 g/mol 132,5 g/mol → Aantal mol stof, aantal moleculen ୫ୟୱୱୟ ୴ୟ୬ ୢୣ ୱ୲୭ Aantal mol v/e stof : N =୫୭୪ୟ୧୰ୣ ୫ୟୱୱୟ ୴ୟ୬ ୢୣ ୱ୲୭ Voorbeeld : Bereken hoeveelheid mol stof en hoeveel moleculen er zijn in 49 g H2SO4. - Mr(H2SO4)= 2Ar(H) + Ar(S) + 4Ar(O) = 2(1,0) + (32,1) + 4(16,0) = 98,1 De molaire massa van H2SO4 is 98,1g/mol ସଽ, - N= - 0,499 mol . 6,023 .1023 moleculen/mol = ଽ଼,ଵ/୫୭୪ Oefeningen = 0,499 mol 3,01 . 1023 moleculen : Doe dit ook voor … Formule 14 g Cl2 4,0 NaOH 1,8 HCl Opl. moleculen 1,2 . 1023 6,0 . 1023 3,0 . 1022 19 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n Opl. aantal mol 0,20 mol 0,1 mol 0,049 mol auteur: Bram Steeman → ENW (elektronegatieve waarde) - Alle elementen proberen een edelgasconfiguratie te bereiken. → Ze proberen hun buitenste schil volledig te vullen (octetstructuur). - De elektronegatieve waarde is een maatgetal dat uitdrukt hoe sterk de neiging is van een atoom is om elektronen op te nemen. Opmerking 1: Edelgassen hebben geen elektronegatieve waarde, want *Voorbeelden zie cursus de buitenste schil is volledig gevuld. → Ze vertonen geen neiging om e- op te nemen/af te staan. * Opmerking 2: Elementen uit de linkergroepen hebben een kleine elektronegatieve waarde. → Ze zullen gemakkelijk e- afstaan. * Opmerking 3: Elementen uit de rechtergroep (behalve edelgassen) hebben een grote elektronegatieve waarde. → Ze zullen gemakkelijk e- opnemen. 5.5. De chemische binding → Ionbinding - Gebeurt tussen een metaal en een niet-metaal - ∆ENW > 1,6(6) - Voorbeeld*: * Meer voorbeelden in de cursus, uitleg equivalentieregel. 11Na (2 8 1) en 17Cl 11 p+ 11 p+ 17 p+ 17 p+ 11 e- 10 e- 17 e- 18 e- 0 + 0 Cl- Na+ → Na Na+ + e- + e- → Cl- Na + Cl + e- Cl (2 8 7) → [Na+] [Cl-] + e- NaCl 20 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n auteur: Bram Steeman ⇒ Totale elektronenoverdracht! + Metaalionen Ze trekken elkaar aan - Niet-metaalionen → coulombkrachten → ionenrooster ⇒ Voorbeelden: Alle kook- en smeltpunten zijn uitgedrukt in °C θS θK AgBr 430 1533 Al2O3 2037 2977 KCl 772 1407 MgO 2927 3627 NaOH 319 1387 → Covalente binding/atoombinding - Gebeurt tussen een niet-metaal en een niet-metaal. - ∆ENW ≤ 1,6(6) - Hoogstens elektronenverschuiving. - Gemeenschappelijk elektronenpaar: doublet - Lewisnotatie: - /Elektronenstipmodel: .. ENW = 0, geen elektronenverschuiving - Voorbeelden*: BV 1: H en H 2,1 2,1 nM nM Binding zelf te tekenen H - H ∆ENW = 0 BV 2: Cl en Cl 3,5 3,5 nM nM Binding zelf te tekenen Cl - Cl ∆ENW = 0 21 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n auteur: Bram Steeman BV 3: H en Cl 2,1 3,5 nM nM Binding zelf te tekenen, ook de deltatekens worden zelf geplaatst. H - Cl ∆ENW = 0,9 ≤ 1,6(6) *Meer voorbeelden in de cursus. BV 4: H en C 2,1 2,5 nM nM ∆ENW = 0,4 ≤ 1,6(6) Binding zelf te tekenen, ook de deltatekens worden zelf geplaatst. H H - C - H H BV 5: C en Cl 2,5 3,0 nM nM ∆ENW = 0,5 ≤ 1,6(6) Binding zelf te tekenen, ook de deltatekens worden zelf geplaatst. Cl Cl - C - Cl Cl BV 6: N en O 3,0 3,5 nM nM ∆ENW = 0,5 ≤ 1,6(6) Binding zelf te tekenen, ook de deltatekens worden zelf geplaatst. O = N - O - N = O 22 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n auteur: Bram Steeman ⇒ Tussen deze moleculen zitten zwakke krachten of Vanderwaals-krachten. Alle kook- en smeltpunten zijn uitgedrukt in °C θS θK Fase CO2 -205 -131 Gas HCl -114 -85 Gas H2O 0 100 Vloeistof CH4 -182 -161 Gas Opmerking 1: Aantal atoombindingen: 8 – het groepsnr. waar de stof in staat → Uitkomst: ≤ 4, aantal atoombindingen → Uitzondering: H, 1 atoombinding → Metaalbinding - Tussen een metaal en zichzelf - positieve metaalionen: vrije elektronen - Voorbeeld: → Warmtegeleiding → Elektrische geleiding Binding zelf te tekenen 23 | C u r s u s C h e m i e : D e r d e w e t e n s c h a p p e n auteur: Bram Steeman