FORMULIER 2 RIJKSREGISTER AANVRAAG GEBRUIK IDENTIFICATIENUMMER RIJKSREGISTER aanvrager Naam Prof. Dr. Van Oyen Herman Adres J. Wytsmanstraat 14, 1050 Brussel Telefoon 02 642 50 29 Fax 02 642 54 10 e-mail [email protected] contactpersoon Naam van Bussel Voornaam Johan Functie Hoofd van het Programma Drugs en Illegale Substanties Adres J. Wytsmanstraat 14, 1050 Brussel Telefoon 02 642 50 34 Fax 02 642 54 10 e-mail [email protected] 1 Rechtsbasis Het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) is een Belgische openbare overheidsinstelling. Haar aanvraag tot het gebruik van het Rijksregisternummer (de INSZ-code) binnen de registratie van de Europese Treatment Demand Indicator (TDI), kadert binnen het Actieplan Drugs 2005-2008 van de Europese Unie. Deze TDI-registratie bestaat erin de behandelingsaanvragen te registreren betreffende een misbruikprobleem of een afhankelijkheidsprobleem ten gevolge van illegale drugs of alcohol. Het doel van deze registratie is louter epidemiologisch. België is verplicht de TDI-gegevens aan de Europese Unie door te sturen, meer bepaald aan het European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA). België heeft immers het Actieplan Drugs 2005-2008 van de Europese Unie goedgekeurd. Deze verplichting werd door de Belgische ministers van Volksgezondheid opnieuw bevestigd in een Protocolakkoord dat in het Belgisch Staatsblad (3 mei 2006) werd gepubliceerd. Dit Protocolakkoord, waarin de ministers zich er toe verbinden om een gemeenschappelijke methodologie voor de registratie op basis van de Technische bijlage te respecteren, werd door de TDI-werkgroep van de Cel Gezondheidsbeleid Drugs voorbereid. Deze cel, opgericht op basis van het protocolakkoord van 30 mei 2001 (Ministerie van Sociale Zaken Volksgezondheid en Leefmilieu, 2001) heeft als opdracht om een geïntegreerd gezondheidsbeleid over drugs in België uit te werken. Het Programma Drugs en Illegale Substanties (DISP) van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) is als nationaal Focal Point verantwoordelijk voor de inzameling van de Belgische gegevens en is ermee belast aan het EMCDDA informatie over de TDI te verschaffen. Op de Interministeriële Conferentie (IMC) van 8 maart 2008 werd het Coördinatiecomité van het TDI-Register opgericht (met ingang van 1 mei 2008 en voorgezeten door het WIV:DISP) om, ondermeer, toe te zien op de naleving van de regels van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Deze IMC herbevestigde tevens zijn engagement ten aanzien van het Protocolakkoord van 12 december 2005 betreffende de TDI-registratie. 2 In te vullen in geval van onderaanneming Niet van toepassing Naam onderaanmemer Adres onderaannemer Duur onderaanneming Werkt onder verantwoordelijkja heid en de contrôle van de neen aanvrager Bewijs verbintenis onderaan- Bijgevoegd nemer Niet bijgevoegd 3 Beschikt u reeds over toegang tot het Rijksregister of mededeling van gegevens uit het Rijksregister? ja neen referentie van de machtiging 4 Doeleinde(n) Welbepaald Het doel van de TDI-registratie is louter epidemiologisch. Enerzijds worden de Belgische gegevens door het EMCDDA in een geaggregeerde wijze opgenomen in hun Europese studie van de behandelingsaanvragen betreffende een misbruikprobleem of afhankelijkheidsprobleem ten gevolge van illegale drugs. Anderzijds worden de gegevens van de RIZIV-geconventioneerde behandelingscentra gebruikt voor een nationale studie van de behandelingsaanvragen in deze gespecialiseerde centra. Tevens worden de gegevens ook voor regionaal epidemiologisch onderzoek aangewend, meer in het bijzonder ten behoeve van het beleidsondersteunend onderzoek van de regionale en gemeenschapsoverheden. 5 Uitdrukkelijk omschreven Het gebruik van de (gecodeerd) INSZ-code binnen de TDI-registratie is noodzakelijk omwille van twee redenen: a) om een nauwkeurige schatting van de epidemiologische standaardmaten (prevalentie, incidentie) mogelijk te maken, is de eliminatie van meervoudige registraties noodzakelijk. Het EMCDDA schrijft hiertoe voor dat slechts de gegevens geregistreerd bij de aanvang van de laatste behandelepisode in rekening dient gebracht te worden. In België geniet de INSZ-code de status van ‘unique identifier’ voor de gehele Belgische populatie. b) om een nauwkeurige longitudinale analyse van het behandeltraject (opeenvolging van types van behandelcentra) van een individu met een middelgerelateerd probleem in kaart te brengen, is eveneens een ‘unique identifier’ noodzakelijk. Binnen de TDI-registratie wordt door de behandelende zorgverlener (Primaire gegevensverstrekker) de INSZ-code rechtstreeks aan de patiënt gevraagd. Deze INSZ-code wordt door de Primaire gegevensverstrekker gekoppeld aan een reeks van persoonsgegevens (waarvoor een machtiging werd aangevraagd bij het Sectoraal Comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid). Voordat deze gegevens aan een Secundaire gegevensverstrekker of aan de Trusted Third Party (Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid) worden overgedragen, vervangt de Primaire gegevensverstrekker de INSZ-code met een unieke patiëntencode, welke door de basisdiensten van het eHealth-platform ter beschikking wordt gesteld (een Uniek Dossier werd daartoe bij eHealth ingediend). Er worden tijdens deze procedures geen INSZ-codes op de servers van het Technisch Platform opgeslagen, noch op tijdelijke, noch op permanente wijze. 6 Gerechtvaardigd Het opstellen van het TDI-register is in het belang van de patiënt omdat men aan de hand van het register volgende zaken wenst te bereiken: De evaluatie van de aard en ernst van de middelgerelateerde stoornissen in België én van het aanbod en de kwaliteit van zorg in België (zijn er voldoende erkende behandelingscentra? zijn deze vlot bereikbaar? wordt de diagnose snel genoeg gesteld? hoe lang blijft patiënt in behandeling?). Enkel door deze aspecten in kaart te brengen kunnen eventuele noden en tekortkomingen worden opgespoord en maatregelen genomen worden om hieraan te verhelpen. De patiënten worden op een uniforme wijze (standaard formulier) ingelicht over de doeleinden van de studie en de aard van de gegevens die verzameld worden. De gegevens van een patiënt worden niet opgenomen in het TDI-register als de patiënt dit niet wenst en dit aan de behandelende zorgverlener laat weten (mondeling dan wel schriftelijk). 7 Netwerkverbindingen Niet van toepassing Welke verbindingen? Met wie ? Heeft deze een machtiging ? (eventuele referte) 8 machtiging Machtigingsaanvraag « Gebruik van het e-Health platform voor het Treatment Demand Indicator Register (TDIR) « Duur waarvoor ze gevraagd wordt 10 kalenderjaren na het registratiejaar. Motivering van de duur Een longitudinale analyse kan duidelijkheid bieden met betrekking tot evoluties in de aard en ernst van middelgerelateerde stoornissen, het behandeltraject (opeenvolging van types van behandelcentra) van een individu met een middelgerelateerd probleem, en de effectiviteit van de (verschillende types van) behandelingen. 9