Herhaling leerstof / maatwerk Les Ordening

advertisement
Herhaling leerstof / maatwerk
Les Ordening (Zoogdierorden: een groepsopdracht voor
tweetallen)






De hoofdafdeling van de gewervelde dieren wordt ingedeeld in
vijf groepen.
Deze vijf groepen worden klassen genoemd.
Zo onderscheiden we vissen, amfibieën, reptielen vogels en
zoogdieren.
Klassen worden verder onderverdeeld in orden of ordes.
Zoogdieren kunnen in maar liefst negen orden ondergebracht worden.
Kenmerken, voedsel en vermogen bepalen voor een zoogdier in welke orde het thuishoort.
Orde:
Kenmerken:
Voedsel:
Vermogen voor
reuk, gehoor en
zicht:
Voorbeeld van
een dier:
apen
roofdieren
hoefdieren
slurfdieren
knaagdieren
insecteneters
walvissen
handvleugeligen
buideldieren
Vul de tabel in door het nummer in de juiste kolom te zetten.
Als voorbeeld zijn er al vier vakken ingevuld.
A
a1
a2
a3
a4
a5
a6
a7
a8
a9
B
b1
b2
b3
b4
b5
b6
b7
Kenmerken:
voornamelijk boombewoners, waarbij handen en voeten dienst doen als grijporganen
grootste zoogdieren, komen nooit aan land
planten zich zeer snel (als een plaag) voort, is de grootste zoogdierorde
het uiteinde van de tenen zijn voorzien van een of meerdere hoornachtige delen
voeden zich met andere dieren die ze soms in groepsverband vangen, verscheuren en
opeten
hebben aan de buikzijde een huidplooi waarin melkklieren uitmonden
nachtdieren met tussen de lange vingerkootjes een strak gespannen huid om mee te
vliegen
vaak nachtdieren die op bepaalde knaagdieren lijken maar het niet zijn
grootste op het land levende zoogdieren, er zijn nog maar twee soorten op aarde over
Voedsel
eten voornamelijk insecten maar in sommige gevallen ook wormen en slakken
dit zijn vleeseters, ook wel carnivoren genoemd
eten voornamelijk insecten die m.b.v. sonar gevangen wordt, nectar wordt door sommige
soorten ook gegeten
eten voornamelijk plantaardig voedsel, het gebit heeft beitelvormige snijtanden maar verder
plooikiezen
dit zijn vruchteneters, ook wel fructivoren genoemd, soms worden ook wel kleine insecten
als mieren gegeten
deze dieren eten enorm veel gras, het zijn herbivoren
zijn afhankelijk van de eerste schakels van de voedselketen: plantaardig plankton
b8
b9
C
c1
c2
c3
hebben grote maal of plooikiezen voor plantaardig voedsel, sommige dieren zoals varkens
zijn echter alleseters, ook wel omnivoren genoemd
eten voornamelijk gras, bladeren, takken en bast van bomen, soms tot wel zo’n 180 kg per
dag
c9
Vermogen voor reuk, gehoor en zicht
zicht, reuk en gehoor zijn matig ontwikkeld
deze dieren zijn voor hun activiteiten speciaal aangepast: zien, horen en ruiken uitstekend
zicht is matig want hun ogen zijn betrekkelijk klein, het gehoor is goed ontwikkeld en het
reukorgaan is zeer goed ontwikkeld
het zicht is goed ontwikkeld, het horen gaat redelijk maar het ruiken slecht, net als bij de
soort waar ze veel op lijken namelijk de mens
dieren zien zeer slecht maar kunnen uitstekend ruiken
dieren zien slecht, kunnen geuren matig waarnemen maar het gehoor functioneert in een
bepaald frequentiegebied uitstekend
door relatief kleine ogen matig zicht, de reuk is redelijk, het gehoor is zeer goed; onder
water speelt het gehoor een belangrijke rol bij de communicatie tussen soortgenoten
het zicht is slecht, daarom zijn de dieren afhankelijk van de hele kudde, reuk en gehoor
vaak goed ontwikkeld
zicht, reuk en gehoor zijn redelijk ontwikkeld
D
d1
d2
d3
d4
d5
d6
d7
d8
d9
Voorbeeld van een dier
Afrikaanse olifant
Wallabie
Gewone dwergvleermuis
Groenlandse walvis
Edelhert
Mol
Leeuw
Resusaap
Aardmuis
c4
c5
c6
c7
c8
Download