Interview: Nicko Christiansen (Livin' Blues Xperience) Reporter: Gerda van Eldik Foto's: Ger van Eldik Plaats: Stille Veerkade, Den Haag (NL) Datum: 13 mei, 2006 Intro: Wat kan het raar lopen. Zo beland je van het ene interview in het andere bij wederom een groot bluesartiest. Door middel van een reactie op het interview met Julian Sas kwam ik in contact met Nicko Christiansen. Wie is die Nicko Christiansen dan wel? Een ware bluesheld in de Nederlandse bluesgeschiedenis. Sinds 1967 actief in deze muziek en niet zonder succes. Wie kent niet Livin' Blues, afkomstig uit Den Haag, dat samen met de Bintangs en Cuby & the Blizzards, jarenlang de top van de Nederblues vormde. Livin' Blues verwierf halverwege de jaren '70 een opmerkelijke populariteit in Polen. De bezetting van Livin' Blues uit 1967 was als volgt: Ruud Franssen - basgitaar, direct opgevolgd door Ruud van Buuren, John Lagrand mondharmonica, percussie, Nicko Christiansen - gitaar, percussie, saxofoon, zang, Ted Oberg basgitaar, gitaar, Cesar Zuiderwijk - drums. Mevrouw Oberg, de moeder van Ted, treedt vanaf het begin van de band op als manager van de groep. Rond half acht rijden we de Stille Veerkade op. We worden hartelijk begroet door Nicko. We stappen eerst zijn oefenruimte tevens leslokaal binnen, waar al zijn instrumenten staan geïnstalleerd. Verder door een gang komen we de keuken in, waar het interview zal plaats vinden. Maar eerst worden we voorzien van koffie. Nicko, voor een deel van de lezers van Bobtje's website ben je misschien een onbekende en voor de 'oudere' bluesliefhebbers onder ons is het misschien even het geheugen opfrissen. Vertel eerst iets in het kort over je leven voordat de muziek in je leven kwam. Ik ben geboren in 1950 te Scheveningen. Een nakomertje met nog een oudere zus en broer. Ik had een hekel aan school, daar ging het allemaal niet zo lekker. Ik had een hekel aan leraren, bazen en bovenbazen die je opdrachten gaven die je moest doen. Een agressief jongetje was ik. Gelukkig nu niet meer, maar vroeger was ik dat heel erg. Rond mijn tiende jaar ontdekte ik de rock-'n-roll . Van mijn vader moest ik klassieke gitaar leren spelen, maar dat vond ik helemaal niets, dus daar ben ik gauw mee gestopt. Gitaar spelen leerde ik van mijn Indische vriendjes, die in de indorock bandjes speelden. Wanneer en hoe kwam je in aanraking met de muziek? Dat begon zo'n beetje met de rock-'n-roll in 1960. Wat toen popmuziek heette vond ik maar niks. Ik was zeker ook niet gek op jazz en klassiek. Het klonk allemaal veel te mooi voor mij. Als ik Little Richard, Chuck Berry of Fats Domino hoorde, ging ik helemaal uit mijn dak Al gauw ontdekte ik de blues en zijn helden zoals Ray Charles, Muddie Waters, John Lee Hooker en BB King. Ja, toen begon het te kriebelen. Ik vind ze nog steeds grote helden. In 1965 startte jij samen met John Lagrand het bluesduo "Indiscrimination". Je was pas 15 jaar oud. Hoe leerde je John Lagrand kennen? John Lagrand heb ik leren kennen via Pim Vroegop. Dat was een echte bluesliefhebber. Hij woonde met zijn ouders in Voorburg. Hij mocht de kelder gebruiken om muziek te maken met vrienden. Hij zag er veel ouder uit dan hij eigenlijk was. Pim liep altijd rond in een mooi pak met zijn lange haar. Toch was hij van onze leeftijd. Hij haalde de hippies van het strand om kennis te maken met de bluesmuziek Iedereen nam platen mee of een instrument en zo heb ik John ook leren kennen. Ik speelde toen ook mondharmonica, maar hij nog niet. Hij was heel geïnteresseerd in dat muziekinstrument. Ik heb hem het één en ander uitgelegd en gezegd waar je zo'n ding kon kopen. De week daarop had hij een mondharmonica. Ja, dat is een bekend verhaal. Hij speelde al direct beter dan ik . Ik dacht dat hij mij voor de gek hield. Jullie (Livin' Blues) zijn geboren in de tijd dat piratenzenders zoals Radio Veronica en Noordzee zeer populair waren bij het Nederlandse publiek. Daar profiteerden jullie goed van. Joost den Draaier en Tineke zaten iedere dag in een heel klein Veronica studiootje muziek te promoten. Jullie kwamen er nog wel eens binnenvallen om jullie zwarte blues met een wit sausje 'live' te spelen. Kun je wat meer vertellen over die goede ouwe tijd? Ja, dat was het inderdaad. Wij speelden altijd op het strand van die Leadbelly (de bijnaam van Huddie Leadbetter) nummers en dat soort dingen. Ik raakte in contact met mensen die met dezelfde dingen bezig waren als ik. Toen ik een jaar of zestien was, moest ik mijn amandelen laten knippen in het ziekenhuis. Daar kwam ik de roadmanager tegen van Q65. Ik had mijn gitaar bij me. Eigenlijk mocht ik niet zingen, mijn amandelen waren net geknipt, maar ik deed het toch. Het klonk natuurlijk lekker schor, maar hij vond het helemaal te gek, de echte bluesstem. Hij wilde proberen ons in het voorprogramma te krijgen van Q65. Ik was nog maar net uit het ziekenhuis, of hij kwam met het goede nieuws dat het voor elkaar was. En zo speelden we als bluesduo in het voorprogramma van Q65. We waren ontzettend zenuwachtig, want we hadden nog nooit opgetreden. Ik had wel een beetje ervaring in schoolbandjes, maar dat stelde niet veel voor. Nu moesten we spelen voor die band met een grote naam in Den Haag. Dat was op de rolschaatsbaan, de Eekhoorn. John was zo zenuwachtig, zijn handen trilden helemaal en ik kreeg het ook te pakken toen ik dat zag. We speelden ons nummer, niets commercieels, het was een langzame blues. De mensen kenden zoiets nog niet. Toen we klaar waren, bleef het doodstil, helemaal geen applaus. En daar kwam Peter Vink van Q65 het podium opgelopen en riep: "Dit is helemaal te gek, dit is pas echte blues", en zo begon iedereen te klappen omdat hij dit ook deed. Dat vergeet ik nooit meer. Daarna kwam de manager van Q65 naar ons toe om te vragen of we een plaat wilden maken. Mijn oren vielen er zowat af van ongeloof. We hebben toen een singletje gemaakt, maar dat is niets geworden. Het was niet commercieel genoeg. Na wat bandwisselingen volgden in 1969 de hits 'Wang Dang Doodle', 'L B Boogie' en 'Black Liza'. Jullie succes was compleet. Vele tournees door Europa… Engeland, Duitsland, Zwitserland enz. Jullie zijn te zien op het eerste Pinkpop festival in 1970. Hoogtepunt is het Palermo Popfestival waar de groep speelt voor zo'n 60.000 bezoekers. Jullie waren jong, hoe gingen jullie met dit succes om? Dat was geweldig natuurlijk. In 1967 verdienden we de kost met muziek maken. Het was niet zo dat we gelijk veel geld verdienden, maar we konden ervan leven. Onze hobby werd ons werk. Er kwam veel op ons af. We speelden in trance, soms wisten we niet meer waar we waren. We gebruikten veel alcohol in die tijd. In 1975 gingen jullie uit elkaar na ruzies en alcoholmisbruik. Wil je hier nog nader op in gaan? De band is in 1975 eigenlijk nog steeds op zijn top, maar de manager en de gitarist van toen dachten dat het bergafwaarts ging met ons en vonden dat we maar moesten stoppen. We hebben daar verkeerd aan gedaan. We hadden gewoon, net zoals de Golden Earring een half jaar vakantie moeten nemen en nieuwe plannen moeten maken, maar dat hebben we dus niet gedaan. Ja, de Livin' Blues uit die tijd had het succes in Polen te danken aan de zwarte markt. Onze platen werden daar goed verkocht. Als je de verzamelplaten van de bluesmuziek zag, stonden wij met onze koppen op de cover en onze nummers er tussen. Later ben je jezelf meer gaan specialiseren op de saxofoon en als sessiemuzikant gaan spelen in verschillende bandjes. Andere muziek die je gewend was om te spelen. Hoe vond je het om iets anders te spelen dan de blues? Ik was eigenlijk een beetje uitgekeken op de blues. Mijn toenmalige vriendin was helemaal gek van Frank Zappa in die tijd. In het begin begreep ik helemaal niets van zijn muziek. Maar ik werd gepakt door zijn teksten, de gekte en de humor daarin. Het was ook een verschrikkelijk goede muzikant en dat vind ik nog steeds. Door Frank Zappa ben ik terecht gekomen bij David Sanborn, een voorbeeld voor menig altsaxofonist. Later ben ik toch weer op het oude nest terug gekomen, want uiteindelijk vind ik de meeste sfeer in de blues zitten. Je hebt in heel wat bandjes gespeeld, met grote namen in de muziekwereld, toch veranderde je regelmatig van band. Hoe kwam dat? Ja, hoe komt dat…Een beetje rusteloosheid. Vaak was ik niet tevreden of vond ik de muziek niet goed. Veel lieden vielen door de mand, omdat ze niet op tijd waren om te repeteren of voor een optreden. Als je graag muziek wilt maken, moet je de discipline hebben om op tijd te komen. Ik heb zelf ook zo'n periode gehad, toen ik aan de drank was. Een beetje grillig, maar ik was er altijd wel. Vraag niet hoe. Zelfs met een kater op het podium gestaan. Flink wat pillen in genomen en dan stond je flink te stuiteren. Die tijd is gelukkig voorbij. Ik ga steeds meer op mijn balans letten. Door de onzekerheid denk je dat je de drank nodig hebt. Als je allerlei spullen gaat innemen om een goed resultaat te bereiken, gaat het niet goed meer met je, je verslijt ervan. Volgens mij zitten er veel idealen in je hoofd. Je komt over als een soort vrijheidstrijder. De tijd van tegenwoordig is snel, haastig, alles moet perfect, je moet presteren. Wel een andere tijd dan aan het begin van je carrière. Hoe beleef je die veranderingen? Het is helemaal niet zo veranderd. In de zestig/zeventiger jaren, de hippietijd, waren er al veel dingen aan het veranderen. De meerderheid van de mensen was toen precies zo bezig als in deze tijd, alleen waren er ook veel mensen die anti waren, die niet in militaire dienst wilden, die niet voor een baas wilden werken, met veel dingen oneens waren. De hele westerse wereld is gebaseerd op promotie, geld verdienen. Nu is het alleen harder geworden, omdat er meer mensen aan mee zijn gaan doen. Daar zijn ze niet gelukkiger van geworden. Deze situatie bezing ik onder andere in mijn song 'Evil In the City' in de regels "diamonds and gold are hard to hold, but love can save your soul" van mijn cd "Blues Alone". Je hebt ook dierbaren in de muziek waar je mee gewerkt hebt verloren (Jimmy, John). Het leven is zo betrekkelijk. Heeft dat iets in je veranderd? Zulke dingen heb ik van jongs af aan al meegemaakt. Ik ben een nakomertje. Mijn ouders zijn overleden toen ik nog tamelijk jong was. Daardoor werd ik ook tot de blues aangetrokken, door het verliezen van geliefde personen. In de blues zit het hele leven. Een tekst van een bluessong kan heel droevig zijn, maar op het ritme staat de hele tent dan weer te swingen. Dat zijn eigenlijk twee kanten in de blues. Dat vind ik ook zo mooi met mineur, dat is een beetje droevig, maar in een heel snel ritme slaat de weegschaal de andere kant op. Santana is een van de voorbeelden. Je bent al vier keer te gast geweest in het radio programma Bluezy van Nico Bravenboer. Van hem de vraag, hoe gaat het met de John Lagrand Stichting. En dan vraag ik, wat houdt die stichting precies in? Morgen hebben we vergadering. We willen zijn naam in ere houden. We gaan een concert organiseren met allemaal mondharmonicaspelers. De beste mondharmonicaspeler krijgt een John Lagrand-bokaal. Het wordt een soort kunstwerk, wat gemaakt wordt van zijn mondharmonica. De stichting is opgericht door een aantal vriendinnen van hem. Jan Pet, onze vroegere roadie, gaat zich er ook mee bezig houden. Het zal gehouden worden in de Noviteit, bij Blues aan Zee in Monster. Sinds kort heb je weer een nieuwe band onder de naam Livin 'Blues Xperience. Er worden veel bekende stukken gespeeld van vroeger, maar ook veel nieuw materiaal. Je experimenteert veel met de muziek van nu en met veel plezier. Wat zijn de plannen met deze band? De band bestaat uit: Loek van der Knaap - gitaar, Kees van Krugten - drums, Jeroen van Niele basgitaar, Francois Spannenburg - mondharmonica en Nicko Christiansen - blueszanger van het eerste uur en bespeler van verschillende saxen en minigitaar, gemaakt door de Canadees Phil Neal. De stijl beweegt zich van de traditionele blues, via funky blues naar bluesrock. Ik hoop dat we volgend jaar weer naar Duitsland kunnen gaan. We zijn met Duitse boekers bezig. Wij spelen graag in Duitsland. Verder zijn we in onderhandeling om een concert in Moskou te geven. In Nederland zijn er genoeg festivals, maar om de een of andere reden komen wij daar moeilijk tussen. Misschien omdat we niet meer in de originele bezetting spelen. In Nederland heb je blijkbaar een hit nodig, zoals de Livin' Blues van vroeger. Als je geen hit maakt, tel je niet mee. Met bevriende muzikanten heb ik twee solo cd's gemaakt, "Blues Alone" en "Blue Tomato". Met LBX gaan we een cd en een dvd maken voor het buitenland, maar voor de liefhebbers in Nederland zijn deze te bestellen via de website. Ondergetekende is op 28 april in Jazzsoc te Dordrecht gaan kijken naar een akoestisch optreden. De band begint enthousiast. 'House of the Rising Sun' wordt in een bluesuitvoering te gehore gebracht. Nummers volgen van de hedendaagse band met veel verrassende Afrikaanse invloeden. Er wordt flink gesoleerd op de saxofoon. De leden van de band zijn stuk voor stuk uitstekende muzikanten en voeren hun specialiteiten ten tonele. In de pauze krijgen we wat oude beelden voorgeschoteld van de vroegere Livin' Blues in het Duitse tv-programma Beatclub. De rauwe Bluesstem van Nicko is nog steeds van goede kwaliteit. De mondharmonicaspeler Francois doet John Lagrand eer aan. Zijn solo gaat erin als koek met verrassend veel vuurwerk. De oude hits worden zeker ook niet vergeten. Aan deze avond zal ik nog met plezier terug denken. Het is echt de moeite waard om deze band bezig te zien op het toneel. Boogietime! Thailand. Op je website staat een reisverslag naar Thailand. Die reis heeft een grote indruk op je gemaakt . Hoe kwam je daar zo bij om naar Thailand te gaan? Thys, een vriend waar ik mijn cd's mee opneem, woont daar samen met zijn vriendin. Kort geleden hebben ze een zoon gekregen. Milko, een andere vriend van mij, had de trip cadeau gekregen van zijn ouders, doordat hij het tot ingenieur wist te schoppen. Ik was allang van plan om een keer naar Azië te gaan, maar het kwam er steeds niet van. Wilco heeft bij mij gitaarles gehad, Hij is helemaal gek van de blues. Thailand is een heel andere wereld. Ik vond het een hele belevenis, heb daar mooie dingen meegemaakt.. Een land van extremen en een andere mentaliteit. Heel veel energie, maar ook veel rust. Zeer vriendelijk. Ik wil graag nog meer reizen maken, maar ik blijf het vooruit schuiven. Zo staat Afrika en Amerika ook nog op mijn lijstje. Reizen kost geld en tijd en dan kun je weer minder optreden. I'm travellin' light, to ease my mind, don't think of the pain, I left behind, the world is beautiful behind the glass, this train is takin' me away from the past. [uit de song" who are you' cd. blue tomato.] Zo zijn we aan het eind gekomen van dit interview. Ik bedank Nicko dat hij ons bij hem thuis wilde ontvangen voor dit interview vol met geschiedenis en idealen. We zijn nog lang niet van hem af. Hij bruist nog van de energie en speelt zijn muziek nog altijd met veel liefde. Voor meer informatie over Nicko Christiansen en Livin' Blues Xperience, kijk op: www.nickochristiansen.nl en www.livinbluesxperience.com.