Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2002–2003 2 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 676 Vragen van het lid Timmermans (PvdA) aan de minister van Defensie en de staatssecretaris van Financiën over het BTW-tarief van zeekaarten. (Ingezonden 29 november 2002) 1 Is bij verkoop aan consumenten, op de kaarten van de Dienst der Hydrografie van Defensie, een BTW-tarief van 19% van toepassing? Is op dezelfde kaarten in België een BTW-tarief van 6% en in Engeland van 0% van toepassing? 2 Zo ja, deelt u de mening dat, zeker sinds de komst van de euro en de toename van de handel via het internet, er sprake is van een fors concurrentienadeel voor het Nederlandse bedrijfsleven? 3 Zo ja, bent u bereid, hetzij door aanpassing van het BTW-tarief, hetzij door een andere prijsstelling door de Dienst der Hydrografie, een level playing field voor het Nederlandse bedrijfsleven te creëren? Antwoord Antwoord van minister Kamp (Defensie), mede namens de staatssecretaris van Financiën. (Ontvangen 28 januari 2003) 1 Ja. Het in kaart brengen van de zeebodem door de Dienst der KVR17065 2020303890 ISSN 0921 - 7398 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2003 Hydrografie van Defensie is een overheidstaak. Via verkoopagenten worden de kaarten zonder BTW beschikbaar gesteld aan de detailhandel. Deze brengt bij verkoop aan de gebruikers het algemene BTW-tarief in rekening. 2 De Nederlandse BTW-regelgeving is in belangrijke mate gebonden aan de zogenaamde Zesde BTW-richtlijn (hierna: de Richtlijn). Met betrekking tot onder meer kaarten geeft de Richtlijn in bijlage H, post 6, de lidstaten de mogelijkheid een verlaagd tarief toe te passen. Engeland heeft bij de toetreding, bij wijze van uitzondering, bedongen dat het op een aantal goederen, waaronder zeekaarten, een nultarief kan toepassen. De Richtlijn biedt Nederland deze mogelijkheid echter niet. Een verlaagd BTW-tarief op zeekaarten laat de Richtlijn wel toe, maar Nederland heeft hier niet voor gekozen. Sinds de invoering van de euro en de toename van de handel via het internet bestaat er een transparantere markt. Of er echter met betrekking tot zeekaarten sprake is van een concurrentienadeel voor het Nederlandse bedrijfsleven, is onduidelijk, omdat in dit kader diverse factoren een rol kunnen spelen. Daarbij wijs ik erop dat het bedrijfsleven dat deze kaarten afneemt, de in rekening gebrachte BTW in aftrek kan brengen. Overigens betreft het een algemeen fiscaal probleem, waarbij een spanningsveld bestaat tussen het voeren van een eigen fiscaal beleid enerzijds en de internationale gevolgen van dat beleid anderzijds. 3 Het beschikbaar stellen van zeekaarten door Defensie is een overheidstaak. Defensie handelt derhalve niet als ondernemer. Het in rekening brengen van een verschillende prijs per product per land teneinde daarmee de BTW-verschillen tussen landen te compenseren ligt derhalve dan ook niet in de rede. De besluitvorming over een wijziging van het BTW-tarief op zeekaarten betreft een beleidskeuze voor het nieuwe kabinet. In het kader van de begrotingsvoorbereiding voor het jaar 2004 zou dit eventueel aan de orde kunnen komen, waarbij uiteraard uw wens onder meer afgewogen moet worden in het kader van de totale budgettaire ruimte, waarbij opgemerkt zij dat zo’n tariefverlaging meer zou moeten omvatten dan alleen zeekaarten. Tweede Kamer, vergaderjaar 2002–2003, Aanhangsel 1425