Interview: Deborah de Poorter Foto’s: Stichting Hoezo Anders CreëerbegripenkansenvoorLVB‐jongeren In september presenteerde Stichting Hoezo Anders de resultaten van een participatief onderzoek onder leiding van dr. Xavier Moonen. Leerlingen met een LVB onderzochten wat zij wilden worden en interviewden mensen over hun beroep. De interviews werden gebundeld in een magazine. Deborah de Poorter, redacteur bij Hoezo Anders, interviewde Moonen een maand na het symposium over het project en over zijn visie hoe jongeren met een LVB hun weg moeten vinden in de maatschappij. “Inclusie prima, maar dan moet je daar ook de consequentie aan verbinden door meer ondersteuning te gaan bieden. Als je een klimaat creëert waar begrip is en waarbij leerlingen meerdere kansen krijgen, heeft het een kans van slagen. Dat komt nu wel onder druk te staan.” Door de jaren heen is de interesse voor de Het tijdig herkennen van LVB is ontzettend doelgroep LVB toegenomen. Men weet dat ‘ze belangrijk. Maar wat komt er daarna? er zijn’. Toch wordt LVB nog te weinig herkend. “Jongeren met LVB hebben zelf weinig inzicht, Ziet u hierin een verschuiving? En waar liggen ze zijn slecht in het analyseren van een situatie. Ze vallen dus heel snel terug op hun stereotype nog kansen? “Herkenning is nog steeds ingewikkeld. Het is gedragspatroon. Vaak vertonen ze het ook niet primair een intelligentie probleem. Er verkeerde gedrag in een situatie. Net als wij zitten een heleboel factoren vast aan LVB. Zo allemaal hebben deze jongeren drie wordt er bijvoorbeeld vaak gedacht dat deze gedragsalternatieven namelijk ‘flight , fight of jongeren geen motivatie hebben en daar wordt make love’. Soms vluchten ze in of uit een dan vanuit dat perspectief verkeerd op situatie en zijn ze moeilijk bereikbaar. Soms gereageerd. Als er een LVB wordt gesignaleerd worden ze agressief of proberen ze uitermate aardig gevonden te worden. Dit kan allemaal dan is het van belang dat hier op in wordt gespeeld, onder andere door het spreektempo adequaat gedrag zijn, maar jongeren met een aan te passen. De wijze van verwoorden moet LVB kiezen vaker een alternatief dat hen in de worden aangepast; maak bijvoorbeeld gebruik problemen brengt. van korte zinnen. Wees je bewust van de hoeveelheid informatie die je geeft en probeer hier rekening mee te houden door dit zo beperkt mogelijk te houden. Geef genoeg ruimte om te reageren en peil of de jongere het snapt. Het is de kunst om dit allemaal tegelijkertijd in de praktijk te brengen. Er is ook een samenhang tussen LVB en de lagere sociale klassen. Mede daardoor is er vaak een afstand tussen de hulpverleners en deze jongeren en hun families.” Stichting Hoezo Anders – LVB‐symposium 2013 – www.hoezoanders.nl 1 Het is vaak moeilijk om door dit gedrag heen te kijken, maar dat is wel belangrijk. Je moet je realiseren dat deze jongeren vaak een ‘kort door de bocht’ afweging maken. Het is belangrijk om na te gaan waar het precies fout gaat. Hoe analyseren deze jongeren een situatie? Gaat het fout in de waarneming? Bij de interpretatie? Bij de interpretatie van het eigen kunnen of bij de uitvoering? Sommige jongeren nemen wel goed waar, maar maken vervolgens een verkeerde keuze. Ik denk eerlijk gezegd dat het vaker voorkomt dat het fout gaat in de waarneming. Een redelijke neutrale situatie voor ons, hoeft dat niet te zijn voor een jongere met LVB. Hetlastigeisdatweteveeleen‘onesize fitsforall’oplossingkiezen. Een leraar vraagt een jongere bijvoorbeeld om naar zijn kamer te komen voor een gesprek. De jongere kan dat al snel als een vijandige situatie ervaren. Dan snap je elkaar niet en ga je er beide anders in staan. Dan ontstaan er snel problemen en als je dat niet als zodanig herkent, heb je al gedoe (ruzie, dreiging, weglopen etc.). De leraar denkt dan bijvoorbeeld dat de jongere niet wil en niet kan, maar misschien is de beleving van de jongere wel een andere. Het is dan belangrijk om allereerst na te denken in plaats van direct het gedrag te reageren. Want waarom gedraagt hij zich zo? Zou het zo kunnen zijn dat hij de situatie heel anders interpreteert en op basis daarvan zich zo gedraagt? Dat is vaak het geval. Soms is het zo dat het zijn voorkeursstijl is, dat zo’n jongere vijandig reageert omdat hij nu eenmaal zo in het leven staat. Deze jongeren komen vaak uit een sociale omgeving waar is die vijandige voorkeursstijl ‘normaal’ is. Jongeren met een LVB hebben moeite met generaliseren. Zij zien een bepaald detail wat voor hun veel belangrijker is dan het totaal waar het uiteindelijk om gaat. Daar hebben wij ook wel eens last van maar zij veel meer.” Wat is het belang van onderwijs? Onderwijs krijgt steeds grotere verantwoordelijkheden, hoe kan er voor worden gezorgd dat deze jongeren niet ontglippen? “Herkennen is belangrijk. Als docent moet je van veel markten thuis zijn. Het niveau van de leerkracht moet omhoog. In Finland hebben leerkrachten bijvoorbeeld een academisch niveau. Dat is bijna nodig. Kennis en vaardigheden moeten worden uitgebreid en dat is in deze tijd een gigantische uitdaging. Ik ben voor inclusie, dat je mensen samen onderwijs laat volgen. Het is gewoon heel raar dat als je in een rolstoel zit, dat je dan een heel ander onderwijstraject moet volgen dan iemand die gezond is. En met andere beperkingen is het in wezen precies hetzelfde. Maar dat veronderstelt wel dat je met de beperking die je hebt, de juiste ondersteuning in de klas krijgt. Het lijkt erop dat we die ondersteuningen niet gaan bieden en dat betekent dat je bijna geprogrammeerd leerlingen gaat laten uitvallen. Vooral leerlingen met de ‘fight‐reactie’ zullen uitvallen want die veroorzaken overlast. De leerlingen met de ‘flight‐reactie’ zullen daarentegen vaker verpieteren. De ‘make love’ jongeren krijgen ook niet wat ze nodig hebben. Het lastige is dus dat we te veel een ‘one size fits for all’ oplossing kiezen. Inclusie prima, maar dan moet je ook de consequentie eraan verbinden dat je meer en gepaste ondersteuning gaat bieden. De leraar moet kunnen herkennen wat LVB betekent of is en meerdere leerlingen kunnen hanteren met problemen in al hun hoedanigheden. Als je een klimaat creëert waar begrip is en waarbij leerlingen meerdere kansen krijgen, steeds Stichting Hoezo Anders – LVB‐symposium 2013 – www.hoezoanders.nl 2 weer opnieuw kunnen beginnen, zoals op het Orion College gebeurt, heeft het een kans van slagen. Dat komt nu wel onder druk te staan.” Hoe kan onderschatting vanuit zowel de omgeving als door de jongeren zelf worden tegengegaan, maar dat ze tegelijkertijd wel op waarde worden geschat? “Niemand wil graag onderschat worden. Het gros van de jongeren is op bepaalde punten best goed. Fysiek hebben ze bijvoorbeeld bepaalde talenten. Door iets LVB te noemen lijkt het net alsof er niets positiefs is. Het probleem van onderschatting komt vooral omdat men zich niet gezien voelt of dat er niet gehoord wordt wat er wel goed gaat. De oplossing is niet om leerlingen keihard met een bepaalde realiteit te confronteren, maar ze te laten zien dat er dingen zijn die ze goed kunnen en andere dingen die ze minder goed kunnen en aan beide dingen te werken. De redenering ‘mensen moeten maar inzien dat ze beperkingen hebben’ klopt volgens mij niet; ze moeten vooral inzien dat ze in sommige dingen goed zijn en in andere dingen minder goed.” Presentatie resultaten tijdens LVB‐symposium Hoe belangrijk is een positief zelfbeeld voor jongeren met LVB? “We weten uit onderzoek dat met een positief zelfbeeld je je fysiek prettiger kunt voelen en daardoor ook minder klachten krijgt. Het geeft een bescherming voor psychische en fysieke klachten. Belangrijk dus dat daar aan gewerkt wordt. Het moet natuurlijk wel een reëel zelfbeeld zijn. Dat kun je niet in je eentje, daar heb je je omgeving bij nodig. De leerkracht, het hele team, ouders en werkgevers moeten daar een rol in spelen. Meer positieve feedback geven, in proporties, maar wel reëel. Dat moeten werkgevers ook leren, veel aandacht besteden aan wat goed gaat.” Wat hoopten jullie met het onderzoek te bereiken? Wat hoopt u dat er de komende jaren gaat gebeuren of veranderen op het gebied van jongeren met LVB? “Het onderzoek is een vorm van empowerment. Iemand zelf iets in handen geven om te laten zien dat ze mogelijkheden hebben in zichzelf om iets te veranderen. Dat ze geen willoos slachtoffer zijn van de omstandigheden. Dit soort projecten zijn een eerste aanzet. Als je dat daadwerkelijk wilt bereiken, moet je daar veel meer aan doen. Jongeren met een LVB laten zien wat ze wel kunnen en niet wat ze niet kunnen. Ik hoop dat iedere school dat oppakt, niet alleen in projectvorm, maar integreert in hun manier van denken. Bedenken hoe we jongeren kunnen betrekken bij het leerproces. Je zou dat samen kunnen doen. In sommige zorgprocessen wordt hier al een voorzichtige aanzet mee gemaakt. Ik probeer te laten zien dat het kan en hoop dat het wordt opgepakt. Het is veel interessanter om mensen zelf toe te rusten en ook in hun eigen omgeving toe te rusten, dan hulp voor hen te organiseren.” Stichting Hoezo Anders – LVB‐symposium 2013 – www.hoezoanders.nl 3 Wat zijn volgens u de handvatten die er nodig zijn om een LVB te herkennen en vervolgens mee om te gaan? “Het is niet zo eenvoudig, je moet iedereen in zijn eigen context bekijken. Vijf elementen spelen een rol: spreken, afstemmen, generaliseren, in combinatie met niet zo slim zijn en niet altijd de goede oplossing kiezen in een situatie. Denk daarbij aan iemand die oplossingen kiest en zichzelf in de problemen brengt en vervolgens niet kan uitleggen hoe dat zit. We hebben nu een ‘screener’ ontwikkeld voor volwassenen, om binnen tien minuten een vermoeden van een LVB vast te stellen. We zijn dat nu ook voor jongeren aan het ontwikkelen. Politie en justitie en instanties als stichting MEE of de dak‐ en thuislozenzorg kunnen dit dan bijvoorbeeld gebruiken.” Participatiesamenleving veronderstelt datjedewensendeintentiehebtomte participeren. Maar ook de mogelijkheden hebt om te participeren. Hoe ziet u de veranderingen in een tijd waarin alles wordt wegbezuinigd? Hoe kan iedereen hierin zijn eigen verantwoordelijkheid nemen, zoals dat wordt gezegd vanuit ‘de Participatiesamenleving’? “Je kunt niet voor 10 cent op de eerste rang willen zitten. Op het moment dat je mensen met een beperking wilt laten includeren in de samenleving en je nog niet het VN‐verdrag voor de rechten van de mens met een beperking hebt getekend, dan gaat er iets mis. Het gaat niet slagen als je mensen er gewoon bij zet, je moet ze de juiste ondersteuning bieden. We creëren anders onze eigen Frankenstein. Als je mensen met een LVB niet kent en herkent, ga je ze snel straffen omdat ze zich niet kunnen conformeren. Het wordt gezien, ben ik bang, als een motivatieprobleem i.p.v. dat de achterliggende problematiek wordt gezien. Als het zo doorgaat, krijgt de samenleving last van hun gedrag, en diegene die niet actief zijn, die worden niet gezien. Participatiesamenleving veronderstelt dat je de wens en de intentie hebt om te participeren. Maar ook de mogelijkheden hebt om te participeren. Deze jongeren kunnen niet zomaar ‘participeren’ en als je je daar als samenleving niet bewust van bent en dus geen extra zorg aan besteed, verhardt de samenleving. Ik ben bang dat het gedrag van deze jongeren te snel wordt afgedaan als een gebrek aan motivatie en niet willen. De veranderingen komen te snel, het wordt gebracht als positief, maar het is een bezuinigingsmaatregel en ik ben bang dat het te ondoordacht is.” Voor meer informatie kijk op onze site: www.hoezoanders.nl Postbus 36336 1020 MH Amsterdam Contact: [email protected] Stichting Hoezo Anders – LVB‐symposium 2013 – www.hoezoanders.nl 4