Plant een natuurlijke haag Nergens ter wereld worden tuintjes zo van elkaar en de buitenwereld afgescheiden als in Vlaanderen. Voor dieren als egels, kikkers en padden vormen die omheiningen vaak onoverbrugbare barrières. Wie zijn stukje paradijs toch wil afschermen is een haag met inheemse struiken een echte aanrader. Wie al een omheining heeft kan vaak eenvoudig een opening of egeltunnel maken. Welke haag past het beste bij jou? Decennialang hebben we coniferen gebruikt in onze tuinen, maar gelukkig gebruiken meer en meer mensen nu inheemse bladverliezende struiken als haag. Die zijn aangepast aan de lokale bodem en klimaat, volgen het ritme van de seizoenen en hebben een goede band met onze wilde dieren. Haagbeuk is een erg populaire soort die vooral bekend staat als schuilplaats voor de prachtige meikever. Beuk kan uitgroeien tot een majestueuze boom, maar laat zich ook gemakkelijk als haag snoeien. De verdorde roodbruine herfstblaadjes blijven doorgaans hangen tot na de winter. De veldesdoorn of Spaanse aak is een minder gekende soort, maar heeft alles in zich om het te maken in de haagplantbusiness. De fijne handvormig gelobde bladeren verkleuren vlammend geel-oranje in de herfst. Liguster blijft in zachte winters groen, maar bij strenge vorst kunnen ze toch hun blad verliezen. In de zomer verschijnen op niet gesnoeide takken kleine, witte bloempjes, die sterk geuren en veel insecten aantrekken. Meidoorn vormt prachtige, (voor mensen) ondoordringbare hagen, waar vogels zich maar al te graag in verschuilen. Ongeschoren hagen bloeien uitbundig wit. Naast die klassiekers kan je ook voor een gemengde haag kiezen. Soorten die je kan mengen zijn o.a. hazelaar, iep, wilde kardinaalsmuts, rode kornoelje, sporkehout … Hoe plant je je haag? Voor de goedkoopste en meest natuurlijke manier kan je kiezen voor planten met een blote wortel. Die zijn 2 tot 3 jaar oud en ongeveer 50-80 cm hoog. Omdat planten met blote wortel uit volle grond gerooid worden, moet je rekening houden met de juiste plantperiode. Je kan ze pas aanplanten wanneer de planten in rust zijn, van begin november tot einde maart. Het is van groot belang dat de wortels niet uitdrogen of bevriezen. Als je niet meteen kan aanplanten, graaf je ze tijdelijk in in een kuil. Ook tijdens het transport hou je ze best bedekt. Overleg eerst met je buren en kies samen voor een natuurlijke haag. Indien je werkt op je eigen perceel, hou je minstens 50 cm afstand tot de perceelgrens. • Graaf een sleuf van ongeveer 40 cm diep en 40 cm breed en maak de grond goed los. Je kan de bodem verbeteren met compost. • Vier planten per meter volstaan om een mooie dichte haag te krijgen. Plant net zo diep als ze op de kwekerij gestaan hebben (ongeveer 5 cm boven de eerste wortels) • Daarna moet je de grond goed aandrukken en de planten aangieten. • Bij droog weer kan je best nog wat extra gieten, vooral in het voorjaar wanneer de blaadjes verschijnen. • Jaarlijks moet je de haagplanten zijdelings snoeien. Eenmaal de haag de gewenste hoogte heeft, kan je ook bovenaan snoeien. Vanaf dan snoei je jaarlijks de zijkanten en de bovenkant bij. Voor een goed contact met de buren kan je een poortje voorzien. Maak een egeltunnel Onder bestaande omheiningen graaf je zonder veel moeite een egeltunnel van minstens 20x20x20cm. Druk de aarde langs de zijkanten goed aan en klaar is kees! Tuincheck afgerond? Geef het door op www.wonderlijkwild.be WETENSCHAP