Verwerking het paard (100 min.)

advertisement
ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Brusselsepoortstraat, Brusselsepoortstraat 93 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS
Naam student
Naam mentor
School
Juf Angeline, Juf Brigitte, Juf Eva
Klas
4de
Aantal lln.
leerjaar
OLO3C
OLO3E
33
Sancta Maria Sint-Martens-Latem, Latemstraat 30, 9830 Sint-Martens-Latem
DINSDAG
05/05/2015 Handtekening mentor + datum:
WOENSDAG
06/05/2015
Van 16.00
uur
Leergroep
Aelbrecht Joke en Van der Bruggen Pélagie
tot 18.00
uur
Leergebied(onderdeel)
Wereldoriëntatie
Lesonderwerp
Verwerking het paard (100 min.)
Leerplandoelen
Deelleerplan: Wereldoriëntatie, net: VVKBaO
Mens en natuur:
7.5: Kinderen ontdekken dat er tussen mensen onderling, dieren onderling en planten
onderling veel gelijkenissen bestaan. Dat houdt in dat ze:
- basisbegrippen om de uitwendige bouw van een dier te beschrijven , correct te hanteren:
kop, buik, staart, veren , klauw, bek , nek,…
7.6: Kinderen zien in dat mensen, dieren of planten op een eigen manier trachten in leven
te blijven. Dat houdt in dat ze:
- ervaren en vaststellen dat een aantal functies, (voeding,…) noodzakelijk zijn voor het in
leven blijven van een mens, plant, of dier.
7.13: Kinderen maken een bewuste keuze voor het behoud van het leven in hun directe
omgeving.
- zelfstandig basishandelingen kunnen uitvoeren bij de verzorging van planten en dieren.
Overkoepelende doelen
0.5: kinderen werken samen. Dat houdt in dat ze:
niemand uitsluiten
afspraken binnen de groep naleven.
Overleggen over groepsopdrachten
Regels en een taakverdeling afspreken bij een opdracht.
0.9: Kinderen kunnen nauwkeurig waarnemen met al hun zintuigen. Dat houdt in dat ze:
Zien, voelen, ruiken.
Lesdoelen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Beginsituatie
specifiek voor
deze les
Situering in het leerproces: aanbreng – inoefening – herhaling – evaluatie Voorkennis
van de klasgroep

De kinderen zijn op plattelandsklassen. Ze gaan elke dag ponyrijden. Ze komen elke
dag (gedurende die week) in contact met paarden/pony’s.

Werkwijze van de klasmentor
Leerling-specifieke gegevens

Bronnen
Lembrechts, J., & Louis, F. (2014). Zonnestraal 17 : in het zadel. Aarschot: Averbode.
INAGRO. (2015, april 13). boer en paard. Opgehaald van www.onthaalopdeboerderij.be:
http://leden.inagro.be/Portals/460/OODB/boer%20en%20paard/Wero%20natuur
%20delen%20paard%20correctiesleutel.pdf
INAGRO. (2015, april 13). boer en paard. Opgehaald van
www.onthaalopdeboerderij.be:http://leden.inagro.be/Portals/460/OODB/boer%20en%20pa
ard/fotofiche.pdf
De lichaamsdelen van het paard benoemen.
De uiterlijke kenmerken van een paard beschrijven.
De voeding van het paard beschrijven/verwoorden.
In eigen woorden uitleggen op welke manier een paard moet verzorgd worden.
In groep samenwerken om de opdracht tot een goed einde te brengen.
De voeding van paarden waarnemen door te kijken , voelen, ruiken.
hoe een paard verzorgen. (2015, april 16). Opgehaald van www.decathlon.be:
http://www.decathlon.be/community/tips-coaching/ruitersport/hoe-een-paardverzorgen-2/
Bordschema en bijlagen toevoegen!
Aelbrecht Joke en Van der Bruggen Pélagie
1
LESSCENARIO
1.
Instap: kringgesprek
5’-10’
Organisatie:
De leerlingen zitten in een kring.
Verloop:
Ik hou een kort kringgesprek met de leerlingen over hetgeen al gebeurd is tijdens deze
plattelandsklassen.
Voorbeeld vragen:
- Wat hebben jullie al gedaan?
- Wat vond je er leuk aan?
- Wat vond je er minder leuk aan?
- Wat zou je nog graag willen doen?
- Wat heb je al bijgeleerd?
- …
2.
klassikale instructie: uitleg doorschuifsysteem + afspraken bespreken
1. poster : lichaamsdelen van het paard
2. voeldoos eten van het paard: hooi, maïs, haver,
bieten, brokken,…(schoendozen/ dozen : 5)
3. zadel
4. verzorging van het paard: roskam, harde
borstel, rosborstel, doek, spons,
hoevenkrabber, manenkam
15’
Rolkaarten + puzzelstukjes per leerling.
Organisatie:
De instructie gebeurt in de kring. Nadat ik de puzzelstukjes heb uitgedeeld mogen de leerlingen in
stilte hun groepsgenoten zoeken.
Verloop:
Ik bespreek de werking van het doorschuifsysteem met de leerlingen. (Wat gaan we doen en op
welke manier gaan we werken?) Ik bespreek de afspraken. De groepen worden verdeeld op een
muzische manier (zie tussendoortje groepjesverdeler)
De leerlingen krijgen een rol toegekend die ze zullen vervullen tijdens het groepswerk. De rollen
zijn : tijdsbewaker, verslaggever, materiaalmeester, stiltekapitein.
Afspraken:
- max. 10 min per opdracht.
- Iedereen houdt zich aan zijn rol.
- Stiltekapitein, zorg ervoor dat het niet te luidruchtig wordt.
- Zorg dat al het materiaal weer opgeruimd is voor de volgende groep.
- Het materiaal moet opgeruimd worden voor de volgende groep.
3.
Groepswerk: doorschuifsysteem
45’
1,2,3,4,5, 6
1. poster : lichaamsdelen van het paard
2. voeldoos eten van het paard: hooi, maïs, haver,
bieten, brokken,…(schoendozen/ dozen : 5)
3. zadel
4. verzorging van het paard: roskam, harde
borstel, rosborstel, doek, spons,
hoevenkrabber, manenkam
Bundel per leerling
Uitgeprint op 20/07/2017 Aelbrecht Joke en Van der Bruggen Pélagie
2
Organisatie:
Het lokaal is verdeeld in 4 hoeken. In elke hoek wordt er aan een andere opdracht gewerkt. De
leerlingen hebben hun bundel bij zich. Al het materiaal is aanwezig. De leerlingen hebben
schrijfgerief bij zich.
Verloop:
De leerlingen krijgen max. 10 min. de tijd om aan de opdracht te werken. In deze tijd moeten ze
de opdracht afgewerkt hebben. Als ze vroeger klaar zijn, mogen ze beginnen aan de extra
oefeningen achteraan de bundel.
Terwijl de leerlingen aan de opdracht werken , loop ik ondertussen rond en controleer ik of ze goed
meewerken, alle opdrachten maken, …
Opdracht 1: lichaamsdelen van het paard
Opdracht 2: voeding van het paard
Opdracht 3: het zadel
Opdracht 4: de verzorging van het paard.
Tempodifferentiatie:
Sneller klaar met opdracht  extra oefeningen maken achteraan bundel.
4.
verslaggeving en evaluatie van het groepswerk ; onderwijsleergesprek
25’
1,2,3,4,5
Bundel per leerling
Verloop:
Aan de hand van een onderwijsleergesprek verbeter ik samen met de leerlingen het bundeltje
(werkbladen van deze les). We overlopen opdracht per opdracht. Ze hebben alle opdrachten
gemaakt, dus alle leerlingen kunnen antwoorden.
De verslaggevers van elk groepje vertellen wat ze geantwoord hebben bij elke opdracht. De
groepsleden mogen altijd helpen door aanvulling te geven.
Nadat alle opdrachten besproken zijn, geef ik de leerlingen een evaluatieblad van het groepswerk.
Tempodifferentiatie:
Als er tijd over is, voorzie ik nog een tussendoortje.
Evaluatie
Evalueer hier je eigen handelen (did., ped. en/of org.). Wat deed je goed
en waarom? Wat ging niet goed en waarom? (Denk aan voorbereiding en
realisatie.) Doe een verbetervoorstel.
De stilte kapitein
Wat doe ik?
Zorg ervoor dat je groep niet teveel lawaai maakt.
Wat zeg ik?
- We moeten iets stiller overleggen.
- We storen de andere groepen.
- Kan het iets stiller?
Uitgeprint op 20/07/2017 Aelbrecht Joke en Van der Bruggen Pélagie
3
Tijdbewaker
Wat doe ik?
Zorg ervoor dat je groep niet te snel of te traag gaat.
1minuut voor het einde zeg je aan je groepje dat ze alles
moeten opruimen.
Wat zeg ik?
 We moeten nu echt doorwerken.
 We gaan té snel, we nemen even wat gas terug.
 We ronden het groepswerk af.
Verslaggever
Wat doe ik?
Zorg ervoor dat je pen en papier voor je hebt. Als de
groep een antwoord geeft, vraag je of iedereen het
ermee eens is. Schrijf het antwoord van je groep bij het
besluit van je proefje.
Wat zeg ik?
 Zijn jullie daar allemaal mee eens?
 Wat gaan we schrijven als besluit?
Materiaalmeester
Wat doe ik?
Het is jouw taak om het materiaal in elke hoek te
verzorgen. Je zorgt ervoor dat alles terug op zijn plaats
komt te liggen nadat je groep het materiaal gebruikt heeft.
Wat zeg ik?
 Draag zorg voor het materiaal!
 Mag ik dit materiaal al terugleggen?
 Hebben we dit nog nodig?
Uitgeprint op 20/07/2017 Aelbrecht Joke en Van der Bruggen Pélagie
4
Uitgeprint op 20/07/2017 Aelbrecht Joke en Van der Bruggen Pélagie
5
Download