Tripsbestrijding en -resistentie

advertisement
Tripsbestrijding en -resistentie
Hilde Eelen
Dow AgroSciences
PCS, 30 november 2011
Inhoud

Trips
-

Bestrijding
-

Resistentie
-
-
Soorten
Schade
Erkende middelen
Tracer
Suiker
Mechanismen
Tripsresistentie
Hoe resistentie voorkomen
Tripssoorten en cyclus

Frankliniella occidentalis

Frankliniella intonsa

Thrips tabaci

Thrips fuscipennis

Thrips major
Frankliniella occidentalis
larve
volwassen
larve
volwassen
Thrips tabaci
Aanwezige soorten locatie afhankelijk ?
Booij, PRI, Nl. 2003
preigebied
Buitenteelt: nauwelijks Californische trips
Belang omgeving teelt (bv prei)/onkruiden waardplanten (vogelmuur/witte,
paarse dovennetel, klein kruiskruid)
Schade door trips in chrysant
trips speelt voornamelijk in de bloemen
zuigschade
Opgelet! Niet verwarren met wantsschade: wantsen vreten
bloemknoppen uit met misvormde bloemen als gevolg.
Erkende producten
Insecticide
Actieve stof stof
Form
Aantal
toepassingen
Toepassen
stadium vijand
IRAC
50 mL/hL
1
bij verschijnen
plaag
groep 6
20 mL/hL
1 tot 3
Dosis
Vertimec
Inter
Abamectine
Acaramik
18 g/L abamectine
EC
Agrimec
Vargas
Safran
Tracer
Conserve PRO
480 g/L spinosad
120 g/L spinosad
SC
80 mL/hL
1-3, 10 di
vanaf
aantasting
groep 5
Boomerang
Cytox
Cyperstar
Sherpa
Decis EC
Patriot
Splendid
100 g/L cypermethrin
200 g/L cypermethrin
50 mL/hL
groep 3A
EC
25 mL/hL
25 g/L deltamethrin
EC
120 mL/hL
Mesurol
500 g/L methiocarb
SC
150 mL/hL
Pyrethro Pur
Raptol
825 g/L koolzaadolie
+ 4,6 g/L pyrethrinen
EC
1L/hL
bij verschijnen
plaag
groep 3A
1-3, 7 di
bij verschijnen
plaag
groep 1A
1-2
/
/
TRACER & CONSERVE
Gorsem
35
30
25
onbehandeld
20
Ref P
15
Tracer 0,015%
10
Tracer 0,020%
5
0
20
-A
p
21 r
-A
p
22 r
-A
p
23 r
-A
p
24 r
-A
p
25 r
-A
p
26 r
-A
p
27 r
-A
p
28 r
-A
p
29 r
-A
p
30 r
-A
p
1-M r
a
2-M y
ay
3-M
ay
4-M
ay
Aantal thrips op 10 bloemen
Californische trips met TRACER in aardbei
Datum
TRACER & CONSERVE
Invloed diverse suikers op TRACER
Invloed van diverse suikers op werking TRACER
Sint- Katelijne Waver 2006
3
1,
SE
C
TO
FR
U
+
T
T
+
S
+
T
1,
3
E
S
C
O
U
C
G
LU
R
O
SS
LA
M
E
+
T
1,
3
E
SE
2,
6
4
T
E
SW
E
IO
B
+
T
T
+
B
IO
TR
A
C
SW
E
ER
E
T
0.
2
2
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Wat is resistentie
Wat is resistentie
aantal dode insecten
Aantal insecten wat dood gaat
bij verschillende doseringen van een middel
normale
populatie
1
2
3
4
5
6
dosering
7
8
9
10
Toegelaten dos.
Verminderde gevoeligheid
Wat is resistentie
Bij verminderde gevoeligheid doden we geen 98% van de insecten,
maar bijvoorbeeld nog maar 60%
aantal dode insecten
Toegelaten dos.
normale
populatie
minder
gevoelig
1
3
5
7
dosering
9
11
13
Resistentie
Wat is resistentie
Bij resistentie krijgen we de insecten niet meer dood met de toegelaten
dosering
aantal dode insecten
Toegelaten dos.
normale
populatie
minder
gevoelig
resistente
1
3
5
7
9
11 13 15 17 19
dosering
Invloedsfactoren op ontstaan resistentie
1.
Voortplantingssnelheid insect
2.
Omgeving (serre versus buitenteelt)
3.
Slecht gebruik producten



Te vaak zelfde product
Slechte toepassing
Te lage dosering
Resistentiemechanismen
1.
‘stofwisseling’ (metabolic)
resistentie
2.
‘target site’ (doel plaats) resistentie
3.
‘penetratie’ resistentie
4.
‘gedrags’ resistentie
Soorten resistentie
Stofwisselings (metabolic) resistentie

Het insect breekt via stofwisseling de middelen af
voordat ze schade doen

Afbraakproces kost veel energie van het insect

lagere ‘fitness’ resistente insecten (metabolic
resistente insecten minder sterk dan de niet-resistente)


Metablic resistente insecten kunnen gevoeliger
zijn voor andere insecticiden
Komt vrij veel voor met name zenuwgiften:
pyrethroiden (Decis, Spruzit), carbamaten
(Mesurol, Curater), spinosynen (Tracer,
Conserve)
Soorten resistentie
Target site (doelplaats) resistentie

Oorzaak is een verandering in de structuur van de plaats
in het insect waar het insecticide aangrijpt

Komt vrij veel voor, met name bij IGR en IGI, middelen
die op vervelling werken (Applaud, Nomolt, Dimilin,
Match, Runner)

Resistente populatie kan goede ‘fitness’ hebben (dus
target site resistente insecten zijn net zo sterk als de niet
resistente→resistente verdwijnt niet)
Soorten resistentie
Penetratie resistentie

Insect vormt ‘barriere’s’ in zijn huid waardoor
insecticiden veel langzamer in het insect
binnendringen

Met name bij contactmiddelen

Middelen met zelfde werkingsmechanisme, maar
andere opname kunnen wel werken
Soorten resistentie
Gedragsresistentie

Het insect ‘ontwijkt’ het insecticide

Voeden op plaatsen waar insecticide niet
doordringt, verstoppen zich dieper in gewas, etc.

Komt relatief vaak voor bij systemische
insecticiden bv Metasystox R
Tripsproblemen glastuinbouw
Resistentie trips tegen spinosad in NL

2e jaar toelating in rozen bleek er een behoorlijk groep
telers was die tot 30 keer spinosad hadden toegepast
(max. was 50 keer)

In paprika jaar na toelating tot 20 keer per jaar + geen
enkele afwisseling

Oorzaak resistentie:
Overgebruik + geen afwisseling
Resistentie-test
European Base line:
CL50 = 1.19 PPM
CL90 = 6.93 PPM
Deze resistente populatie:
CL50 > 800 PPM
CL90 > 800 PPM
Hoe resistentie voorkomen

Afwisselen van middelen

Biologische bestrijding

Hygiëne

Goede spuittechnieken
Download