b.medische zorg in verzorgingshuizen

advertisement
UITTREKSEL UIT HET AZIVO-CONTRACT
B. MEDISCHE ZORG IN VERZORGINGSHUIZEN
1. Inleiding
Het percentage ouderen in de samenleving stijgt de komende jaren van 13%
naar circa 20%. Deze landelijke toename van 2 naar 3 miljoen betekent per
normpraktijk een toename van 300 naar 450 bejaarden. Het grootste deel van
deze groep woont zelfstandig thuis en zal een toenemende zorg vragen van
zowel huisarts als andere hulpverleners.
De ontwikkelingen in de wetgeving voor bewoners van verpleeg- en
verzorgingshuizen maken het nodig dat huisartsen zich uitspreken hoe de
zorg aan 120.000 bewoners in 1.400 verzorgingshuizen gestructureerd moet
worden.
Zeker daar er in toenemende mate in verzorgingshuizen sprake is van
bewoners met complexe medische zorg. Het kenmerk van deze complexe
zorg is, dat er meerdere, elkaar versterkende, medische en psychische
problematiek is, waarvoor een multidisciplinaire aanpak gewenst is. Volgens
het convenant tussen de LHV en de vereniging van verpleeghuisartsen
(NVVA) hoort complexe zorg in feite thuis bij de verpleeghuisarts.
Het uitvoeren van complexe medische zorg vereist een teamgerichte aanpak.
Zo'n aanpak impliceert een ruime inzet aan tijd voor overleg en controle op
het uitvoeren van afgesproken handelingen. Een verpleeghuisarts is daartoe
uitgerust (richt zich in de praktijk op zo'n 150 bewoners), de huisarts niet
(normpraktijk bedraagt 2.350 patiënten) en deze schiet dan ook
noodgedwongen tekort.
Een groot probleem is het niveau van ondersteuning in verzorgingshuizen.
Veelal is het personeel niet voldoende geschoold om de uitvoering van de
medische zorg goed te verrichten (veelal bejaardenhelpenden/verzorgenden).
Het mag uiteraard niet zo zijn dat patiënten in een zelfstandige thuissituatie
van de thuiszorgorganisaties meer zorg kunnen krijgen dan het
verzorgingshuis kan bieden.
2. Doel
Het structureel verbeteren van de huisartsenzorg in verzorgingshuizen. Dit
geschiedt op basis van te ontwikkelen zorgprotocollen voor zowel het
verzorgingshuis als huisartsen ten behoeve van zorgverlening aan bewoners
van verzorgingshuizen (zowel direct als indirect patiënt-gebonden taken).
3. Werkwijze
Een van tevoren vastgestelde groep van huisartsen (bv. een HAGRO) is
verantwoordelijk voor de medische zorgverlening in een verzorgingshuis. De
groep van huisartsen is beperkt van omvang.
Er dient een toetsbaar beleid, tussen het verzorgingshuis en de
huisartsengroep, aan de te leveren zorg ten grondslag te liggen.
Onderwerpen die hierin benoemd dienen te worden zijn o.m.:
 kwaliteit
 praktische uitvoering
 faciliteiten
 zorgbeleid
 complexe behandelsituaties
3.1 Uitgangspunten bij het bieden van huisartsenzorg in verzorgingshuizen
zijn o.m.






Optimale communicatie tussen groep van huisartsen en verzorgingshuis,
met vaste contactpersonen;
De groep van huisartsen voert een gemeenschappelijk medisch beleid;
Het verzorgingshuis betrekt de groep van huisartsen in het zorgbeleid, met
name wanneer het veranderingen betreft, die de relatie bewoner-huisartsverzorgingshuis beïnvloeden;
Afspraken over de benodigde automatisering (o.a. keuze software
systeem) en de financiering hiervan;
Het verzorgingshuis garandeert een 24-uurs zorg op het tweede
deskundigheidsniveau, op basis van een vast pakket van geprotocolleerde
medisch-technische handelingen;
Levering van ondersteuning ten behoeve van het spreekuur.
4. Honorering
Voor het leveren van bovengenoemde zorg kunnen bij AZIVO de volgende
tarieven in rekening worden gebracht:
Tarieven per 01-01-2002




visite
visite langer dan 20 minuten
visite avond-nacht-weekend
visite langer dan 20 minuten avond-nacht-weekend
€ 32,40
€ 54,00
€ 64,80
€ 108,00
5. Declaratie
De declaratie dient vergezeld te gaan van een afschrift van de afspraken
tussen een groep van huisartsen en een verzorgingstehuis.
Zie hiervoor de uitgangspunten onder 3.1.
Download