Interdisciplinair wetenschap Hoe de werelden van een antropoloog en neuropsycholoog compleet botsen. En hoe die toch anderhalf miljoen binnenhaalden voor gezamenlijk onderzoek. ‘Wat? Stop jij kinderen in een scanner?!’ DOOR RIANNE LINDHOUT FOTO’S STUDIOVU/YVONNE COMPIER N eem nou het begrip kind. Voor neuropsycholoog Lydia Krabbendam is elk meisje van elf een kind of een beginnende puber. Cultureel antropoloog Sandra Evers wil er altijd bij weten waar en in welke cultuur dat meisje leeft: “Een meisje van elf op Madagaskar is vaak geen kind meer. Zodra ze vruchtbaar is, is moeder worden het hoogst bereikbare. Eenmaal moeder is ze in één klap volwassen en gedraagt zich ook zo, met trots. De puberteit die we hier zo belangrijk vinden en beschouwen als iets universeels, bestaat daar helemaal niet.” En toch hebben ze elkaar gevonden. Het gebeurde in 2010 tijdens een cursus academisch leiderschap van de VU. Tussen Krabbendam en Evers klikte het meteen toen bleek dat ze allebei met jongeren werken. 16 Al snel gingen hun discussies over wetenschap de diepte in. Zo ontstond het idee om de invloed van cultuur op de ontwikkeling van het brein te onderzoeken. En inderdaad, de grensverleggende samenwerking van Krabbendam en Evers kon rekenen op de belangstelling van onderzoeksfinancier NWO. Krabbendam kreeg afgelopen voorjaar een Vici-beurs van anderhalf miljoen euro voor onderzoek samen met Evers. Sandra Evers ‘Dit dwingt me uit mijn comfortzone te komen’ Cultureel antropoloog Sandra Evers onderzoekt culturele overdracht. Ze leidt een grootschalig onderzoek naar dit proces in de context van grootschalige landacquisities in Afrika en Madagaskar. Heel verschillende culturele ideeën over landbebouwing, bijvoorbeeld tussen kleine boertjes en kapitalistische ondernemingen, komen hier met elkaar in conflict. Visies van mensen beïnvloeden elkaar hierbij. Hetzelfde proces onderzoekt ze onder kinderen met een migrantenachtergrond, zij zijn immers de schakel in processen van culturele overdracht tussen thuis en de school bijvoorbeeld. Waarom zijn sommige kinderen veel beter in het schakelen tussen culturen dan anderen die hun houvast verliezen en zich nergens meer thuis voelen? Evers is voorzitter van het Europees Netwerk voor de antropologie van kinderen en jongeren. Zie anthropologyofchildren.net. Cultureel antropoloog Sandra Evers Cultuur verandert je brein De twee wetenschappers schuiven hun totaal verschillende visies op valide kennis in elkaar. Om bijvoorbeeld uit te zoeken hoe cultuur invloed heeft op prestatieverschillen tussen jongens en meisjes in de exacte vakken. Dat is zeker het geval, want waar in Nederland jongens er beter in zijn dan meisjes, is dat in bijvoorbeeld Rusland en Koeweit juist andersom. Evers: “We bouwen een brug tussen onze disciplines tot we een geïntegreerde methodologie vinden.” Die brug bouwen is een hele klus. Dat blijkt als je de datavergaring door de antropoloog en de neuropsycholoog naast elkaar zet. Krabbendam: “Wij willen altijd een getalletje. Sandra kijkt naar de rijke context van het dagelijks leven. Bij een onderzoek naar pesten zou zij gaan observeren op het schoolplein, misschien meelopen met kinderen, zonder zelfs maar iets te turven. Ze zou een kind nooit uit zijn omgeving halen om testjes te doen. Ze werd bijna boos toen ze hoorde hoe wij dat aanpakken. ‘Wat? Stop jij kinderen in een scanner?’, riep ze uit. Wij werken met nr 7 — 28 november 2012 ADVALVAS ADVALVAS nr 7 — 28 november 2012 17 Interdisciplinair Wie gooit de grenzen open? Werkt u ook samen met een collega uit een heel ander vakgebied om tot nieuwe inzichten te komen? Advalvas maakt er graag verhalen over. Mail naar [email protected]. peer nominaties; stellen vragen aan elk kind uit een klas en geven dan labels als pester, slachtoffer of meeloper. Vreselijk vond ze dat, alsof zoiets onveranderlijk is!” In de antropologie ben je in de ene context een pester, in de andere niet. De neurowetenschapper gaat uit van enige stabiliteit. Zwaktes erkennen Evers: “Ik vind het een eye-opener dat we allebei het uitgangspunt hebben elkaar niet te veroordelen, maar toch van onze stoelen vielen van verbazing.” Krabbendam: “We hebben veel lol tijdens onze bijeenkomsten. Zolang je de insteek hebt dat je van elkaar kunt leren en zwaktes bij jezelf durft te erkennen, is wat wij doen een enorme verrijking.” Zo kan de antropologie leren kwantitatiever te worden. Antropologen schetsen dilemma’s, afwegingen en opties van individuen in een maatschappij, puur kwalitatief. Krabbendam: “Ze hebben methoden nodig om resultaten over individuen te vertalen naar valide uitspraken over grotere groepen mensen. Als je observeert in het klaslokaal kun je de feedback die de leerkracht aan jongens en meisjes in de klas geeft, categoriseren. Dan kun je er kwantitatieve analyses op loslaten. Bijvoorbeeld door ze te verbinden met de ideeën van de leerkracht over jongens en meisjes, en de prestaties van de leerlingen.” Uit comfortzone Evers: “Ik wil zo goed mogelijk wetenschap bedrijven. Dat dwingt me uit mijn comfortzone te komen. Heel 18 veel testen van neurowetenschappers kende ik niet.” En die zijn wel nuttig om te kennen, zegt ze. “Herinnering is een prachtig voorbeeld van het genreonderzoek waar neuropsychologen en antropologen samen baanbrekend onderzoek kunnen doen. De antropologie onderzoekt vaak hoe herinneringen invloed hebben op wat iemand doet. De hersenen spelen uiteraard een belangrijke rol bij herinnering, maar veel antropologen weten weinig over de precieze werking. Juist door kennis te nemen van kwantitatieve testen en neurologische mechanismen, kun je als antropoloog je kennis en analyse verscherpen. Het draait allemaal om de vervlechting van hersenprocessen en culturele dynamiek.” De neuropsychologie had tot nu toe een blinde vlek voor cultuur en kan daar met behulp van de antropologie iets aan doen. Evers: “Cultuur is belangrijk bij het bestuderen van neurologische processen. In de methodologie komt dat er nog niet uit.” Kijk bijvoorbeeld naar de bekende test mind reading, gebruikt om te meten hoe goed iemand is in het herkennen van de gemoedstoestanden van anderen. “Het hangt mede van je culturele achtergrond af of je een gezicht als vriendelijk of brutaal interpreteert.” Lydia Krabbendam ‘Wij willen altijd een getalletje, Sandra werd er bijna boos om’ Neuropsycholoog Lydia Krabbendam verdiende haar strepen met psychoseonderzoek in Maastricht. Daar ontstond haar belangstelling voor mindsets. Waar komen ze vandaan, wat voor invloed hebben ze, hoe kun je ze veranderen? Iemand met een psychose lijdt aan waandenkbeelden en aan paranoia. Dat laatste is in feite een gebrek aan vertrouwen in anderen: je denkt voortdurend dat ze je kwaad willen doen. Dat is ook een mindset. Bij het VU-onderzoeksinstituut Learn kreeg Krabbendam in 2009 de kans om onderzoek te doen naar normale hersenontwikkeling, in relatie tot het onderwijs. Neuropsycholoog Lydia Krabbendam nr 7 — 28 november 2012 ADVALVAS ADVALVAS nr 7 — 28 november 2012 19 Interdisciplinair mail Reacties (max. 300 woorden) op Advalvas-artikelen zijn welkom op [email protected]. De redactie behoudt zich het recht voor uw bijdrage eventueel in te korten. Geacht bestuur, It’s the mindset, stupid! Het uitgangspunt van het onderzoek van Krabbendam en Evers is dat cultuurverschillen niet statisch zijn, maar beïnvloed worden door de mindset van het moment. I edereen heeft mindsets, vaak buiten zijn wil om. Inzicht hierin is essentieel, zeker in de huidige cultureel diverse maatschappij. Dat is een van de pijlers van het Vici-onderzoek van neuropsycholoog Lydia Krabbendam in samenwerking met cultureel antropoloog Sandra Evers. Krabbendam gaat testen bij welke mindset meisjes beter gaan presteren op stereotiepe jongenstaken. Door teksten, filmpjes of opdrachten kun je voor even iemands standaard-mindset veranderen. Ook wil ze natuurlijk weten hoe je een mindset duurzaam kunt veranderen in een gunstigere mindset, die betere communicatie tussen kinderen en docenten faciliteert bijvoorbeeld. Behalve fundamenteel is dit onderzoek ook praktisch zeer relevant: het kan zijn dat kinderen uit een collectivistische cultuur een bepaalde aanpak van docenten niet goed kunnen oppakken. 20 Bijvoorbeeld het centraal stellen van het individu ‘Cultuur is een omdat zij gewend zijn dat fluïde concept’ de gemeenschap centraal staat. Deze kinderen kun je wellicht beter motiveren door de groepsprestatie te belonen. Toen Krabbendam Evers ontmoette, was ze al met dit idee bezig. Ze had interesse in het begrip mindset en vroeg zich af hoe variabel zulke culturele opvattingen waren. Evers raadde Krabbendam aan om niet in termen van etniciteit te praten, zoals vaak gebeurt in dit verband, maar in termen van cultuur. Door in experimenten verschillende mindsets te activeren – collectivistisch, individualistisch – en dan naar de effecten op hersenen en gedrag te kijken, kun je mensen uit verschillende culturen onderzoeken. Je verwacht dat per groep een bepaalde mindset dominant is, zonder dat je aanneemt dat het een stabiele trek is. Krabbendam: “Omdat we veronderstellen dat een mindset getriggerd wordt door prikkels uit de situatie waarin je je bevindt, sluit het begrip mooi aan bij het dynamische concept van cultuur dat de antropologie hanteert.” Evers: “Cultuur is een fluïde concept dat door de samenleving vloeit.” In het samenwerkingsverband wordt het minder zacht. Krabbendam: “Wij gaan cultuur vertalen naar gedrag. Wat is de rol van de moeder in het gezin? Hoe vaak zie je je familie? Wie beschouw je allemaal als familie? Veel Nederlanders beschouwen verre neven en nichten al niet echt meer als familie. In een meer collectivistische cultuur is dat ondenkbaar.” Zo analyseren de wetenschappers cultuur als een verzameling mindsets, die zich uiten in gedrag – gestructureerde gewoonten. Door deel uit te maken van een cultuur, ontwikkel je een model met voorspellingen over de wereld, en die kleuren je waarnemingen en je gedrag. Onlangs vernam de facultaire studentenraad van Aard- en Levenswetenschappen dat u heeft besloten om uw salaris stapsgewijs te verlagen tot de Balkenende-norm is bereikt. Wij grijpen deze gelegenheid aan om u van harte feliciteren met dit besluit. Want, hoewel dit al veel eerder gedaan had kunnen worden (de Balkenende-norm dateert uit 2006), vinden wij het beter laat dan nooit. Daarnaast dringen wij erop aan dat het geld dat hierdoor beschikbaar komt, aan het onderwijs wordt besteed. Volgens Advalvas zou het 158.200 euro bedragen, uitgaande van de norm van 2011 (193.000 euro). De nieuwe regering wil mogelijk de Balkenendenorm met 30 procent verlagen, waardoor dit bedrag zelfs verhoogd zou worden tot 274.000 euro. Wij hopen dat het bestuur hierop anticipeert en van tevoren maatregelen neemt. Zo voorkomt u de negatieve beeldvorming dat dit alleen maar wordt gedaan omdat het u door de regering wordt opgelegd. Ten slotte willen wij nog een suggestie opperen waaraan dit geld besteed kan worden. Onze faculteit maakt veel kosten aan Hoogleraar dier en recht veldwerken en veldexcursies voor de opleidingen aardwetenschappen en biologie. Veldwerk is net zo onmisbaar als een microscoop voor een microbioloog, een laser voor een natuurkundige of een Bijbel voor een theoloog. Door opgedane veldervaring staan afgestudeerde VU-studenten bij onderzoeksinstituten en in het bedrijfsleven bekend als uitzonderlijk capabel. Tot en met 2008 werden deze veldwerken door het bestuur apart gefinancierd, maar in 2009 werd dit bedrag verlaagd tot 250.000 euro en vanaf 2010 werd het helemaal geschrapt. Gevolg voor onze faculteit was dat het veldwerkbudget geleidelijk kromp, omdat het faculteitsbestuur de middelen niet had om het gat te dichten. Afgelopen jaren is het aanbod aan veldwerken in de bacheloropleidingen drastisch afgenomen, ten koste van de kwaliteit van het onderwijs. We zouden u graag verzoeken om dit gegeven in gedachte te nemen bij het opstellen van uw nieuwe begroting. De aanstelling van Caroline Forder als bijzonder hoogleraar kinderrechten is een mooi initiatief. Zie het artikel ‘De Nederlandse wet is goed voor grote mensen’ in de vorige Advalvas. Het doet ook de vraag rijzen wanneer de VU nu eindelijk eens een hoogleraar dier en recht aanstelt. De Universiteit Utrecht bijvoorbeeld, kent die positie al sinds 1997. Tot 2005 vervuld door Dirk Boon, sindsdien door Annelies Freriks. Niet alleen de dieren aan VU en VUmc hebben er rechtstreeks belang bij, ook het personeel dat ieder jaar duizenden (proef) dieren om het leven brengt, zou gebaat kunnen zijn bij verheldering van de rechtmatigheid van hun bedrijf. En het rechtsgebied is breder. Alleen al het feit dat ‘144 Red een dier’ in het eerste jaar 180.000 maal gebeld is, is symptomatisch voor het feit hoezeer de problematiek onder de burgers leeft en tegelijk hoezeer bij andere burgers iedere notie van rechten en welzijn van dieren ontbreekt. Een nieuwe hoogleraar zou er op z’n minst aan kunnen bijdragen het maatschappelijk bewustzijn hieromtrent te vergroten. Ed Destrée, alumnus rechten Henk Vink en Max Jansen, voorzitter en vicevoorzitter van facultaire studentenraad FALW Meer over het gezamenlijke onderzoek en Lydia Krabbendam staat op vu.nl/hetbegonmeteenidee, de tentoonstelling over topwetenschappers van de VU. Reageren? Mail naar [email protected]. nr 7 — 28 november 2012 ADVALVAS ADVALVAS nr 7 — 28 november 2012 21