De (r)evolutie van de betaalsector Jean-Paul van Bavel, Directeur Vermogensbeheer CapitalatWork Nederland De betaalsector is volop in beweging. De gevestigde spelers krijgen elke dag te maken met ‘fintech’ bedrijven die als paddenstoelen uit de grond springen. Bovendien moeten de spelers in deze sector ook rekening houden met consumenten en handelaars die veeleisender worden, alsook met regulering die de hoge vergoedingen probeert te democratiseren. Als vermogensbeheerder kijken we bij CapitalatWork naar bedrijven met een duurzaam concurrentievoordeel dus. Wij zijn er van overtuigd dat er ook in de betaalsector mooie opportuniteiten te vinden zijn die aan deze criteria voldoen. De rollen veranderen Onder druk van de technologische evolutie zijn de rollen in de betaalsector veranderd. Vroeger waren die rollen mooi afgelijnd : je had bedrijven die betaalterminals maakten (bv. het Franse Ingenico), de bank van de handelaar, het netwerk van de betaalkaart (Visa, Mastercard, American Express…) en de financiële instelling die die de betaalkaarten emitteert, geld uitleent, en geld opslaat. Door het toenemende gebruik van connected devices en de opstoot van e-commerce gebeuren er meer en meer online betalingen. En dankzij het groeiende aantal toepassingen ontwikkeld door fintech bedrijven zijn de betaalopties werkelijk door het dak geschoten. Denk maar aan Blockchain, ApplePay, LoopPay, of nog aan Square Cash. Blockchain is de technologie achter de virtuele munt Bitcoin. ApplePay laat toe om zijn smartphone via Near Field Communication (NFC) te linken met de betaalterminal in de winkel. Het kaartvormig uitneembaar deel van het LoopPay gsm-hoesje kan gegevens van verschillende kaarten opslaan en zo als unieke betaalkaart gebruikt worden. Square Cash wordt voornamelijk gebruikt als peer-to-peer betaalsysteem. Een recente speler zoals PayPal bijvoorbeeld heeft hiervan geprofiteerd. PayPal is voornamelijk gegroeid door overnames van welbepaalde start-ups. Via één van die overnames (Braintree) speelt PayPal de rol van gateway. Een gateway is de online versie van de betaalterminal, die het voor handelaars mogelijk maakt online transacties te aanvaarden. PayPal speelt eveneens de rol van issuer door geld uit te lenen en bankkaarten te emitteren. Tenslotte baat PayPal ook zijn eigen elektronische netwerk uit. Het hoeft niet te verbazen dat toenemende concurrentie een direct gevolg is van deze stijgende complexiteit en wildgroei in betaalmogelijkheden. Hier moeten nog de steeds strenger wordende vereisten van de consument aan toegevoegd worden. Die wil immers het snelste (liefst real-time), veiligste, en gemakkelijkste betaalmiddel. Daarnaast, heeft een consolidatiegolf bij handelaars hun onderhandelingsvermogen aanzienlijk versterkt. Aangezien zij de kost van de transactie dragen, proberen zij steeds lagere tarieven te onderhandelen. Ten slotte heeft regulering het ook op de handelaarsvergoeding gemunt. Wie zullen de overwinnaars zijn? In de betaalsector draait alles om het netwerkeffect van elke speler. Een omvangrijk netwerk wekt immers transactievolumes op, en dus een hogere omzet. Visa baat het breedste netwerk uit waarlangs transacties verzonden worden. Dat netwerkeffect wordt versterkt door het aantal banken dat Visakaarten emitteert, het aantal consumenten dat met Visa betaalt, en het aantal verkooppunten waar Visa als betaalmiddel aanvaard wordt. Een zichzelf versterkende spiraal dus. Bovendien wordt het Visa-merk geassocieerd met een bijzonder veilig en efficiënt netwerk, een niet te onderschatten concurrentievoordeel. Daarnaast investeert het bedrijf ook volop in technologie. Zo heeft het onlangs een participatie in Square opgenomen en een innovatiecentrum geopend dat zich enkel bezighoudt met Blockchain onderzoek. En wie vreest voor spelers zoals ApplePay of AndroidPay mag op zijn beide oren slapen. Die gebruiken immers het traditionele Visa netwerk. Zelfs PayPal heeft onlangs een deal met Visa afgesloten om zijn gebruikers aan te sporen diens netwerk te gebruiken in plaats van zijn eigen netwerk. Ten slotte houdt het bedrijf ook de kleinste portie van de handelaarsvergoeding over, slechts zo’n 15 dollarcent. Visa is dus nagenoeg immuun voor strengere regulering die het voornamelijk op de hoge afwikkelingsvergoeding van de issuers gemunt heeft. Die laatsten zullen hun marges de komende jaren onder druk zien staan. Om die reden zien wij in deze context minder potentieel in banken op de lange termijn. Ook Ingenico beschouwen wij als een solide speler in de branche. Ingenico is de marktleider in de terminal-duopolie. In ontwikkelde landen geniet Ingenico van een sterke vervangingsvraag aangewakkerd door nieuwe technologieën (vb. NFC) en regulering. In groeilanden ziet Ingenico de vraag naar terminals sterk toenemen door de overgang van cash naar elektronisch betalen. Bovendien is het bedrijf zijn online en mobiele activiteiten volop aan het opschroeven en verschuift het geleidelijk aan zijn focus van een hardware toeleverancier naar betaaldiensten. Via de overname van Ogone speelt Ingenico nu ook de rol van online gateway. Voor een lange termijn investeerder zijn er dus wel degelijk opportuniteiten in de betaalsector. Bedrijven die hun concurrentievoordeel niet geërodeerd willen zien, moeten zich continu herpositioneren. Naar technologie, naar consumenten, naar handelaars en naar regulering toe. (kader) Wat gebeurt er als een consument met zijn kaart betaalt in een verkooppunt ? De betaalterminal stuurt de gegevens van de betaler naar de bank van de handelaar (de acquirer). Via het netwerk van de betaalkaart (vb. Visa, MasterCard, American Express) worden de gegevens naar de bank van de consument (de issuer) verzonden, die checkt of er groen licht mag gegeven worden om de transactie uit te voeren. Het verschuldigde bedrag wordt via hetzelfde netwerk naar de rekening van de handelaar overgebracht. De handelaar betaalt tegelijkertijd een vergoeding aan de verschillende spelers. Hij houdt op een transactie van $100 ongeveer $98 over. Van de $2 kosten gaat het grootste gedeelte naar de issuer als afwikkelingsvergoeding (de interchange fee). Bron: Morningstar