Dr. Otto Heinrich Warburg verklaarde het ontstaan van ‘groeiende machines die het lichaam vernietigen’ Verband tussen suiker en kanker weer volop actueel In de jaren twintig van de vorige eeuw lanceerde de Duitser dr. Otto Warburg zijn theorie dat koolhydraten (glucose, suiker) alles te maken hebben met kanker. Drs. Hans Stoop legt uit hoe Warburg tot zijn hypothese kwam en waarom Cornelis Moerman voortborduurde op diens ideeën. Tekst: drs. Hans Stoop D r. Otto Heinrich Warburg was fysioloog en geneeskundige (1883 - 1970). In 1931 kreeg hij de Nobelprijs voor zijn werk en voor de ontdekking van een enzym dat een belang­ rijke rol speelt in de celademhaling. Hij verbond aan zijn ont­ dekking en de onderzoeken die hij aan kankercellen deed, een hypothese die als volgt luidt: ‘Naarmate een cel meer af­ wijkingen vertoont, verschuift de manier van energieproduc­ tie van een zuurstof-afhankelijke naar een zuurstof-onafhan­ kelijke. Met andere woorden van celademhaling naar fermentatie. Hoe meer de cel muteert, hoe minder zuurstof hij nodig heeft. Hierbij ondergaat de cel ook een verandering in zijn eigenschappen. De cel verandert van een gespecialiseer­ de cel in een niet-gespecialiseerde (primitieve) cel.’ Voor energieproductie hebben onze cellen brandstof nodig. De belangrijkste is suiker in de vorm van glucose. De afbraak van glucose kan in aanwezigheid van zuurstof plaatsvinden. Op deze manier worden de glucosemoleculen volledig afge­ broken waarbij koolstofdioxide, watermoleculen, adenosine­ trifosfaat (ATP) en warmte gevormd worden. Dit proces wordt de celademhaling genoemd. (Fig. 1) Het ATP is dé energiele­ verancier waar het allemaal om draait. Dat ATP komt vrij bij de afbraak van glucose maar wordt op zijn beurt ook weer af­ gebroken. Dan levert het ATP energie. Dit kan op elk moment dat de cel daaraan behoefte heeft. Een voorbeeld: wanneer aangezichtsspieren vanuit de hersenen het bevel krijgen om zich samen te trekken, hebben de cellen energie nodig. Dat gebeurt op dat moment door afbraak van ATP in de betref­ fende spieren. Dankzij de vrijkomende energie verschijnt er een glimlach op het gezicht. ATP speelt ook een rol bij minder zichtbare processen, zoals het kloppen van ons hart, het ade­ men, het produceren van urine door onze nieren en de func­ ties van onze levercellen. oorzaakt. Fermentatie treedt ook op wanneer er weinig zuur­ stof in de omgeving van de cellen aanwezig is. De cellen schakelen onder deze omstandigheden automatisch om van een afbraak van glucose waarbij véél energie vrijgemaakt wordt met behulp van zuurstof, in een afbraak waar geen zuurstof bij nodig is, minder energie wordt vrijgemaakt en waarbij melkzuur gevormd wordt. Is er voldoende zuurstof dan gaat de afbraak van pyruvaat verder op de manier waarbij de maximale hoeveelheid ener­ gie gevormd kan worden: de celademhaling. De natuurlijk voorkomende fermenterende processen in het lichaam zijn het grootst in de hele vroege stadia van de em­ bryogenese (de allereerste start in de ontwikkeling van een levend wezen). Daarna nemen deze processen geleidelijk af gedurende de verdere ontwikkeling. Behalve zuurstof, komen er ook enzymen aan de verbranding van glucose te pas. De enzymen waar Warburg de Nobelprijs voor heeft gekregen. Deze enzymen kunnen hun werk niet goed uitvoeren wanneer er geen B-vitaminen aanwezig zijn. Ook zijn fosfor, magnesium, ijzer, koper, mangaan, zink en chroom nodig. Deze vitamines en mineralen krijgen we via onze dagelijkse voeding binnen. Verlies aan deze stoffen treedt op wanneer er bewerkingen van onze voeding gaan plaatsvinden. Bewerkingen zoals het slijpen van de rijst en het ontdoen van kiemen en zemelen bij granen. Kortom, on­ bewerkte (ongeraffineerde) producten bevatten de meeste vi­ tamines en mineralen in de vorm die voor ons het gemakke­ lijkst kan worden opgenomen. Melkzuur door zuurstoftekort Het proces, waarin glucose wordt afgebroken, moet geleidelijk in verschillende stappen gebeuren zodat de energie en de warmte in kleine hoeveelheden vrijkomen. De eerste stap voorafgaande aan de totale afbraak van glucose gebeurt zón­ der zuurstof. Er wordt hierbij maar een kleine hoeveelheid ATP geproduceerd. Het glucose wordt in deze fase afgebro­ ken tot pyruvaat. Organismen die weinig energie nodig heb­ ben en beschikken over héél veel voedsel; kunnen op deze manier genoeg ATP vormen om in leven te blijven. Dit proces wordt gisting, ofwel fermentatie genoemd (Fig. 2). Om ervoor te zorgen dat dit proces van fermentatie niet stopt moet het hier gevormde eindproduct wel snel omgezet wor­ den. Bij mensen en dieren wordt dit eindproduct omgezet in melkzuur. Dit gebeurt bijvoorbeeld ook in de spieren van het lichaam bij explosieve sporten, wanneer er in een heel kort tijd veel energie moet worden vrijgemaakt. In korte tijd wordt veel glucose afgebroken tot pyruvaat waardoor er een opho­ ping van melkzuur plaatsvindt, wat het vermoeide gevoel ver­ 10 Fig.: 1. De celademhaling in de lichaamscel. De normale lichaams­cel maakt zowel gebruik van fermentatie als celademhaling. Afhankelijk van de aanwezigheid van zuurstof. Fig.: 2. De fermentatie in de kankercel. Celbeschadiging als oorzaak kanker In 1924 bracht dr. Otto Heinrich Warburg zijn theorie (hypo­ these) voor het eerst naar voren. Hij was van mening dat kan­ ker ten diepste niet wordt veroorzaakt door veranderingen in het DNA en ook niet door kankerverwekkende stoffen. Elke ziekte heeft primaire en secundaire oorzaken, aldus Warburg. Als voorbeeld noemt hij de pest. De feitelijke veroorzaker is de bacterie, maar de secundaire oorzaak is vuil, ratten en vlie­ gen die de bacterie overbrengen van de rat naar de mens. Voor kanker geldt volgens hem eigenlijk hetzelfde. De secun­ daire oorzaken zijn legio: roken, luchtvervuiling, voeding, noem maar op. Er is echter maar één primaire oorzaak en dat is de beschadiging van de celademhaling. Een beschadiging van de cellen, die als het ware ervoor vechten om hun eigen­ schappen en vorm te behouden. Dit kost zoveel energie dat een deel van de cellen te gronde gaat. Een ander deel van de cellen is hierin wel succesvol doordat ze in staat zijn om de celademhalingsenergie te vervangen door de fermentatie-energie. Echter, door de lagere opbrengst aan energie via de fermentatie, worden de gespecialiseerde cellen omgevormd tot minder gespecialiseerde (ongedifferen­ tieerde) cellen die ongecontroleerd gaan groeien: de kanker­ cellen. Dit noemen we dus de Warburghypothese. De veran­ dering van de energieproductie die hierbij plaatsvindt, noemen we het Warburgeffect. Dit verschijnsel is door War­ burg waargenomen tijdens zijn onderzoek naar het vastleg­ gen van energie in planten- en dierlijke cellen. Hierbij merkte hij op dat kankercellen nauwelijks zuurstof gebruiken, dit in tegenstelling tot normale cellen. De celademhaling van alle kankercellen is beschadigd, maar hoe is dat mogelijk en waarom is de beschadiging toch niet zo groot dat de cellen hierdoor dood zijn gegaan? Uit experi­ menten is gebleken dat de verwijdering van zuurstof zorgt voor de beschadiging van de celademhaling. Dit kan ook be­ reikt worden door stoffen toe te dienen die ervoor zorgen dat het zuurstof niet gebruikt kan worden voor de celademhaling. Om die reden is arsenicum, in lage dosering, kankerverwek­ kend. Om dezelfde reden leidt een langdurige prikkeling tot even­ eens langdurige circulatiestoornissen waarbij de daarbij op­ tredende verandering in zuurstofvoorziening een grote rol speelt bij de vorming van kankercellen Door het feit dat het een lange tijd en vele celdelingen duurt voordat de celademhaling overgenomen wordt door fermen­ tatie, ontstaat kanker over een langere periode. De drijvende kracht hierachter is de afname van energie waaronder de cel­ len moeten werken nadat de celademhaling beschadigd is. De cellen worden gedwongen om de beschadigde celademha­ ling op de ene af andere manier te vervangen. Ze doen dit door gebruik te maken van de eigenschap, die in alle normale cellen voorkomt, om via fermentatie energie te produceren. De cellen met een betere fermentatie overleven. Dit gaat door totdat het falen van de celademhaling totaal gecompenseerd is door een toename van de fermentatie. Er kunnen dus cellen voorkomen die er uitzien als kankercellen maar nog niet vol­ ledig overgegaan zijn op fermentatie. Ze worden door War­ burg ‘slapende kankercellen’ genoemd. Weerstand tegen Warburghypothese De Warburghypothese heeft in die tijd (en ook nu nog steeds) nogal wat weerstand opgeroepen en is op de achtergrond ge­ raakt toen de moleculaire biologie zijn intrede deed. De laat­ ste jaren is er echter weer volop aandacht voor de Warburg­ hypothese. Zoals eerder beschreven krijgen alle normale cellen in het li­ chaam hun maximale energie door zuurstof te gebruiken bij de afbraak van glucose (celademhaling). Is er weinig zuurstof dan gaan de cellen over op de afbraak van glucose zónder zuurstof (fermentatie). De hoge groeisnelheid van kankercellen vereist veel van de stofwisseling. De meeste normale lichaamscellen doen rustig aan met voedingsstoffen, ze gebruiken ze direct om er energie van te maken voor het onderhoud van de fabriekjes in de cel en indirect om spierarbeid te verrichten. Kankercellen echter moeten hun opgenomen voedingsstoffen verdelen tussen energieproductie én het maken van onderde­ len die de celgroei en celdeling ondersteunen. Kankercellen nemen daarom grotere hoeveelheden glucose op dan normale cellen. Zij vertonen een hoge fermentatie en melkzuurpro­ ductie, zélfs in een omgeving met veel zuurstof: het Warburg­ effect. Kankercellen kunnen evenveel energie produceren via fermentatie als dat ze via de celademhaling zouden kunnen vormen. Terwijl normale cellen juist veel meer energie kun­ nen produceren door middel van de celademhaling dan door de fermentatie. De volgende vraag is nu: Waarom treedt er kanker op wan­ neer de glucoseafbraak, waarbij zuurstof nodig is, vervangen wordt door fermentatie? Gawehn, Geissler en Lorenz hebben experimenten gedaan met embryonale cellen van muizen. De embryonale cellen groeien normaal wanneer er voldoende zuurstof aanwezig is. Ze groeien echter uit tot cellen met kankerachtige eigen­ schappen wanneer de zuurstof verminderd wordt. In vervolg­ experimenten is gevonden dat wanneer de afbraak van glu­ cose, onder invloed van zuurstof, met 35 procent wordt geremd, deze veranderingen al plaatsvinden. Een zuurstof­ spanning die de afbraak van glucose met 35 procent kan rem men, kan voorkomen aan het einde van de haarvaten. Er be­ staat dus de mogelijkheid dat kanker het resultaat kan zijn 11 van het voorkomen van een te lage zuurstofspanning gedu­ rende de groei van cellen in dierlijke lichamen. Deze experimenten tonen aan dat het juist is om te zeggen dat lichaamscellen omgevormd kunnen worden in kankercel­ len als een deel van de celademhaling vervangen wordt door fermentatie. Dit kan dus ook verklaren dat kankerontwikke­ ling vaak voorkomt in een zuurstofarme micro-omgeving. De eerste veranderingen in de richting van kanker vinden plaats in cellen die zich bevinden in een omgeving die voldoende bloedvaten bevat. Echter, omdat zuurstof en glucose door de wanden van de bloedvaten moeten én door de weefsellagen die zich bevinden om de toekomstige tumorcellen, is de zuur­ stofspanning verlaagd. Vandaar de zuurstofarme omgeving van de tumorcellen in wording. Recent onderzoek heeft inderdaad bevestigd dat in een zuur­ stofarme omgeving bepaalde factoren actief worden die er­ voor zorgen dat fermentatie gestimuleerd wordt. Weinig zuur­ stof in en rond de kankercellen en het gezwel, draagt hier dus duidelijk aan bij. (Ferguson et al. 2008) Overal waar kanker ontstaat, verdwijnt de energierijke af­ braak van glucose (celademhaling) en verschijnt de fermenta­ tie. De gespecialiseerde cellen veranderen in fermenterende, zuurstof onafhankelijke cellen. Cellen, die hun functies verlo­ ren hebben en alleen nog maar groeien en zich vermenigvul­ digen. Dus, wanneer de celademhaling verdwijnt, verdwijnt het leven niet, maar wel het doel van het leven. Wat overblijft zijn ‘groeiende machines’ die het lichaam vernietigen waarin ze groeien. Het is bekend dat kanker mede in stand blijft door zich af te sluiten van de normale lichaamsprocessen, om zo te zorgen dat de kankercellen niet vernietigd worden door de aanwezige normaal functionerende cellen, omdat ze afwij­ kend zijn. Kanker en zuurgraad De hypothese van Warburg ondersteunt ook de minder alge­ meen geaccepteerde theorie dat er een verband is tussen kanker en zuurgraad. De constante afbraak van glucose tot melkzuur is een aanpassing van de toekomstige kankercellen aan de zuurstofarme omgeving. De verzuring die hierdoor ontstaat, zorgt ervoor dat deze voorlopers van kankercellen resistent raken voor de celvergiftiging. Hierdoor hebben deze cellen, met een verhoogde glycolyse en een weerstand tegen zuur, een aantal groeivoordelen. In de jaren dat de theorie van Warburg bekendheid kreeg, was Cornelis Moerman bezig zijn visie te ontwikkelen. Hij hield nauwgezet alles bij wat met voeding en gezondheid te Toepassingen van de Warburgtheorie Fig.: 3. De cel met celorganellen, celmembraan en celkern. Zo werkt een cel Ons lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen, die bestaan uit celvocht (cytoplasma) met hierin de celorganellen en een kern. Dit alles is omgeven door een plasmamembraan; elke cel vormt als het ware een wereldje op zich. Een wereldje waarin fabrieken (de celorganellen) allerlei processen uitvoeren waarvoor (fig. 3) brandstoffen worden verbruikt en goederen worden geproduceerd (de levensprocessen). De plasmamembraan van de cel is een levende barrière die ongewenste stoffen buiten houdt en selectief de noodzakelijke voedingsstoffen doorlaat. Voor alle processen in de cel is energie nodig, energie die wordt vrijgemaakt door het afbreken van brandstoffen die afkomstig zijn uit onze voeding. maken had. De ideeën van Warburg pasten prima in de ge­ dachtegang van Moerman. Zij boden duidelijke mogelijkhe­ den voor preventie en eventueel genezing van kanker. Het door dokter Moerman voorgeschreven dieet en de leefstijl be­ vatten daarom duidelijk de invloeden van dr. Warburg. Hoe kanker te voorkomen? Om kanker te voorkomen wordt door dr. Otto Warburg het volgende voorgesteld: De stroomsnelheid van het bloed moet Suiker letterlijk van levensbelang Ooit dacht men dat koolhydraten uit koolstof en waterstof bestonden. In werkelijkheid bestaan ze uit koolstof, waterstof én zuurstof. Alle planten en dieren produceren koolhydraten om chemische energie op te slaan, en de planten benutten ze als ondersteunend skelet voor de cellen. Glucose en sucrose zijn de meest bekende suikers; het zijn de eenvoudigste koolhydraten. Er bestaan heel veel verschillende suikermoleculen die zich onderscheiden door het aantal koolstofatomen dat ze bevatten en de schikking die ze hebben. De suikers met 5 en 6 koolstofmoleculen zijn van groot belang voor al het leven. Niet alleen als bron van energie, maar ook als bouwstof van bijvoorbeeld ons erfelijk materiaal en de membranen van onze cellen. De meervoudige suikers moeten in ons spijsverteringsstelsel afgebroken worden tot enkelvoudige om zo hun functie te kunnen vervullen. Fig.: 5. Verschillende suikers: Enkelvoudige suiker: glucose. Meervoudige suiker: zetmeel. Simpele lange keten van aan een gekoppelde enkelvoudige suikers: amylose. Sterk vertakte lange ketens van gekoppelde enkelvoudige suikers: amylopectine 12 De fysicus Manfred van Ardenne heeft ontdekt dat de kankercellen, die door hun fermentatie van binnen en aan hun oppervlak zuurder zijn dan normale cellen, gevoeliger zijn voor hoge temperaturen. Op basis hiervan zijn kankerpatiënten behandeld door de lichaamstemperatuur te verhogen nadat het kankergezwel verwijderd was. Op dit moment vindt deze toepassing plaats in de reguliere behandeling van kanker, samen met het toedienen van chemotherapie. De kankercellen blijken namelijk ook gevoeliger voor cytostatica wanneer de temperatuur wordt verhoogd. Een andere toepassing die van het Warburgeffect van de kankercel gebruik maakt is de PET-scan (Positron Emissie Tomografie). Wat we weten is dat kankercellen zich sneller delen dan gezonde cellen. Daarbij is ook de celstofwisseling versneld. De PET-scan is een nucleair geneeskundig onderzoek waarbij veranderingen in de stofwisseling van cellen in beeld worden gebracht met behulp van een kleine hoeveelheid radioactieve stof en een speciale scanner. De nucleair geneeskundige injecteert glucose met een heel kleine hoeveelheid radioactieve stof. Zoals we nu weten is glucose de energiebron voor cellen. Naarmate cellen zich sneller delen, hebben ze meer energie nodig. Sneldelende cellen nemen dus meer van het geïnjecteerde glucose op en zullen dus ook meer radioactiviteit uitstralen. Daardoor onderscheiden de sneldelende cellen zich van normale cellen op een PET/CT-scan. (Fig. 4) zo hoog zijn dat er in het veneuze bloed nog wat zuurstof zit. Er mag geen zuurstofarme omgeving ontstaan. Advies van Moerman • Het Moermandieet. Een zogenaamd basisch dieet dat de strijd aangaat tegen de zure omgeving van de kankercellen. Het Warburgeffect biedt de mogelijkheid voor een weten­ schappelijke uitleg van dit basisch dieet. • Zorg voor frisse lucht en lichaamsbeweging. Warburg: Het hemoglobulinegehalte (ijzer) in het bloed moet hoog zijn. Dit om het zuurstoftransport te verbeteren. Zuur­ stof wordt namelijk in het bloed vervoerd door het ijzer in de rode bloedcellen. Advies van Moerman • Het Moermandieet dat rijk is aan vitamine C zodat de ijzer­ opname gestimuleerd wordt. Warburg: Aan het voedsel, ook van gezonde personen, moe­ ten actieve groepen van celademhalingsenzymen (vitaminen) worden toegevoegd; de dosis verhogen als zich al een precan­ cereuze toestand (voorstadium van kanker) heeft gevormd. Tegelijkertijd moeten exogene carcinogenen (kankerverwek­ kende stoffen in onze omgeving) vermeden worden. Advies van Moerman • Een volwaardig dieet met ongeraffineerde producten die rijk zijn aan vitaminen-B en mineralen en zonder geraffineerde suiker. Ik vat het voor de duidelijkheid nog even samen: Suiker (glu­ cose) stimuleert het ontstaan van kankercellen. Geraffineerde Toekomstige behandelmogelijkheden op basis Warburgeffect Kankerpatiënten vermageren niet alleen omdat hun immuunsysteem zo is aangetast, maar ook doordat fermentatie een inefficiënte methode is van energieproductie. Hierdoor hebben kankercellen veel glucose nodig om te kunnen groeien en zich te vermenigvuldigen. De ‘trek in zoet’ (de behoefte aan glucose) kan de zwakste schakel zijn bij de ziekte kanker. Zoals al eerder vermeld bestaat er een fundamenteel verschil in de wijze waarop cellen voor zichzelf zorgen: normale cellen door celademhaling en kankercellen door fermentatie. De groep van Ristow heeft bij haar onderzoek naar de Warburghypothese ontdekt dat de mitochondriën (energiefabriekjes in de cellen) gedwongen kunnen worden om over te gaan op fermentatie. Dit komt volgens de onderzoekers door de omschakeling van een enzym in een kankercel. Het enzym waar we al eerder mee kennis hebben gemaakt, heeft de naam pyruvaat kinase M2, afgekort PKM2. Het is een enzym dat een functie heeft in de fermentatie. Het ‘volwassen’ enzym heeft in de kankercel de oorspronkelijke eigenschappen weer aangenomen zoals die bestonden in de foetale cel. In de foetale periode was dit enzym verantwoordelijk voor de snelle groei. Foetale cellen en kankercellen hebben hier dus een overeenkomst. Ze gebruiken beide glucose, niet alleen als brandstof maar ook als bouwstof. PKM2 kan dus een mogelijk doelwit zijn in de behandeling van kanker. In Canada wordt gebruik gemaakt van een geneesmiddel dat is gebaseerd op het Warburgeffect. De verbinding DCA (Dichlooracetaat) wordt gebruikt tegen de stapeling van melkzuur. Het stimuleert de mitochondriën om meer zuurstof in te nemen voor de afbraak van glucose. Gekweekte kankercellen gingen onder invloed van DCA meer zuurstof verbranden en minder melkzuur produceren. Schultz et al. hebben ook aangetoond dat wanneer de vorming van bepaalde eiwitten in de mitochondriën wordt gestimuleerd kankercellen geremd worden in hun groei. suiker bevat niets anders dan glucose, geen mineralen en geen vitaminen. Die mineralen en vitaminen zijn, zoals we gezien hebben, onder andere nodig om glucose via de cela­ demhaling af te breken. De glucose verbruikt nu de vitaminen en mineralen zónder ze aan te vullen. De cel wordt hierdoor steeds meer in de richting van fermentatie ’geduwd’. Zeker als daarbij er ook nog glucose in overvloed is. Referenties: - D. Burk 1941. On the specificity of glycolysis in malignant liver tumors as compared with homologous adult or growing liver tissues. In Symposium of Respiratory Enzymes, Univ. of Wisconsin Press. pp. 235-245,1942 - D Burk, Science 1956; 123; 314 - D Burk et al. Journ. National Cancer Institute 1967; 38, 839-863 - Christofk HR et al. Nature 2008; 452; 13 March: 181-186 - Ferguson EC et al. Trends in Biochemical Sciences 2008; 33; 6: 359-362 - Gatenby RA et al. Nature Reviews Cancer 2004; 4: 891-899 - Medisch Dossier. 2007; 9;(10); 1-4 - Michelakis ED et al. British Journal of Cancer 2008; 99: 989-994 - Ristow M et al. PNAS 2000; 97; 22: 12239-12243 - Schulz TJ et al. Journal of Biological Chemistry 2006; 281: 977-981 - Otto Warburg Science 1956; 123: 309-314. - Woods, M.et al. W. R. J. National Cancer Institute 1959; 23, 1079-1088 13