De ijzertijd

De ijzertijd
Rond 600 v. Chr. Kwamen er andere
stammen in ons land wonen: de Kelten en
de Germanen.
Met hen begint de IJzertijd
Het is veel moeilijker om van ijzer
voorwerpen te maken, omdat het een
veel harder metaal is dan brons. IJzer smelt
pas bij hele hoge temperaturen. Maar het
kon wel !
De manier om van ijzer voorwerpen te
maken was uitgevonden in het Midden
Oosten. Handelaars die hier naar toe
waren geweest, brachten ijzer en de
manier waarop je daar voorwerpen mee
kon maken mee naar ons land.
Boerderij uit de IJzertijd
De Kelten gingen in Brabant wonen, de
Germanen woonden in de rest van ons
land. In deze provincies zijn nog resten
gevonden van de tijd dat de Germanen
er nog woonden.
In Groningen en Friesland waren in de
IJzertijd moerassige gebieden. De zee
overstroomde bij vloed ( hoog water) het
land.
Om er voor te zorgen dat hun huizen niet
overstroomden, maakten de mensen
heuvels, waarop ze hun dorp bouwden.
In Friesland heetten deze heuvels ‘terpen’
in Groningen noemden ze het ‘
Aan de namen van sommige dorpen die
nu nog bestaan, kun je nog zien dat ze op
een terp of wierd gebouwd waren, zoals
Ureterp, Slappeterp in Friesland en
Holwierde en Uitwierde in Groningen.
Germanen
Kelten
Terp