1 typische Joodse termen te kennen voor examen (een „deftige‟ uitleg in eigen woorden volstaat): - Bar-Mitzwa - Bat-Mitzwa - Kasjroet - Kaftan - Keppel - Koosjer - Pesach - Rabbi - Seider - Sjabbat - Sjofar - Tallit - Talmoed - Tefellin - Thora 2 Bar-Mitzwa Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Wanneer een Joodse jongen de leeftijd van dertien jaar bereikt, wordt hij verantwoordelijk onder de joodse wet. Op dat moment wordt de jongen een bar mitswa (Hebreeuws: הווצמ רב- "zoon van het gebod"). Vóór deze tijd ligt alle verantwoordelijkheid bij de ouders. Vanaf zijn dertiende heeft de jongen het recht om aan alle gebieden van het joodse gemeenschapsleven deel te nemen en is hij verantwoordelijk voor het volgen van de mitswot (wetten), tradities en ethiek. Sinds de Middeleeuwen is het traditie het bar mitswa-worden te vieren. De huidige praktijk is meestal dat op de sabbat na zijn dertiende verjaardag, hij uit de Thora en Haftara leest. Soms geeft hij ook een Thorapraatje en leidt hij een deel van de gebedsdienst. Door de jongen voor de Thora op te roepen, wijst de gemeenschap erop dat hij nu volwassen is. De dienst wordt vaak gevolgd door een feestmaaltijd met familie, vrienden en leden van de gemeenschap Bat-Mitzwa Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Wanneer een Joods meisje de leeftijd van twaalf jaar bereikt, wordt zij verantwoordelijk onder de joodse wet. Op dat moment wordt het meisje een bat mitswa (Hebreeuws: הווצמ תב- "dochter van het gebod"). Vóór deze tijd ligt alle verantwoordelijkheid bij haar ouders. De traditie de bat mitswa te vieren is relatief nieuw, behalve in Italië, waar het gebruik al langer bestond. In het orthodox jodendom is de viering meestal in de familiesfeer, maar bij seculiere joden wordt vaak een extra groot verjaardagsfeest gehouden, bijvoorbeeld in een zaaltje. Orthodoxe meisjes die niet geacht worden uit de Thora te lezen, vervangen dit door een lezing over een joods onderwerp te geven, meestal de parasjat hasjawoe'a (afdeling van de week), die die week in de Thora is gelezen. Er wordt traditioneel een feestmaaltijd georganiseerd, waarbij de familie, vrienden en leden van de gemeenschap worden uitgenodigd. In het liberale jodendom en conservatief jodendom lezen meisjes bovendien meestal een deel uit de Thora voor, net als de jongens die bar mitswa worden. Die dienst wordt vaak, zoals bij de orthodoxe meisjes, direct of later op de dag gevolgd door een feestmaaltijd met familie, vrienden en leden van de gemeenschap. Chassid / Chassidim Het Chassidisch jodendom (ook bekend als chassidisme) is een ultraorthodoxe richting binnen het jodendom. De belijders heten de chassidim of chassidiem. Het chassidisme vindt zijn oorsprong in Oost-Europa. Het chassidisme is één van de stromingen binnen het charedisch jodendom; de andere stroming is die van de misnagdiem (wat staat voor tegenstanders). In plaats van misnagdiem wordt ook wel de term Litouws jodendom gebruikt. Het woord "chassidisch" is afgeleid van het Hebreeuwse .tneketeb "diehmoorv" tad ,)sudissahc( חסידות Het chassidisch jodendom bestaat uit ontelbaar veel bewegingen (chassidusen) die ieder hun eigen leider hebben. Deze leider staat bekend als een Rebbe. Een Rebbe is een spiritueel leider van een chassidus, maar hoeft niet per se een grote geleerde te zijn. De positie van Rebbe is meestal erfelijk. Jiddisch et iddisch ) )יידיis een Germaanse taal, die door ongeveer vier miljoen joden over de hele wereld gesproken wordt. De naam is afgeleid van Middelhoogduits Jüd, Jiddisch (Jodenduits) yid (Jood). Er bestaan verschillende dialecten van het Jiddisch. Vergelijk het met Ladino tegenover Spaans. De verschillende varianten van de taal worden voornamelijk door charedische joden gesproken, met name in de Verenigde Staten, Engeland en Israël. Onder Jiddisch-sprekers in de Angelsaksische wereld schrijft men Yiddish, omdat de J als anlaut in de Engelse fonetiek als [dʒ] klinkt (en de Y als [j]). Kasjroet Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Kasjroet (Hebreeuws: תור כbetekent "competentie"( is het geheel van spijswetten dat in het jodendom bepaalt of voedsel wel of niet door joden gegeten mag worden. Voedsel dat aan deze spijswetten voldoet, wordt in het Nederlands traditioneel kosjer of koosjer genoemd. 3 Kaftan Lange zwarte jas die strenge joden dragen. Kippa Ander woord voor Keppel Keppel Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Een keppel is een hoofddeksel dat traditioneel gedragen wordt door joodse mannen. Andere termen zijn kippah (Hebreeuws) of yarmulke (Jiddish en door Amerikanen veel gebruikt). Het jodendom schrijft aan mannen voor het hoofd te bedekken. Religieuze mannen dragen meestal de gehele dag een keppel, andere mannen dragen er een wanneer zij bidden. Het dragen van de keppel is een teken van eerbied voor God. Tegenwoordig dragen ook sommige vrouwen een keppel in synagoges die geafillieerd zijn met het liberale jodendom of het masorti jodendom. Orthodoxe vrouwen dragen na het huwelijk een pruik of een speciaal joodse vorm van een hoofddoek, of een pet of hoedje; voor het huwelijk bedekken zij hun haar niet. De bronnen voor het dragen van de keppel staan in de Talmoed. In tractaat Sjabbat 156b staat Bedek uw hoofd zodat de vrees van de hemel op u zal komen. In tractaat Kiddoesjin 32a staat dat rabbijn Choena, de zoon van rabbijn Josjoea nooit meer dan 4 ellen (2 meter) met zijn hoofd onbedekt liep. Hij legde uit: "Omdat de aanwezigheid van het opperwezen (Sjechina) altijd boven mijn hoofd is." Slechts een minderheid van de rabbijnen is van mening dat het dragen van de keppel een gebod uit de Thora is. Meesten zijn van mening dat het een gebruik is, dat de kracht van een wet heeft gekregen. De wet is gecodeerd in Sjoelchan Aroech, Orach Chayim 2:6. Keppels te koop in Jeruzalem Het type keppel geeft aan bij welke beweging de drager hoort. Gekleurde, gehaakte keppels zijn modern-orthodox of religieus-zionistisch; zwarte keppels zijn haredisch. Haredische mannen dragen hier vaak een hoed bij. Onder hun hoed zit altijd een keppel. De redenen die tegenwoordig genoemd worden voor het dragen van een keppel: Erkenning dat God "boven" ons is "Acceptatie" van de 613 mitswot (geboden) "Identificatie" met het Joodse volk 4 Koosjer Zie ook Kasjroet Uit Wikibooks De term koosjer slaat op voedingswaren die voldoen aan de spijswetten van het jodendom. Deze bepalen de toegestane vleeswaren, de rituelen vereist voor de slachting van consumptiedieren, de bereiding van gerechten en het gescheiden houden van bepaalde voedingswaren. Enkele koosjere voedingswetten : Melkproducten moeten afkomstig zijn van koosjere dieren Melk- en vleesproducten dienen strikt gescheiden te blijven voor, tijdens en na bereiding Melkproducten mogen ten vroegste 5 uren na vleesproducten geconsumeerd worden Vleesproducten mogen ten vroegste 2 uren na melkproducten geconsumeerd worden Vlees en vis mogen niet tegelijk worden gegeten, maar wel binnen één maaltijd. Men mag geen vlees eten van een nog levend dier. Brood mag geen melkproducten bevatten, noch vetten van niet-koosjere diersoorten. Niet-Joodse wijn is verboden, ongeacht de ingrediënten. Voedsel dat gekookt is door een niet-Jood mag niet worden genuttigd. Toegestaan vlees mits rituele slachting : Herkauwende evenhoevigen zoals rund, schaap, geit, hert Bepaalde vogels zoals eend, gans kip, duif, fazant en kalkoen Toegestane vis : Vissen die vinnen en schubben hebben Niet toegestane dieren : Aas Insecten met vleugels. Niet herkauwende of onevenhoevigen zoals kameel, varken of haas. Omnivoren en carnivoren Week- en schaaldieren zoals mossel, oester, garnaal, kreeft, krab,... Vis zonder vinnen of schubben zoals paling, Wildgevogelte, roofvogels ... Memorah Zevenarmige kandelaar Mezoeza Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie 5 Mezoeza (letterlijk: deurpost in het Hebreeuws) is een tekstkokertje dat volgens traditioneel Joods gebruik op deurposten wordt aangebracht. Het bevat de tekst: Baruch atah adonai eloheinu melech ha'olam asher kid'shanu b'mitzvotav v'tzivanu likbo'a m'zuzah. Gezegend zijt gij, Heer onze God, Koning van het heelal, die ons heiligde met zijn mitzvot (613 geboden) en ons de mezoeza op de deurposten liet schrijven. De woorden worden met de hand met onuitwisbare inkt op een strook perkament geschreven. Op de achterzijde schrijft men Sjaddai, een van de Bijbelse namen van G-d. et perkament wordt dan opgerold zodat de eerste letter van Sjaddai )de letter shin ( zichtbaar wordt. Meestal staat de letter shin ook op het kokertje waarin het perkament geschoven wordt. De mezoeza vindt men rechts van alle deurposten die leiden naar de woon-, werk-, en slaapkamers, het hek en de synagoge. Ook aan de deurposten van bedrijven kan hij geplaatst worden. Elke gast moet voor binnenkomst de mezoeza kussen of aanraken. Pesach Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Gedekte tafel op sederavond Pesach (Hebreeuws: – חספafgeleid van 'sloeg over': Pasach), ook bekend als het lentefeest, vrijheidsfeest of matzefeest is een van de belangrijkere feesten in het jodendom. Met Pesach herdenkt men de joodse slavernij in Egypte en de uittocht uit Egypte ('Exodus') en daarmee de bevrijding van de slavernij. Deze gebeurtenissen, die niet zijn geverifieerd via bronnen buiten het jodendom, staan centraal in de joodse ethos. Pesach duurt zeven of acht dagen en begint op de avond van de 15e nisan die in maart of april kan vallen. Pesach eindigt in Israël op de 21e nisan en daarbuiten op de 22e nisan. Het feest vangt aan met één sederavond in Israël en twee erbuiten. Op deze sederavond worden teksten gelezen, liederen gezongen, de vier vragen worden gesteld ( waarom eten wij anders dan alle avonden matze, waarom zitten wij anders dan alle andere avonden niet rechtop, waarom is deze avond zo anders dan alle andere avonden en waarom eten we anders dan alle andere avonden bittere kruiden) er worden 4 bekers wijn (of druivensap) gedronken en een maaltijd ( de sedermaaltijd) genuttigd volgens een vrij vast patroon. Gedurende de hele Pesachweek, die bij sommige Joden 7 dagen duurt en bij anderen 8, mag men volgens de religieuze voorschriften geen gerezen voedsel eten. In plaats van regulier brood eet men matzes oftewel 'ongerezen' broden. Op de sederavond wordt uit de haggada gelezen, een boekje met hierin samengevat de gebeurtenissen voor en tijdens de uittocht met uitleg voor kinderen en volwassenen. Haggada uit de 14e eeuw, Duitsland 6 Rabbi Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Een rabbijn is een joodse geleerde die een expert is op het gebied van de halacha, de joodse wet. Letterlijk betekent rabbijn leraar. De term rabbijn wordt tegenwoordig algemeen gebruikt om de spirituele leider van een synagoge aan te duiden. Daarom wordt vaak gedacht dat een rabbijn het joodse equivalent is van een priester of pastoor. Een rabbijn mag inderdaad religieuze diensten en gebeden leiden, maar is daartoe niet verplicht. Zijn voornaamste rol is als spiritueel raadgever, leraar, kenner van de joodse wet en van daar uit de persoon die geschillen aangaande de joodse wet beslist. Een rabbijn is feitelijk nog het meest vergelijkbaar met een rechter. De meeste joden die tot rabbijn gewijd zijn, werken niet als religieus leider. De titel rabbijn is een academische en eretitel, vergelijkbaar met een doctorale graad. In formele zin duidt de titel alleen het bereiken van een niveau van studie aan, niet een beroep. Seider of Seder Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Een tafel met attributen voor de sederavond Sederavond (Hebreeuws: leel haseder – naa dnova nee si )dnovaredies gnilleps estewreduo ;ליל הסדר het begin van het zeven (in Israël) of acht (buiten Israël) dagen durende Pesachfeest, waarop joden uit de Haggada lezen, 4 glazen wijn (of druivensap) drinken en een feestelijke sedermaaltijd gebruiken. In Israël wordt één sederavond gevierd en erbuiten twee. De Haggada behandelt het verhaal van de Joodse slavernij in Egypte en de uittocht uit Egypte. Seder ) (רדסbetekent letterlijk: volgorde of orde, omdat de gebruiken volgens een volgorde of orde worden uitgevoerd die eveneens in de Haggada staat. Haggada betekent: vertelling. De ingrediënten De sedermaaltijd bestaat uit het eten van ongezuurde broden en bittere kruiden en is uitgegroeid tot een maaltijd met als centrum de sederschotel, met ongezuurd brood (matse), een symbolisch bot van een lam, een gekookt en daarna gebraden ei, bittere kruiden (maror), maar ook zoet charoset. De maror staat symbool voor de onderdrukking van de Joden in Egypte, de matzes voor het feit dat ze overhaast uit Egypte moesten vertrekken, zonder tijd om het brood te laten rijzen. De charoset staat voor het geluk na de bevrijding, maar de vorm van het gerecht doet juist denken aan het cement tussen de stenen waarmee de Joden als slaven voor de oude Egyptenaren steden zouden hebben gebouwd. Geen religieus voorschrift maar gewoon een gebruik, is het eten van dunne soep met matseballen tijdens de sedermaaltijd. Gebruiken Tijdens de sederavond wordt aan de hand van de tekst in de Haggada verteld en gezongen over de uittocht uit Egypte. De aandacht van de kinderen wordt vastgehouden door een aantal bijzondere gebruiken en momenten. In het Ma Nisjatana stelt het jongste kind vier vragen over gebruiken die anders zijn op sederavond dan op andere avonden. Meestal worden deze zingend gesteld en 7 beantwoord. Ma Nisjtana is al beschreven de Misjna, Mondelinge Leer, en heeft een wereldwijd onder Joden bekende traditionele melodie. Vaak lezen ook kinderen de 'vier zonen' voor, ieder met een verschillend soort vraagstelling: de wijze, naïeve en kwade zoon en de zoon die nog geen vragen kan stellen. Beiden stukken uit de Haggada behandelen de gesprekken over de slavernij en uittocht - met kinderen en volwassenen - die gebruikelijk zijn op sederavond. Een derde gebruik voor kinderen is het 'stelen' van een hiervoor bestemd stuk matze, de afikoman. Wanneer deze niet wordt gevonden (algemeen het geval) moet de sederleider deze 'terugkopen' met cadeautjes voor aanwezige kinderen. (1948 Pal-Bell, Maurice Ascalon) Tijdens het Pesachfeest wordt acht dagen lang geen gerezen voedsel gegeten. Zegeningen over het brood ("Hamotsie" - siuh eleh teh tdrow hcaseP roov gad eD .naadeg seztam revo nedrow )המוציא gereinigd van alle resten gerezen brood en gist ("Chameets"). De verplichting (mitsva - seztam )מצווה te eten geldt alleen voor de sederavonden. Voor de rest van de dagen is het eten van matzes niet verplicht, maar is het eten van brood ook niet toegestaan, waardoor matzes, als broodvervanger worden gegeten. Tijdens het bestaan van de joodse tempels, toen Joodse families tijdens Pesach nog op bedevaart naar Jeruzalem gingen, werd er ook een lammetje geslacht. Slechts een botje op de centrale Seder-schotel herinnert nog aan dat gebruik. sjabbat De sabbat, in het jodendom sjabbat, maar ook wel sjabbes of sjabbos genoemd (Hebreeuws: תב- "Hij staakte", klemtoon op de tweede lettergreep), is de zevende dag van de joodse week en moet volgens de voorschriften in de Tenach in de eerste plaats worden gevierd door een onthouding van alle arbeid. Volgens het eerste Hebreeuwse Bijbelboek - Genesis (Beresjiet) - rustte God op deze dag uit van zijn schepping die hij in de zes dagen daarvoor tot stand had gebracht. Betekenis en duur De sjabbat begint op vrijdagavond met zonsondergang en eindigt ongeveer 25 uur later, op zaterdagavond wanneer het volledig donker is. Vroeger bepaalde men deze tijdstippen zodra drie sterren zichtbaar waren, of gebruikte men een zogenaamde Sjabbatklok, tegenwoordig zijn hiervoor nauwkeurige tabellen en ook op internet kunnen voor de gehele wereld halachische (joods-wettelijke) tijden worden gevonden. De sjabbat is in de joodse ethiek een teken van het verbond tussen God en het Joodse volk. De viering van de sjabbat is voorgeschreven in de Tien Geboden. Aan het ingrijpende voorschrift van Sjemot/Exodus 35:3 dat men geen vuur mag ontsteken, wordt vrij streng de hand gehouden door zowel religieuze als traditionele joden. Heden ten dage betekent dit bijvoorbeeld dat men het lichtknopje op de sjabbat niet aandoet. De sjabbat en Rosh Chodesh, het nieuwemaansfeest, behoren in de Tenach tot de regelmatig terugkerende feesten. De sjabbat sluit elke week af, terwijl Rosh Chodesh het begin van de maanmaand aangeeft. Verloop van een traditionele sjabbat In het orthodox jodendom is de sjabbat een van de meest fundamentele onderdelen van zowel het geloof als de dagelijkse praktijk. Veel van de procedures die voor orthodoxe joden op sjabbat van levensbelang zijn, zoals het maken van havdala en kiddoesj of het vermijden van melacha en het enkel dragen binnen een eroev, zijn voor niet-orthodoxe joden niet totaal relevant. Zij gaan iets soepeler met 8 deze wetten om, maar ook zij zien sjabbat als een feestdag en houden op sjabbat rust, hetzij niet totaal. De meeste liberalen gaan één a twee keer op sjabbat naar de synagoge. Maar er zijn ook liberalen (meer reform joden) die de sjabbat in praktische zin behandelen zoals christenen hun zondag zien. Zaken die onder orthodoxe joden volledig taboe op sjabbat zijn bijvoorbeeld het aansteken of doven van vuur, het bedienen van elektriciteit (inclusief lichtknopjes), het wassen van kleding (inclusief kleine knoeivlekjes uitspoelen), het dragen van welk voorwerp dan ook in de handen of in de zakken van de kleding in een gebied zonder eroev, of het aanraken van geld of andere voorwerpen waarvan het gebruik op sjabbat verboden is. Een moderne trend in het reform jodendom is om de zaterdagochtenddienst, traditioneel de langste en meest belangrijke synagogedienst die circa 2 tot 3 uur duurt, niet meer te houden en in plaats daarvan enkel op vrijdagavond een dienst te houden, die slechts een half uur duurt. In liberaal-joodse gemeenten is de opkomst op zaterdagochtend echter groter dan op vrijdagavond. Zij houden dan ook minimaal twee diensten per week. Het orthodoxe jodendom heeft 22 diensten per week; het aantal diensten dat gezamenlijk in de synagoge wordt gehouden wisselt per synagoge (overige gebeden worden door iedere gelovige individueel thuis of elders gedaan). Spelling: sjabbat versus sabbat Het woord sabbat, de voor niet-joden bekende vorm van sjabbat, is in allerlei varianten in diverse talen zoals het Nederlands, Engels, Frans en Duits terechtgekomen. Dit komt vermoedelijk doordat het Koinē, een vorm van het Grieks, lange tijd de gemeenschappelijke taal was in het oostelijke deel van het Middellandse Zeegebied. In deze taal schreven de joden de Septuaginta, een Griekse versie van de Thora voor joden die het Hebreeuws niet meer machtig waren. Hierin wordt het Hebreeuwse בת (sjabbat) geschreven als sabbaton wat werd nagevolgd in latere christelijke Griekse geschriften. De meeste christelijke Bijbelvertalingen baseren zich op de Septuaginta. De latere Latijnse Vulgaat, waarop ook veel Bijbelvertalingen zijn gebaseerd, gebruikt ook een vorm zonder 'sj': sabbatum. Er zijn in het Hebreeuws verschillende letters die een s-klank hebben. Zie het Hebreeuws alfabet voor de juiste transliteratie. De letter sjin ) ( kan zowel voor sj als s staan; dit is ook de letter waar sjabbat mee begint. In de ebreeuwse versie van de Tenach staat תב, dat naar het Nederlands vertaald sjabbat oplevert. Omdat sabbat in de Nederlandse Bijbelvertalingen is gebruikt, is dit woord beter verspreid dan sjabbat. Voor Joodse gelovigen ligt het gebruik van sjabbat, dat uit de Thora en later ook uit de Tenach komt, meer voor de hand dan het gebruik van het "christelijke" sabbat. Zo doet zich het merkwaardige feit voor dat een woord dat door niet-Joodse Nederlanders als typisch Joods wordt gezien door de Joodse gelovigen zelf als typisch christelijk wordt ervaren. Sinds eind 2005 staat de spellingswijze sjabbat in het Groene Boekje. Joden spreken het woord uit als sjabbat of sjabbes. De uitspraak sjabbes (Engels: Shabbos) heeft als oorsprong de Ashkenazische uitspraak van het )klassiek( ebreeuws. ierin wordt de letter ) תT( wanneer daar geen stipje )dagesh( in staat uitgesproken als een s in plaats van als een t. Sefardische joden spreken een תaltijd als een t uit, ook wanneer de תzonder dagesh geschreven is. De Sefardische uitspraak is de voornaamste bron van het hedendaags modern Hebreeuws. Met name orthodoxe joden van Ashkenazische achtergrond gebruiken echter massaal de term shabbos. De Engelse schrijfwijze hiervan ligt in het feit dat de hedendaagse Ashkenazisch orthodox-joodse cultuur vrijwel volledig geconcentreerd is op de Verenigde Staten en dat Engels in deze gemeenschap tegenwoordig als omgangstaal populairder lijkt te zijn dan Jiddish en/of modern Hebreeuws. Etymologie en uitspraak Het Hebreeuwse woord sjabbat is afgeleid van de stam lisjbot (rusten) en is op geen enkele manier verwant aan het cijfer zeven, een veel voorkomende veronderstelling onder personen die geen kennis van de Hebreeuwse taal hebben. In het jodendom worden verschillende uitspraken gebruikt. Sjabbat in het modern (Israëlisch) Hebreeuws. Asjkenazische joden, die het grootste gedeelte van de Nederlandse joden uitmaken, zeggen vaak sjabbes of sjabbos. 9 Sjofar (shofar) Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie Een sjofar Het bespelen van de sjofar, door Alphonse Lévy De sjofar is een hoorn die in de joodse eredienst wordt gebruikt. Normaal gesproken is het een ramshoorn, maar hoorns van andere dieren, zoals geiten en schapen, kunnen ook wel als sjofar gebruikt worden. De hoorns van runderen zijn verboden. Het zou een herinnering zijn aan het Gouden Kalf incident. Duizenden jaren geleden werd de sjofar gebruikt om de aandacht op te roepen, bijvoorbeeld bij het uitbreken van een oorlog, wat enigszins vergelijkbaar is met de alarmsirenes die in onze tijd worden gebruikt. Op beide dagen van Rosj Hasjana, het joodse nieuwjaar, wordt in sjoel (de synagoge) honderd maal op de sjofar geblazen. Tenzij een van deze dagen op sjabbat valt, dan wordt er namelijk geen sjofar geblazen omdat dit een overtreding van de sjabbat zou behelzen. Het blazen op de sjofar is kenmerkend voor deze dag. Verder wordt op Jom Kippoer, het feest van de verzoening dat een aantal dagen later wordt gevierd ook op de sjofar geblazen, zoals ingesteld in Tenach (Leviticus 25). De manier waarop op de sjofar geblazen wordt, heeft verschillende namen : Tekia - een lange stoot Sjewariem - drie kortere stoten Teroe'a - een reeks (ongeveer negen) korte stoten De opeenvolging hiervan is: tekia, dan sjewariem, vervolgens teroe'a en tot slot weer tekia. De slotdienst van Jom Kippoer (ne'iela) wordt afgesloten met enkel een lange tekia. In de Nederlandse versie van de Hebreeuwse- en de christelijke Bijbel wordt 'sjofar' vertaald met 'bazuin'. 10 Toch is de sjofar geen exclusief Joods ritueel instrument meer. Vandaag de dag is de sjofar ook terug te vinden in verschillende christelijke kerken. Het is o.a. een zeer krachtige ondersteuning tijdens aanbiddingssamenkomsten. “Sjofar” is o.a. een samentrekking van een aantal Hebreeuwse woorden[bron?]. Enerzijds “hol” - komt van hebr. Shpr (verwijzing naar de holle hoorn) en heeft ook een verwijzing die je vrij kan vertalen als “helder”. Dat is dan weer een verwijzing naar de klank van de sjofar. Een andere verwijzing is de mogelijke vertaling van "insnijden" - waarschijnlijk met de betekenis van "scheiden". Een referentie naar de functie van de sjofar. Het kan ook verwezen worden naar “verbeteren” met de herkomst van het Hebreeuwse woord: Shipur Elders is er ook een verwijzing naar “mooier maken” - hebr.: L'eshapher Ook” shufra” of schoonheid. Er zijn nog een paar andere betekenissen gegeven aan de oorsprong van het woord “sjofar” – zelfs een verwijzing naar een woord voor een bepaalde hertensoort die een geluid voortbrengt, zeer gelijkend aan de sjofar - maar dus zeker niet “ramshoorn” of “bazuin”. Tallit De meeste joden dragen bij het gebed de tallit, ook gebedsmantel of gebedsdoek genoemd. Talmoed De Talmoed ) =) (דומלתmondelinge leer( is na de Tenach (Wet, Profeten en Geschriften - het "Oude Testament") het belangrijkste boek binnen het Jodendom. Het bevat de commentaren van belangrijke rabbijnen en andere schriftgeleerden op de Tenach, veelal in de vorm van discussies tussen voor- en tegenstanders van een bepaald standpunt. Door deze aanvankelijk mondelinge traditie van uitlegging en verklaring van de Wet en profeten vanaf de tijd van Mozes is er zo een zeer uitgebreid samenstelsel van alle mogelijke uitleggingen, wetsprecedenten, anekdotes, legenden en mythen verzameld. Vorm en onderdelen De Talmoed wordt vanwege zijn omvang meestal als een serie boeken uitgegeven. De Talmoed bestaat uit: de Misjna; dit zijn de commentaren op de Tenach, schriftelijk vastgelegd rond 200 van de gangbare jaartelling. de Gemara; dit zijn de commentaren op de Misjna. Jeruzalemse en Babylonische Talmoed Men maakt onderscheid tussen de Babylonische Talmoed (Talmoed Bavli) en de Jeruzalemse Talmoed (Talmoed Jeroeshalmi). Hoewel ze allebei dezelfde mishna als kern hebben zijn de commentaren hierop, de gemara's, verschillend. 11 De Babylonische Talmoed wordt het meest gebruikt, en is tussen ca. de jaren 500 en 1000 vastgelegd in Mesopotamië, waar in die periode vele bloeiende joodse gemeenschappen gevestigd waren. Deze is verreweg de uitgebreidste en populairste Talmoed. In de Middeleeuwen zijn nog commentaren toegevoegd van belangrijke rabbijnen. De joodse mystieke traditie vastgelegd in de Kabbala put voornamelijk uit de Talmoed Bavli. De Jeruzalemse Talmoed is in of rond Jeruzalem ontstaan en vastgelegd rond 350. Deze gaat voornamelijk in op commentaren over de Mozaïsche wetten die handelen over het agrarische landgebruik en de reinigingswetten in de tempeldienst. Nadat Jeruzalem en de Tempel verwoest waren door de Romeinen verloor de Talmoed Jeroeshalmi veel van zijn relevantie. Huidige gebruik van de Talmoed De manier waarop in de Talmoed wordt gediscussieerd is kenmerkend voor het jodendom: leren door discussie. In de synagogen en leerscholen van vooral orthodoxe joden kan men nog altijd felle discussies waarnemen over de vele mogelijke interpretaties van de Talmoed. Onder orthodoxe joden wordt veel het Daf Yomi (= de dagelijkse bladzijde) leesprogramma gevolgd. Hierbij wordt iedere dag een pagina van de Talmoed gelezen zodat in 2711 dagen (7,5 jaar) de hele Talmoed wordt behandeld. Tefellin Gebedsriem Thora De Thora, ook gespeld als Tora(h) (Hebreeuws: ) (הרותbehalve als 'Tora' ook wel uitgesproken als Nederlands-Asjkenazisch: 'Touro' of 'Tojre' of 'Tejreh') is een Hebreeuws woord dat leer, instructie of wet betekent. In het jodendom gebruikt men dit woord meestal voor de eerste vijf boeken van de Tenach (Hebreeuwse Bijbel), die de grondslag van het joodse geloof vormen en daarmee als de voornaamste heilige boeken van deze monotheïstische godsdienst gelden. Tezamen staan deze vijf Toraboeken ook bekend als: De Vijf boeken van Mozes De Pentateuch Chamisja Choemsjee Torah ) ebreeuws: הרות י מוח ה מח, de 'vijf boeken van de Thora'( Choemasj ) ebreeuws: מוח, afgeleid van het ebreeuwse woord chameesj wat 'vijf' betekent). De vijf boeken van de Thora zijn: Beresjiet (Genesis) Sjemot (Exodus) Wajikra (Leviticus) Bemidbar (Numeri) Dewariem (Deuteronomium)