Student: Studentnummer: Klas: Periode: School: Vestiging: Mirjana Petrović 432696 SPH dt 3a 3 Social Work Haarlem Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding pagina 3 Probleemschets - Probleemeigenaar - Probleemformulering - Gevolgen pagina 3 pagina 3 pagina 3 pagina 4 Hoofdstuk 2 Verantwoording van dataverzamelingsproces. - Onderzoeksmethode pagina 5 Hoofdstuk 3 Resultaten van het onderzoek. - Het internetgebruik - Het gevaar op internet pagina 6-7 pagina 7-8 Hoofdstuk 4 Beantwoorden van deelvraag 1. Beantwoorden van deelvraag 2. Conclusies pagina 9 pagina 9 pagina 9 Hoofdstuk 5 Adviezen, aanbevelingen, voorstellen voor verbetering. pagina 10 Bijlagen Operationalisaties Interviewvragen Bronvermelding pagina 11 pagina 12 pagina 13 Hoofdstuk 1 2 Inleiding Signaal Licht verstandelijk gehandicapten binnen Ecocura kennen geen grenzen tijdens het gebruik van internet of weten hun grenzen niet aan te geven en lopen hierdoor gevaar. Inleiding Voor de opleiding sociaal pedagogisch hulpverlener doe ik voor het vak sociale wetenschappen in jaar 3 een signaleringsonderzoek. Ter voorbereiding heb ik een onderzoeksplan geschreven, hetgeen nu voor u ligt. Ik heb dit onderzoek gedaan in Ecocura. Dit is het gezinsvervangend tehuis waar ik werkzaam ben. Het huis wordt door acht lichtverstandelijk gehandicapten bewoont in de leeftijden van 22 - 31 jaar. Zeven van de acht cliënten maken gebruik van internet. Ik zie binnen de instelling dat de cliënten achter de computer minder grenzen stellen. Op deze manier kunnen ze gevaar lopen betreffende beelden of contacten waar ze niet tegen bestand zijn. Dit kan gevaar opleveren voor de instelling en de maatschappij. Probleemschets Ik zie bij mij in het gezinsvervangend tehuis Ecocura dat het gebruik van internet naast leuke punten ook gevaarlijke kanten kan hebben. Zeven van de acht cliënten gebruiken internet dagelijks en beleven hier leuke momenten door bijvoorbeeld spelletjes, muziek of filmpjes. Echter heeft het internet ook mindere kanten als pornosites en contactsites als hyves en msn. Eens in de zoveel tijd schonen de ouders de computers op van allerlei soorten programma’s of sites. Als begeleider behoor ik toezicht te houden op het internetgebruik maar dit is lastig gebleken wanneer 7 cliënten tegelijk internet gebruiken en ik als enige begeleider aanwezig ben om hier toezicht op te houden. Ik ben gaan onderzoeken of de cliënten bewust zoeken naar contactsites en pornosites of dat ze hier per ongeluk op terecht komen. Kunnen zij hun grenzen aangeven eenmaal op zo’n site beland en in hoeverre kan het schadelijk of gevaarlijk zijn voor de cliënt. Naast het onderzoek heb ik bekeken hoe de cliënten meer beschermd zouden kunnen worden op het net wanneer dit nodig blijkt te zijn. Probleemeigenaar Er zijn meerder probleemeigenaren. De cliënten, de begeleiders en de ouders. Probleemformulering Microniveau. Door het gebruik van internet kunnen cliënten in aanraking komen met contacten die niet gewenst zijn. Hierdoor kan de cliënt problemen ondervinden in het stellen van grenzen of het stoppen van contacten. Hoe gebruiken de cliënten het internet en hoe kan de veiligheid gewaarborgd worden is hierbij van belang Mesoniveau. Voor de begeleiding is het internetgebruik moeilijk te controleren. Er kan niet consequent bekeken worden wat de cliënt doet, ondanks dit van de ouders van de cliënten verwacht wordt. Het is belangrijk voor de instelling en de begeleiders om een eenduidig beleid te voeren om de veiligheid van de cliënt te kunnen waarborgen. 3 Macroniveau. Voor de maatschappij kan het problemen opleveren wanneer cliënten bepaalde denkwijzen overhouden aan internetgebruik bijvoorbeeld met betrekking tot seksualiteit of het onderhouden van contacten. Hierdoor kunnen ze buiten de maatschappij vallen. Ook de veiligheid van de cliënten als burgers kan hiermee in gevaar komen. Gevolgen. De gevolgen van het gebruik van internet kan gevaarlijk zijn voor de cliënt en zijn/haar omgeving. Zo heeft een cliënte in de woongroep eens een zogenaamde vriend toegevoegd op een communicatiesite die haar vroeg de webcam aan te zetten. Hij verwachte van haar dat zij haar kleding zou uittrekken voor het beeldscherm. Omdat de webcam niet bleek te werken is dit niet gebeurt, maar wat als deze het wel had gedaan? Op deze manier kan de cliënt persoonsgegevens verstrekken of contacten zoeken die moeilijk te verbreken zijn. De veiligheid van de cliënt komt dan in gevaar. Ook kan de cliënt door middel van verkeerde voorbeelden en verkeerd beeld krijgen van bijvoorbeeld seksualiteit. Hier kan de cliënt in het dagelijks leven moeilijkheden bij ondervinden. Zo kan het niet alleen voor de cliënt, maar ook voor zijn omgeving een gevaar zijn. Beleidsdoel Het beleid binnen de instelling Ecocura schrijft een aantal regels voor betreffende internetgebruik. Hierin wordt beschreven dat het bezoeken van pornosites verboden is. Ook is het gebruik van Hyves en Sugababes verboden. Dit zijn beide contactsites. Buiten deze twee regels is er geen reglement voor het gebruik van internet. De begeleider behoort te controleren hoe de cliënten internet gebruiken. Dit is moeilijk te realiseren wanneer een begeleider zeven cliënten heeft waarover zij zich moet ontfermen. Onderzoeksdoel Het doel van mijn onderzoek was om te bekijken hoe de cliënten internet gebruiken, of ze grenzen stellen en of zij gevaar zien in het gebruik van internet. Wanneer blijkt dat internet gebruik moeilijk is dan ze aanvankelijk dachten kan er een oplossing bedacht worden om de cliënten te ondersteunen. Wanneer blijkt dat de cliënten geen problemen zien of ervaren bij het gebruik van internet is het zaak om de begeleiding hier meer op aan te laten sluiten. Hoofdonderzoeksvraag Wat maakt het gebruik van internet of het stellen van grenzen op het internet onder de cliënten( lichtverstandelijk gehandicapten) van Ecocura moeilijk en hoe kan dit verbeterd of veiliger worden? Deelvraag 1 Hoe gebruiken de cliënten van Ecocura internet? Wat maakt het gebruik van internet of het stellen van grenzen op het internet onder de cliënten( lichtverstandelijk gehandicapten) van Ecocura moeilijk? Deelvraag 2 Hoe kan het gebruik van internet verbeterd of veiliger worden? Hoofdstuk 2 4 Verantwoording van dataverzamelingsproces. Onderzoeksmethode Om data te verzamelen voor mijn onderzoek heb ik gebruik gemaakt van het praktijkgericht kwalitatief onderzoek ook wel veldonderzoek genoemd. De keuze voor een kwalitatief onderzoek komt voort uit het feit dat ik onderzoek heb gedaan naar gedrag. Ik heb gekozen voor het kwalitatieve interview in het halfgestructureerde type (’t Hart, Boeije, Hox, 2006). Het onderzoek is uitgevoerd binnen het gezinsvervangend tehuis Ecocura in Bennebroek. Hier wonen acht cliënten met een licht verstandelijke beperking. De leeftijd van de groep variërend van 23 jaar t/m 31 jaar en er is een evenredige verdeling in sekse. De groep lijkt representatief voor de sector licht verstandelijk gehandicapten aangezien de beperkingen verschillend zijn en 75% van de mensen met een verstandelijk beperking tot deze groep behoort. Door 7 cliënten en 4 begeleiders, waarvan één coördinator, te interviewen heb ik data kunnen verzamelen over deze groep. Ik heb de cliënten in hun eigen appartement geïnterviewd en de begeleiders op de werkplek. De coördinator is het aanspreekpunt van het gezinsvervangend tehuis en heeft 15 jaar ervaring in de gehandicaptenzorg. Door haar te interviewen kon ik mede beroep doen op haar eerdere ervaringen omtrent dit onderwerp. Ik heb telefonisch contact gehad met een medewerker van MEE Noordwest-Holland. Ik heb de medewerker telefonisch vragen gesteld om te kijken naar mogelijkheden voor cliënten die internet gebruiken. Ik heb gebruik gemaakt van mijn eigen observaties om te kijken naar de mogelijkheden voor de begeleiders en hoe het internet te gebruiken is. Via internet en de literatuur heb ik naar bijpassende theorieën en vergelijkingsmateriaal gezocht. Ik heb mij tijdens mijn onderzoek aan de tijdsplanning gehouden die voorafgaand aan het onderzoek gemaakt had. Tijdens het afnemen van de interviews kwam ik erachter dat ik nog twee belangrijke vragen wilde stellen. Deze heb ik in de bijlage toegevoegd. In het onderzoeksplan staat geschreven dat ik de ouders van de cliënten zou interviewen. Dit is echter qua tijd en planning onmogelijk gebleken. Het zou om 14 ouders gaan echter bleek het maken van afspraken binnen mijn onderzoeksperiode niet haalbaar. Ik heb van de cliënten, de begeleiders, mijn eigen observaties, de literatuur en de professional voldoende informatie verworven om mijn onderzoek alsnog uit te kunnen voeren en hier voldoende kwaliteit in te kunnen garanderen. Hoofdstuk 3 5 Resultaten van het onderzoek. Het internetgebruik Om antwoord te krijgen op de hoofdonderzoeksvraag is het van belang om te weten waar de cliënten van Ecocura internet voor gebruiken, hoe vaak ze internet gebruiken en of ze weten hoe hiermee om te gaan. Kennen en herkennen de cliënten van Ecocura mogelijk gevaar op internet en weten ze hoe ze hiermee om moeten gaan. Uit een actieplan van het Europees Parlement blijkt dat het Europees Parlement kinderen wil beschermen tegen gevaren op internet. Zo'n 74% van de jongeren tussen de 12 en 15 jaar blijkt dagelijks minstens 3 uur per dag van het internet gebruik te maken.1 Bij Ecocura gaven alle 7 cliënten aan elke dag internet te gebruiken variërend van 1 tot 3 uur per dag. In de weekenden gebruiken ze het internet vaker, variërend van 2 tot 5 uur per dag. Op de vraag waar de cliënten het internet voor gebruiken kwamen veel verschillende antwoorden. Alle 7 cliënten gaven aan You Tube te gebruiken. You Tube is een betrouwbare site waar men controle houdt over de inhoud van al het beeldmateriaal en vormt geen direct gevaar voor de cliënten. Alle cliënten benoemden het plezier van het bekijken van de site. Alle cliënten gaven aan een e-mailadres te hebben en te gebruiken. Dit is een e-mailaccount dat door stichting Ecocura zelf is aangemaakt, een betrekkelijk veilig netwerk wanneer de cliënt geen gegevens aan derden overhandigt. Naast bovenstaande sites worden voornamelijk sites bezocht waar ze plezier aan kunnen beleven. In de interviews kwam naar voren dat de cliënten sites bezoeken met betrekking tot muziek, spelletjes, sport, landen, recepten, dieren, artiesteninformatie en afbeeldingen. Naast het beleven van plezier aan internet gebruikt 57% van de cliënten MSN Messenger. Dit is een contactsites die van origine bedoelt is om te chatten met bestaande contacten. In een nieuwsitem van het Europees Parlement wordt echter aangegeven dat sociale netwerksites als Facebook en MSN My Space gevoelig zijn voor misbruik. Men wijst op de gevaren van pesterijen, intimidatie of zelfs pedofilie 2. Uit mijn onderzoek onder de MSN gebruikende cliënten bleek de helft een nare ervaring te hebben met de contactsite. Hierbij werd aangegeven dat hen door al dan niet bekende personen gevraagd werd zich van kleding te ontdoen of seksueel getinte opmerking te plaatsen. Hierbij was het aangeven van grenzen een probleem. Dit geeft mede aan hoe gevaarlijk het gebruik van een contactprogramma kan zijn voor de cliënten. De desbetreffende 2 cliënten die moeilijkheden ervoeren gaven aan wel degelijk van de gemaakte beslissing geleerd te hebben. Wanneer zich een onaangename situatie herhaalt gaven ze aan hulp in te schakelen van begeleiding of van hun ouders. De cliënten hebben door middel van positieve straf geleerd van hun actie. Door het effect van de actie, hetgeen ze als onprettig of beangstigend hebben ervaren, is de kans klein dat ze dezelfde actie begaan vele malen kleiner dan voorheen. Dit is in tegenstelling tot het verbieden of ontnemen van activiteiten, waarbij de persoon een stimulus ontnomen wordt en de kans op herhaling van het gedrag toeneemt (Zimbardo, 2005). 1 http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/08/310&format=HTML&aged=1&language=NL&g uiLanguage=en 2 http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=IMPRESS&reference=20081013STO39306&language=N L 6 Opvallend was dat 100% van de cliënten www.google.nl als zoekprogramma gebruikt. Daarnaast gebruikt 29% van de cliënten www.startpagina.nl om informatie te zoeken. Hieruit kan opgemaakt worden dat de cliënten goed weten waar ze informatie kunnen vinden. Het gebruik van www.wikipedia.nl is onder de cliënten ook erg populair. Vooral de drie vrouwelijke cliënten gaven aan veel informatie over allerlei onderwerpen te zoeken. Alle cliënten gaven aan altijd de informatie te vinden die ze aanvankelijk zochten. Uit een telefonisch interview met een medewerker van MEE Noordwest-Holland bleek dat zij als organisatie alle mogelijkheden op het internet benoemen. Wat kan een cliënt op internet allemaal doen? Opvallend was hierbij dat alle bovengenoemde activiteiten van de geïnterviewde cliënten als activiteiten bij mee genoemd worden. Het enige punt dat MEE beschrijft en niet door de cliënten van Ecocura gebruikt wordt is het kopen en verkopen van spullen op het internet. Het gevaar op internet. Om te kijken of het signaal dat ik beschreven heb klopt, is het van belang om te weten of de cliënten gevaar of problemen zien en ervaren op internet. Op de vraag of de cliënten gevaar zien of denken te lopen op het internet gaven alle cliënten aan zelf geen gevaar te kunnen lopen. Ze gaven allen aan bekwaam te zijn in het gebruik van internet, tenzij het om technische problemen als virussen gaat. Dan is 100% van de cliënten bereidt om hulp te accepteren. IVO heeft onderzoek gedaan naar online pesten waaruit blijkt dat het internet wel degelijk een gevaar kan zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen pesten, beledigen, lastig vallen, negeren, belachelijk maken, kwetsen, liegen over identiteit, bedreigen, uitschelden, het ongevraagd verspreiden van persoonsgegevens en virussen versturen. Op een onderzoekspopulatie van 4061 jongeren gaf 56% aan minimaal één keer per maand iemand online te pesten 3. Uit het telefonisch interview met MEE Noord-West Holland bleek dat zij de mogelijke gevaren benoemen. Mensen kunnen zich anders voor doen dan ze zij of onaardig doen en rare dingen vragen. Via contactsites kan er gepest worden of er kunnen afspraken gemaakt worden om elkaar te ontmoeten. Bij sommige sites moet je betalen of al je persoonsgegevens invullen. Uit de interviews met de begeleiders is gebleken dat deze allen gevaar zien in het gebruik van internet. Vooral contact met mensen van buitenaf wordt als een bedreiging gezien. Als andere mogelijke gevaren worden gevoeligheid op seksueel gebied, slecht kunnen lezen en rekenen, het downloaden van virussen, persoonlijke informatie verstrekken en onbekende contacten toevoegen aan sociale digitale netwerk toevoegen genoemd. Op de sites waar ze persoonlijke gegevens moeten delen wordt als meest gevaarlijk ervaren door de begeleiders van de cliënten. Op de vraag in welk opzicht ze gevaar lopen wordt aangegeven dat cliënten aan bepaalde beelden of uitspraken blootgesteld worden en hier emotioneel moeite mee hebben. Opvallend was dat alle cliënten erg tevreden zijn met het internet. Op de steeds terugkomende reclameaanbiedingen na wil geen van allen iets veranderen aan het internet. Wel gaf één cliënt aan dat internetsites waar seksueel getinte beelden op te zien zijn verwijderd zouden mogen worden. Dat terwijl 2 van de cliënten aangaf wel eens sekssites te bezoeken. 3 IVO, Tony van Rooij en Regina van den Eijnden, Monitor Internet en Jongeren 2006 en 2007, Ontwikkelingen in internetgebruik en de rol van opvoeding. 7 Ondanks 100% van de cliënten het internet heeft leren gebruiken door uitleg van ouders en school geven ze aan geen gevaar te zien. Ze gaven ook allen aan hulp te durven vragen wanneer dit in hun optiek nodig zou zijn. Erikson beschrijft in zijn theorie het latentiestadium. In leeftijd en periode wordt deze beschreven als 6 jaar tot puberteit. Hierbij staat het kernconflict competentie tegenover minderwaardigheid centraal. De desbetreffende egosterkte is bekwaamheid (Craeynest). Het gaat om de beheersing van fundamentele sociale en intellectuele vaardigheden; acceptatie door leeftijdsgenoten (Zimbardo). Op de vraag hoe de cliënten hun grenzen aangeven op het internet werden verschillende antwoorden gegeven. Drie cliënten gaven aan geen chatprogramma’s te gebruiken waardoor het aangeven van grenzen niet nodig zou zijn. Twee cliënten gaven aan direct actie te ondernemen wanneer iets hen niet bevalt. Dit gebeurt dan in de vorm van het afsluiten van een site tot het direct aanspreken van een contact. Nog eens twee cliënten gaven aan moeite te hebben met het aangeven van grenzen op sociale netwerksites. De één gaf aan niet te reageren op vreemde verzoeken of negeert en blokkeert de desbetreffende persoon. De ander gaf aan het moeilijk te vinden om eventuele avances af te kappen omdat de cliënt niemand teleur wilde stellen. 8 Hoofdstuk 4 Conclusies. Deelvraag 1. Hoe gebruiken de cliënten van Ecocura internet? Wat maakt het gebruik van internet of het stellen van grenzen op het internet onder de cliënten ( lichtverstandelijk gehandicapten) van Ecocura moeilijk? De cliënten van het gezinsvervangend tehuis Ecocura maken dagelijks 1 tot 4 uur gebruik van internet. Naast het gebruik van e-mail en sociale netwerksites bezoeken ze sites met betrekking tot filmpjes, muziek, spelletjes, sport, landen, recepten, dieren, artiesteninformatie en afbeeldingen. De cliënten hebben weinig tot geen moeite met het aangeven van grenzen waarbij een uitzondering van sociale netwerksites als MSN geldt. 29% van de cliënten zei moeite te hebben met het beëindigen van ongewenst contact. Ongewenste sites of benaderingen worden afgesloten of verwijderd waardoor de cliënten geen gevaar zien of denken te lopen. De begeleiders zien echter wel gevaar in het gebruik van internet en dan met name in de contactsites en sociale netwerksites. Het gevaar ligt volgens de begeleiding in het blootgesteld worden aan beelden die emotioneel niet te verwerken zijn voor de cliënten. Ook het verstrekken van persoonsgegevens baart zorgen. De cliënten kunnen dan in de realiteit gevaar lopen in plaats van in de cyberwereld. Deelvraag 2 Hoe kan het gebruik van internet verbeterd of veiliger worden? Vanuit de optiek van de cliënten zijn virussen en reclame mogelijk gevaarlijk. De cliënten zouden graag zien dat deze geblokkeerd worden. Veiligheidsmaatregelen betreffende hun eigen persoon vond 100% cliënten niet nodig. Internet zou veiliger kunnen worden door cliënten te trainen op mogelijk gevaar. Wanneer de cliënten hier bewuster van gemaakt zouden worden kunnen ze eventueel gevaar beter herkennen en hiernaar handelen. Intensief begeleiden of de webgeschiedenis bespreken kan de veiligheid van de cliënt verbeteren. Echter is de privacy ook een belangrijk uitgangspunt waardoor dit bemoeilijkt kan worden. Niet alleen de lichtverstandelijk gehandicapten van Ecocura lopen gevaar op internet, maar ieder mens dat internet gebruikt. Zo kan er over onderwerpen als seksualiteit en relaties een heel ander beeld gevormd worden in vergelijking met de werkelijkheid. Het voornaamste is om de cliënten inzicht te laten krijgen in de mogelijk gevaren die ze kunnen lopen op het internet. Dit inzicht blijkt uit het onderzoek te ontbreken. 9 Hoofdstuk 5 Adviezen, aanbevelingen, voorstellen voor verbetering. - Educatie voor cliënten. Door cliënten voor te lichten over de gevaren van internet zouden ze de gevaren kunnen herkennen. Door middel van een training of meerdere trainingen kunnen de cliënten leren hoe ze om moeten gaan met mogelijk gevaar. Hierbij zijn de maatschappij, de omgeving en de cliënten gebaat. - Specificeren van de begeleiding. Door het begeleiden en controleren van het internetgebruik van de cliënten kan de begeleiding beter aansluiten bij de cliënten. Zo kan mogelijk gevaar sneller gesignaleerd worden waardoor de cliënten minder gevaar lopen. Ook zou hier een protocol of handleiding voor geschreven kunnen worden. Hoe kunnen begeleiders cliënten het best begeleiden bij het gebruik van internet. - Het gebruik van een filter zou een mogelijkheid zijn om beeldmateriaal te blokkeren waar de cliënten emotioneel niet sterk genoeg voor zijn. Deze filters zijn bijvoorbeeld verkrijgbaar bij de E.O. Hierbij kunnen woorden als geweld, porno of seks geblokkeerd worden. Het gaat dan om delen van sites die niet meer zichtbaar zullen zijn voor de cliënten. - De eerste twee aanbevelingen kunnen het best in combinatie uitgevoerd worden. Wanneer cliënten leren om te gaan met gevaren en hier verder geen begeleiding bij is wanneer ze thuis zijn kan het effect van een training wegvagen. Wanneer beiden worden aangepakt zal dit het meeste rendement halen. 10 Bijlage 1 Definities en operationalisaties Lichtverstandelijk gehandicapten. Milde retardatie (lichte verstandelijke beperking). 75% van de mensen met een verstandelijke handicap behoort tot deze groep. Het gaat om mensen met een intelligentiequotiënt (IQ) van 50 tot 70. Debiliteit of debilitas genoemd. (DSM-code 317) Sichting Ecocura Ecocura staat voor natuurrijke zorgomgeving. Stichting Ecocura is een woonvorm waar acht cliënten samen wonen onder begeleiding. Zij hebben allemaal een verstandelijke beperking van hetzelfde niveau. Alle cliënten hebben een dagbesteding en worden thuis ondersteunt in het zelfstandig wonen. Grenzen Grens en begrenzing worden figuurlijk in uitdrukkingen gebruikt om (psychologische) beperkingen aan te duiden. Internet Het internet is een groot openbaar netwerk van computernetwerken, waarbij de afspraken worden beschreven in de Requests For Comments die worden beheerd door de Internet Engineering Task Force. Gevaar Gevaar is een situatie waar een onaangename gebeurtenis dreigt. Gevaar met betrekking tot internet. - Persoonlijke gegevens zijn vaak slecht beveiligd en daarmee gemakkelijk toegankelijk voor onbevoegden, wat gevolgen heeft voor de privacy van individuen. - Het internet geeft ook een gevoel van anonimiteit, wat voor sommige mensen aanleiding is om extremer te reageren dan anders. - Net als in de fysieke wereld heeft internet ook last van vandalisme. - Ongewenste informatie, bijvoorbeeld recepten voor het vervaardigen van explosieven, kan ook eenvoudig verspreid worden. Pornografie Pornografie is het afbeelden van menselijk seksueel gedrag met het doel om seksuele opwinding te creëren. Dit kan bijvoorbeeld zijn door mensen in opwindende houdingen op foto's of film (pornofilm) af te beelden, maar ook door getekende beelden, geschreven of gesproken tekst, of zelfs door geluiden. Veiligheid Veiligheid is de mate van afwezigheid van potentiële oorzaken van een gevaarlijke situatie of de mate van aanwezigheid van beschermde maatregelen tegen deze potentiële oorzaken. Het begrip veiligheid bestaat zowel rationeel als denkbeeldig. Rationeel kunnen er allerlei berekeningen worden toegepast op een situatie om te bepalen of deze veilig is. Daarnaast is er nog denkbeeldige veiligheid. Iemand kan zich veilig voelen maar het rationeel gezien niet zijn en andersom. Dit wordt ook wel schijnveiligheid (resp. schijnonveiligheid) genoemd. 11 Bijlage 3 Interviewvragen. Interviewvragen cliënten 1. Gebruik je internet? 2. Hoe vaak gebruik je internet? 3. Waar gebruik je internet voor? 4. Hoe zoek je op internet? 5. Krijg je altijd de sites te zien die je zoekt? Hoe? 6. Ben je wel eens informatie tegengekomen die je niet zocht? Welke? 7. Hoe denk je over het internet? 8. Zie je gevaar in het internet? Wat? 9. Hoe geef jij je grenzen aan op internet of msn? 10. Waar heb je problemen mee op het internet? 11. Wat zou je graag anders willen op de computer of het internet? 12. Waar ben je tevreden mee op het internet? Interviewvragen medewerkers 1. Hoe kijk je als begeleider naar het internet voor cliënten? 2. Wat zijn je ervaringen met internet bij cliënten? 3. Hoe kan je het internetgebruik van de cliënten controleren? 4. Zie je gevaar in het internet? Wat? 5. Hoe zou je dit willen of kunnen begeleiden? 6. Waar lopen de cliënten het meeste gevaar op het internet? 7. In welk opzicht lopen ze gevaar? 8. Hoe kijk je zelf naar het internet? 9. In hoeverre zijn cliënten in staat gevaar op internet te herkennen? 10. Wat zou je cliënten die internet gebruiken adviseren? Interviewvragen professionele instelling 1. Wat zijn uw ervaringen met het gebruik van internet onder lichtverstandelijk gehandicapten? 2. Hoe zou ik cliënten die internet gebruiken het best kunnen begeleiden? 3. Waar liggen volgens u de gevaren op het internet? 4. Hoe zou ik de gevaren kunnen ontwijken of voorkomen als begeleider? 5. Wat heeft de cliënt nodig om veilig gebruik te kunnen maken van het internet? 6. Hoe kan een client het best zijn grenzen aangeven op het internet? Toegevoegde vragen bij cliënten. - Hoe heb je internet leren gebruiken? - Wat doe je als je vastloopt op het internet of sites niet begrijpt? 12 Bijlage 4 Bronvermelding. Boeken. - Craeynest, P. (2005). Psychologie van de levensloop: Inleiding in de ontwikkelingspsychologie. Leuven: Acco. Zimbardo, P.G., Weber, A.L., & Johnson, R.L. (2005). Psychologie: Een inleiding. Amsterdam: Pearson Education Benelux. Internetbronnen. - - www.wikipedia.nl IVO, Tony van Rooij en Regina van den Eijnden, Monitor Internet en Jongeren 2006 en 2007, Ontwikkelingen in internetgebruik en de rol van opvoeding. http://www.ivo.nl/UserFiles/File/Publicaties/2007-10%20IVO%20Reeks%2054%20%20Monitor%20Internet%20en%20Jongeren%202006%20en%202007.pdf http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=IMPRESS&reference=2008101 3STO39306&language=NL http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/08/310&format=HTML& aged=1&language=NL&guiLanguage=en http://www.eo.nl/filternet/homepage/page/-/home.esp 13