NOTA voor burgemeester en wethouders Onderwerp: wijziging ARD in verband met invoering Wet kinderopvang Notanr: Datum: Sector: Portefeuillehouder: 2004.22282 15-10-2004 SB/BB Doornebos Agenda B&W: 26-10-2004 Besluit: 1. tot het wijzigen van hoofdstuk 15 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Deventer door het invoeren van een nieuwe regeling kinderopvang; 2. het besluit onder 1 voor te leggen aan de Ondernemingsraad en de commissie voor Georganiseerd Overleg ter instemming; 3. het besluit onder 1 bekend te maken nadat de overeenstemming als bedoeld onder 2 is verkregen. OPENBAARMAKING: dit besluit openbaar te maken COMMUNICATIE: Intern Personeelsblad FINANCIËLE ASPECTEN: Financiële gevolgen voor de gemeente Ja Gevolgen worden opgevangen door: binnen het desbetreffende productbudget TOELICHTING/OVERWEGINGEN: Inleiding In verband met de inwerkingtreding van de Wet kinderopvang dient de huidige regeling bedrijfskinderopvang te worden aangepast. De wet kinderopvang wijzigt de systematiek van bedrijfskinderopvang. Bedrijfsplaatsen komen te vervallen en worden vervangen door uitsluitend contracten tussen ouders en kinderopvanginstellingen, waarbij de ouders een tegemoetkoming kunnen ontvangen van de fiscus en van beide werkgevers. Beoogd resultaat Een kinderopvangregeling die voldoet aan de door de wet gestelde eisen; die medewerkers en werkgever niet onnodig belast en die kosten neutraal is ten opzichte van de huidige regeling. Kader Voor de nieuwe regeling dient uiteraard rekening gehouden te worden met de bepalingen uit de Wet kinderopvang. In deze wet wordt er vanuit gegaan dat de werkgevers van de beide ouders gezamenlijk maximaal 1/3 deel van de opvangkosten voor hun rekening nemen. Wordt er meer vergoed, dan moet dat meerdere belast worden uitbetaald. De verantwoordelijkheid voor de kinderopvang en ook de tegemoetkomingen komen te liggen bij de ouders, zijnde de afnemers van de kinderopvang. Deventer heeft een kinderopvangbudget van ruim € 187.000. Per 1 januari 2005 komt daar het budget van de gemeente Bathmen bij van € 6000. Het aantal kinderen dat wordt opgevangen in Deventer is 165 en in Bathmen 3. De Wet vermindering afdracht loonbelasting staat per 1 januari 2005 niet langer de korting van 30% van de kosten toe. Argumenten De wet kinderopvang geeft aan dat de ouders verantwoordelijk zijn voor de levering van de kinderopvang en zelf bepalen waar zij hun kind willen opvangen. Zij betalen daarom ook de kinderopvang. Bij de belastingdienst kunnen de ouders een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de kosten van de opvang mits de opvang voldoet aan bepaalde in de wet te stellen criteria en ook de ouders voldoen aan bepaalde criteria. Zo moet de opvang worden geleverd door een opvanginstelling die geregistreerd is bij de gemeente en wordt de tegemoetkoming geleverd voor in de wet bepaalde opvangkosten. Het totaal van die opvangkosten is vervolgens gemaximeerd op een maximum uurtarief. Vervoer tussen huis en kinderopvang, overblijfkosten op school, en kosten van extra activiteiten vallen niet onder het begrip opvangkosten en komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming. De wet kinderopvang is primair bedoeld voor ouders die beiden werken, echter ook alleenstaande ouders, ouders die studeren, een inburgeringstraject volgen of ouders en kinderen met een sociaal-medische indicatie vallen onder de wet. Deze criteria gelden ook voor de belastingvrije bijdrage die werkgevers kunnen doen aan hun medewerkers. Valt een medewerker niet onder een van de in de wet genoemde categorieën dan mag de bijdrage niet onbelast worden verstrekt. Het maximum uurtarief geldt niet voor de werkgevers, gezamenlijk mag vergoed worden tot 1/3 deel van de totale opvangkosten, waarbij als opvangkosten alleen beschouwd worden de kosten genoemd in de wet. Als een werkgever niet wil meebetalen aan de kosten van de opvang of als er geen tweede werkgever is, dan neemt de belastingdienst (deels) dat onbrekende deel over. Voor alleenstaande ouders altijd geheel en voor alle overige ouders naar rato van het bruto gezinsinkomen. Dit is een tijdelijke regeling, waarbij de bijdrage over 2005 en 2006 reeds vaststaat en in 2007 en 2008 verder wordt afgebouwd tot een maximuminkomen van € 45.000. Daarboven is er geen extra vergoeding meer. Op grond van bovenstaande wetswijzigingen en mede in aanmerking nemend datgene dat gebruikelijk was in de gemeente Deventer wordt de volgende inhoud van de regeling voorgesteld: 1. 2. 3. 4. 5. 6. de opvangkosten genoemd in de wet vormen de basis voor de vergoedingsregeling het maximum uurtarief gehanteerd. Hierdoor worden ouders ook gestimuleerd om kritisch te kijken naar de prijs van de opvang. Wordt bewust gekozen voor een duurdere opvang, dan blijven de meerkosten voor de ouders en niet deels bij de werkgever. Hierbij dient wel in het oog gehouden worden dat de meeste kinderopvangcentra een uurtarief hanteren dat ligt boven het maximum uurtarief. In Deventer geldt dat ook voor alle centra van Raster. Dit pleit er ons inziens des te meer voor om het maximum uurtarief te hanteren, omdat ouders op deze wijze meer druk op de kindercentra kunnen uitoefenen om kritisch te kijken naar hun tarieven. Dat is immers ook het doel van het instellen van het maximum uurtarief, dat er marktwerking gaat ontstaan. de werkgeversbijdrage bedraagt 1/6 deel van de gemaximeerde opvangkosten. Niet langer is bepaald dat het alleen geldt voor opvang gedurende de arbeidsomvang van de medewerker, die in dienst is bij de gemeente Deventer. Veel gemeenten (met name de grotere in Noordoost Nederland) bepalen dat uitsluitend over de overlapomvang de werkgeversbijdrage kan worden gevraagd, dus de tijd dat beide partners daadwerkelijk aan het werk zijn. Dit brengt echter veel en continue controle met zich mee. Hiervoor is niet gekozen. Ook als wordt bepaald dat men alleen in aanmerking komt voor de opvanguren gedurende de arbeidsomvang van de medewerker in dienst bij Deventer houd je problemen in de controle. De facturen zullen immers uitsluitend de hoeveelheid uren per maand vermelden, waarbij niet gezien kan worden wanneer die uren zijn afgenomen en hoe per week verdeeld. Daar komt nog bij dat wij niet exact op één plaats registreren wanneer elke medewerker werkt. Gevoeglijk mag er vanuit worden gegaan dat een ouder, als die zelf in eerste instantie de totale kosten zal moeten betalen alleen die hoeveelheid opvanguren afneemt die nodig zijn voor het werkproces en niet meer. Ook de belastingdienst controleert niet op dit aspect. de huidige criteria van ouders om in aanmerking te komen voor een bedrijfsplaats worden gehandhaafd voor het in aanmerking komen voor een werkgeversbijdrage. Deze criteria stroken met de wet kinderopvang. Ten aanzien van alleenstaande ouders is bepaald dat het kind tenminste 6 maanden per jaar bij de betreffende ouder woont, dit loopt gelijk met de voorwaarden van de belastingdienst om in aanmerking te komen voor een bijdrage. Gekeken is of het verstandig is om de uitvoering van de kinderopvangregeling over te dragen naar een externe partner. Echter na de bekendmaking van de wet kinderopvang heeft het ministerie van Financiën nadere regels uitgevaardigd waaraan bemiddelingsorganisaties moeten voldoen (8 september 2004). Deze richtlijnen zijn zodanig dat overdracht aan een externe partner geen voordelen meer biedt, boven uitvoering door de afdeling P&O zelf. De verwachting is derhalve dat de 2 7. 8. nieuwe regeling goed kan worden uitgevoerd binnen de afdeling P&O. de bijdrage wordt eerst bij wijze van een maandelijks voorschotbedrag toegekend aan de ouders en na afloop van een kalenderjaar definitief vastgesteld. Er staan sancties op het niet tijdig doorgeven van wijzigingen. Indien een uitbreiding te laat wordt doorgegeven wordt het voorschotbedrag wel aangepast voor de komende tijd, maar niet met terugwerkende kracht en evenmin in de eindafrekening. Wordt een vermindering van uren te laat doorgegeven dan wordt eveneens het voorschotbedrag aangepast, maar dit wordt wel achteraf gecorrigeerd. Veranderingen in de situatie van de partner (bv. niet langer in het arbeidsproces) moeten ook worden doorgegeven, omdat dat kan leiden tot het verlies op het recht van een bijdrage. Heeft een medewerker niet langer recht op een bijdrage dan wordt dit beëindigd en wordt teveel uitbetaalde bijdrage teruggevorderd via het salaris. Voor uitzonderlijke situaties wordt er een hardheidsclausule opgenomen. Draagvlak De nieuwe regeling wordt voorgelegd aan de Ondernemingsraad en de commissie voor Georganiseerd Overleg. Vorig jaar bij de invoering van de tijdelijke nieuwe regeling is reeds aangekondigd dat bij de inwerkingtreding van de wet kinderopvang overgegaan zou worden tot een vergoeding tot 1/6 deel van de kosten. Financiële consequenties In 2003 waren de bruto-werkgeverskosten van kinderopvang € 509.712. Hierop wordt in mindering gebracht de inhoudingen van de ouderbijdrage, het belastingvoordeel en de ontvangsten van werkgevers partners. In 2003 was dat in totaal € 303.489. De netto-kosten bedroegen daardoor € 206.233. Dit is een bedrag voor 165 kinderen (= € 1250 per kind). Het eerste half jaar van 2004 geeft nagenoeg hetzelfde beeld. 1/6 deel van de bruto-opvangkosten is € 84.952 (= € 515 per kind). Verwacht wordt dat er meer aanvragen komen, omdat de ouders, die nu de kinderopvang via de partner hebben geregeld ook een aanvraag zullen indienen. Als beide ouders werken bij de gemeente moeten zij beide een aanvraag indienen. Voor 200 kinderen zullen de kosten ca. € 102.972 zijn. Dit valt ruimschoots binnen het beschikbare budget. Nog niet geheel kan worden overzien hoe hoog de kosten in 2005 zullen zijn, omdat naast de hoeveelheid kinderen, waarvoor een bijdrage kan worden gevraagd, ook de kosten van kinderopvang zelf nog niet bekend zijn. Na afloop van 2005 zal worden bekeken hoe hoog de daadwerkelijke kosten waren, hoe hoog het budget zou moeten zijn en welk deel van het niet gebruikte budget terugvloeit naar de post decentrale arbeidsvoorwaarden. Een deel van het budget komt uit de structurele gelden voor decentrale arbeidsvoorwaarden en zijn met instemming van de commissie voor Georganiseerd Overleg hiervoor aangewend. Aanpak/uitvoering Na vaststelling wordt de regeling bij de medewerkers bekend gemaakt. De regeling kinderopvang wordt uitgevoerd door een medewerker van de sectie PBI (personeelsbeheer en informatievoorziening) binnen de afdeling P&O. Er zullen nieuwe brieven worden opgesteld en een aanvraagformulier. Aandacht zal worden geschonken aan het genereren van goede tussentijdse managementinformatie over de kinderopvang. 3