PASTORALE PROBLEMEN EN EEN VERSCHUIVENDE

advertisement
ZONDAG 44
Lezing: Zondag 44 HC
Kindmoment
Kinderlied: E&R 245 : 1, 2, 3 (‘Je hoeft niet bang te zijn’)
Gemeente van onze Here Jezus Christus,
Goede voornemens horen bij het nieuwe jaar. Maar wat komt er van terecht?
Goede voornemens horen ook bij je als je christen bent. Dat verwachten anderen ook van je. En net
als bij het nieuwe jaar, valt het soms erg tegen.
Soms valt God tegen.
Soms vallen andere christenen tegen.
Soms valt de kerkelijke gemeente tegen.
Soms val ik mezelf tegen.
SHEET 1 Als christen moet ik leren leven met het onvolkomene.
Ik denk dat we dat vandaag de dag erg moeilijk vinden.
Want we leven in een wereld, waarin we alles kunnen krijgen wat ons hartje begeert.
Tenminste, dat denken we. En dat spiegelen én de reklame én de wetenschap ons voor.
Ik herinner me een asielzoekersgezin. Ze kwamen uit een oorlogsgebied. Waren echt terecht in
Nederland toegelaten. ’t Leven weer aardig op de rit, tweede kind op komst. Maar met een minimuminkomen. Plotseling was de man weg. Vrouw in paniek. En drie dagen later het bericht: uw man zit in
Engeland in de gevangenis vanwege drugssmokkel. Hij had voor € 50.000 bolletjes in z’n lijf.
Waarom? Omdat hij er € 500 mee kon verdienen. Want hij wilde voor zijn vrouw en zoontje van vier
ook zo graag een kleuren-TV.
Dat is een voorbeeld van LEVEN MET HET ONVOLKOMENE.
Als je dat niet kunt, word je jaloers op wat een andere wel heeft en jij niet.
Of je raakt teleurgesteld in mensen – in het algemeen is er veel ontevredenheid in Nederland.
Of je knapt af op hoe het in de kerk gaat – waarom moet alles anders of waarom verandert er juist
nooit wat?
Of je gaat anders tegen je eigen moeiten aankijken – zoals het nu gaat, kan toch niet Gods bedoeling
zijn?
Ja, misschien ga je wel anders over God denken – het stáát wel in de Bijbel, maar klopt het wel en
past het wel bij de tijd van vandaag?
Ik denk, dat we allemaal wel tegen dit soort dingen aanlopen.
Je loopt als gelovige ergens tegen aan.
De praktijk botst met wat er in de bijbel staat.
De werkelijkheid is anders dan je geloofsidealen.
Je denkt er over na en je gaat studie maken van het onderwerp of het probleem of de situatie, wat je
zo bezig houdt. En aan het eind kom je tot de conclusie: in zijn Woord spreekt de HERE er anders
over dan ik altijd gedacht heb, of zoals we het in de kerk op dit moment doen.
Niets mis mee, denk iemand nu misschien. Zo moet dat toch? Bestudeer de Bijbel, want die kunnen je
wijsheid geven. (Joh. 5:39 en 2 Tim. 3:15). En dan is het toch heel fijn als je samen tot nieuwe
conclusies komt? Het Woord van onze God moet immers in alle tijden een aktuele toepassing krijgen?
Toch wil ik aandacht vragen voor het denkproces dat hier plaats vindt.
Weet je, wat mij al een tijd lang opgevallen is?
Vanuit de praktijk wordt de theorie geherformuleerd.
Maar eigenlijk is het geen bijbelse herfundering.
Het is eerder: je geloof aanpassen aan de praktijk waar je tegen aan loopt.
Wordt eens konkreet, hoor ik al bijna iemand zeggen.
Nou, vooruit: eerst een aantal voorbeelden. Op de beamer de highlights. SHEET 2
1) MAAKT HET GEREFORMEERD GELOOF MENSEN DEPRESSIEF?
Veel gereformeerde mensen staan niet echt blij in het leven. Integendeel, ze hebben een negatief
zelfbeeld en zijn daarom sneller depressief. De oorzaak is ook bekend: in de Heidelbergse
Catechismus staat het zinnetje: ‘Wij zijn zo verdorven, dat wij helemaal onbekwaam zijn tot iets goeds
en uit op elk kwaad.’ Zie je wel, dat de gereformeerde leer depressieve mensen maakt? En daarom
kom je vanuit de liefde van God tot een positiever mensbeeld.
2) HEEFT JEZUS MEER GELEDEN DAN ANDERE MENSEN?
Als christen kom je om je heen en in je eigen leven soms zoveel leed tegen, dat het bijna niet te
dragen is. Hoe kun je daar pastoraal mee omgaan, als je tegelijk in de kerk hoort, dat de Here Jezus
gelukkig het ergste lijden voor ons aan het kruis gedragen heeft? Daarmee suggereer je tegenover
mensen in grote nood: je eigen moeiten en verdriet kunnen nog zo erg zijn, maar vergeleken met het
lijden van Jezus Christus valt het daarbij in het niet. Vanuit je pastorale bewogenheid kom je
vervolgens tot de theorie, dat de Here Jezus juist met ons kan meevoelen, omdat Hij als mens precies
hetzelfde lijden heeft doorgemaakt als wij.
3) ALS JE MAAR IN LIEFDE TROUW BENT?
Je kent persoonlijk een paar medechristenen met een homofiele geaardheid. Je wilt graag pastoraal
naast deze broeders en zusters gaan staan. Want je merkt, hoe oprecht en gelovig velen van hen
verlangen naar een man of vrouw om het leven mee te delen. Vanuit je grote bewogenheid met hen
kom je na diepgaande studie tot de conclusie, dat in de Bijbel het grote gebod van de liefde, gepaard
met levenslange trouw aan de HERE en de naaste, centraal staat. En die nuance vind je ook bij
Paulus terug, als hij zegt: ‘Alles is toegestaan, maar niet alles is goed.’ (1 Kor. 6:12 en 10:23)
4) WE HEBBEN MEER ‘GEEST’ NODIG IN ONZE KERKEN
Je ervaart bij jezelf en in de Gereformeerde Kerken een gebrek aan geloofsbeleving. Het lijkt wel,
alsof er geen verlangen naar de doorwerking van de Heilige Geest is. Hoe is dat zo gekomen? Na
onderzoek in de Bijbel trek je de conclusie dat de gereformeerde belijdenisgeschriften vooral
rationalistisch en verstandelijk over het werk van Christus vóór ons spreken en dat er te weinig
aandacht is voor het werk van de Geest van Christus ín ons. Tegelijk lees je in deze Bijbel dat daar
veel meer ruimte geboden wordt voor (bijzondere) ervaringen van de Geest dan in onze
gereformeerde kerken altijd geleerd is.
5) DANKBAARHEID ALS PRESTATIE OM IN DE HEMEL TE KOMEN
In gesprekken met mede-kerkgangers signaleer je dat velen van hen de verlossing uit de macht van
de zonde als een genade-werk van Jezus Christus bestempelen. Maar als je doorvraagt wat dat voor
hen betekent, krijg je van diezelfde gereformeerden vervolgens te horen, dat ze nu graag aan God
willen laten zien dat ze Hem daar erg dankbaar voor zijn. En je ziet dat ze dat proberen te doen door
zelf uit eigen kracht een perfekt christelijk leven te leiden. Je komt tot de conclusie, dat de
Heidelbergse Catechismus daar mede aanleiding toe geeft door te spreken van Ellende - Verlossing
– Dankbaarheid. Want jezelf verlossen kun je niet, maar je kunt wel zelf laten zien hoe dankbaar je
bent. En dat is niet bijbels: ook je heiliging en je christelijke leven is iets wat God je geven wil.
6) GEREFORMEERDEN BLIJVEN STEKEN BIJ DE ZONDE
Tegelijk constateer je in diezelfde gesprekken, dat veel gereformeerde broeders en zusters blijven
steken in het ‘ik-ellendig-mens-geloof’ van Romeinen 7. Maar ze komen niet toe aan een nieuwe
christelijke levensstijl door de kracht van de Geest, zoals Romeinen 8 daar over spreekt. Als je daar
wat dieper over nadenkt, zie je opeens de relatie met de wekelijkse voorlezing van de Tien Geboden
en de vele zondagen van de Catechismus over de Wet. Daardoor krijg je als christen ook gemakkelijk
een schuldgevoel aangepraat. Want je moet dankbaar zijn, maar wat brengen je ervan terecht? En
dus ga je nog beter je best doen met het leven onder de wet. Zet daar de Bijbel eens tegenover! Die
heeft toch duidelijk ook oog voor die andere insteek, nl. de roeping om vrij te zijn en het ‘ik-vermagalle-dingen-door-Hem-die-mij-kracht-geeft-geloof’.
Ik herken heel vaak de pastorale problemen in bovenstaande situaties.
Maar in de oplossingsrichting wordt er dan een denkfout gemaakt.
Je signaleren een pastoraal probleem en je denkt dat het aan de gereformeerde leer ligt.
En dus doen je je best om aan te wijzen waar onze gereformeerde manier van omgaan met de Bijbel
niet klopt. Of waar de gereformeerde belijdenisgeschriften zoals de catechismus het aan het
verkeerde eind hebben.
Maar in de meeste gevallen is er wat anders aan de hand.
Namelijk dit: ook in het geloof kunnen we maar moeilijk leven met het onvolkomene.
SHEET 3 Daarom is Zondag 44 van de catechismus ook zo heilzaam.
In het Tiende Gebod zegt God: wees niet jaloers op wat een ander allemaal wel heeft en jij niet. Het
gras bij de buren is niet altijd groener!
En daarna zegt Zondag 44: wie tot geloof komt, wordt niet opeens een supermens. Nee, zelfs de
christenen die als het verst gekomen zijn met die nieuwe gehoorzaamheid aan God, staan nog maar
aan het begin. Dat begin is er, maar het is nog niet de volmaaktheid. Die komt straks pas, na dit leven.
Ondertussen werkt de Heilige Geest er met man en macht aan, om ons zover te krijgen, dat we ons
niet maar aan een paar geboden, maar aan héél Gods liefdewet willen houden.
In 2013 hebben veel mensen goede voornemens.
En als gelovige heb je hoge idealen, hoe je zelf als christen wilt leven en hoe de ideale christelijke
gemeente er uit moet zien.
Die idealen houdt God Zelf je voor. Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is, zegt
Jezus in de Bergrede in Matteüs 5.
En tegelijk staan alle brieven van de apostelen vol met oproepen om het ook in de praktijk te brengen.
Want het gaat, zelfs nu je de Heilige Geest ontvangen hebt als gelovige, niet vanzelf. De praktijk is
weerbarstiger dan de theorie.
En, beste mensen, het zál ook nooit perfekt worden hier op aarde.
Als je geconfronteerd wordt met een ongeneeslijke ziekte of uitzichtsloos lijden; als je een kind of
partner hebt met een beperking; als voor je gevoel het noodlot toeslaat – dan sta je machteloos ook al
weet je dat God over alles regeert. Dan is het erg moeilijk om ook maar iets van God te begrijpen, en
soms denk je, waarom zou ik nog geloven, maar je zult moeten leren leven met het onvolkomene.
Als je vindt dat de kerkelijke ontwikkelingen veel te snel gaan; als je ervan overtuigd bent dat een
kerkdienst met nog steeds vooral orgel en psalmen niet van deze tijd is; als je je zorgen maakt over de
plek die kinderen en jongeren in de kerk hebben; als je vindt dat andere kerkleden veel te rationeel of
veel te emotioneel of veel te praktisch hun geloof beleven – maar als het in Peelo gaat zoals het gaat
en het is vooral een kwestie van smaak of tempo. Dan is het niet makkelijk om je snelheid aan de
grote groep aan te passen, maar je zult moeten leren leven met het onvolkomene.
SHEET 4 De vraag is niet: hoe perfekt krijg ik het in dit leven voor elkaar en waar vind ik voor mij de
ideale gemeente? God kijkt namelijk niet in de eerste plaats naar mijn prestaties.
De vraag is: wil ik op Gods weg blijven wandelen, samen met mijn mede-broers en zussen? God kijkt
namelijk vooral naar mijn motivatie.
Dat lijkt mij ook de uitdaging voor 2013.
Dat ik leer te leven met het onvolkomene.
Want als ik té hoge verwachtingen heb, van mijzelf, van andere mensen, van mijn kerkelijke
gemeente, ja zelfs van wat God allemaal in mijn leven zou kunnen doen –
dan verwacht ik perfekte mensen, dan verwacht ik een ideale gemeente, ja, dan verwacht ik de hemel
op aarde in 2013.
En dat heeft God niet beloofd!
Hij heeft wel wat anders beloofd.
Elke dag vergeving – door het bloed van Christus.
Elke dag nieuwe kracht – door de Geest van Jezus.
Elke dag een nieuw verlangen – om kleine stapjes voorwaarts te maken
Elke dag een stapje dichter bij het doel – op weg naar de volmaaktheid.
Want van dit leven zegt Hebreeën 11: Onze stad is immers niet blijvend, wij kijken juist verlangend uit
naar de stad die komt!
SHEET 5 Leren leven met het onvolkomene is dus wat anders dan je erbij neerleggen.
Zo wil je 2013 toch ook niet beginnen: laat maar zitten, ’t wordt toch alleen maar slechter.
Nee, je wilt er wat van maken!
Zo mag je als christen dus ook niet zijn: laat maar zitten, God liefhebben boven alles en je naaste als
jezelf, ’t zal toch nooit wat worden.
Nee, zegt de Hebreeënschrijver:
Hou de onderlinge liefde en de gastvrijheid in stand, en hou de liefdadigheid en onderlinge solidariteit
in ere.
En de Heer is mijn helper, ik heb niets te vrezen, dus laten we met Jezus’ tussenkomst een dankoffer
brengen aan God: het huldebetoon van lippen die zijn naam prijzen, ononderbroken.
Leven met het onvolkomene doet je juist verlangen naar God en Jezus.
Leven met het onvolkomene doet je juist extra omzien naar elkaar.
Ook als 2013 niet zal brengen wat je er van tevoren van verwacht had,
kun je elkaar als christen toch bemoedigen.
Bassie van Adriaan gaf het advies: ‘wat er ook gebeurt, altijd blijven lachen.’
Groningers en Drenthen geven elkaar in stoere tijden het advies: ‘Kop ter veur!’
Als christen kun je elkaar een nog beter advies geven: ‘Leg maar gewoon je hand in die van onze
Heer.’
AMEN
Zondag 44
LITURGIE
Votum + Zegengroet
Amenlied: Psalm 149 : 1 + 2
Gebed
Schriftlezing: Hebreeën 13 : 1 - 16
Middenzang: Liedboek 380 : 1, 2, 4, 6, 7
Lezing van de tekst:
Zondag 44
Kindermoment
Kinderlied: E&R 245 : 1, 2, 3 (‘Je hoeft niet bang te zijn, al gaat de storm te keer’)
Preek
Amenlied: Psalm 99 : 1, 4, 5, 6
Lezing van de Wet
Antwoordlied:
Liedboek 473 : 1, 2, 3, 7, 9
Dankgebed
Kollekte
Slotzang:
Psalm 86 : 4 + 7
Zegen
Download