‘Kick-off Amerikaanse verkiezingen’ Op 6 november 2012 gaan de Amerikanen weer naar de stembus om hun president te kiezen. Wordt Obama een nieuwe ambtstermijn gegund of komt de winnaar toch uit het Republikeinse kamp? De Atlantische Commissie organiseerde in samenwerking met Campagnebureau BKB een ‘kick off event’ op 13 februari. In de Melkweg in Amsterdam werd aan ongeveer 100 belangstellenden een afwisselende en inhoudelijke avond aangeboden die geheel in het teken stond van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Sprekers waren Gary Weaver (American University), Bas Heijne (NRC Handelsblad), Wouke van Scherrenburg (journalist), Eelco Bosch van Rosenthal (NOS), Charles Groenhuijsen (journalist), Kay van de Linde (spindoctor) en Erik van Bruggen (BKB). Gary Weaver & Bas Heijne Gary Weaver opende de avond met een vergelijking tussen de Tea Party en Occupy Wall Street. Beide bewegingen worstelen met de rol van de centrale overheid. De Tea Party is zeer sceptisch over de idee van een grote overheid die intensief ingrijpt in de maatschappij. De partij is ook gebaseerd op traditionele denkbeelden omtrent succes. Het is de verantwoordelijkheid van elk individu om te slagen, hij die hard werkt zal automatisch de maatschappelijke ladder beklimmen. Weaver verklaarde dat deze theorie van ‘abundance’ (overvloed) in sterk contrast staat met de Europese welvaartstaat en ‘scarcity’ (schaarste). Het is daarom geen verrassing dat president Obama door de Tea Party spottend wordt weggezet als een Europeaan. De Occupy Wall Street-beweging ziet juist een grote rol voor de overheid weggelegd. De overheid moet meer investeren en iedereen een gelijke mogelijkheid om te slagen verschaffen. Het maatschappelijk systeem moet eerlijker en de kloof tussen arm en rijk moet worden verkleind, mede door overheidsinterventie. Waar de Tea Party dus tegen een te grote centrale overheid strijdt, is dat voor Occupy Wall Street een elite die slechts 1% van de bevolking uitmaakt en overmatig profiteert. Een ander belangrijk verschil is dat de Tea Party vooral gericht is op het verleden en de Occupy Wall Street-beweging op de toekomst. Dit komt mede tot uiting in hun slogan ‘the beginning is near’. De Tea Party-beweging daarentegen is gebaseerd op een nostalgisch verlangen naar het verleden en wordt grotendeels gedreven door angst. Immigratie en een multiculturele samenleving worden gezien als grote bedreigingen voor de Verenigde Staten. Occupy Wall Street staat voor iedereen open om zich aan te sluiten, de Tea Party stelt zich veel exclusiever op door jongeren en minderheden te weren. Daarnaast staat Occupy Wall Street voor dialoog en geweldloosheid, de Tea Party zondert zich bewust af en is ‘potentieel gewelddadig’, aldus Weaver. 1 De grootste overeenkomst is echter dat het beide bewegingen ontbreekt aan een leider. Dit maakt het moeilijker om de bewegingen en hun ideologieën te definiëren en om hen te bekritiseren. Echter, de populariteit van zowel de Tea Party als de aanhang van Occupy Wall Street lijken sterk af te nemen. Weaver was echter positief over de toekomst van Occupy Wall Street. Met een gewijzigde tactiek, bijvoorbeeld samenwerking met vakbonden, kan dit een invloedrijke beweging worden voor de jongere generatie Amerikanen die teleurgesteld is in Obama. De Tea Party zal niet overleven omdat Amerikanen niet zitten te wachten op een sterke mengeling van religie en politiek. Obama heeft overigens zeer geprofiteerd van de Tea Party omdat die de Republikeinen ideologisch gezien sterk naar rechts hebben doen afdwalen. Dit maakt het moeilijker voor de partij om de stem van een grote groep gematigde kiezers te winnen. Weaver eindigde daarom met de opmerking dat Obama zich niet profileert als een bokser, maar heel beheerst de Republikeinen te ver naar rechts doet afdwalen. De discussie tussen Weaver en Bas Heijne was verhelderend voor het Nederlandse publiek, omdat Heijne aankaartte dat de Nederlandse Occupy-beweging in tegenstelling tot de Verenigde Staten uiteindelijk geen rol van betekenis heeft kunnen spelen. Het imago van de Occupy-beweging verslechterde ook snel. Ook plaatste Heijne kanttekeningen bij Weaver’s argument dat de Occupy-beweging zich enkel op de toekomst richt. Immers, doen de Occupy-actievoerders ook niet een beroep op nostalgie en het gevoel van samenhorigheid van de jaren zestig? Eelco Bosch van Rosenthal & Wouke van Scherrenburg Hierna interviewde Wouke van Scherrenburg NOS-verslaggever Eelco Bosch van Rosenthal via een live skypeverbinding. Bosch van Rosenthal vertelde dat de verkiezingskoorts nog niet was losgebarsten in Amerika. Vier jaar geleden waren de democratische voorverkiezingen spannender, omdat voor het eerst in de Amerikaanse geschiedenis een vrouw en een man van Afro-Amerikaanse afkomst in de race waren voor het presidentschap. Newt Gingrich is al over zijn hoogtepunt heen, waardoor Mitt Romney de Republikeinse kandidaat zal worden. Bosch Van Rosenthal merkte op dat Romney absoluut niet onderschat moet worden, maar 2 dat Obama na een spannende en harde campagne toch herkozen zal worden. Echter, dat laatste zal grotendeels afhangen van het aantrekken van de Amerikaanse economie. Eric van Bruggen, Charles Groenhuijsen & Kay van de Linde De avond werd afgesloten met een paneldiscussie. Aan de hand van verschillende videofragmenten werd de campagne tot nu toe beoordeeld en vooruit geblikt op november. Van Bruggen vond de reactie van Gingrich wanneer hij wordt gevraagd in te gaan op zijn open huwelijk het hoogtepunt tot nu toe in de campagne. Zijn timing en de manier waarop hij zichzelf neerzet als ‘outsider’ zijn zeer geloofwaardig, aldus Van Bruggen. Van de Linde was het niet met deze keuze eens, omdat het Gingrich niet in de race heeft gehouden. Van de Linde beargumenteerde dat de Amerikaanse verkiezingstrijd een goede voorbereiding op het ambt van president is en bovendien meer inhoudelijk is dan in Nederland. Ook noemde hij de belangrijke rol van de zogenoemde ‘Super PACs’. Deze maken het mogelijk om buiten de reguliere kanalen individuele campagnes te financieren. Volgens Groenhuijsen ontbreekt het aan persoonlijkheid bij de Republikeinse kandidaten en kiezen Amerikanen enkel een Democratische president bij gebrek aan beter. Daarnaast zei de voormalig correspondent dat hij de smerigste spotjes in de Amerikaanse geschiedenis verwacht. Van Bruggen merkte echter op dat het lastig wordt om Obama hard aan te pakken. Waar Groenhujsen dacht dat de economie de doorslaggevende factor is, wees Van de Linde op onvoorspelbare gebeurtenissen. Hij liet daarom een videofragment zien met de Amerikaanse minister van Defensie Leon Panetta die het heeft over een mogelijke aanval van Israël op Iran. Ten slotte waagden de heren zich aan een voorspelling voor november. Hoewel Van Bruggen Romney geen slechte kandidaat vond en opmerkte dat hij erg gegroeid is in de campagne, koos hij toch voor Obama. Groenhuijsen zei eerder te hebben voorspeld dat Obama nooit president zou worden, maar koos nu wel voor Obama. Van de Linde zette zijn geld echter zonder twijfel op Romney. Lisanne van Langen 3