Bestandsnaam 2.3.3 Ziektes Datum dec. 2013 Ziektes In de kinderopvang komen kinderen op jonge leeftijd in aanraking met ziektes. Zij bouwen in korte tijd weerstand op en kunnen een aantal infectieziekten krijgen. Door het nauwe onderlinge contact besmetten ze elkaar en worden soms ook tegelijk ziek. Er komen regelmatig epidemietjes voor. Deze werkinstructie geeft aan hoe pedagogisch medewerkers (pm-ers) moeten omgaan met zieke kinderen. 1 Ziekte Beoordeel de situatie. Het gaat niet om het stellen van een ‘diagnose,’ maar om een besluit te nemen: moeten we de ouders wel of niet bellen. De vestigingsmanager is eindverantwoordelijk voor de beslissingen die genomen worden. Als de vestigingsmanager niet aanwezig is, beslist de pm-er. Als er acuut gevaar dreigt voor het kind handel volgens de werkinstructie 2.2.3 Calamiteiten. Laat ook direct de ouders bellen. Voorbeelden van acuut gevaar zijn: Een kind krijgt het plotseling benauwd. Een kind raakt bewusteloos. Een kind heeft plotseling hoge koorts. 1.1 Hoe zie je dat een kind ziek is? Hoe zie je wat er is? Als een kind al wat langer in de groep is, weet een pm-er meestal wel hoe het reageert en doet en merkt dus, als een kind zich ‘anders dan anders’ gedraagt. Observeer het kind een paar keer heel gericht. Voelt het kind warm aan? Speelt het kind zoals gewoonlijk? Praat het kind zoals gewoonlijk? Reageert het kind op wat je zegt of doet? Huilt het vaker of langer dan ‘normaal’? Gaat het vaker naar de wc? en wat is het resultaat (bijvoorbeeld diarree)? Wil het kind liggen? Slaapt het meer dan anders? Klaagt het kind over pijn? Vraag wat er is (de manier waarop het kind reageert kan informatie geven.) Heeft het kind zin in eten/drinken? Heeft het regelmatig een natte luier? Soms worden vage verschijnselen bij het kind verklaard: verjaardag, drukte, veel gesnoept,’laat naar bed’ of bijzonderheden in de huiselijke situatie. Zorg ervoor, dat tijdens de overdracht dit soort bijzonderheden vermeld worden. Geef het kind zo veel mogelijk de warmte en geborgenheid waar het behoefte aan heeft wees extra alert. Pagina 1 van 2 Bestandsnaam 2.3.3 Ziektes Datum dec. 2013 1.2 Moeten de ouders gebeld worden? Een medewerker neemt in ieder geval contact op met ouders indien: het kind te ziek is om aan het dagprogramma deel te nemen; als het kind 1 op 1 aandacht nodig heeft; het kind koorts lijkt te hebben. Of een kind wordt opgehaald of niet, is altijd afhankelijk van de specifieke situatie en gebeurt altijd in overleg met de ouders. Een kind met 38,7 graden koorts dat zich verder goed lijkt te voelen en gewoon deelneemt aan het dagprogramma hoeft dus niet perse gehaald te worden. 1.3 Temperatuur opnemen bij en kind Pas na toestemming van de ouders meten wij de temperatuur van een kind. Bij kinderen vanaf 2 jaar wordt de temperatuur opgenomen met een oorthermometer. Bij kinderen tot 2 jaar wordt rectaal gemeten. De gehoorgang bij kinderen van 0 tot 2 jaar is nog niet voldoende ontwikkeld om te temperaturen met een oorthermometer. Maak duidelijke afspraken met de ouders, bijvoorbeeld: Het kind wordt meteen gehaald. Het kind wordt in bed gelegd en later wordt gebeld, hoe het gaat. 2 Besmettelijke ziekte Als er sprake is van een infectieziekte of bij een vermoeden van een infectieziekte lees dan aandachtig de informatie van het RIVM over deze ziekte en volg de richtlijnen in de Gezondheidsrisico’s in een kindercentrum of peuterspeelzaal (0 tot 4 jarigen) of in de Gezondheidsrisico’s in een basisschool of buitenschoolse opvang (4 tot 12 jarigen). Indien er een besmettelijke ziekte door een arts is gediagnosticeerd volg de richtlijnen uit bovengenoemde documenten. En zorg indien nodig dat alle ouders op de hoogte gebracht worden, door de ´poster met informatie over de betreffende ziekte´ bij de ingang van de vestiging te hangen. Vaccinatie In Nederland worden, in het kader van het ‘Rijksvaccinatieprogramma’ alle kinderen gratis ingeënt tegen een aantal ernstige infectieziekten. Deelname aan dit programma is in Nederland niet wettelijk verplicht. Er zijn ouders die – bijvoorbeeld vanwege hun levensbeschouwing – hun kinderen niet laten vaccineren. Dit is een risico voor het kind zelf, dat niet beschermd is in geval van besmetting. Het is vanuit medisch oogpunt niet nodig om ongevaccineerde kinderen te weigeren. Wel moet bekend zijn of een kind wel of niet gevaccineerd is. Pagina 2 van 2