Zieke kinderen en opvang Indien kinderen ziek zijn kunnen ze niet opgevangen worden op de kinderopvang. Binnen de organisatie hanteren wij het volgende beleid: Uitgangspunten bij het bepalen of het kind te ziek is om opgevangen te worden, zijn: het welbevinden van het kind; kan het kind meedoen met het gewone dagritme van de opvang (kan het buiten en binnen spelen); hoeveel extra aandacht en/of verzorging heeft het kind nodig; kan dat gegeven worden en blijft er nog voldoende tijd over voor de andere kinderen; Is er sprake van koorts (verderop in dit protocol meer info. daarover). Indien het kind niet voldoende mee kan doen met het gewone dagritme, het kind te veel extra aandacht nodig heeft kan het kind geen gebruik maken van de kinderopvang. Er wordt contact opgenomen met de ouders. Zijn de ouders of de noodopvang niet te bereiken en wordt er getwijfeld aan de situatie, dan wordt er contact opgenomen met de huisarts van het kind of een andere arts. Veel voorkomende ziektes Voor uitgebreide informatie over kinderziektes maken we gebruik van de handboeken van de GGD. Deze handboeken bevatten informatie over infecties, hygiëne en informatie en adviezen over ziektes waar we in de kinderopvang mee te maken kunnen krijgen. Door op onderstaande link te klikken kom je bij de handboeken. Gezondheidsrisico's in een kindercentrum of peuterspeelzaal Gezondheidsrisico's in een basisschool en buitenschoolse opvang Bij alle ziektes worden onderstaande zaken beschreven: - Wat is het? - Hoe krijg je het? - Wat kun je als beroepskracht doen? - Melding bij de GGD. - Wering. - Opmerkingen. Als je in de inhoudsopgave op een bepaalde ziekte klikt kom je direct op de juiste pagina terecht. KOORTS Koorts is een verhoging van de lichaamstemperatuur boven de 38.5 graden. Het is een reactie van het lichaam op een infectie. Kinderen met koorts mogen de opvang niet bezoeken. Wanneer er op de opvang koorts bij het kind geconstateerd wordt, worden de ouders gebeld om hub kind(je) op te halen. Pedagogisch medewerkers dienen geen middelen toe die de koorts onderdrukken, deze handeling en verantwoording blijft bij de ouders*. Een middel dat de koorts onderdrukt (paracetamol) mag alleen worden toegediend bij pijnbestrijding en op advies van de dokter. Voor toediening wordt er door de ouders een geneesmiddelenformulier ingevuld. Bij het meten van koorts worden er hoesjes voor de thermometer gebruikt om te voorkomen dat de thermometer verontreinigd raakt. De thermometer wordt na gebruik met alcohol 70% gedesinfecteerd. 4.3 Zieke kinderen en opvang, kwaliteitsmap Algemeen, mei 2015 SK *Als ouders hun kind thuis medicijnen toegediend heeft dan vragen wij hen om de pedagogisch medewerker daarover, en over de mogelijke bijwerkingen, te informeren. Als het kind thuis al koorts heeft verzoeken wij de ouder om het kind thuis te houden. Mocht de ouder het kind toch met een koortsverlagend middel naar de opvang brengen dan vragen wij hen om de PMer daarover te informeren. Voor de PMer is het dan te verklaren als er plotseling sprake is van een verhoging van de lichaamstemperatuur. Daarnaast is het belangrijk dat de ouder doorgeeft welke opvoeder er die dag goed te bereiken is en op welk telefoonnummer. Infectieziektes Infectieziektes zijn veelal besmettelijk voordat de diagnose gesteld is. Daarom geeft de GGD aan dat een kind in principe niet geweerd hoeft te worden van de opvang. De besmetting heeft immers al plaatsgevonden. Dit advies volgen wij. Vochtblaasjes Een aantal ziektes gaat gepaard met vochtblaasjes. Denk aan waterpokken en krentenbaard. Kinderen worden niet van de opvang geweerd vanwege deze vochtblaasjes. De besmetting heeft immers al plaatsgevonden. Hygiëne Pus/wondvocht wordt voordat het gaat lekken met bijvoorbeeld een wattenstaafje gedept. Pedagogisch medewerkers wassen hun handen voor en na wondverzorging. Bij kinderen die aan wondjes en/of blaasjes krabben, wordt extra aandacht aan handhygiëne besteed. Aan kinderen wordt geleerd het hoofd weg te draaien/hoofd te buigen of in hun elleboog of in een papieren zakdoek te hoesten/niezen. Melden infectieziektes bij de GGD Meld binnen een werkdag het optreden van een ongewoon aantal van de hieronder genoemde aandoeningen van vermoedelijk infectieuze aard, zowel bij kinderen als leidsters op basis van artikel 26 van de Wet publieke gezondheid, bij de plaatselijke GGD: - Acute maag- en darmaandoeningen; - Geelzucht; - Huidaandoeningen; - Andere ernstige aandoeningen van vermoedelijk infectieuze aard. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hersenvliesontsteking of meerdere gevallen van longontsteking in korte tijd. Een aantal ziektes (o.a. vlekjesziektes en diarree) meld je aan de GGD als er binnen 2 weken 2 gevallen zijn binnen dezelfde groep. In het handboek van de GGD staat aangegeven welke ziektes dat zijn. Dit melden gebeurt door de leidinggevende van de locatie. In geval van mazelen meldt de behandeld arts een geval van mazelen bij de GGD. De GGD kan zonodig in overleg met de kinderopvang de ouders van (nog) niet gevaccineerde kinderen infomeren en hen eventueel een extra vaccinatiemogelijkheid bieden. Huisarts Veel kinderziektes met vlekjes e/o blaasjes lijken op elkaar en worden met elkaar verward. Het is belangrijk dat je niet zelf een diagnose stelt. Het handboek van de GGD geeft kenmerken van ziektes maar het is altijd de huisarts die de diagnose stelt. Ook wanneer een ouder aangeeft dat zijn kind een bepaalde ziekte onder de leden heeft is het belangrijk om te vragen of dat is vastgesteld door de arts. 4.3 Zieke kinderen en opvang, kwaliteitsmap Algemeen, mei 2015 SK Ouders informeren Voor het infomeren van ouders hebben we voor onderstaande ziektes een informatie brief: - Vijfde ziekte (KZS 4.5.1) - Roodvonk (KZS 4.5.2) - Waterpokken (KZS 4.5.3) - Mazelen (KZS 4.5.4) Indien er twee gevallen van de betreffende ziekte binnen twee weken op dezelfde groep geconstateerd wordt deze brief opgehangen. Bij de mazelen doen we dat nadat er één geval geconstateerd is op het kindercentrum. Voorafgaand is er overleg met de GGD. 4.3 Zieke kinderen en opvang, kwaliteitsmap Algemeen, mei 2015 SK