Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven.

advertisement
Woord
van
Leven
September 2010
“Niet tot zevenmaal toe,
zeg ik je, maar tot
zeventig maal zeven.”
Matteüs 18,22
Petrus, die prachtige
dingen uit de mond van
Jezus had gehoord, stelt
de Meester de volgende
vraag: “Heer, als mijn
broeder of zuster tegen
mij zondigt, hoe vaak
moet ik dan vergeving
schenken? Tot zevenmaal
toe?” Jezus antwoordt
hem: “Niet tot zevenmaal
toe, zeg ik je, maar tot
zeventig maal zeven.”
Waarschijnlijk had Petrus
onder de invloed van de
prediking van Jezus in al
zijn goedheid en
edelmoedigheid iets heel
uitzonderlijks willen doen,
namelijk door wel
zevenmaal te willen
vergeven.
Maar Jezus antwoordt: “...tot zeventig maal zeven”. Daarmee
geeft Hij aan dat vergeving voor Hem onbegrensd is. We moeten
altijd vergeven.
“Niet tot zevenmaal toe,
zeg ik je, maar tot
zeventig maal zeven.”
Matteüs 18,22
Deze woorden herinneren aan het bijbelse Lied van Lamech, een
afstammeling van Adam: “Kaïn wordt zevenmaal gewroken, Lamech
zevenenzeventig maal” (Genesis 4,24). Zo begint zich de haat onder de
mensen te verspreiden, die in de wereld aanzwelt tot een volle stroom.
Tegenover deze verspreiding van het kwaad stelt Jezus een
onbeperkte vergeving. Een vergeving zonder voorwaarden, die in
staat is om de spiraal van het geweld te doorbreken.
Vergeving is de enige oplossing om paal en perk te stellen aan
de negatieve gevolgen van het kwaad. En daarmee opent ze voor
de wereld een toekomst die niet uitloopt op zelfvernietiging.
“Niet tot zevenmaal toe,
zeg ik je, maar tot
zeventig maal zeven.”
Matteüs 18,22
Vergeven. Altijd vergeven. Vergeven betekent niet om geen
acht te slaan op de dingen die fout gaan en onrecht niet
onder ogen willen zien. Het is geen zwakheid, uit angst voor
de macht van wie onrecht heeft begaan.
Vergeving wil ook niet zeggen iets als onbelangrijk afdoen wat
heel ernstig is, of goedkeuren wat slecht is.
Vergeven is geen onverschilligheid. Vergeven is een daad van de
wil, van bewust kiezen, en dus van vrijheid.
Het betekent onze broeder en zuster accepteren voor wat ze zijn,
ondanks het kwaad dat ze ons hebben aangedaan, zoals God ons,
zondaars, accepteert ondanks onze gebreken. Vergeven betekent
dat je niet met een belediging antwoordt op een belediging, maar
doet wat Paulus zegt: “Laat u niet overwinnen door het kwade,
maar overwin het kwade door het goede” (Rom 12,21).
Vergeving betekent dat je aan degene die jou onrecht aandoet
de kans geeft de relatie met jou te herstellen. Het geeft jou
en de ander de mogelijkheid om opnieuw te beginnen, om het
kwaad niet het laatste woord te geven.
“Niet tot zevenmaal toe,
zeg ik je, maar tot
zeventig maal zeven.”
Matteüs 18,22
Hoe kunnen we dit Woord in leven omzetten?
Petrus had Jezus gevraagd hoe vaak hij zijn broeder
moest vergeven.
Jezus doelt in zijn antwoord daarom vooral op de relaties
tussen christenen, tussen leden van dezelfde gemeenschap.
Dat is dus een duidelijke richtlijn over hoe we ons moeten
gedragen tegenover de andere broers en zusters in het geloof,
thuis, op ons werk, op school of in de gemeenschap waarvan we
deel uitmaken. We weten dat we vaak geneigd zijn een belediging
met een weerwoord te beantwoorden.
We weten ook dat verschillen in karakter of momenten van
spanning vaak de oorzaak zijn van irritaties tussen mensen die
in hetzelfde huis wonen. Het is daarom goed te bedenken dat
alleen een steeds vernieuwde houding van vergevingsgezindheid
de vrede en de eenheid onder elkaar in stand kan houden.
We zijn altijd geneigd te denken aan wat er allemaal is gebeurd en aan
de gebreken van onze broers en zusters. En we zouden willen dat ze
anders waren dan ze zijn… Daarom moeten we de gewoonte aannemen
hen steeds ‘met nieuwe ogen’ te zien, de anderen als nieuw te zien, ze
altijd meteen en helemaal te accepteren, ook al hebben ze geen spijt.
Je zult zeggen: dát is
moeilijk! Zeker. Maar dat
is nu het mooie van het
christendom. Niet voor
niets zijn we navolgers van
Christus. Op het kruis
heeft Hij aan zijn Vader
vergeving gevraagd voor
degenen die Hem ter dood
brachten. En Hij is
verrezen.
Dus goede moed. Als we op deze manier gaan leven, zal dat
ook in ons een verrijzenis brengen; we zullen een vrede en
een vreugde ervaren die we eerder nog niet kenden.
“Niet tot zevenmaal
toe, zeg ik je, maar
tot zeventig maal
zeven.”
Matteüs 18,22
“Woord van Leven”, uitgegeven door de Focolarebeweging.
Tekst van Chiara Lubich,”(1920-2008), geschreven in September1999
www.focolare.nl
Grafica Anna Lollo in collaborazione con don Placido D’Omina (Sicilia, Italia)
Per informazioni www.focolare.org
Questo PPS, in diverse lingue, è pubblicato su www.santuariosancalogero.org
Download