Beatus ille qui procul negotiis

advertisement
De geneugten van de oude humaniora (Horatius, Epoden, 2, 1)
Robert Nouwen
Naar aanleiding van Rik Torfs, Brede vorming of diepgang, in: De Standaard van 28 juni
2012
Meer dan 40 jaar geleden reeds had ik het geluk de klassieke humaniora aan het college
te mogen starten: in het eerste jaar 9 uur Latijn, in het tweede jaar 5 uur Latijn en 4 uur
Grieks en nooit een tekort aan wiskunde en wetenschappen. Woordjes blokken,
grammatica studeren, zinnen vertalen en teksten ontleden werden een onderdeel van de
dagelijkse routine. De poesis en de retorica vormden de bekroning. Eindelijk kenden wij
collegestudenten genoeg om aan het echte werk te beginnen. Het fantastisch literaire
Latijn van Caesar hadden wij achter de rug. De primaire beginselen van de historische
kritiek waren ons niet langer vreemd. Nu openden Cicero en Demosthenes de discussie
over de democratie. Het heeft zweet gekost, veel zweet, maar het fundament voor het
zelfstandig en creatief werken was gelegd. Een gebrek aan diepgang heb ik de paters
nooit kunnen verwijten.
In de term humaniora zit het woord ‘humanior’ wat betekent ‘meer mens’. De oude
humaniora heeft mij gevormd tot een mens met een brede kijk op de wereld. Een
onderdeel van die brede kijk is de antieke Grieks-Latijnse cultuur die wordt geschraagd
door de door zo velen verguisde christelijke waarden. En tegelijk zijn er die kleine
geneugten, die fijne teksten die je in de antieke literatuur tegenkomt en die je in tijden
van crisis, zoals wij nu beleven, aan het nadenken zetten. De Romeinse dichter Horatius
wist goed wat de waarde van het leven was, wanneer hij de lof van het landleven bezong:
'Beatus ille qui procul negotiis,
ut prisca gens mortalium,
paterna rura bobus exercet suis
solutus omni faenore
neque excitatur classico miles truci
neque horret iratum mare
forumque vitat et superba civium
potentiorum limina.
Gelukkig is hij die ver van het bedrijfsleven,
Zoals het oeroude geslacht van stervelingen,
Met eigen ossenspan zijn vaderlijke akkers bewerkt,
Vrij van alle schulden;
Die niet als soldaat wordt opgeschrikt door schel hoorngeschal,
Noch bevreesd voor een vertoornde zee,
Het openbare leven vermijdt en de trotse drempels
Van mannen machtiger als hij.
Horatius was zelf afkomstig van het platteland. Hij is zijn afkomst nooit vergeten. Hij
roemt meer dan eens het landelijk leven, ver van alle luxe. Voor de Romeinse burger is
het boerenleven een nastrevenswaardig ideaal. Vrijblijvend is de poëzie van Horatius
niet. In deze beroemde epode onderschrijft de dichter het ethische reveil van keizer
Augustus. Hij bezingt de mos maiorum, de oeroude Romeinse deugden en gewoontes, de
fundamenten van de Romeinse samenleving. Hierdoor is Rome groot geworden. In
wezen vertolkte Horatius een erg conservatieve maatschappijvisie. Is dit geen
schitterend vertrekpunt om na te denken over ons eigen maatschappijbeeld?
Tegelijk is deze tekst in onze hectische tijd ook op een totaal ander vlak erg actueel. De
dichter bezingt niet alleen het landleven, maar geeft tegelijk de op geld beluste bankier
Alfius een flinke veeg uit de pan. Geluk is niet gekoppeld aan productiviteit in het
bedrijfsleven, aan succes op het forum waar de politiek heerst, aan het streven naar
gunsten bij machtige mensen. Geluk ligt in de eenvoud van het leven zelf. Alfius, voor
heel even aangetrokken door de eenvoud van het platteland, wordt gedreven door
hebzucht en belegt de kapitalen die hij nauwelijks veertien dagen eerder had afgehaald.
Is het eenvoudige leven niet wat wij zo vaak in ons jachtige streven naar succes, net als
Alfius vergeten? In het streven van onderwijsdeskundigen naar een democratisering van
het onderwijs en een brede vorming voor alle kinderen delen het Latijn en het Grieks
reeds jaren in de klappen. Met slechts enkele uurtjes Latijn zou deze fijne en nog steeds
actuele tekst mij voor eeuwig verborgen gebleven zijn.
Download