Utrecht, december 2011 Gezondheid werkt! Preventie versterkt de economie. Uit internationale vergelijkingen blijkt dat Nederland tot de welvarendste landen van de wereld behoort. Dit heeft ons land vooral te danken aan de uitstekende prestaties van ons bedrijfsleven. Ongeveer 70% van onze welvaart wordt met de export van goederen en diensten in het buitenland verdiend. Vooral het afgelopen decennium wordt in toenemende mate onderkend dat goede economische prestaties mede afhankelijk zijn van een gezonde (beroeps)bevolking. Naarmate een land over een gezondere beroepsbevolking beschikt neemt het ziekteverzuim bij bedrijven en instellingen af en de productiviteit toe. Ook de macro zorgkosten voor de werkende bevolking liggen lager. Naast dit economisch voordeel is gezondheid niet alleen voor de mensen zelf maar ook voor de maatschappij van onschatbare waarde. Onderzoek wijst uit dat gezondheid voor een belangrijk deel bepaald wordt door de eigen leefwijze. De primaire verantwoordelijk daarvoor ligt bij de mensen zelf. Een toenemend aantal bedrijven onderkent het belang van gezonde werknemers en probeert daaraan bij te dragen, bijvoorbeeld met bedrijfsfitness en gezonde lunches. In de Nederlandse politiek heersen twee opvattingen. De ene is van oordeel dat er voor de overheid geen rol is weggelegd om op enigerlei wijze, via een preventiebeleid, bij te dragen aan een gezondere (beroeps)bevolking. Mensen zijn in deze opvatting zelf verantwoordelijk voor hun leefwijze en zitten niet te wachten op een betuttelende overheid. De totale (collectieve) zorglasten door preventie dalen in aanhangers van deze opvatting niet, maar zullen zelfs toenemen. Deze toename is vooral een gevolg van het feit dat bij een ouder wordende bevolking de zorgkosten extra stijgen. Op zich is het juist dat bij een effectief preventiebeleid (over de hele levensloop bezien) de collectieve zorguitgaven toenemen, maar tegelijkertijd is het waar dat bij een dergelijk beleid de zorguitgaven voor de werkende bevolking dalen en de productiviteit toeneemt. Deze toename bevordert de economische groei en is bovendien goed voor de schatkist. In dit licht bezien menen aanhangers van de andere opvatting dat voor de overheid, gezien de economische en maatschappelijke belangen die in het geding zijn, weldegelijk een rol is weggelegd voor preventie. Daarbij kunnen door de overheid verschillende instrumenten worden ingezet zoals voorlichting, accijnzen op producten die de gezondheid kunnen schaden zoals op alcohol en tabak, een vettaks, voorlichting hulpprogramma’s bij rook- en alcoholverslaving. In het huidige overheidsbeleid is gekozen voor een terugtredende overheid op het terrein van preventie. Voor zover die keuze is gebaseerd op het schrappen van maatregelen, waarvan op basis van onderzoek is vastgesteld dat ze niet effectief zijn, accepteren ook voorstanders van preventiebeleid dat. Er zijn echter, zoals we in veel andere Europese landen zien, wel degelijk maatregelen mogelijk waarmee de overheid met een preventiebeleid een effectieve bijdrage kan leveren aan een gezondere (beroeps)bevolking. Het zonder meer afwijzen van overheidsbeleid gericht op preventie met de stellingname dat het niet werkt, zoals door tegenstanders van preventie wordt Correspondentieadres: p/a NIVEL, Postbus 1568, 3500 BN Utrecht tel. 030-272 9851/070-303 0045 (tevens fax), fax 030-272 9729, email [email protected], www.nphf.nl beweerd, is ongenuanceerd en stoelt niet op harde feiten. Integendeel: internationale ervaringen wijzen juist uit dat overheden wel degelijk een effectieve bijdrage kunnen leveren aan een gezondere (beroeps)bevolking. Gezondheidseconomen maar ook internationale organisaties zoals de OESO, benadrukken dat preventie, zoals hierboven is aan gegeven, belangrijke maatschappelijke en financiële baten heeft. Kortom, de Nederlandse Public Health Federatie wil niet alleen het grote maatschappelijke en economische belang van preventie benadrukken, maar ook de noodzaak dat de overheid daaraan een effectieve bijdrage levert. Dat is niet betuttelend, maar behoort tot haar Grondwettelijke taken: “de overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid”. Deze public health gedachte is in de grondwet vastgelegd en er zijn geen steekhoudende argumenten te bedenken om preventie daarvan uit te sluiten. Wij pleiten er dan ook voor preventie een prominente plaats te geven in het overheidsbeleid op het terrein van de volksgezondheid. Ten overvloede merken wij op dat het daarbij wel moet gaan om overheidsmaatregelen waarvan inderdaad kan worden vastgesteld dat ze daadwerkelijk effectief zijn en dus bijdragen aan een gezondere leefwijze en daarmee aan een gezondere (beroeps)bevolking. Ook het bedrijfsleven kan hierin een belangrijke rol spelen, en onderkent dat ook in toenemende mate. Een voorbeeld is Unilever, dat onlangs vijf marketingregels publiceerde om tot een duurzaam leven te inspireren. Deze regels moeten aanzetten tot blijvende gedragsverandering en houden in dat een andere leefwijze begrijpelijk en gemakkelijk moet zijn voor consumenten, als ook begerenswaardig en lonend. Dit zijn goede uitgangspunten waarmee een nieuwe leefwijze een gewoonte kan worden. En dat is natuurlijk de bedoeling: een gezonde leefstijl niet als voorbijgaand verschijnsel maar als blijvertje. Willem Vermeend, Voorzitter Nederlandse Public Health Federatie Correspondentieadres: p/a NIVEL, Postbus 1568, 3500 BN Utrecht tel. 030-272 9851/070-303 0045 (tevens fax), fax 030-272 9729, email [email protected], www.nphf.nl De argumenten op een rij Ten eerste is gezondheid voor het individu het grootste goed. Het is leuker om gezond te zijn. Niemand vindt het leuk om ongezond te zijn of kiest daar bewust voor. Investeren in preventie zorgt er voor dat mensen langer, gezonder en een vitaler leven leiden. Daardoor kan hij/zij actiever participeren in scholing, werk en maatschappij. Ten tweede heeft de bestrijding van ziekten opbrengsten. Tegenover de kosten van de zorg zoals met betrekking tot infectieziekten, hart- en vaatziekten, kanker, zorg rondom de geboorte, diabetes en de care staan baten in de vorm van langer leven, betere kwaliteit van leven, extra arbeidsdeelname en hogere productiviteit (zie ook Vermeend & van Boxtel 2011). Deze baten zijn extra levensjaren in goede gezondheid. Hoewel er geen exacte waarderingsmaatstaven zijn, blijkt uit de literatuur op dit vlak dat kan worden uit gegaan van ten minste € 50.000 per jaar (gezondheidseconomen houden doorgaans het dubbele aan). Dat leidt tot de volgende batenopstelling in het onderstaande tekstvak op basis van aangetoonde extra levensverwachting dankzij de zorg (Pomp 2010, p. 193): Baten Extra levensverwachting 6 jaar Extra kwaliteit van leven Overige baten care €300.000,€100.000,€ 50.000,- Totale baten €450.000,- Kosten (inclusief verborgen kosten) €340.000,- De zorg kost de gemiddelde Nederlander opgeteld over het hele leven 340.000 euro en krijgt hier gezondheid en welzijn voor terug ter waarde van 450.000 euro. Ten derde loont investeren in preventie. Iedere euro die geïnvesteerd wordt in de preventie van zowel roken, als overmatig alcoholgebruik en obesitas in combinatie met te weinig lichaamsbeweging, brengt een substantieel rendement voor de samenleving met zich mee. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het OECD rapport “Fit not Fat” (OECD 2010) en PricewaterhouseCoopers rapport “prevention pays for everyone” (PWC 2010). Ten vierde wordt het belang van een gezonde bevolking onderstreept door een toenemende krapte op de arbeidsmarkt, vooral vanwege de vergrijzing. Bovendien staat vast dat een goede gezondheid bijdraagt aan betere prestaties; op school, op het werk en in de samenleving. Een laag ziekteverzuim leidt tot een besparing van kosten bij werkgevers. Een recente studie van het Trimbos instituut leert dat de verzuimkosten als gevolg van psychische aandoeningen worden geraamd op 2,7 miljard en die van chronisch somatische aandoeningen op 5,3 miljard (de Graaf e.a. 2011). Correspondentieadres: p/a NIVEL, Postbus 1568, 3500 BN Utrecht tel. 030-272 9851/070-303 0045 (tevens fax), fax 030-272 9729, email [email protected], www.nphf.nl Ten vijfde is een goede volksgezondheid niet alleen van belang voor de mensen zelf, maar ook voor de economie. Gezonde mensen zijn niet alleen productiever, maar nemen ook vaker en langer deel aan het arbeidsproces. Op dit moment is de arbeidsparticipatie van ouderen laag. Gezondheidswinst bij ouderen zal zich daarom in de toekomst vertalen in extra productiviteit. Een preventief ouderenbeleid en preventie voor chronisch zieken vertaalt zich in gezondheid en arbeidsparticipatie. Ook bij depressies is veel arbeidsmarktwinst te behalen (Pomp 2010 p. 132). Tot slot is gezien de welvaartziekten veel gezondheidswinst te behalen met een gezondere leefstijl. Een gezondere leefstijl bespaart bovendien geld. Zo blijkt uit Amerikaans onderzoek waarbij een grote groep personen van middelbare leeftijd twintig jaar werd gevolgd, dat roken op middelbare leeftijd de kans op opname in een verpleeghuis met 50% vergroot en een gebrek aan lichaamsbeweging met nog eens 40 %. (Pomp 2010 p. 172). Referenties Graaf de, Tuithof, Dorsselaer van en Have ten. Verzuim door psychische en somatische aandoeningen bij werkenden. Resultaten van NEMESIS-2. Utrecht, Trimbos-instituut, 2011. OECD (2010), Obesity and the economics of prevention: Fit not Fat. Paris, OECD. PWC (2010), Prevention pays for everyone. Amsterdam, PriceWaterhouseCoopers. Pomp (2010), Een beter Nederland, de gouden eieren van de gezondheidszorg, Amsterdam, Uitgeverij Balans. Vermeend en Van Boxtel (2010), Uitdagingen voor een gezonde zorg. Amsterdam, Lebowski Publishers. Correspondentieadres: p/a NIVEL, Postbus 1568, 3500 BN Utrecht tel. 030-272 9851/070-303 0045 (tevens fax), fax 030-272 9729, email [email protected], www.nphf.nl