Van alles wat over de natuur Over de natuur valt veel te vertellen. Meestal probeer ik te schrijven over datgene wat ik zelf zie of meemaak. Maar zo nu en dan bellen mensen me op of houden me aan, om iets te vertellen wat zij hebben gezien of ervaren. Vogels In het voorjaar gaan bijna vanzelfsprekend veel meldingen over vogels. Een van de eerste vragen elk jaar weer is, of ik al Kieviten heb gezien. Als we een zachte winter hebben, komen dat soort vragen vaak al in februari. Soms krijg ik een week later al antwoord als ze me vertellen over de eerste Kievit die ze hebben gezien. De Kieven bint der ok wear, hoor ik dan. Daaraan gekoppeld komt tegenwoordig steevast de opmerking dat men bijna geen Kieviten ziet. Op plekken waar het vroeger wemelde van deze vogels, ziet men er nu nog maar een paar. Een ander punt van zorg vinden mensen vaak de kraaiachtigen. Ze zijn dan bang dat daardoor minder jonge vogels groot worden. Soms vertellen mensen me ook wanneer ze voor het eerst dat jaar een zangvogel weer zien of horen. Het betreft dan de eerste waarneming van de Witte kwikstaart of de zang van de Vink, Merel, Grote lijster, Tjiftjaf of Fitis. Bij Daarle hoorde ik begin april tijdens een fietstocht veel Kramsvogels in een bosje, dat daar door de ruilverkaveling is aangelegd. Misschien komt de soort daar tot broeden. Futen en Aalscholvers in en bij de Regge trekken ook nog steeds de aandacht. Eind maart hield een mevrouw me aan met de mededeling dat ze een witte Merel had gezien op het grasveld bij de Hervormde kerk aan de Kerkstraat. Een week later zag ik hem daar ook. Herman Stevens heeft over die witte Merel al eens geschreven toen hij die vogel op het landgoed De Eversberg had gefotografeerd. Tegelijkertijd kwam er een melding binnen van een meneer uit Hulsen die een Merel met een witte kop in de tuin had. Een minder leuke ervaring had ik op een avond bij het station. Een Roodborst had een nest gemaakt in één van mijn fietstassen. Dit moet in een dag gedaan zijn. De manier waarop die vogel naar me keek, toen ik het nest noodgedwongen weghaalde, vergeet ik nooit meer. Mensen vertellen ook graag de belevenissen die ze bij huis hebben met vogels die in nestkastjes broeden. Soms weten ze niet eens om wat voor vogels het gaat; soms betreft de waarneming ook een aparte broedplaats, net zoals ik die meemaakte bij het station. De ecologische verbindingszone wordt ook steeds meer gewaardeerd. Er zijn mensen die daar regelmatig komen en de vogels in de gaten houden. Toen er een aparte gans werd gezien, werd mij prompt gevraagd daar eens te gaan kijken, want de vogel bleek in geen enkel vogelboek te staan. Het bleek om een Nijlgans te gaan, eentje maar. Dat de Nijlgans niet in een vogelboek staat, kan wel kloppen. Ze hoort hier niet thuis. De vogel is pas voor het eerst in 1967 als broedvogel in Nederland gesignaleerd. Enkele jaren geleden zat er een paartje Nijlganzen in de vijver bij de Burgemeester Boersingel. De man die me de waarneming doorgaf, kwam tegelijk ook met de suggestie of het niet mogelijk zou zijn om een bank te plaatsen aan de rand van die zone, zodat mensen daar rustig kunnen gaan zitten kijken. Misschien is dit iets voor de gemeente om uit te voeren. Planten Over planten hoor ik in het algemeen weinig. Een enkele keer wordt men getroffen door iets wat men niet kent en wil men weten wat het is. Een echtpaar was bijvoorbeeld de bloeiende plant opgevallen langs een sloot langs de Kerkstraat nabij Erve Boomcate. De plant had grote bladeren, vertelden ze erbij en de bloem leek iets op een toorts. Allemaal kleine paarsachtige bloempjes langs de steel. Met behulp van een plantenboek kwamen we er al snel achter dat het hier om Groot hoefblad ging, een composiet welke maar op een paar plekken in de gemeente voorkomt. Waarschijnlijk zijn ze in het verleden daar aangeplant. De bloemen van de Draadereprijs welke rond deze tijd veel in gazons groeien, worden wel mooi gevonden, maar het woekeren dat dit plantje kan doen geeft nogal wat ergernissen. De mensen reageren ook positief op de bloeiende krokussen en narcissen welke op veel plaatsen in Nijverdal en Hellendoorn door de gemeente zijn aangeplant. Vlinders Vlinders trekken altijd de aandacht, vooral in het voorjaar. De eerste waarneming van een Dagpauwoog of een Citroenvlinder op een lentedag geeft veel mensen het gevoel, dat de winter eindelijk voorbij is en dat het voorjaar wordt. Meestal wordt ik er dan ook op attent gemaakt. Een andere vlinder om naar uit te kijken is het Oranjetipje. Deze legt haar eitjes onder andere op de Pinksterbloem. Ik heb zelf het idee dat ik deze plant de laatste jaren weer meer zie. Padden en vissen Begin april hoorde ik laat op een avond padden zacht kwaken in de Regge. In mijn eigen tuin vond ik de zaterdag erop ook een pad. Het is triest als je in deze tijd doodgereden padden vindt. Ik zag er een aantal liggen nabij het houten fietsbruggetje over de Regge bij Groot Lochter. Kennelijk is daar in de omgeving ook een paddentrek gaande. Een leuke mededeling kwam van een man die me op het Keizerserf toeriep dat ik, als ik salamanders wilde zien, nu naar zijn vijver moest komen kijken. Een paar jaar geleden trad er op een dag een enorme vissterfte op in de Regge. Nu vertelde iemand uit Nijverdal me dat hij al weer zulke (hij had zijn handen wel 60 cm uit elkaar) karpers had gezien in de Regge. Het is hartverwarmend als je hoort wat mensen vaak nog opvalt en hoe ze meeleven met wat er in de natuur voorkomt. april 1999 Johan Alferink.