A l l e r g i e Gebruik van astma- en allergiemedicijnen tijdens de zwangerschap Auteur D.S. Postma Tr e f w o o r d e n astma, medicatie, rinitis, zwangerschap Samenvatting Allergische rinitis en astma zijn veel voorkomende ziektebeelden in de bevolking. Zij kunnen tijdens de zwangerschap verbeteren of soms ook verslechteren. Het staat onomstotelijk vast dat exacerbaties van astma een negatief effect kunnen hebben op het ongeboren kind. Daarom is het van groot belang dat deze periodes voorkomen worden. Daarnaast is het zaak om medicatie voor te schrijven die geen nadelige effecten hebben voor het ongeboren kind. Tot nu toe is er geen enkel medicijn waarvan onomstotelijk door middel van onderzoek bij mens en dier is vast komen te staan, dat het geen enkel nadelig effect heeft voor het ongeboren kind. Er zijn geringe aanwijzingen dat het gebruik van oraal prednison in het eerste trimester van de zwangerschap een zeer gering verhoogd Inleiding Het is niet vreemd dat de vraag rijst welke allergiemedicijnen veilig kunnen worden gebruikt tijdens de zwangerschap. Klachten van allergische rinitis komen bij ongeveer 27% van de Nederlandse bevolking voor en astma is een van de frequentst voorkomende ziekten die aanwezig kunnen zijn bij zwangere vrouwen: tot 8,4% van de zwangeren heeft astma.1,2 De ziekte kan geheel geen invloed hebben op de zwangerschap, maar bij een aantal gevallen kan er ook een toename van allergische rinitis- en astmaklachten optreden bij de zwangere vrouw en dat kan weer nadelige gevolgen VOL. 8 nr. 6 - 2008 risico geeft op een gespleten verhemelte. Dit effect is niet aangetoond voor inhalatiesteroïden. De medicijnen met het beste effectrisicoprofiel zijn de anti-inflammatoire middelen budesonide en cromoglycaat (zij het dat deze frequent moeten worden gebruikt), de luchtwegverwijders terbutaline en ipratropiumbromide, en de antihistaminica loratadine en cetirizine. Indien deze medicatie niet voldoende effectief is, zal overgegaan moeten worden op andere combinaties, waarbij altijd het risico op bijwerkingen voor het ongeboren kind moet worden afgewogen tegenover de bewezen nadelige effecten van exacerbaties op het ongeboren kind. Immunotherapie kan worden gecontinueerd tijdens de zwangerschap, maar moet niet worden opgestart in deze periode. (Ned Tijdschr Allergie 2008;8:195-200) hebben voor het ongeboren kind. Daarom is het van belang om te weten welke veilige behandelingsmogelijkheden voor rinitis en astma geschikt zijn tijdens de zwangerschap voor zowel de vrouw als het ongeboren kind. De samenhang tussen allergische rinitis en allergisch astma is al eeuwen bekend. Daarom zullen vele geneesmiddelen die voorgeschreven worden aan zwangere patiënten met allergische rinitis, ook voorgeschreven worden aan zwangeren met astma. Dit artikel zet de stand van zaken op een rij betreffende de veiligheid van behandeling van zwangeren met astmaen met rinitisklachten. N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e 195 ALLERg i e Bewijslast van de veiligheid van medicatie tijdens de zwangerschap In Tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de door de ‘Food and Drug Administration’ (FDA) genoemde veiligheid van medicatie tijdens de zwangerschap. Medicijnen worden gecategoriseerd in groepen A, B, C, D en X op basis van hun veiligheidsprofiel, wat onderzocht is bij zwangere dieren en mensen. Voor medicijnen die in categorie X vallen, geldt een contra-indicatie tijdens de zwangerschap. Medicijnen in groep A zijn veilig voor het ongeboren kind, wat blijkt uit studies bij zowel mens als dier. Heden is er geen enkel medicijn voor rinitis en astma gecategoriseerd in groep X of groep A. De meeste medicijnen vallen onder categorie B: geen risico in dieronderzoek, maar er zijn onvoldoende goede studies bij zwangere vrouwen uitgevoerd, of er is voldoende materiaal bij mensen om aan te tonen dat er geen risico voor het ongeboren kind is, maar bij dieren lijkt er wel een zeker risico op bijwerkingen te zijn, en C: dierstudies hebben negatieve effecten aangetoond op het ongeboren kind, maar er zijn geen goede gecontroleerde studies bij de mens. Categorie D omvat geneesmiddelen waarvan bekend is dat zij een verhoogde incidentie van foetale misvormingen hebben of andere blijvende schade bij de mens veroorzaken. Geen van de medicijnen die gebruikt worden voor allergie en astma vallen in deze categorie. Allergische rinitis Allergische rinitis wordt gekenmerkt door een ontstekingsproces in de bovenste luchtwegen dat IgEgemedieerd is en gepaard kan gaan met niezen, loopneus, jeukende en verstopte neus en tranende ogen.3 Het komt frequent voor en heeft invloed op de kwaliteit van leven, slaap en school- en werkverzuim. Allergische rinitis is op zich een risicofactor voor het ontwikkelen van astma. Tijdens de zwangerschap kunnen de klachten van allergische rinitis die reeds voor de zwangerschap aanwezig waren, verergeren dan wel verminderen. Rinitis die voor het eerst optreedt tijdens de zwangerschap Rinitisklachten komen bij ongeveer 20% van de zwangeren voor en kunnen beginnen in willekeurig elke zwangerschapsduur.4,5 De klachten treden echter het frequentst op tijdens de laatste 6-12 weken van de zwangerschap, waarna ze binnen 2 weken na de bevalling verdwijnen.5 De klachten tijdens de zwangerschap worden veroorzaakt door een natuurlijke toename van vasculaire verwijding ten gevolge 196 VOL. 8 nr. 6 - 2008 van placentaal groeihormoon. Meestal behoeft deze vorm van rinitis geen behandeling, en is voorlichting over het mechanisme vaak voldoende. Omdat de meeste medicijnen de placenta passeren, is voorschrijven van medicatie alleen gewenst als de voordelen dit nadeel overstijgen. Regelmatige neusdouches kunnen soms een oplossing vormen. Algemene aspecten van behandeling van allergische rinitis De behandeling van allergische rinitis gebeurt volgens de opgestelde richtlijnen, ook tijdens de zwangerschap.6 Het heeft ook gunstige effecten op de controle van astmasymptomen. Aangezien veel astmatici ook rinitisklachten hebben, is het van belang deze goed te behandelen. Behandeling van allergische rinitis tijdens de zwangerschap In het algemeen wordt aanbevolen om tijdens de zwangerschap te beginnen met medicatie waar reeds vele jaren ervaring mee is. Inhalatiesteroïden zoals budesonide hebben een goede veiligheid-effectiviteitsratio en worden frequent gebruikt. Loratadine en cetirizine kunnen worden voorgeschreven, maar decongestantia moeten worden vermeden, gezien de mogelijke bijwerkingen. Cromonen hebben geen teratogene effecten in diermodellen en zijn de veiligste medicijnen gedurende de eerste 3 maanden van de zwangerschap. Zij moeten echter frequent (4 maal per dag) worden gebruikt. Patiënten die immunotherapie ondergaan mogen dit continueren, maar degenen die er niet mee begonnen zijn, moeten dit ook niet starten tijdens de zwangerschap.4 Astma Astma is de meest voorkomende medische comorbiditeit tijdens de zwangerschap. De effecten van zwangerschap op het astma variëren per persoon. Een prospectieve studie liet zien dat bij 23% van de patiënten het astma verbeterde, maar dat het bij 30% juist verergerde.7 Astma-exacerbaties treden het frequentst op tussen 24 en 36 weken van de zwangerschap.2 Er is een groot aantal artikelen en reviews verschenen over het effect van astma of astmamedicatie op de zwangerschap, de uitkomst van de bevalling en op het ongeboren kind.2,7-14 Vrouwen met astma hebben tijdens de zwangerschap een grotere kans op zwangerschapsdiabetes, pre-eclampsie, voortijdig breken van de vliezen, placenta praevia, placentaabruptie en excessief bloedverlies tijdens de beval- N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e Tabel 1. Classificatie van veelgebruikte allergische rinitis- en astmamedicatie tijdens de zwangerschap. Medicament FDA* Nederlandse omschrijving orale steroïden prednison B prednisolon C inhalatiesteroïden budesonide B zonder gevaar voor vrucht beclometason C onvoldoende gegevens bij mens, maar zeer vaak voorgeschreven ciclesonide C onvoldoende gegevens bij mens fluticason C onvoldoende gegevens bij mens mometason C onvoldoende gegevens bij mens C passeert placenta; gebruik alleen indien strikt noodzakelijk onvoldoende langdurige studies leukotrieenantagonisten montelukast langwerkende β2-sympathicomimetica formoterol C onvoldoende gegevens: in dierproeven schadelijk effect remt weeën; advies: vermijd tijdens zwangerschap salmeterol C in dierproeven gespleten gehemelte gebruik tijdens de zwangerschap wordt ontraden langwerkende anticholinergica tiotropium C onvoldoende gegevens; tot dusver geen schadelijkheid te beoordelen kortwerkende β2-sympathicomimetica salbutamol C per inhalatie kan het zonder gevaar voor de vrucht worden gebruikt voor het drijfgas HFA-134A bestaan te weinig gegevens fenoterol C onvoldoende gegevens, tot dusverre geen schade aangetoond niet schadelijk in dierproeven: remt weeën terbutaline B niet schadelijk in dierproeven ipratropiumbromide B niet schadelijk in dierproeven combinatiepreparaten fluticason/salmeterol onvoldoende gegevens budesonide/formoterol onvoldoende gegevens fenoterol/ipratropium onvoldoende gegevens salbutamol/ipratropium onvoldoende gegevens theofylline C zonder gevaar vrucht; passeert placenta; in verband met mogelijk verminderde klaring aan het eind van de zwangerschap spiegelcontrole B beperkte gegevens mens: geen schade in dierproeven antihistaminica cetirizine loratadine B beperkte gegevens mens: geen schade in dierproeven astemizol C onvoldoende gegevens mens: geen schade in dierproeven azelastine C onvoldoende gegevens mens: geen schade in dierproeven (chloor)promethazine C onvoldoende gegevens mens: geen schade in dierproeven fexofenadine C onvoldoende gegevens mens: geen schade in dierproeven ketotifen C onvoldoende gegevens mens: geen schade in dierproeven cromoglicinezuur B kan zonder gevaar voor de vrucht tijdens de zwangerschap worden gebruikt nedocromil B onvoldoende gegevens: geen schade in dierproeven *=Food and Drug Administration. VOL. 8 nr. 6 - 2008 N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e 197 ALLERg i e ling.8 Astma moet tijdens de zwangerschap optimaal worden behandeld en gecontroleerd, omdat het geboortegewicht, een algemene indicator voor foetale groei en ontwikkeling, samenhangt met de longfunctie van de moeder.15 Door een actieve en effectieve behandeling kunnen de kansen op bovengenoemde complicaties verbeteren tot het niveau van een zwangere die geen astma heeft.16 Desondanks maken veel vrouwen zich zorgen over de mogelijke effecten op het ongeboren kind en vragen zij zich af of ze wel of niet hun medicatie moeten innemen. Dit verklaart waarom studies laten zien dat een groot aantal zwangeren hun astma niet goed onder controle hebben.13 Behandeling die bij zwangerschap wordt gebruikt en astma kan verergeren Sommige medicijnen die gedurende de zwangerschap worden gebruikt, kunnen het astma potentieel verergeren.17 Niet-selectieve β-blokkers en 15-methylprostaglandine-F2α kunnen bronchospasmen veroorzaken. Magnesiumsulfaat is een bronchusverwijder, maar indometacine, wat soms gebruikt wordt, kan weer bronchospasmen veroorzaken bij astmapatiënten die gevoelig zijn voor aspirine. Prostaglandine-E1 en -E2 kunnen soms toegepast worden voor het rijpen van de baarmoederhalsmond, of bij spontane abortus of postpartumhemorragie. Dat kan in een enkel geval (<2%) ook verergering van astma opleveren. Behandeling van astma tijdens de zwangerschap De ‘National Asthma Education and Prevention Program’ (NAEPP) heeft opgemerkt dat het veiliger is voor zwangeren om behandeld te worden met astmamedicatie, dan dat zij geen behandeling krijgen, met als gevolg astmaklachten en exacerbaties.12 Astmamedicatie wordt onderverdeeld in ontstekingsremmers en luchtwegverwijders. Ontstekingsremmers zijn inhalatiesteroïden, cromoglycaat en leukotrieenantagonisten. Onder luchtwegverwijders vallen kort- en langwerkende β-agonisten, kort- en langwerkende anticholinergica, en theofyllinepreparaten. Orale steroïden kunnen bij ernstig astma soms worden gebruikt als onderhoudsbehandeling, maar worden meestal toegepast als symptomatische behandeling, als er een ernstige vorm van exacerbatie bestaat. Er zijn veel studies gepubliceerd die onderzoeken of medicatiegebruik voor astma tot complicaties van de zwangerschap kan leiden. Dit zijn veelal 198 VOL. 8 nr. 6 - 2008 meta-analyses of de resultaten van gegevens die bij registratie zijn verkregen. Dubbelblind gerandomiseerde onderzoeken zijn zeer weinig voorhanden. De soms tegenstrijdige resultaten kunnen verklaard worden door de heterogeniteit van de onderzochte populatie zwangeren. Zo zal de uitkomst bij vrouwen die in een ziekenhuis bevallen anders zijn dan in de thuissituatie, alleen al door het verwijspatroon. Het is aannemelijk dat patiënten met ernstig astma, hogere leeftijd en complicerende factoren meebepalen of een bevalling in het ziekenhuis is geïndiceerd. De onderzoeken werden ook in verschillende landen gedaan, zodat voorschrijfgedrag van medicatie van invloed is en de studies niet vergelijkbaar zijn. Daarnaast zijn de uitkomsten van kleine onderzoeken minder betrouwbaar, ook door de onmogelijkheid om voor verstorende variabelen te corrigeren. Een recent Zweeds onderzoek met registratiegegevens uit ziekenhuisbestanden van 25.410 moeders liet zien dat er mogelijk zwangerschapscomplicaties kunnen optreden in relatie met het gebruik van astmamedicatie.18 Er was met name een trend te zien als er 3 of meer astmamedicijnen werden gebruikt. Hiermee leek het risico van zwangerschapsdiabetes toe te nemen (‘odds ratio’ (OR)=1,59), evenals van pre-eclampsie (OR=1,44), prematuur breken van de vliezen (OR=1,59) en overmatig bloedverlies na de bevalling (OR=1,32). Een hoger risico op een keizersnede (OR=1,79) kon worden verklaard door de eerste 3 factoren. Het is echter niet duidelijk of dit een gevolg is van de gebruikte medicatie, de ernst van het astma waardoor er meer astmamedicatie werd gebruikt, of van ander factoren die ook kunnen bijdragen aan dit soort complicaties (overgewicht, roken et cetera). Behandeling van astma tijdens de zwangerschap: veiligheid Astmabehandeling tijdens de zwangerschap is met name van belang ter voorkoming van het optreden van aangeboren afwijkingen bij het kind. Er is een langdurige, en nog steeds niet beëindigde, discussie betreffende de risico’s voor aangeboren afwijkingen bij het gebruik van steroïden. Gebruik van orale steroïden in het eerste trimester kunnen mogelijk een zeer gering verhoogd risico geven van schizis van de lip en/of gehemelte.19 Maar zelfs een onderzoek bij meer dan 20.000 zwangeren kon dit niet significant vaststellen.20 In dit geval zou men kunnen verwachten dat dit ook bestaat bij inhalatiesteroïden. Dat is tot nu toe niet bewezen. Deels door te kleine studies N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e Aanwijzingen voor de praktijk 1.Het is veiliger voor zwangeren met astma om astmamedicatie te nemen, dan om een exacerbatie te hebben of frequente klachten van astma. 2.Inhalatiecorticosteroïden en kortwerkende β-agonisten zijn de eerste keus bij de behandeling van astma tijdens de zwangerschap. (qua omvang) en bij grote studies deels ook door het zeer lage risico dat er in de algemene populatie al bestaat. Aangezien het meest bekend is over de veiligheid van budesonide tijdens de zwangerschap, wordt dat meestal als eerste keus voorgesteld. Tabel 1 op pagina 197 laat zien in welke veiligheidsklasse de FDA de verschillende medicijnen heeft geplaatst. Budesonide valt in categorie B, maar beclometason is vrijwel even veilig. Een zeer recente meta-analyse evalueerde 23 studies die tot september 2007 waren gepubliceerd over het gebruik van inhalatiesteroïden tijdens de zwangerschap.12 Er waren vrij veel studies die onvoldoende onderscheidend vermogen hadden om een uitspraak te kunnen doen over de veiligheid van inhalatiesteroïden. De effectiviteit bleek duidelijk aanwezig te zijn om exacerbaties tijdens de zwangerschap te voorkomen. Daarnaast trad een significante verbetering op van het geboortegewicht van het kind, met name bij meisjes. Een gebrek van de studies is dat alle soorten inhalatiesteroïden op een hoop worden gegooid. Hierdoor is het niet duidelijk of een van de inhalatiesteroïden meer bijwerkingen zou kunnen hebben dan de andere, en kan hier geen uitspraak over worden gedaan. Deze meta-analyse laat zien dat er een zeer goede effectiviteit van inhalatiesteroïden aanwezig is om exacerbaties te voorkomen. Een Canadees onderzoek bij 4.561 zwangeren ontdekte 418 baby’s met een congenitale afwijking. Er bestond geen significant effect van het gebruik van inhalatiesteroïden gedurende de eerste 3 maanden van de zwangerschap bij een dosis beneden 1.000 µg per dag.20 Wat betreft het gebruik van leukotrieenantagonisten tijdens de zwangerschap liet een recente studie geen nadelige effecten zien op het kind. De studie was echter erg klein waardoor een definitieve uitspraak niet kon worden gedaan.21 Deze medicijnen moeten niet als eerste keus worden gebruikt tijdens de zwan- VOL. 8 nr. 6 - 2008 gerschap, omdat er niet veel studies bij mensen zijn uitgevoerd. Vooralsnog vallen deze medicijnen allen in categorie C. Theofyllinepreparaten (categorie C) lijken veilig te zijn tijdens de zwangerschap. Het therapeutisch spectrum is echter erg smal en serumspiegels moeten worden gecontroleerd, met name omdat hogere spiegels contracties kunnen remmen door verhoging van het cyclisch AMP. Daarnaast kan het tachycardie bij de foetus teweegbrengen. Het is inferieur ten opzichte van inhalatiesteroïden om exacerbaties te voorkomen. Terbutaline staat bekend als veiligste luchtwegverwijder, maar salbutamol is door het veelvuldige en jarenlange gebruik bij astma bijna even veilig (zie Tabel 1 op pagina 197).12 Het kortwerkende ipratropiumbromide is even veilig als terbutaline, alhoewel het meestal iets minder effectief is bij astma. De langwerkende luchtwegverwijders vallen in categorie C, waarbij formoterol and salmeterol bij dierproeven afwijkingen hebben opgeleverd. Het wordt ontraden om ze tijdens de zwangerschap te gebruiken. Dit geldt tevens voor de combinatiepreparaten van inhalatiesteroïden en langwerkende β-mimetica. Conclusie Bij allergische rinitis en astma tijdens de zwangerschap is het van belang om met name het astma goed onder controle te houden en exacerbaties te voorkomen. Dit kan met behulp van een aantal medicamenten. Bij onvoldoende resultaat op de medicijnen met klasse B-veiligheid, moet overwogen worden wat het risico is voor het ongeboren kind om tot een klasse C-medicatie over te gaan en daarmee exacerbaties te voorkomen. Referenties 1. Droste J, Kerhof M, De Monchy J, Schouten J, Rijcken B. Association of skin test reactivity, specific IgE, total IgE, and eosinophils with nasal symptoms in a community-based N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e 199 ALLERg i e population study. The Dutch ECRHS Group. J Allergy Clin of Child Health and Human Development Maternal-Fetal Immunol. 1996;97:922-32. Medicine Units Network National Heart, Lung and Blood 2. Rey E, Boulet L-B. Asthma in pregnancy. BMJ 2007;334: Institute. Am J Obstet Gynecol 2006;193:120-6. 582-5. 16. Schatz M, Zeiger RS, Hoffman CO, Harden K, Forsythe A, 3. Bousquet J, Khaltaev N, Cruz A, Denburg J, Fokkens W, Chilingar L, et al. Perinatal outcomes in the pregnancies Togias A, et al. Allergic rhinitis and its impact on asthma of asthmatic women: a prospective controlled study. Am J (ARIA) 2008 update (in collaboration with the World Health Respir Crit Care Med 1995;151:1170-4. Organization, GA(2)LEN* and AllerGen Allergy 2008;63 17. Towers CV, Briggs GG, Rojas JA. The use of prostaglan- Supl 86: 8-160. din E2 in pregnant patients with asthma. Am J Obstet Gy- 4. Keles N. Treatment of allergic rhinitis during pregnancy. necol. 2004;190:1777-80. Am J Rhinol 2004;18:23-8. 18. Källén B, Otterblad Olausson P. Use of anti-asthmatic 5. Ellegård E, Karlsson G. Nasal congestion during preg- drugs during pregnancy. 1. Maternal characteristics, preg- nancy. Clin Otolaryngol 1999;24:307-11. nancy and delivery complications. Eur J Clin Pharmacol 6. Scadding GK, Durham, SR, Jones NS, Leech SC, 2007;63:363-73. Faroque S, Ryan D, et al. BSACI guideline for the manage- 19. Källén B. Maternal drug use and infant cleft lip/palate ment of allergic and non-allergic rhinitis. Clin Exp Allergy with special reference to corticoids. Cleft Palate Craniofac 2008;38:19-42. J 2003;40:624-8. 7. Schatz M, Dubrowsky MP, Wise R, Thom EA, Landon M, 20. Blais L, Beauchesne M-F, Rey E, Malo J-L, Forget A. Mabie W, et al. Asthma morbidity during pregnancy can be Use of inhaled corticosteroids during the first trimestet of predicted by severity classification. J Allergy Clin Immunol pregnancy and the risk of congenital malformations among 2003;1112:283-8. women with asthma. Thorax 2008;62:320-8. 8. Källén B. The safety of asthma medications during preg- 21. Bakhireva LN, Jones KL, Schatz M, Klonoff-Cohen HS, nancy. Expert Opin Drug Saf 2007;6:15-26. Johnson D, Slymen DJ, Chambers CD. Organization of 9. Källén B, Otterblad Olausson P. Use of anti-asthmatic Teratology Information Specialists Collaborative Research drugs during pregnancy Congenital malformation in the Group. Safety of leukotriene receptor antagonists in preg- infants. Eur J Clin Pharmacol 2007;63:383-8. nancy. J Allergy Clin Immunol 2007;119:618-25. 10. Chambers C. Safety of asthma and allergy medications in pregnancy. Immunol Allergy Clin N Am 2006;25:13-28. Ontvangen 5 mei 2008, geaccepteerd 2 september 2008. 11. Rahimi R, Nifkar S, Abdollahi M. Meta-analysis finds use of inhaled corticosteroid during pregnancy safe: a systematic met-analysis review, Hum Exp Toxicol 2006;25:447-52. Correspondentieadres 12. NAEPP Expert panel report. Managing asthma during pregnancy: recommendations for pharmacologic treat- Mw. prof. dr. D.S. Postma, longarts ment-2004 update. J Allergy Clin Immunol 2005;115;34-46. 13. Breton MS, Martel MJ, Vilain A, Blais L. Inhaled corti- Universitair Medisch Centrum Groningen costeroids during pregnancy: a review of methodological Afdeling Longziekten issues. Respir Med 2008 (epub ahead of print). Hanzeplein 1 14. Schatz M, Elibam C. Inhaled corticosteroid use and 9731 GZ Groningen outcome in pregnancy. Ann Allergy Asthma Immunol Tel.: 050 361 35 32 2005;95:235-8. E-mailadres: [email protected] 15. Schatz M, Dombrowski MP, Wise R, Momirova V, Landon M, Mabie W, et al. Spirometry is related to peri- Belangenconflict: geen gemeld. natal outcomes in pregnant women with asthma. National Financiële ondersteuning: geen gemeld. Institute of Child Health and Human Development Institute 200 VOL. 8 nr. 6 - 2008 N e d e r l a n d s T i j d s c h r i f t voo r All e r g i e