DBO45 Zondag 9 november 2014 Hoe ben ik rechtvaardig voor God? Ik wil deze keer beginnen met een verhaal over de grote kerkhervormer Maarten Luther. Hij is één van die mensen van wie het geestelijk leven door het lezen en ontdekken van de boodschap van de brief aan de Romeinen radicaal veranderd is. Maarten Luther is lange tijd bang voor God geweest. Hij had enorm last van zijn zonden. Op allerlei manieren probeerde hij de zekerheid te krijgen dat God zijn zonden vergeven had. Hij vastte, deed boete. Bad uren achter elkaar. Hij lag er nachten wakker van. Lichamelijk was hij er soms heel slecht aan toe. Er is een verhaal dat ze hem bewusteloos op de vloer van zijn cel vonden. Maar wat hij ook deed, zijn angst ging niet weg. Het hamerde steeds door zijn hoofd: ‘God zal mij om mijn zonden straffen.‘ ‘Want God is een rechtvaardig God!’ Hij haat de zonde, en daarom ook de zondaar. Hoe word ik rechtvaardig voor God? Het was de levensvraag van Maarten Luther. En na hem van meer mensen. Misschien ook wel van u. U weet wellicht, dat in de Heidelberger Catechismus die vraag ook staat en daarbij een prachtig antwoord. Hier komt hij: Hoe bent u rechtvaardig voor God? Antwoord: Alleen door een oprecht geloof in Jezus Christus. Al klaagt mijn geweten mij aan dat ik tegen al de geboden van God zwaar gezondigd en geen daarvan gehouden heb en nog steeds tot alle kwaad geneigd ben, toch schenkt God mij, zonder enige verdienste van mijn kant, uit louter genade, de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus. En Hij rekent mij die toe als zou ik nooit zonde hebben gehad of gedaan, ja als had ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht, die Christus voor mij volbracht heeft, voor zover ik deze weldaad met een gelovig hart aanneem. Hoe kwam het nou dat Maarten Luther dit niet kon en durfde te zeggen. Het antwoord is heel simpel. Het kwam omdat Maarten Luther het bij zichzelf zocht. Wat moet ik doen om rechtvaardig te worden? En dat is precies de verkeerde richting. Rechtvaardig zijn is geen prestatie, maar een geschenk van God. Catechismus: Hij rekent mij die toe als zou ik nooit zonde hebben gehad of gedaan, ja als had ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht. Het was tijdens een voorbereiding voor een college over de Romeinenbrief dat Luther dat ontdekte. Eerst maakte het lezen en studeren van deze brief Luther wanhopig. Hij kwam weer het begrip rechtvaardigheid tegen. ‘Here God’, schreeuwde hij uit, ‘is het nog niet erg genoeg dat U ons in het Oude Testament al zo bedreigt met Uw gerechtigheid, met Uw eeuwige straf, dat U ons ook nog in het evangelie daarmee lastig komt vallen?’ Er stond ‘de rechtvaardige zal door het geloof leven’ (Romeinen 1:17).Maar hij was niet rechtvaardig. De tekst hield hem alsmaar bezig. Hij schreef er later zelf van: ‘Ik hield niet op met bonzen op de deur naar het geheim van deze tekst.’ En toen opeens ging hem een licht op. Ineens zag hij het in wat ik u al vertelde: Luther had het in al die jaren steeds bij zichzelf gezocht: een totaal verkeerde richting. Een mens wordt niet rechtvaardig door eigen prestaties. ‘De rechtvaardige zal door het gelóóf leven’. Geloof is het geheim van ons rechtvaardig worden. Geloof, vertrouwen niet in jezelf, maar in wat Christus heeft gedaan. ‘Toen werd die tekst van Paulus voor mij’, zo schrijft hij later, tot een porta paradisi, een deur naar het paradijs’. Gerechtigheid. Gods Woord spreekt op drie manieren over gerechtigheid van God. Gerechtigheid als een eigenschap van God, als een handeling van Hem, als een geschenk van God. En willen wij het geheim van Luther kennen, dan moeten we dit proberen te onthouden: Ik begin met gerechtigheid als onderdeel van het karakter van God. Niet alleen mensen hebben een karakter, God ook. Een prachtige beschrijving van Gods karakter vinden we in Exodus 34. Daar vertelt God Zelf aan Mozes hoe Zijn karakter is. Mozes wilde graag God zien. Maar dat kon niet. God mens kan God zien en leven. God wilde wil aan hem voorbijtrekken. Mozes stond toen in een rotsspleet. God ging hem voorbij. En stem beschreef wie God was en is. ‘De HEER! De HEER! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, 7 die duizenden geslachten zijn liefde bewijst, die schuld, misdaad en zonde vergeeft, maar niet alles ongestraft laat en voor de schuld van de ouders de kinderen en kleinkinderen laat boeten, en ook het derde geslacht en het vierde.’ Ik denk dat Maarten Luther dat aspect van gerechtigheid voor zijn bekering voor ogen heeft gehad. God is rechtvaardig. Vroeger zongen we (en u misschien nóg wel): de Heer is recht in al Zijn weg en werk, Psalm 145: 6 o.b. Beseffen we wat we zingen? God kan omdat Hij rechtvaardig is, het onrecht niet zien. Daarom moesten Adam en Eva uit het paradijs. Daarom kwam de zondvloed. Daarom kwam eeuwen later het volk Israël in ballingschap ..(en nog veel meer). En zo ben ik eigenlijk al bij het tweede aspect: gerechtigheid als handeling. God handelt rechtvaardig omdat Hij van Zichzelf rechtvaardig is. Dat is ook het grote verschil met een aards rechter. Ook al spreekt die op een rechtvaardige oordeel uit, daarmee wordt nog niets gezegd hoe hij van zichzelf is. Rechtvaardig is een rechter als hij de wetten van een land goed toepast. God handelt rechtvaardig. Maar niet aan de hand van een wetboek. Dat heeft God niet nodig. Hij handelt rechtvaardig omdat Hij rechtvaardig is. God handelt overeenkomstig zijn karakter. Rechtvaardig is God in al Zijn daden. God doet wat Hij heeft toegezegd. In Zijn belofte maar ook in Zijn bedreigingen, Het volk van Israël met wie God een verbond sloot kon, als het Hem gehoorzaam was, op Hem aan. Je komt in de psalmen mensen tegen die een beroep doen op Gods gerechtigheid omdat zij vinden dat zij onschuldig zijn. Psalm 26: 1: ‘Doe mij recht, o God’. Psalm 43: ‘Doe mij recht o God en voer mijn rechtszaak, bevrijd mij van het volk zonder goedertierenheid van de man van onrecht en bedrog’, vers 1. Onschuldspalmen noemen we die. Ik weet niet of veel mensen die zingen, durven zingen zoals ze oorspronkelijk door de dichters bedoeld zijn. Of hebben zij ontdekt wat ik u nu vertel: rechtvaardig zijn is een eigenschap van God. Maar God heeft meer karaktertrekken. Ik ga weer terug naar die ontmoeting van Mozes met God. De stem vertelde meer: Vele eigenschappen van God werden bij die bijzondere ontmoeting in de woestijn door die hemelse stem benoemd. God is rechtvaardig maar ook liefdevol, genadig, trouw en waarachtig, vergevingsgezind. Luther had voor zijn bekering een eenzijdig beeld van God. Alsof God alleen maar rechtvaardig kan zijn. God is rechtvaardig maar ook liefdevol. Hij oordeelt, maar vergeeft ook. Liefde was trouwens de eerste eigenschap die de hemelse stem toen in de woestijn benoemde. Liefdevol en tegelijk ook strikt rechtvaardig zijn: dat is niet moeilijk als je een oordelen moet geven over een mens zonder zonde, fouten en gebreken. Maar bij oordelen over een schuldig mens staat rechtvaardig zijn en tegelijk liefdevol op gespannen voet. Dat gaat haast niet samen. Een oordeel zal pas echt rechtvaardig zijn als het een oordeel is zonder aanzien des persoons. Bij een rechtbank kom je vaak het standbeeld van vrouwe Justita tegen. Deze Romeinse godin draagt een blinkdoek. Want het gaat niet om de persoon maar om de harde feiten. Maar bij de Here God is dat anders. God is rechtvaardig en liefdevol tegelijk. Hij kan dat zijn. Overduidelijk heeft Hij dat laten zien toen de Zoon van God stierf aan het kruis. Dat was rechtvaardig en liefdevol tegelijk. Hij moest maar wilde ook sterven voor onze zonden. Jezus Christus is het grootste geschenk en bewijs dat God rechtvaardig en liefdevol tegelijk is. Nog een keer: Hoe bent u rechtvaardig voor God? Antwoord: Alleen door een oprecht geloof in Jezus Christus. Al klaagt mijn geweten mij aan dat ik tegen al de geboden van God zwaar gezondigd en geen daarvan gehouden heb en nog steeds tot alle kwaad geneigd ben, toch schenkt God mij, zonder enige verdienste van mijn kant, uit louter genade, de volkomen genoegdoening, gerechtigheid en heiligheid van Christus. En Hij rekent mij die toe als zou ik nooit zonde hebben gehad of gedaan, ja als had ik zelf al de gehoorzaamheid volbracht, die Christus voor mij volbracht heeft, voor zover ik deze weldaad met een gelovig hart aanneem.